Yens terugblik op het roemrijke KOSK verleden They shall grow not old, as we that are left grow old: Age shall not weary them, nor the years condemn. At the going down of the sun and in the morning, We will remember them. In deze rubriek wil ik graag samen met jullie de legendarische geschiedenis van onze club verkennen. De KOSK werd opgericht in 1925 en kent een roemrijk verleden. Ik probeer aan de hand van clubtijdschriften, krantenartikels, boeken, internet en andere bronnen het verleden opnieuw voor even tot leven te wekken. In dit eerste stukje keren we terug naar mijn eerste bron: het eerste nummer van het clubtijdschrift ‘Pat’, opgericht in 1949 Dit tijdschrift volgde het clubtijdschrift ‘Schaak en mat’ op en zoals uit de allereerste inleiding blijkt, is de nobele bedoeling van het tijdschrift vooral om van de KOSK een vriendenkring te maken. Ook van u, beste lezer, verwacht ik opbouwende kritiek en hulp om mijn missie voor het opbouwen van de KOSK historie tot een goed einde te brengen. Ik wil jullie dan ook oproepen om mij materiaal te bezorgen. Ik kan alles gebruiken: clubbladen (ik heb alle bladen vanaf 2002 in mijn bezit daar ik toen de taak van hoofdredacteur op mij genomen heb, maar van vroegere versies heb ik enkel wat losse nummers), foto’s, krantenartikels, tijdschriften, bekers, partijen, …. Kijk nog allemaal eens in jullie hoogste zolderkamers en diepste kelders en bezorg mij uw schatten. Ik en de benieuwde koskers zullen jullie eeuwig dankbaar zijn ! Weetje van de dag: In het jaar 1949 was het lokaal toegankelijk op dinsdag en donderdag vanaf 19 uur en op zaterdag en zondag vanaf 14u. Dat waren nog eens tijden ! Volgende keer: ‘in den beginne: het jaar onzes heren 1925’ Het jaar onzes heren 1925 Een volk, dat de grote mannen uit zijn geschiedenis niet eert, is als een mens, die zijn ouders verloochent. Voor het reconstrueren van de KOSK geschiedenis heb ik gelukkig al heel wat bronnen in mijn bezit. Het merendeel van het materiaal is afkomstig van het archief van Michel Masschaele. Michel, een veel te vroeg overleden toffe gast en goeie schaker, zou zeker blij zijn dat zijn zorgvuldig bijgehouden materiaal nu kan dienen als basis voor deze terugblik. In zijn archief zat dus het eerste exemplaar van ‘Pat’ en groot was mijn vreugde toen ik het onderwerp van het allereerste artikel opmerkte: een overzicht van de geschiedenis van de club ! Aan de hand van verhalen en anekdotes reconstrueert schrijver R.Boddaert, toenmalige, de beginjaren van de KOSK. Ik zal jullie laten meelezen in het verhaal van Boddaert en hier en daar even stilstaan bij de scans. De eerste 25 jaar van onze geliefde club is uiterst boeiend om te lezen. Je moet je voorstellen dat schaken in die tijd zo mogelijk nog minder populariteit genoot dan nu (in België dan toch). Toch besloten enkele moedige creatieve geesten een club op te richten, we zijn hen er nog altijd dankbaar voor. Toen ik dit voor het eerst las, begon het al overal te kriebelen om verder te lezen. Ik hoop dat jullie er ook zin in krijgen… hier gaan we ! Zoals jullie kunnen lezen was de KOSK in den beginne gekend als OSK. Wij hebben het geluk gehad, of we waren zodanig goed, dat we na 25 jaar het epitheton ornans ‘Koninklijk’ kregen. Een vereniging kan tegenwoordig de titel ‘Koninklijk’ pas verkrijgen als ze minstens 50 jaar bestaat. Er wordt daarnaast ook met andere criteria rekening gehouden (zoals: goed beheer, niet-winstgevende doel dat wordt nagestreefd, vitaliteit en bestendigheid van de vereniging). We moeten voor de geschiedenis van de OSK dus afgaan op het geheugen van Boddaert. Geschiedenis is sowieso niet echt wat is gebeurd, maar wat mensen zich herinneren, dus laat ons hier niet te veel zorgen over maken. Enkele vraagjes voor de lezer (indien gepermitteerd zal ik af en toe jullie hulp inroepen, een geschiedenis reconstrueer je immers nooit alleen…) 1/ Wat is een ‘karottentrekker van het piottenkamp?’ – een wortelverzamelaar? Rudi Defour antwoordt: Een beetje hulp met jullie Westvlaams lijkt aangewezen: een piot is volgens wikipedia een rangloze militair, veelal een soldaat in opleiding. Toen er vroeger verplichte militaire dienst was moest elke nieuw opgeroepene eerst naar een medische keuring,daar kreeg je ook je militaire kledij en uitrusting en je verbleef enkele maanden in een "opleidingskazerne" als piot of nieuwe recruut.Het piottenkamp is dus deze opleidingskazerne. een karottentrekker is een creatieve "plantrekker" die heel wat truukjes kent om aan lastige of vervelende karweitjes onderuit te komen, een zeer nuttige eigenschap in het leger en blijkbaar een begrip dat reeds met de vroegste geschiedenis van de KOSK is verbonden.Ik kan niet precies omschrijven hoe het komt dat mij dit geenszins verbaast,maar ik vermoed dat het te maken heeft met het herkennen van sommige typische gedragskenmerken in de hedendaagse koskpopulatie! Ik zal mij echter van verder commentaar onthouden,want dit is delicate materie.Toch ben ik ervan overtuigd dat dit een meer dan voldoende verduidelijking is, ja zelfs dat sommige gezichten je spontaan voor de geest komen! Met het verzamelen van wortelen heeft dit begrip bijzonder weinig gemeen,hoogstens dat het schillen of versnijden van wortelen voor de soep één van die weinig aantrekkelijke taken was,waar een piot aan wilde ontsnappen. Ik voel wel al het mogelijk vervolg dat er zit aan te komen, deze gerenommeerde karottentrekker zal toch geen stichtend lid van de OSK geworden zijn zeker?? 2/ De oprichters van de OSK waren dus R.Boddaert en F.Dehondt. Graag wat meer info (of indien mogelijk een foto) van deze founding fathers Als het voor de aandachtige lezer wat tegensteekt, lees dan nogmaals het volgende: ‘oordeelt niet te haastig, in de schouwburg komt het schoonste gewoonlijk in het laatste bedrijf’. Weetje van de dag: De allereerste clubkampioen in 1925 was Fernand Dehondt, hij verlengde zijn titel in 1926 en zou in 1927 opgevolgd worden door Gooris. Op de kosk-site zal een erelijst verschijnen, ik ben nog op zoek naar de clubkampioenen van de jaren 1956 tot 1976. Help ! We vervolgen het artikel: Ter herinnering, de laatste zin was als volgt: ‘Wie had ooit kunnen denken dat op deze heugelijke dag de O.S.K. zou …. Lees nog eens de eerste alinea: toch schitterend gewoon ! Laat ons verder trekken met onze wereldverbeterende pelgrim… De voornaam van Dehondt was dus Fernand, blijkbaar al een sterk schaker. Ons allereerste clublokaal: Hôtel de la Vieille Tour, klinkt alvast veelbelovend. Wie heeft wat meer info over deze plaats? Dehondt en Boddaert zetten op deze manier de eerste stappen en al vlug hierna werd de O.S.K. officieel gesticht. Het allereerste bestuur: wie kan mij meer info bezorgen over deze mensen? Alles is welkom ! Volgende keer: Het lidgeld van de Kosk in 1925 bedroeg 25 frank, dit waren nog eens tijden ! Enkele vraagjes: 1. Het eerste clublokaal was dus “Hôtel de la Vieille Tour”, heeft er iemand hier nog wat meer informatie over? 2. 175 frank inzet, dit betekent dat de club 7 leden telde… de bestuursleden waren met meer (4) dan de gewone leden (3)… alle begin is moeilijk. 3. De namen van de eerste leden: R.Tratsaert, E.Gooris, Fernand Dehondt en A.Vanlierde als bestuursleden en Richard Boddaert, R.Scherpings en R.Patfoort als ‘gewone’ leden. Wie heeft er iemand van deze pioniers gekend of heeft er informatie over? Graag een mailtje naar [email protected] Fantastisch om te lezen hoe het eraan toeging in 1925, niet? Zelf de zwarte vakjes van het schaakbord schilderen, stel je voor ! Behalve als het bord uit donker hout bestond natuurlijk, want de aandachtige lezer zal wel beseffen dat dan witte vakjes dienden geschilderd te worden. Verder valt op dat de voorzitter nogal dictatoriaal handelde, de lezer merkt dat er intussen niet veel veranderd is. Grapje hé José, je bent de beste voorzitter die ik al heb gehad (voor meer duiding, moet je maar eens op café gaan met mij). In dit stuk kunnen we tussen de lijnen door ook al lezen wie de allereerste clubkampioen van Oostende was. Fernand Dehondt krijgt hierbij mijn postume (ik vermoed dat hij gestorven is) maar welgemeende felicitaties. Als we denken dat de vergaderingen er nu soms hevig aan toe gaan, lees dan nog even de laatste alinea’s. Het lijkt klein bier ten opzichte van deze van 1925 ! Nog een vraagje: Wat zou de schrijver bedoelen met ‘zekere politieke inzichten die niet overeenstemden met deze van de overige leden’? Ik denk rechtse, maar ben hier uiteraard absoluut niet zeker van De eerste KOSK voorzitter heeft het dus niet echt lang volgehouden en werd in 1925 als vervangen door een zekere Goris. De schrijver van dit stukje geschiedenis kreeg de functie van secretaris toebedeeld. Ik kon een lichte glimlach van herkenning moeilijk onderdrukken toen ik de volgende zin las. ‘Toen reeds zag ik in dat het schaakspel ingewikkeld was, maar dat de schaakspelers het nog meer zijn dan het spel zelf, wie zou het tegenovergestelde durven beweren?” Blijkbaar is er in al die jaren toch nog niet zoveel veranderd. In die tijd groeide de club dus stelselmatig (van 7 tot 40 in een jaar tijd!) en we lezen een eerste grote bekende naam: Bird ! Wie wist dat deze meester in de Kosk gespeeld had? Een bord koste in die tijd dus 49,50 frank (ongeveer 2x het lidgeld, wat zou neerkomen op 160 euro voor een bord vandaag !). Het beroep van voorzitter van de KOSK was blijkbaar uitputtend want na 4 maanden hield Goris het voor bekeken en werd hij vervangen door P.Redelé. Het was blijkbaar het begin van het bekend worden in de media van de club. Jammer genoeg werd de vrede weer verstoord door een jammerlijk herkenbare schaakruzie. Kan iemand voor mij trouwens de franse zin ‘Si vous voulez du grabuge, prenez vos toges et soyez mes juges’ vertalen? En weet iemand of er toen in de club Frans, Nederlands of een mengvorm werd gesproken? Volgende keer:
© Copyright 2024 ExpyDoc