Daltonbeleidsplan 2015-2019 O.b.s. “De Finneblom” Boornbergum

Daltonbeleidsplan 2015-2019
O.b.s. “De Finneblom”
Boornbergum Brin 15YO
DALTONBELEIDSPLAN OBS DE FINNEBLOM
Versie maart 2014
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Hoofdstuk 1
Het onderwijs op De Finneblom
4
Hoofdstuk 2
Daltonbeleidsplan en andere beleidsstukken
4
Hoofdstuk 3
Doel van ons onderwijs
5
Hoofdstuk 4
De leerkracht en het Daltononderwijs
7
Hoofdstuk 5
De Rode draad en de dagelijkse praktijk
o 5.1 Dagkleuren
o 5.2 Dagritmesysteem
o 5.3 Symbolen
o 5.4 De weektaak
o 5.5 Uitgestelde aandacht
o 5.6 De kring
o 5.7 Correctie van eigen werk
o 5.8 Indeling van de klas en materialen
o 5.9 Handelingswijzers
o 5.10 Werkplekken
o 5.11 Zorg voor de klas, school en omgeving
9
9
9
10
11
14
15
15
16
16
17
18
Hoofdstuk 6
Overzicht doelen schooljaar 2015 - 2019
19
Bijlagen
2
Voorwoord
Voor u ligt het eerste exemplaar van het Daltonbeleidsplan van openbare basisschool “De
Finneblom”. Dit beleidsplan is gekoppeld aan het wettelijk verplichte schoolplan en zal daarom eens
in de 4 jaar worden herzien c.q. bijgesteld. Aangezien de certificering als Daltonschool in april 2014
plaatsvindt zal de werkingstermijn worden gekoppeld aan het schooljaar 2014-2015, het jaar waarin
het Bevoegd Gezag de ontwikkeling van een nieuw schoolplan op de agenda heeft staan.
In dit beleidsplan staat beschreven hoe wij ons Daltononderwijs inhoud geven, welke afspraken we
met elkaar hebben gemaakt en welke doelstellingen we samen hebben geformuleerd. Wij vinden het
belangrijk om de bovenstaande punten te borgen en juist daarom hebben wij dit beleidsplan opgesteld,
want een school is een levende organisatie waarin naast de leerlingen ook de leerkrachten veelvuldig
aan wisseling onderhevig zijn.
Aangezien een school altijd in beweging is en zal blijven, zal ook de inhoud van ons Daltononderwijs
zich blijven ontwikkelen met als doel de kinderen kwalitatief goed onderwijs aan te bieden.
Het Daltonbeleidsplan is in de eerste plaats geschreven voor leerkrachten en overig personeel van de
school. Het geeft een beeld heeft van hoe wij binnen “De Finneblom” ons onderwijs hebben ingericht
en welke zaken wij in de komende jaren nog willen aanpakken. Dit is terug te vinden in het overzicht
beleidspunten.
Ook is het een document voor geïnteresseerde ouders waarvan de kinderen “De Finneblom” bezoeken
en voor ouders die overwegen om hun kind bij ons aan te melden.
In de tweede plaats is het plan ook geschreven voor onderwijsinstanties, zoals de Inspectie van
Onderwijs, de Nederlandse Dalton Vereniging, het schoolbestuur en overige instanties, die op de
hoogte willen blijven van het onderwijs en de ontwikkelingen binnen “De Finneblom”.
Mocht u na het lezen vragen hebben, of geïnteresseerd zijn om eens een kijkje te nemen, kom dan
gerust even langs.
Namens het team van “De Finneblom”,
De directie
3
Hoofdstuk 1
Het onderwijs op De Finneblom
Met ingang van het schooljaar 2009-2010 is de school gestart met een volledig nieuw team, dit onder
leiding van een interim-directeur. Hiermee is een einde gekomen aan een voor de school jaren durende
vervelende periode en dit schooljaar vormt meteen het startmoment voor een noodzakelijke intensieve
schoolontwikkeling. Hierbij heeft de MR zich georiënteerd op een duidelijker onderwijsconcept van
de school. De algemene mening was dat de visie van de school te wazig was en daarmee het onderscheidingsniveau van andere scholen te gering. Dit terwijl de leerlingenpopulatie zich goed leent voor
een onderwijsconcept waarbij een grotere rol kan worden toebedeeld op de gebieden zelfstandig
werken, verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces en het samenwerken. Eigenlijk elementen uit
het Dalton-concept. De MR heeft zich laten informeren in een Daltonschool bij het eigen bestuur en
besloten wordt dat er op leerkrachtniveau uitspraken moeten worden gedaan hoe invulling te geven
aan nadere concretisering van de schoolvisie.
In schooljaar 2010-2011 hebben de leerkrachten zich verder georiënteerd met als resultaat bij
teambesluit d.d. 14-04-2011 dat zal worden ingezet op het Daltononderwijs met als eindresultaat
officiële certificering.
Gedurende de schooljaren 2011-2012 en 2012-2013 zijn alle leerkrachten aan het opleidingstraject
begonnen, dit onder leiding van docent Paul Bruijn. Alle leerkrachten hebben middels het tonen van
een portfolio op 12 juni 2013 het certificaat Daltonleerkracht behaald. Een waardevolle aanvulling van
het bekwaamheidsdossier.
Voor schooljaar 2013-2014 staat de schoolcertificering op het programma met een proefvisitatie in
het najaar 2013 en de uiteindelijke audit door de Nederlandse Daltonvereniging op 22 april 2014.
Eveneens volgen twee leerkrachten de tweejarige opleiding als Coördinator Daltononderwijs.
Doordat als team het opleidingstraject is gevolgd, zijn we bewust met elkaar in gesprek geraakt over
wat wij belangrijk vinden in ons Daltononderwijs. Zo is, beetje bij beetje, in onderscheiden groepen
invulling gegeven aan de Daltonprincipes. De zogenaamde "Rode draad" met een(kaarten)overzicht
van de Daltonprincipes vormt hierbij het uitgangspunt en is agendapunt bij teambijeenkomsten.
Hoofdstuk 2
Daltonbeleidsplan en andere beleidsstukken
In iedere basisschool zijn verschillende beleidsplannen aanwezig. Het Daltonbeleidsplan is daar één
van. Daar waar mogelijk gaan we dit plan binnen de verplichte jaarplanning schoolontwikkeling
zoveel mogelijk integreren.
Schoolplan:
In het schoolplan staat uitgebreid beschreven welke doelstellingen de school heeft geformuleerd, hoe
eraan gewerkt wordt om deze doelen te realiseren en hoe de school ervoor wil zorgen dat er kwalitatief
goed onderwijs wordt gegeven. Bij de omschrijving visie / missie wordt in de eerstvolgende versie van
2015 aandacht geschonken aan de Daltonprincipes. Het schoolplan moet wettelijk eens in de vier jaar
worden herschreven.
Schoolgids:
Hierin staat vooral veel praktische informatie voor ouders, zoals de schooltijden, de vakantiedagen,
welke leerkracht voor welke groep staat. In de schoolgids is ook een korte schets aanwezig van de
invulling / zichtbaarheid van de Daltonprincipes binnen ons onderwijs. Ouders en toekomstige ouders
ontvangen de afgelopen twee jaar een losse flyer met de grote lijnen binnen onze Daltonontwikkeling.
Beleidspunten:
1. Beschrijven Daltonaspecten en functioneren als Daltonschool in Schoolplan en Schoolgids;
2. Beschrijving Daltonschool “De Finneblom” op de landingspagina website plaatsen;
3. Maken actuele promotieflyer voor nieuwe bewoners en voor informatiepakket school;
4
Hoofdstuk 3
Doel van ons onderwijs
“De Finneblom” is een openbare basisschool dat werkt volgens de Daltonprincipes. Wij willen de
kinderen hoogwaardig onderwijs bieden in een veilige en vertrouwde
omgeving, zodat ieder kind met plezier naar school gaat. Vertrouwen en
veiligheid zijn voorwaarden om open te staan voor het cognitieve leren.
En dat als openbare school: “Niet apart maar samen”
Het Daltononderwijs is gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse
pedagoge Helen Parkhurst (1886-1973). Haar ideeën over individuele en
niet-klassikale ontplooiing van kinderen baseerde zij op haar ervaringen als
leerkracht. Van 1905 tot 1913 werkte zij op verschillende scholen. Op een
van deze scholen op het platteland in Waterville (Wisconsin), gaf zij les aan
40 kinderen van verschillende leeftijden. Zelfstandig werken was noodzakelijk en hierdoor raakte ze
ervan overtuigd dat deze aanpak goed was voor alle kinderen. In de periode dat Helen Parkhurst
samenwerkte met de pedagoge Maria Montessori, kregen haar ideeën een pedagogische grondslag.
Enkele jaren later, in 1922, legde ze haar visie op onderwijs vast in haar boek "Education on the
Dalton Plan".
De Finneblom gaat bij het leren uit van de zes Daltonpijlers.






Verantwoordelijkheid
Zelfstandigheid
Samenwerken
Effectiviteit/doelmatigheid
Reflectie
Borging
Verantwoordelijkheid:
De school vindt het belangrijk dat kinderen de verantwoordelijkheid krijgen om keuzes te maken en
dat een deel van de verantwoordelijkheid van de leerkracht wordt gedelegeerd naar de leerling.
Delegeren van de verantwoordelijkheid voor het leren naar de leerling toe betekent, dat we de
leerlingen verantwoordelijk stellen voor het eindproduct en voor de wijze waarop het product tot stand
is gekomen. Naast dat wij de kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen voor hun werk, vinden wij
het ook belangrijk dat ze leren verantwoordelijk te zijn voor hun materialen en de (sociale) omgeving.
Zelfstandigheid:
Het Daltononderwijs wil kinderen ontwikkelen tot volwassenen, die zelfstandig kunnen denken en
handelen. Zelfstandig werken motiveert de leerlingen om actief met hun taak aan het werk te zijn.
Wanneer leerlingen zelfstandig werken kunnen zij dit doen op eigen niveau. Zelfstandig werken zorgt
ervoor dat kinderen grip krijgen op hun werk en omgeving en dat zorgt voor veiligheid. Op de momenten dat de kinderen zelfstandig werken heeft de leerkracht meer tijd om leerlingen te helpen die
een specifieke onderwijsbehoefte hebben.
Zelfstandigheid van leerlingen betekent ook, dat kinderen zelf op zoek gaan naar oplossingsstrategieën, zelf problemen leren oplossen en opdrachten moeten uitvoeren.
Binnen “De Finneblom” wordt gewerkt met een weektaak of een dagtaak. In de weektaak/ dagtaak
hebben de kinderen de keus om zelf te bepalen wanneer ze welk werk maken. In de weektaak/dagtaak
en/of op het weekbord staat aangegeven wanneer welke instructie wordt gegeven.
Samenwerken:
Het leren samenwerken met anderen is van groot belang. Kinderen, maar ook volwassenen, kunnen
veel van elkaar leren, zowel op cognitief als op sociaal gebied. De school maakt onderscheid in twee
soorten van samenwerken:
5
Ten eerste is er het samenwerken op sociaal gebied. Bij dit type samenwerken gaat het erom, dat
iedereen met elkaar leert samenwerken, afspraken maak met elkaar en deze afspraken inplant en
nakomt. Communicatie is hierbij essentieel. Om het samenwerken structureel vorm te geven, werken
wij met het maatjessysteem. Vanaf groep 3 richt het samenwerken zich naast het sociale aspect op de
tweede vorm van samenwerken, namelijk samenwerken op cognitief gebied. Uitgangspunt hierbij is
dat kinderen die met elkaar samenwerken er beide van leren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de
coöperatieve werkvormen en deze worden aangestuurd door de leerkracht.
4.Effectiviteit/Doelmatigheid:
Het Daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Het
belangrijkste onderdeel om dit te bereiken is de taak. Een taak op maat houdt de leerling doelmatig en
functioneel bezig met zijn ontwikkeling. Leerkrachten moeten de omgeving goed inrichten, gebruik
maken van doelgerichte instructie en een gedifferentieerd leerstofaanbod bieden.
5 Reflectie
Het kritisch bekijken van onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten is een basishouding op een
Daltonschool. Iedere leerkracht reflecteert op zijn praktijk en handelen in de klas. Alle leerkrachten
samen reflecteren constant over het onderwijs op school. Hierdoor wordt de beste weg gevonden om
de gestelde doelen te bereiken. Ook voor de leerlingen biedt de leerkracht de gelegenheid om te
oefenen in organiseren, initiatief nemen en reflecteren op gedrag en keuzes.
6 Borging
Verantwoordelijkheden voor Daltononderwijs liggen binnen het team van leerkrachten. Daltonscholen
borgen hun kernwaarden door middel van planmatige zelfevaluatie, reflectie en visitatie. Een
Daltonschool is een lerende organisatie die zich permanent schoolt, die experimenteert en reflecteert
op zijn praktijk.
Het Daltononderwijs stelt de zes bovenstaande principes centraal. Toch zal de uitwerking hiervan op
iedere school anders zijn.
“De Finneblom” wil deze vaardigheden bij kinderen ontwikkelen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen
tot zelfbewuste en verantwoordelijke volwassen personen.
Alles omvattend hanteert basisschool “De Finneblom” navolgende doelen:
 een veilig pedagogisch klimaat;
 ontwikkelen van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerking en reflecteren;
 kwalitatief goed inhoudelijk onderwijs. Opbrengsten doen ertoe!
 effectieve begeleiding van de leerkracht aan kinderen;
 ontwikkelen van creativiteit ten behoeve van de persoonlijke ontwikkeling;
 korte instructiemomenten en instructie in niveaus;
 werken met uitgestelde aandacht;
 werken met handelingswijzers;
 werken met een taak;
 duidelijke organisatie en klassenmanagement;
 werken in alle groepen met een keuzekast;
Beleidspunten:
4. Samenstellen inhoud keuzekasten. Kasten zijn aanwezig, financiën gereserveerd;
5. Keuze inhoud keuzekasten afstemmen op elkaar (o.a. op basis meervoudige intelligentie)
6
Hoofdstuk 4
De leerkracht en het Daltononderwijs.
De rol van de leerkracht op een Daltonschool vraagt om andere competenties dan de rol van een
leerkracht op een reguliere basisschool.
De zes Daltonpijlers vormen de basis van werken voor de Daltonleerkracht. Wat geldt voor de
kinderen, geldt voor de leerkrachten en geldt eveneens voor de directie. Dit vraagt om heldere
uitgangspunten en competenties bij leerkrachten, willen zij werkzaam zijn binnen “De Finneblom”.
De “gele” competenties (specifiek eigen school) zien er dan als volgt uit:
o De leerkracht voelt zich verantwoordelijk voor de gehele school en alle leerlingen.
o De leerkracht zal in staat moeten zijn om zelfstandig binnen de organisatie te werken en
daarnaast zal de leerkracht met de andere leerkrachten moeten samenwerken. Dit houdt in dat
je als leerkracht niet op een eilandje opereert, maar dat je onderdeel uitmaakt van een team en
in een team ben je een teamspeler. In een team sta je open voor een ander, inspireer en steun je
elkaar en werk je met elkaar aan de ontwikkeling van de school.
o De leerkracht heeft een voorbeeldfunctie in het handelen, zeker voor wat betreft de Daltonprincipes!
o Een Daltonleerkracht heeft een bepaalde houding ten opzichte van de kinderen. Deze houding
kenmerkt zich doordat we de kinderen geen oplossingen willen aanreiken, maar dat we ze
willen stimuleren om zelf na te denken over mogelijke oplossingen en dat we ze dit ook laten
ervaren.
o Daarnaast stimuleert de leerkracht (coöperatieve) werkvormen die het samenwerken
bevorderen.
o Een Daltonleerkracht geeft de kinderen de gelegenheid om binnen afgesproken grenzen zelf
verantwoordelijkheid te nemen voor de keuzes die kunnen worden gemaakt. Dit houdt in dat
kinderen fouten mogen maken om daarvan te leren. De leerkracht zal de kinderen in dit proces
observeren, begeleiden en ondersteuning en hulp bieden daar waar nodig.
o De kracht van de Daltonleerkracht is om goed te observeren, te registreren en preventief te
werken.
o De leerkracht kan zorgen voor een goed klassenmanagement, kan organiseren en is in staat om
specifieke doelen te stellen.
De Daltoncoördinator:
Basisschool “De Finneblom” beschikt op het moment van samenstelling van dit beleidsplan over twee
Daltoncoördinatoren, die zijn aangesteld tijdens het laatste scholingsjaar certificering als Daltonleerkracht. Deze leerkrachten volgen de opleiding tot Daltoncoördinator en behalen het certificaat in
2015.
De coördinatoren zullen onder andere onderwerpen voor de vergaderingen voorbereiden, besluiten en
voorstellen uitwerken en “de rode draad” van de school bewaken. Bewust is “de rode draad” als een
vast agendapunt gekozen tijdens de inhoudelijk teambijeenkomst.
Collegiale consultatie:
Het wordt belangrijk gevonden dat we van- en met elkaar leren. Hieronder hebben we weergegeven op
welke wijze we dit willen doen. Realisatie van het uitroosteren is afhankelijk van het beschikbaar
hebben van een vervangingsbudget. Mogelijk kunnen verkregen scholingsgelden hiervoor worden
ingezet.

Klassenbezoeken:
Jaarlijks krijgen de leerkrachten de mogelijkheid om in een groep naar keuze een kijkje te
nemen. Hierbij kan een hulpvraag mee de klas in worden genomen en na het bezoek bespreken de leerkrachten dit met elkaar. We vinden het belangrijk dat we van en met elkaar leren.
We leren elkaar feedback te geven. De klassenbezoeken vinden plaats op basis van gelijkwaardigheid en zonder oordeelvorming.
7

Bezoek van collega-Daltonscholen:
“De Finneblom” vindt het leerzaam om bij andere Daltonscholen op bezoek te gaan en zet ook
zelf de deuren graag open voor Daltonscholen die eens een kijkje willen komen nemen. Ook
schoolteams die zich oriënteren op het Daltononderwijs zijn van harte welkom.
Scholing:
Wij streven er naar dat alle leerkrachten die lesgeven in “De Finneblom” in het bezit zijn van het
certificaat van de opleiding tot Daltonleerkracht.
Nieuw te benoemen leerkrachten zonder certificaat en met een vaste aanstelling bij OPO Furore
krijgen de mogelijkheid tot het volgen van de opleiding, zodat ook zij het certificaat behalen. Het
scholingsbudget van de school is hierbij financier van de opleidingskosten.
Stagiaires:
De school is ieder jaar bereid om één of meerdere stagiaires met affiniteit voor het Daltononderwijs
een stageplaats aan te bieden. Indien het gaat om een LIO-stage, gaat onze voorkeur uit naar een
student die Daltononderwijs heeft als afstudeeropdracht of als specialisatie. Opleidingsinstituten
moeten hiervan op de hoogte worden gebracht.
Beleidspunten:
6. Gezien de ontwikkeling van LB-functies zal de school voor het schooljaar 2015-2016 een
vacature openstellen voor Daltoncoördinator die de officiële opleiding tot Dalton-coördinator
heeft afgerond. De werving hiervan zal dan in het voorjaar van 2015 zijn;
7. Competenties Daltonleerkracht verwerken in competentieprofiel “De Finneblom”;
8. Het laten volgen van de opleiding tot Daltonleerkracht door nieuwe leerkrachten zodra een
vaste aanstelling binnen “De Finneblom” is verkregen;
9. Prioriteit geven aan bekostiging Opleiding Daltonleerkracht vanuit het scholings-budget van
de school;
10. Aangeven Opleidingsinstituten mogelijkheid LIO-stage Daltononderwijs;
8
Hoofdstuk 5
“De Rode draad” en de dagelijkse praktijk
Aangezien het voor de school heel belangrijk is dat de gemaakte afspraken worden geborgd en dat het
voor iedere leerkracht - maar ook voor de ouders - duidelijk is hoe de opbouw van groep 1 tot en met
groep 8 eruit ziet, wordt deze hieronder beschreven.
“De Rode draad” is een praktisch handboek voor de dagelijkse praktijk.
Aangezien ons onderwijs altijd in beweging zal blijven, zal ook “De Rode draad” in beweging zijn.
Dit betekent niet dat er zomaar veranderingen zullen worden doorgevoerd, maar dat bij eventuele
nieuwe ontwikkelingen of inzichten ons Daltonbeleidsplan en de Rode draad worden geëvalueerd en
-indien nodig- aangepast.
5.1 Dagkleuren
De dagen van de week hebben bij ons op school een vaste kleur.
Deze vaste kleuren zorgen voor duidelijkheid en structuur bij de
kinderen. Het helpt de kinderen bij het maken van hun planning ten
aanzien van hun werk.
De dagkleuren zijn in elke groep gelijk en duidelijk zichtbaar voor de
kinderen. Daarnaast worden de dagkleuren gebruikt bij de verschillende administratieve zaken in de groep.
De dagkleuren van “De Finneblom” zijn:
Maandag:
Dinsdag:
Woensdag:
donderdag:
Vrijdag:
geel
rood
roze
paars
blauw
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 verantwoordelijkheid nemen voor de planning van eigen werk;
 zelfstandig registreren van werk dat af is.
5.2 Dagritmesysteem
Wij vinden het belangrijk dat we de kinderen hulp bieden bij het ordenen van de tijd gedurende de
dag. We hebben ervoor gekozen om, duidelijk zichtbaar voor de kinderen, in de groep een overzicht
op te hangen met de activiteiten van de dag.
In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met dagritmekaarten, die aan het begin van de dag met de leerlingen wordt doorgesproken.
In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met een weekbord. Deze wordt tijdens de weekopening geïntroduceerd en elke ochtend worden de belangrijkste zaken/punten van de dag nog even herhaald.
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 Verantwoordelijk voelen voor het verloop van de dag;
 Het dagritmesysteem is een hulpsysteem voor het zelfstandig leren plannen van het werk;
 Bij het samenwerken is het dagritmesysteem ook een goede aanvulling om duidelijk te leren
plannen van de samenwerkopdrachten.
9
5.3 Symbolen
De school gebruikt verschillende handelingswijzers die ervoor zorgen dat duidelijk is wat er van de
kinderen wordt verlangd. Hiermee stimuleren wij de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van
de kinderen.
Toiletgebruik
In de groepen 1 t/m 4 hangt een ketting naast de deur. Wanneer leerlingen naar het toilet gaan, hangen
ze de ketting om hun nek. Zo wordt zichtbaar of het toilet bezet/vrij is. Vanaf groep 5 zijn de kinderen
vrij om naar het toilet te gaan.
Huishoudelijke taken
Alle klassen maken gebruik van een huishoudelijk takenbord. In groep 1/2 is dit een klusjeskat, in
groep 3/4 zijn dit klusvlinders, in groep 5/6 klussterren en in groep 7/8 zijn het klusapps. Op deze
manier zijn alle leerlingen samen verantwoordelijk voor een opgeruimd en schoon lokaal. De taken
worden aan het begin van het schooljaar samen met de leerlingen opgesteld. Taken kunnen dus per
klas variëren.
In groep 5 t/m 8 zijn de leerlingen naast de huishoudelijke taken ook verantwoordelijk voor het
magazijnmateriaal en het kopieermateriaal. De leerkracht kiest hiervoor leerlingen uit die deze taak op
zich mogen nemen. In de klas wordt dit zichtbaar gemaakt op het ‘waar-werk-ik-bord’. Vooraf wordt
duidelijk besproken wat de taak inhoudt. Bij het kopieerapparaat staan de namen van de kopieerchefs
voor die periode en op de deur van het magazijn staan de namen van de magazijnchefs voor die
periode. Op deze manier is het ook duidelijk voor de leerkrachten wie er gebruik mogen maken van
het magazijn en het kopieerapparaat.
Uitgestelde aandacht:
In groep 1/2 wordt gewerkt met een ‘niet-storen-ketting’. Wanneer de leerkracht deze ketting draagt
weten de leerlingen dat ze de leerkracht niets mogen vragen. Op dat moment wordt er extra hulp of
begeleiding geboden; individueel of in een klein groepje.
In groep 3 t/m 8 wordt er gewerkt met het stoplicht. Wanneer het stoplicht op rood staat wordt er van
de leerlingen verwacht dat ze zelfstandig aan de taak werken. De leerkracht heeft dan tijd om extra
hulp of begeleiding te bieden. Wanneer het stoplicht op oranje staat, werken de kinderen nog altijd
zelfstandig aan hun taak maar hebben de kans om hulp te vragen aan medeklasgenoten.
In alle groepen werken we met een hulpwijzer. Hierop worden de stappen aangegeven die de leerlingen moeten doorlopen voordat ze het werk in de hulpbak leggen. De hulpbak is een hulpmiddel
voor leerlingen wanneer ze er zelfstandig en samen met klasgenoten niet uitkomen. De leerkracht
bepaalt wanneer deze het werk uit de hulpbak haalt, om vervolgens met de desbetreffende leerling het
werk te bespreken.
Ruimtegebruik.
Over het algemeen genomen werken de leerlingen in de eigen klas. In groep 3 t/m 8 hebben ze de
vrijheid om op de gang te gaan werken wanneer zij dit nodig achten. Dit geven ze aan op het waarwerk-ik-bord. Deze hangt in alle klassen naast de deur. Elk kind heeft een eigen button. Deze kunnen
ze verplaatsen naar het gangvak of computervak. Zo is overzichtelijk waar alle kinderen werken. De
leerkracht bepaalt het aantal werkplekken op de gang.
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen keuzes en ieder kind heeft een vorm van vrijheid
om keuzes te maken of iets te doen zonder het aan de leerkracht te vragen.
 Zelfstandigheid bevorderen doordat de kinderen zelf beslissingen nemen en doordat de
handelingswijzers duidelijkheid verschaffen over wat er van ze verlangd wordt.
10
5.4
De weektaak
Heel belangrijk binnen ons Daltononderwijs is het werken met de weektaak. Binnen “De Finneblom”
is bewust een aantal keuzes gemaakt met betrekking tot de weektaak en de daarin duidelijk zichtbare
opbouw. Doordat er met een weektaak wordt gewerkt hebben de kinderen vrijheid in het plannen van
hun werken leren ze kritisch hun werk te evalueren. Ook leren ze hun werk te registreren, zodat zichtbaar is in hoeverre de weektaak al af is.
Om ervoor te zorgen dat hier alle aspecten van de weektaak worden belicht, zullen we de weektaak per
onderdeel beschrijven.
11
Tijd:
In elke groep wordt zelfstandig met de weektaak gewerkt. Er is een opbouw in tijd. Kinderen van
groep 1 en 2 kunnen nu eenmaal minder lang achterelkaar zelfstandig met de weektaak aan het werk
zijn dan bijvoorbeeld de kinderen in groep 6.
In de tabel hieronder geven wij aan hoeveel tijd er per dag besteed wordt aan het werken met de
weektaak.
De weektaak:
In de groepen 1 en 2 worden er eens per twee weken vijf taken uitgelegd op de maandag. Deze taken
zijn afgebeeld op het takenbord. De kinderen van groep 2 maken alle taken en de kinderen van groep 1
maken drie verplichte taken. De leerlingen hebben tien dagen de tijd om de taken af te ronden. Op het
bord staan twee dobbelstenen. De stippen op de dobbelstenen geven aan hoeveel dagen ze nog aan de
taken kunnen werken. De leerlingen plannen zelf welke opdracht van de taak ze de volgende dag uitvoeren. Ze plaatsen hun button ondersteboven in het desbetreffende takenvakje. Wanneer ze daadwerkelijk starten aan de taak draaien ze de button recht. Wanneer een taak is voltooid, wordt dat
afgetekend door de leerling op het takenbord d.m.v. een kruis in de kleur van de dag.
In groep 3 werken de leerlingen met een dagtaak. De taken zijn afgebeeld op de dagtaak. De kinderen
plannen zelfstandig de volgorde van de taken d.m.v. cijfers in het planvakje. Wanneer ze een taak
hebben afgerond kleuren ze het planvakje in de kleur van de dag.
Na de meivakantie wordt de weektaak geïntroduceerd voor de leerlingen die dit aankunnen. Deze
weektaak komt overeen met de weektaak van groep 4 t/m 6.
In groep 4 t/m 6 werken de leerlingen met een weektaak. Deze start op maandag. De kinderen zijn vrij
om de volgorde van de taken te plannen. Hierbij houden zij rekening met de aangegeven takentijd op
het weekbord. Het plannen doen ze doormiddel van het doorstrepen van het vak in de juiste dagkleur.
Wanneer ze een taak hebben afgerond, kleuren ze het vakje achter de les. Alle taken op de weektaak
zijn verplicht.
In de groepen 7 en 8 plannen de leerlingen zelf de weektaak. Deze start op maandag. Op de weektaak
staat aangegeven welke taken de leerlingen moeten maken. Deze taken schrijven zij naar keuze op de
dag waarop zij dit willen gaan maken. Hierbij houden zij rekening met de aangegeven takentijd op het
weekbord. Wanneer ze een taak hebben afgerond, kleuren ze het vakje achter de les. Alle taken op de
weektaak zijn verplicht.
Invulling van de weektaak:
In groep 1/2 staat op het takenbord een rekentaak, een taaltaak, een samenwerkingsopdracht, een
speelopdracht en een creatieve opdracht.
In groep 3 staat op de dagtaak/weektaak Veilig Lezen Lezen, rekenen, schrijven, automatiseringsspellen en een samenwerkingsopdracht.
In groep 4 t/m 8 staat op de weektaak rekenen, spelling, taal, schrijven en een samenwerkingsopdracht.
Differentiatie in de weektaak:
Vanaf groep 3 krijgen alle kinderen een dagtaak/weektaak op eigen niveau. Aan de hand van toetsscores wordt er een groepsplan geschreven door de leerkracht. De leerlingen worden hierbij ingedeeld
in drie verschillende niveau’s. We maken gebruik van sterren: *, ** en ***. De leerkracht kijkt bij
het maken van de weektaak naar de lessen die op de weektaak gezet zullen worden. Daarna wordt
bepaald welke opdrachten gemaakt moeten worden door de leerlingen. Dit is duidelijk zichtbaar op de
weektaak. Ook wordt aangegeven welke leerlingen verlengde instructie krijgen en op welk moment.
Er wordt gedifferentieerd op niveau en hoeveelheid.
12
Klaarmateriaal:
Wanneer een leerling klaar is met de weektaak is er ruimte voor klaarmateriaal. Dit materiaal sluit aan
bij de vakgebieden van de weektaak. Over het algemeen moet de leerkracht ervoor zorgen dat de
weektaak aansluit bij de leerling. Wanneer duidelijk wordt dat een leerling te veel of te weinig tijd
nodig heeft voor het afronden van de weektaak, zal de leerkracht in overleg met de leerling de taak aan
moeten passen.
Voorbeelden van klaarmateriaal;
 Rekenspellen “Met sprongen vooruit”
 Taalkaarten / feestneuzen
 Spellingspoor
 Woordkenner
 Waku, Waku
 Piccolo
 Flitskaarten
Kieskast:
In de weektaak wordt een tijdsbestek van dertig minuten ruimte gecreëerd voor de kieskast. Alle
leerlingen werken op dat moment met materialen uit de kieskast.
Evaluatie/Reflectie
De vaardigheden die een kind nodig heeft om zijn werk te kunnen plannen, maken en registeren zijn
niet bij iedereen vanzelfsprekend. Daarom is het noodzakelijk dat de leerkracht dit proces regelmatig
evalueert met de kinderen. Dus hierbij de kwaliteit bespreekt en duidelijke reflectievragen stelt. De
leerkracht kan dit individueel met een kind bespreken, maar zal dit soms ook met de gehele groep
doen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van reflectiekaarten. Er kan gereflecteerd worden voor-/,
tijdens en na een taak. Op de weektaak is ook ruimte overgelaten voor de kinderen om te evalueren en
mogelijk een tip aan zichzelf te geven. Ook de leerkracht zal hier iets noteren, een compliment of een
tip geven. In groep 1/2 werken de leerlingen en de leerkracht met het plaatsen van een smiley bij de
afgeronde taak.
13
Beoordeling en feedback:
Naast de evaluatie heeft ieder kind ook recht op feedback van de leerkracht. Dit start al in groep 1/2,
waar de leerkracht tijdens of na het werken aandacht besteedt aan het proces. “Hoe ging het samenwerken, hoe is er opgeruimd?”
Ook in de andere groepen is er een moment waarop er feedback wordt gegeven aangaande het proces.
Dit gebeurt de ene keer mondeling, de andere keer schriftelijk door iets voor het kind op de weektaakbrief te schrijven.
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 Verantwoordelijkheid krijgen en nemen voor de planning en uitvoering van het werk zoals
beschreven in de weektaak;
 Zelfstandig leren plannen, evalueren en registreren. Leren kijken naar het proces en product
van je werk;
 Samenwerken aan opdrachten, elkaar hulp bieden en in de planning ook rekening leren
houden met een ander;
 Effectiviteit: de doelen zijn geformuleerd op de weektaak;
 Reflectie: kritisch terugkijken naar je eigen werk en houding en vervolgstappen plannen en
uitvoeren.
Beleidspunten:
 Kieskast: zie beleidspunten 4 en 5;
11. Voor schooljaar 2014-2015 is reflectie een aandachtspunt. Er is op dit moment geen
duidelijk zichtbare doorgaande lijn.
5.5
Uitgestelde aandacht
Onder de term uitgestelde aandacht verstaan wij de tijd waarin de leerkracht niet direct beschikbaar is
voor vragen en problemen van kinderen.
De redenen waarom wij het belangrijk vinden om te werken met uitgestelde aandacht zijn:
 Kinderen leren in deze tijd problemen zelf op te lossen en tevens leren ze elkaar hulp te
bieden.
 De leerkracht heeft tijdens de uitgestelde aandacht tijd om met individuele leerlingen of kleine
groepjes kinderen te werken.
Uitwerking:
In groep 1/2 :
In de groepen 3 t/m 8 :
Niet storen ketting
Stoplicht
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 We geven de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf oplossingen te bedenken voor vragen
en/of problemen;
 Zelfstandigheid vergroten doordat kinderen zelf initiatief moeten nemen om hulp te vragen
aan hun maatje of team;
 Door samenwerken kan een kind tot oplossingen komen.
14
5.6
De kring
Op de Finneblom wordt in alle groepen gewerkt met een "kring". In de literatuur van het onderwijs
wordt bij de betekenis van het woord kring altijd aan twee betekenissen gedacht, namelijk:
1. een organisatievorm, een opstelling van het meubilair.
2. een werkvorm, een manier van communiceren. (het meubilair hoeft niet noodzakelijk in een
kring te staan)
Aangezien er vele momenten en activiteiten in de kring kunnen plaatsvinden en hierboven twee
betekenissen van het woord kring zijn gegeven, willen wij hieronder graag weergeven wanneer wij
gebruik maken van een kring:
 weekendkring
 binnenkring / buitenkring (coöperatieve werkvorm)
 evaluatiekring
 spreekbeurten
 nieuwskring
Aangezien we het belangrijk vinden dat de kinderen met elkaar in gesprek durven gaan, leren we de
kinderen ook vragen te stellen en te reageren op elkaar. Belangrijk hierbij is dat we duidelijk aangeven
dat wanneer we willen inhaken, elkaar wel laten uitspreken en de mening van een ander accepteren en
waarderen.
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 Verantwoordelijkheid voor het naleven van de afspraken tijdens de kring;
 Zelfstandigheid door initiatief te nemen tijdens het gesprek;
 Voor het samenwerken is het essentieel dat kinderen open met elkaar leren communiceren.
5.7
Correctie van eigen werk
Het is erg belangrijk dat de kinderen leren zelf hun werk na te kijken en eventueel gemaakte fouten
leren corrigeren. Doordat kinderen hun werk zelf nakijken krijgen ze tegelijkertijd feedback op het
werk. Kinderen die zelf werk nakijken, leren direct van hun gemaakte fouten omdat als het kind in zijn
werk een fout ontdekt, zich zal afvragen hoe die fout is ontstaan. Ook geeft het de kinderen meer
inzicht over wat ze al kunnen en waarbij ze hulp nodig hebben van de leerkracht.
Zelf nakijken vraagt om bepaalde competenties van de kinderen. Kinderen moeten zich gaan realiseren
dat het bij het nakijken gaat om het leren van je fouten en niet om het zetten van veel krullen.
Kinderen moeten leren corrigeren. In groep 1/2 wordt waar mogelijk gewerkt met zelfcorrigerend
materiaal. Vanaf groep 3 werken we met een handelingswijzer. Deze hangt bij de nakijkmaterialen.
Hoewel wij het belangrijk vinden dat de kinderen zelf hun werk nakijken, blijft het belangrijk dat de
leerkracht zicht blijft houden op de ontwikkeling van ieder kind afzonderlijk. Vanuit deze gedachte
hebben we de volgende afspraken gemaakt:
 Toetsen worden altijd door de leerkracht nagekeken;
 De leerkracht heeft met de groep afgesproken bij hoeveel fout het werk in de "hulpbak"gelegd
dient te worden. De leerkracht bekijkt dagelijks welke kinderen hun werk hierin hebben
gelegd en bespreekt het werk met deze kinderen;
 Met regelmaat controleert de leerkracht alle schriften van een vakgebied;
 De leerkracht voert ook steekproeven uit om na te gaan of er goed wordt nagekeken;
 Er wordt ook gekozen voor anderen vormen van nakijken, bijvoorbeeld nakijken in tweetallen
of klassikale correctie;
 Kinderen die moeite hebben met zelfcorrectie kijken niet zelf na.
15
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 De kinderen nemen de verantwoordelijkheid om hun werk zorgvuldig zelf na te kijken;
 De kinderen kijken hun werk zelfstandig na;
 Samenwerking is terug te vinden in de verschillende manieren van nakijken.
5.8
Indeling van de klas en materialen
De indeling van de klas is voor de kinderen overzichtelijk en duidelijk. Kinderen moeten de materialen
die zij tijdens hun werk nodig hebben snel en zelf kunnen vinden. Ook het opruimen en schoonmaken
van materialen hoort daarbij.
Elke klas is in het bezit van:
 Een materialenkast
 Een methodekast
 Een kieskast
 Een vaste nakijkplek
 Een instructietafel
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 Verantwoordelijkheid krijgen om zelf materialen te mogen pakken die nodig zijn bij het
werk;
 De kinderen bepalen zelfstandig wat en welk type materiaal zij nodig hebben;
 Als je iets nodig hebt wat door een ander wordt gebruikt, zul je moeten samenwerken om tot
een afspraak te komen;
 Door vaste plekken van materialen wordt er effectief gebruik gemaakt van takentijd.
5.9
Handelingswijzers
In alle groepen wordt gebruik gemaakt van handelingswijzers. Een handelingswijzer vertelt in stappen
wat er van een kind gevraagd wordt. De kinderen kunnen de stappen zelfstandig doorlopen en hebben
de leerkracht niet nodig om het werk te maken.




Nakijkwijzer
Hulpwijzer
Stoplichtwijzer
Gangwijzer
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 De kinderen krijgen de verantwoordelijkheid om aan de hand van een handelingswijzer de
opdracht uit te voeren;
 Het bevordert de zelfstandigheid omdat de opdracht zelfstandig kan worden uitgevoerd.
 Vaak zitten de handelingswijzers bij materialen die met een ander kunnen worden uitgevoerd.
Communiceren en samenwerken is hierbij essentieel.
16
5.10 Werkplekken
Er zijn binnen de school verschillende werkplekken gerealiseerd voor de kinderen. Hier kunnen de
kinderen, of in rust alleen, of in tweetallen een samenwerkopdracht uitvoeren.
Op de gangen zijn ook werkplekken voor de kinderen. Belangrijk bij het werken op de gang is dat
kinderen die dit aan kunnen hier mogen werken en dat er een directe lijn is met het lokaal van de
leerkracht, zodat er altijd een vorm van toezicht kan plaatsvinden. Op de gang wordt gewerkt met de
gangwijzer. Wanneer een leerling zich hier niet aan houdt, wordt dit eerst opgemerkt en wordt het
gewenste gedrag benoemd. Hierna volgt een waarschuwing en uiteindelijk wordt leerling verwijderd
van de gang. Dit betekent dat de desbetreffende leerling een week niet de vrijheid heeft om op de gang
te werken. De leerling plaatst zijn/haar button op de boef. De leerkracht plaatst een oranje kaartje met
de naam van de leerling bij de dag op het weekbord. De leerlingen kunnen hun button nog wel bij de
computer plaatsen. Na een week mag de leerling de button van de boef verwijderen en staat het weer
vrij om buiten de klas te werken.
17
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 De kinderen krijgen de verantwoordelijkheid om een werkplek te kiezen die passend is bij de
opdracht die moet worden uitgevoerd;
 De kinderen leren zelfstandig op de gang geconcentreerd te werken;
 Op de gang worden vaak "samenwerk"-opdrachten uitgevoerd, waarbij gebruik wordt
gemaakt van de fluisterstem.
5.11 Zorg voor de klas, school en omgeving
Alle klassen maken gebruik van een huishoudelijk takenbord. In groep 1/2 is dit een klusjeskat, in
groep 3/4 zijn dit klusvlinders, in groep 5/6 klussterren en in groep 7/8 zijn het klusapps. Op deze
manier zijn alle leerlingen samen verantwoordelijk voor een opgeruimd en schoon lokaal. De taken
worden aan het begin van het schooljaar samen met de leerlingen opgesteld. Taken kunnen dus per
klas variëren.
Beleidspunten:
12. Instellen leerlingenraad voor het bespreken / evalueren van de Daltonwerkwijze
Koppeling naar de Daltonprincipes:
 De kinderen dragen verantwoordelijkheid voor de klas, school en omgeving.
 De kinderen bepalen zelfstandig welke taken zij op zich willen nemen.
 Er wordt in tweetallen samen aan een huishoudelijke taak gewerkt.
18
Hoofdstuk 6
Overzicht doelen jaarplannen schoolontwikkeling
Beleidspunten overzicht:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Beschrijven Daltonaspecten en functioneren als Daltonschool in Schoolplan en Schoolgids;
Beschrijving Daltonschool “De Finneblom” op de landingspagina website plaatsen;
Maken actuele promotieflyer voor nieuwe bewoners en voor informatiepakket school;
Samenstellen inhoud keuzekasten. Kasten zijn aanwezig, financiën gereserveerd;
Keuze inhoud keuzekasten afstemmen op elkaar (o.a. op basis meervoudige intelligentie);
Gezien de ontwikkeling van LB-functies zal de school voor het schooljaar 2015-2016 een
vacature openstellen voor Daltoncoördinator die de officiële opleiding tot Dalton-coördinator
heeft afgerond. De werving hiervan zal dan in het voorjaar van 2015 zijn;
Competenties Daltonleerkracht verwerken in competentieprofiel “De Finneblom”;
Het laten volgen van de opleiding tot Daltonleerkracht door nieuwe leerkrachten zodra een
vaste aanstelling binnen “De Finneblom” is verkregen;
Prioriteit geven aan bekostiging Opleiding Daltonleerkracht vanuit het scholingsbudget van de
school;
Aangeven opleidingsinstituten mogelijkheid LIO-stage Daltononderwijs;
Voor schooljaar 2014-2015 is reflectie een aandachtspunt. Er is op dit moment geen duidelijk
zichtbare doorgaande lijn;
Instellen leerlingenraad voor het bespreken / evalueren van de Daltonwerkwijze.
Planning komende jaren:
Lopende schooljaar 2013-2014:
Onderwerp / beleidspunt
Weektaak
Doel
-Doorgaande lijn
Weektaak
-Differentiatie
Weektaak
-Doorgaande lijn differentiatie
4/5 Kieskast
-Verzamelen van de juiste
materialen.
-Keus maken voor de indeling
Differentiatie in taken groep 1/2
-Aanbod van differentiatie
binnen de taken.
Actie
Uitproberen weektaak.com en
besluitvorming en invoering.
Wie: team + Daltoncoördinatoren.
Rekenen en spelling indelen in
drie niveaus.
Wie: team + Daltoncoördinatoren.
Rekenen en spelling schoolbreed op dezelfde wijze
differentiëren.
Wie: team + Daltoncoördinatoren.
-Besluit samenstelling en doorgaande lijn indeling kast.
Vervolgens vullen met meer en
nieuwe materialen passende bij
de indeling.
Wie: team + Daltoncoördinatoren.
-Leerlingen plaatsen in drie
niveaus.
-Taken aanbieden op drie
niveaus en dit zichtbaar maken
door sterren.
Wie: leerkrachten groep 1/2 +
Daltoncoördinatoren
19
1. Verantwoording en
beschrijving Daltonschool “De
Finneblom”
2. PR “De Finneblom” als
Daltonschool
-Beschrijven Daltonaspecten en
functioneren als Dalton-school
in Schoolplan en Schoolgids;
-Beschrijving Daltonschool “De
Finneblom” op de landingspagina website plaatsen;
-Maken actuele promotieflyer
voor nieuwe bewoners en voor
informatiepakket school;
Wie:
Directeur: aanpassen bestaande
documenten.
Wie:
Directeur / webbeheerder
voeren uit.
Wie:
Directeur: aanpassen bestaande
documenten.
Onderwerp
Weektaak
Doel
-Differentiatie voor taal
4/5 Kieskast
-Ruimte creëren, vaste plek op
de weektaak
-Doorgaande lijn uitzetten:
Reflectievormen uitproberen en
vastleggen en vervolgens
inplannen op het weekrooster.
-Competenties Daltonleerkracht
verwerken in competentieprofiel “De Finneblom”.
-Het laten volgen van de opleiding tot Daltonleerkracht door
nieuwe leerkrachten zodra een
vaste aanstelling binnen “De
Finneblom” is verkregen.
-Prioriteit geven aan bekostiging Opleiding Daltonleerkracht vanuit het scholingsbudget van de school;
Aangeven opleidingsinstituten
mogelijkheid LIO-stage
Daltononderwijs.
Actie
Indeling in drie niveaus en
schoolbreed op dezelfde wijze
differentiëren
Wie:
Daltoncoördinatoren + directie
Overleggen binnen het team en
uitproberen, vervolgens borgen.
Wie:
-Teamleden en Daltoncoördinatoren.
-Borging in weekrooster
Wie: directeur.
3. PR “De Finneblom” als
Daltonschool
Schooljaar 2014-2015:
11. Reflectie doorgaande lijn
7. Competentieprofiel “De
Finneblom”
8/9. Aanstellingsbeleid &
scholing
10. Opleidingsinstituten tot
leerkracht basisonderwijs
Wie: directeur.
Wie: directeur.
Schooljaar 2015-2016:
Onderwerp
12. Leerlingenraad
6. Rechtspositie personeel: LBfuncie Daltoncoördinatoren
Doel
-Instellen leerlingenraad voor
het bespreken / evalueren van
de Daltonwerkwijze.
-Gezien de ontwikkeling van
LB-functies zal de school voor
het schooljaar 2015-2016 een
vacature openstellen voor
Daltoncoördinator die de officiële opleiding tot Daltoncoördinator heeft afgerond. De
werving hiervan zal dan in het
voorjaar van 2015 zijn;
Actie
Wie:
Daltoncoördinatoren
Wie:
Directeur: openstellen vacature
i.s.m. OPO Furore
20
Ouderenquête afnemen
Personeelsenquête afnemen
-In combinatie met verplichte
ouderenquête voor de Inspectie
de Daltonmodule toevoegen
-In combinatie met verplichte
personeelsenquête voor de
Inspectie / RI&E de Daltonmodule toevoegen
Wie: directeur.
Doel
Actie
Doel
-In combinatie met verplichte
ouderenquête voor de Inspectie
de Daltonmodule toevoegen
-In combinatie met verplichte
personeelsenquête voor de
Inspectie / RI&E de Daltonmodule toevoegen
Actie
Wie: directeur.
Wie: directeur.
Schooljaar 2016-2017:
Onderwerp
Schooljaar 2017-2018:
Onderwerp
Ouderenquête afnemen
Personeelsenquête afnemen
Wie: directeur.
Bijlagen:





nakijkwijzer
verbeterwijzer
denkwijzer
gangwijzer
stoplichtwijzer
21