Fiche 2 Thematische Fiche Federale en Regionale Verkiezingen 2014 VERSIE 3/02/2014 NATIONAAL MENSENRECHTENINSTITUUT INLEIDING Sinds midden de jaren ’80 roepen ngo’s zoals Amnesty International België op een nationaal mensenrechteninstituut op te richten. Dergelijk instituut is nodig om hiaten in de bescherming en bevordering van mensenrechten in België weg te werken. Het allerbelangrijkste doel daarbij moet zijn te komen tot een betere bescherming van de rechten van alle inwoners van het land. In 2011, tijdens de Universele Periodieke Evaluatie voor de VN-Mensenrechtenraad, VN aanvaardde België de vaak geformuleerde aanbeveling om een mensenrechteninstituut op te richten. Dit engagement engagement werd vervolgens opgenomen in het regeerakkoord van de regering-Di regering Rupo. Amnesty International roept de Belgische overheden op om het werk voort te zetten en te komen tot een effectief, pluralistisch en onafhankelijk mensenrechteninstituut dat volledig conform is de Principes van Parijs, de minimale criteria waaraan een dergelijk instituut moet voldoen. De federale en regionale regeringen koppelden de onderhandelingen over een nationaal mensenrechteninstituut aan de hervormingen van het Centrum voor gelijkheid lijkheid van kansen en voor racismebestrijding en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Over het mensenrechteninstituut werd weinig vooruitgang geboekt. ALGEMENE AANBEVELING De Belgische autoriteiten moeten een interfederaal Nationaal Mensenrechteninstituut oprichten, op , minstens conform de Principes van Parijs. Waarom is zo’n instituut nodig? Een nationaal mensenrechteninstituut met ruim mandaat zal in staat zijn om bestaande lacunes op het vlak van mensenrechten op te vullen. Het moet zorgen voor: - - - - Een overlegplatform waar overheid, ngo’s, sectorale organen en andere actoren op het gebied van mensenrechten elkaar ontmoeten. Mensenrechtenkwesties kunnen er tijdig en in volle openheid besproken worden. Een betere coördinatie en samenwerking zal het gevolg zijn. Een algemene adviserende functie aan de overheid aangaande de situatie op het gebied van mensenrechten in hun totaliteit of over specifieke mensenrechten. Zoals duidelijk naar voor komt uit de taken volgens de Principes van Parijs, moet daarbij onder meer aandacht gaan naar wetgeving en wetgevingsprocessen. Een betere opvolging van de eindconclusies van comités van experts, opgericht bij mensenrechtenverdragen, van rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en van andere evoluties op internationaal en regionaal gebied, zoals de ontwikkeling van het internationaal recht en van verdragen. Promotionele en educatieve activiteiten ter bevordering van mensenrechten, in overleg met actoren actief binnen dit domein, zoals ngo’s en onderwijsinstellingen. Gegevensverzameling en statistieken, ter informatie en ondersteuning van het beleid ter bescherming en bevordering van mensenrechten. Adequate verdediging van de mensenrechten van individuele burgers door een klachtmechanisme, en bevoegdheid om in rechte op te treden, in het individueel en in het algemene belang, ter verdediging van mensenrechten. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het NMRI deze functies steeds in alle onafhankelijkheid moet kunnen uitoefenen. Tot slot lijkt het aangewezen om de inspectieopdracht en adviesfunctie voorzien bij het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (OPCAT), toe te vertrouwen aan het NMRI. Verdere informatie Amnesty International vraagt de federale, de regionale en gemeenschapsregeringen met aandrang om het door de Universele Periodieke Evaluatie en het regeerakkoord gecreëerde momentum rond de oprichting van een nationaal mensenrechteninstituut niet verloren te laten gaan. België moet haar beloftes waarmaken en een sterk nationaal mensenrechteninstituut creëren. Het is daarvoor van primordiaal belang dat het instituut wordt verankerd in wetgeving, in Belgisch geval met door de parlementen geratificeerde samenwerkingsakkoorden. Een Belgische nationaal mensenrechteninstituut moet minstens conform zijn de Principes van Parijs. Dat wil zeggen dat het een pluralistisch, volkomen onafhankelijk instituut met breed mandaat en financiële bestaanszekerheid moet worden. Mensenrechten zijn universeel, ondeelbaar en onderling afhankelijk. De overheden van België kunnen geen enkele inperking van dat inhoudelijke vertrekpunt opleggen. Het uitzetten van de strategische en operationele plannen en prioriteiten van het NMRI is de exclusieve taak van de leden, het bestuur en de directie van het instituut. Om een efficiënt NMRI op te richten moeten de verschillende overheden extra middelen voorzien en de subsidiëring verankeren in wetgeving. De hoogte van de financiering moet proportioneel zijn met de belangrijke taken die aan het NMRI worden toegekend. 2 Het mandaat van een Belgische mensenrechteninstituut moet: - Zo breed mogelijk zijn, minstens bestaande uit de taken opgelijst in de Principes van Parijs; De juridische middelen omvatten voor een adequate verdediging van de mensenrechten van individuele burgers door een klachtmechanisme; Monitoring van het beleid omvatten met daarbij expliciet de bevoegdheid om in rechte op te treden, in het individuele en in het algemene belang, ter verdediging van mensenrechten; Het vereiste preventiemechanisme dat nodig is voor de ratificatie van OPCAT kan worden ondergebracht in het nationaal mensenrechteninstituut. Deze optie wordt naar verluidt bestudeerd door de onderhandelende werkgroep. Amnesty International beveelt voorts aan dat geopteerd wordt voor een ruim lidmaatschap met een beperktere raad van bestuur. Het lidmaatschap dient een pluralistische weerspiegeling te vormen van de samenleving zoals omschreven in de Principes van Parijs. Als parlementairen lid worden van het instituut en de raad van bestuur, moet verzekerd worden dat zij niet het overwicht hebben. Adviserend lidmaatschap door vertegenwoordigers van de uitvoerende macht verdient aanbeveling. Individuele leden van het Belgische mensenrechteninstituut moeten via transparante procedures worden verkozen voor niet langer dan 5 jaar (met mogelijk een eventuele verlenging van mandaat ). De raad van bestuur van het NMRI moet een klein en slagkrachtig orgaan zijn, verkozen door en uit de leden, met een evenwichtige verhouding tussen de verschillende categorieën leden. Om de onafhankelijkheid van het nationaal mensenrechteninstituut te vrijwaren moet: - de strikte scheiding tussen overheidstaken en taken voor het NMRI gerespecteerd worden; - vertegenwoordiging van de uitvoerende macht in louter adviserende hoedanigheid gebeuren; - het instituut autonoom kunnen beslissen over zijn personeel, over de aanwending van zijn budget en de inhoudelijke koers. 3
© Copyright 2024 ExpyDoc