Pedagogisch werkplan Voorschool Nieuw Amsterdam

Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Inleiding
krijgt op het moment dat ze naar de
basisschool (de vroegschool dus) gaan. We
zeggen wel dat de peuterspeelzaal het
voorportaal is tot de eerste groepen van de
basisschool.
In dit informatieblad leest u als
ouder/verzorger meer over de
pedagogische achtergrond van ons werk
op onze Voorschool in Amsterdam. Af en
toe hoort u ook de benaming
peuterspeelzaal nog wel eens. Wij kiezen
ervoor onszelf consequent ‘voorschool’ te
noemen. In het kort: alles draait bij ons om
de ontwikkeling van uw kind. Een team van
deskundige medewerkers staat daarvoor
klaar voor u en uw kind. Mocht u na het
lezen van dit informatieblad nog vragen
hebben, dan kunt u daarmee bij hen
terecht.
Verschillende soorten plaatsen
Op onze voorschool bieden we twee soorten
plaatsen aan:
Niet doelgroep plaatsen. Opvangplaats voor
kinderen van 30 - 48 maanden van wie de
ouders gebruik maken van de gemeentelijke
subsidie hiervoor. De kinderen komen twee
dagdelen per week. Een dagdeel duurt drie uur
per dag.
Voorschool Peuterspeelzaal
Doelgroep plaatsen. Deze vorm van
gesubsidieerde opvang is bedoeld voor
kinderen van 30 – 48 maanden die door het
Ouder Kind Centrum worden geïndiceerd als
doelgroepkind.
Deze kinderen komen vier dagdelen per week.
Het ritme dat voor alle kinderen wordt gevolgd
is:
De voorschool is een plek waarin kinderen van
twee en een half tot vier jaar oud dingen leren.
Met elkaar omgaan, dingen ontdekken, met je
handen werken, maar ook taal. In dit
pedagogisch beleid beschrijft Kindzorg Nieuw
Amsterdam de uitgangspunten van onze
voorschool. Daarnaast is er sprake van een
zeer actieve samenwerking met het
basisonderwijs, de samenhang tussen de
pedagogisch medewerkers en het
docententeam, gezamenlijke activiteiten et
cetera.


OBS Timotheusschool
Maandagmorgen, dinsdagmiddag,
donderdagmorgen, vrijdagmiddag
Maandagmiddag, dinsdagmorgen,
donderdagmiddag, vrijdagmorgen
Een dagdeel duurt drie uur per dag.
Kindzorg Nieuw Amsterdam heeft een nauwe
samenwerking met de Openbare Basisschool
Timontheusschool aan de Sam van
Houtenstraat. Onze buitenspeelruimte grenst
aan het schoolplein van deze school. Via aan
poort zijn beide buitenspeelplaatsen aan elkaar
verbonden.
We zorgen er samen met de Timotheusschool
voor dat de activiteiten goed op elkaar
aansluiten waar het in de inhoud, organisatie
en zorgaspecten van ons werk betreft.
Onze medewerkers zijn goed opgeleid om
kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling en
voorschoolse educatie te bieden op de
voorschool. Die educatie staat bekend onder
de afkorting VVE: voor- en vroegschoolse
educatie. Daarmee zorgen we ervoor dat de
ontwikkeling van kinderen die bij Kindzorg
Nieuw Amsterdam begint, een prima vervolg
Tijdstippen
Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag is
Kindzorg Nieuw Amsterdam geopend van 8.30
– 11.30 uur en van 12.30 – 15.30 uur.
Dit zijn vaste tijdstippen: van ouders wordt
verwacht dat zij hun kindje op tijd brengen en
pas na drie uur weer ophalen, net als op de
basisschool.
Groepsgrootte
Kindzorg Nieuw Amsterdam heeft een
groepsruimte waar in de ochtend 16 kinderen
kunnen worden geplaatst en in de middag
eveneens 16 kinderen. Bij een groepsgrootte
van 16 kinderen zijn er drie medewerkers
werkzaam.
1
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Vier pedagogische doelen
de ontwikkelingsfase van het kind en –
natuurlijk - het kind stimuleren om zich verder
te ontwikkelen. In de rest van dit informatieblad
wordt uitgelegd wat wij bedoelen met onze
ontwikkelingsgerichte werkwijze, die
gebaseerd is op de VVE-methode Piramide en
op de ideeën van de Amerikaanse pedagoog
Thomas Gordon.
In de Wet Kinderopvang staat vermeld dat de
activiteiten van Kindzorg/Freekids gericht
moeten zijn op onderstaande vier
pedagogische doelen. Het zijn de hoofddoelen
in ons werken en worden daarom wel de
‘basale’ doelen genoemd.
1. Bieden van fysieke en emotionele
veiligheid; kinderen leren omgaan met
verschillende soorten gebeurtenissen waar
een kind mee te maken kan krijgen, zoals
ziekte, overlijden. Kinderen moeten zich thuis
voelen en op hun gemak zijn op de groepen.
Kwaliteit van de groepsleiding
De pedagogisch medewerkers van Kindzorg
Nieuw Amsterdam zijn gekwalificeerde en
gediplomeerde professionals die regelmatig
worden bijgeschoold en getraind in de
belangrijkste interactievaardigheden die nodig
zijn in het werken met kinderen. Alle
pedagogisch medewerkers beschikken over
een gerichte beroepskwalificatie zoals die
benoemd staat in de CAO Kinderopvang,
bedoeld voor het werken op een
peuterspeelzaal (geen Sport en Bewegen,
CIOS of andere opleidingen die wel voor de
buitenschoolse opvang, maar niet voor de
peuterspeelzaal geschikt zijn). Daarnaast
hebben ze de benodigde kwalificatie voor het
werken met ons VVE-programma Piramide.
2. Verwerven van persoonlijke
competenties: kinderen moeten worden
gestimuleerd om zich zowel verstandelijk
(cognitief) als motorisch (lichamelijk) te
ontwikkelen. Met verstandelijke of cognitieve
ontwikkeling wordt bedoeld: dat wat kinderen
weten. De motorische of lichamelijke
ontwikkeling heeft te maken met opgroeien en
bewegen.
3. Verwerven van sociale competenties;
door op een goede manier samen met elkaar
te spelen kunnen kinderen veel van elkaar
leren.
Wat kunt u verwachten van de
deskundigheid van onze medewerkers?
Waar hebben ze verstand van en wat
kunnen ze uw kind bieden?
4. Overdragen van normen en waarden;
kinderen moeten leren zich te houden aan
afspraken en regels op de groep, rekening te
houden met elkaar, op respectvolle manier met
elkaar omgaan. Het gaat bij overdragen van
normen en waarden om stimulering van de
gewetensontwikkeling; kinderen leren wat
hoort en wat niet.

Deze vier doelen vormen de basis van het
pedagogisch beleid van Kindzorg Nieuw
Amsterdam. Deze basisdoelen worden verder
in het pedagogisch beleidsplan uitgewerkt.

Ontwikkelingsgericht
De werkwijze van Kindzorg Nieuw Amsterdam
kan het beste worden omschreven als een
ontwikkelingsgerichte werkwijze. Hiermee
bedoelen we dat in ons werk bewust die
activiteiten worden aangeboden die passen bij

2
De pedagogisch medewerkers van
Kindzorg Nieuw Amsterdam hebben
verstand van de ontwikkelingen in
leeftijdsfasen van kinderen. Met andere
woorden, ze hebben voldoende kennis en
ervaring om te zien of kinderen zich
ontwikkelen op een manier die past bij hun
leeftijdsfase;
De pedagogisch medewerkers van
Kindzorg Nieuw Amsterdam hebben de
kennis en vaardigheden om
ontwikkelingsproblemen al vroeg te
herkennen. Dat is heel belangrijk. Mocht er
iets mis lijken te zijn met uw kind, dan
bespreken onze medewerkers dat meteen
met u.
De pedagogisch medewerkers weten
welke vorm van ondersteuning bij welke
ontwikkelingsproblemen past. Dat kan ook
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
inhouden dat daarvoor een beroep op
externe instanties gedaan wordt/ Advies
op maat dus.
een goed moment alleen verder laat spelen of
verder laat spelen met de andere kinderen.
Nadat het kind is opgenomen in de
groepsactiviteit of wel actief aan het spelen is,
vragen onze medewerkers opnieuw hoe het
gaat. Door vrolijk op het kind te reageren, op
een ontspannen manier, laten onze
medewerkers in dit voorbeeld zien dat het kind
erbij hoort en een volwaardige plaats in de
groep heeft.
Screening van de pedagogisch
medewerkers.
Elke medewerker die werkzaam is voor onze
organisatie is in bezit van een Verklaring
Omtrent het Gedrag. Een Verklaring Omtrent
het Gedrag (VOG) is een verklaring waaruit
blijkt dat gedrag in het verleden geen bezwaar
vormt voor het vervullen van een specifieke
taak of functie in de samenleving. Sinds maart
2013 valt onze organisatie onder de continue
screening van de verklaringen, waarbij
wijzigingen in justitiële documentatie direct
worden aangepast en een gepaste actie op
deze wijzigingen door de organisatie wordt
ondernomen.
Werkbegeleiding
Pedagogisch medewerkers hebben grote
invloed op het welzijn en de ontwikkeling van
kinderen en worden daarom in hun werk
begeleid en ondersteund door een deskundige
pedagoog van Freekids/Kindzorg. In de
werkbegeleiding wordt op deskundige wijze
aandacht besteed aan de eerder genoemde
benodigde aspecten van deskundigheid voor
ontwikkelingsgericht werken en aan de
ontwikkeling van verschillende
interactievaardigheden die de pedagogisch
medewerkers inzetten in de omgang met
kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s).
Warme en ondersteunende
aanwezigheid
Onze pedagogisch medewerkers dragen bij
aan de ontwikkeling van de persoonlijke,
sociale, en morele competenties van het kind
door hun warme en ondersteunende
aanwezigheid. We noemen dit ook wel
‘sensitieve responsiviteit’. Dat contact is een
van de belangrijkste interactievaardigheden die
pedagogisch medewerkers van Kindzorg
Nieuw Amsterdam gebruiken in de omgang
met de kinderen. Onze medewerkers zijn
gevoelig voor de signalen die het kind geeft,
kijken goed naar het kind en proberen steeds
te begrijpen wat het kind bedoelt. Daardoor
kan de pedagogisch medewerker op de juiste
manier reageren op het kind. Het effect voor
het kind is dat hij of zij zich hierdoor begrepen
en geaccepteerd voelt.
Op de groep ziet u dat bijvoorbeeld terug
wanneer een kind alleen blijft zitten, geen
contact met andere kinderen maakt of huilt.
Onze medewerkers spelen daarop in door het
kind extra aandacht te geven, en te betrekken
bij een van de activiteiten op de groep. We
praten met het kind en stimuleren hem of haar
te vertellen wat er aan de hand is of wat hij of
zij zou willen doen. Samen met de
medewerker gaat het kind met de activiteit aan
de slag, waarna de medewerker het kind op
Stimulering van de ontwikkeling
Pedagogisch medewerkers van Kindzorg
Nieuw Amsterdam gebruiken verschillende
manieren om de ontwikkeling en de creativiteit
van kinderen te stimuleren. Dat is maatwerk.
Onze medewerkers sluiten aan bij wat
kinderen al wel weten (verstandelijke of
cognitieve ontwikkeling) en bouwen daarop
voort.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan dieren of aan
kleuren. In een gesprekje met de kinderen
ontdekken onze medewerkers dat een kind al
enkele boerderijdieren of kleuren kan noemen.
Met behulp van een boekje of
speelgoeddiertjes leren ze het kind
bijvoorbeeld een nieuw dier of een nieuwe
kleur te herkennen. Later tijdens het dagdeel
komen ze nog eens terug bij het kind met het
nieuw aangeleerde dier of de nieuwe kleur om
te controleren of het kind het nog weet.
Geluiden maken of aanwijzen helpt de
kinderen het nieuwe begrip beter te
onthouden.
3
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Met de ontwikkelingsgerichte aanpak kunnen
we in een heel vroeg stadium
ontwikkelingsachterstanden signaleren.
Omdat alle activiteiten draaien om het
ontwikkelen van competenties, wordt het al
snel duidelijk als dat bij een kind niet volgens
de verwachting verloopt. Als dat gebeurt,
kunnen we daar meteen op inspelen en het
kind extra aandacht geven of nog meer
stimuleren.
ontwikkelingen die hun kinderen tijdens de
opvang doormaken.
Planning
Binnen de methode Piramide draait alles om
de ontwikkeling van het kind. In de planning
van de activiteiten gedurende de dag, maar
ook gedurende een maand of een jaar gaat
nadrukkelijk aandacht uit naar:
 sociaal-emotionele ontwikkeling: samen
spelen, vriendelijk zijn voor elkaar,
aandacht hebben voor elkaar, rekening
houden met elkaar, luisteren, elkaar iets
vertellen, etc.
 grove en fijne motorische ontwikkeling:
staan, lopen, springen, balanceren,
gooien, op één been staan, dingen
pakken, vouwen, opstapelen etc.
 de taalontwikkeling: Nederlandse
woordenschat vergroten, goede zinnen
bouwen, leren praten, je uiten, luisteren en
luisterhouding, begrijpen wat er
gezegd/uitgelegd wordt.
 rekenkundig inzicht: het gaat hierbij om de
basis van het rekenen, tellen.
 muzikale ontwikkeling: liedjes zingen,
geluiden maken, simpele
muziekinstrumenten gebruiken.
 de creatieve (beeldende) ontwikkeling:
plakken, knippen, bouwen.
 intellectuele ontwikkeling (ontdekken):
speelgoed leren kennen, zelf boekjes
‘lezen’, de binnen- en buitenruimte van de
voorschool verkennen.
 oriëntatie op tijd: de kinderen leren de
verschillende seizoenen kennen, de
momenten van de dag, verjaardagen etc.
 oriëntatie op ruimte: kinderen ontdekken
de binnen- en buitenruimte en alles wat
daarmee samenhangt. Ander speelgoed,
het verschil tussen koud (buiten) en binnen
(warm). Daarnaast is vanuit de
buitenruimte de omgeving goed te zien en
te horen.
Aanbod
Kindzorg Nieuw Amsterdam werkt
ontwikkelingsgericht en laat het
activiteiten/spelaanbod meegroeien met de
ontwikkeling van het kind. Zo wordt
aangesloten bij de leeftijds- en/of
ontwikkelingsfase van het kind. Daarin leveren
de pedagogisch medewerkers maatwerk: geen
twee kinderen zijn hetzelfde. Differentiatie
(onder meer moeilijkheidsgraad) in het aanbod
en de begeleiding is daarom essentieel in onze
aanpak. Uitgangspunt hierbij is het VVEprogramma Piramide en alle onderdelen die
daarbij horen. Waar nodig, kan ervoor worden
gekozen om overige activiteiten en
leer/spelmaterialen in te zetten, in aanvulling
op Piramide.
De voorschoolse educatie van de kinderen
wordt gestimuleerd door grotere en kleinere
groepsactiviteiten. Daarin is er aandacht voor
taalvaardigheid (voor)lezen, samenwerken,
rekening houden met elkaar, samenspel,
beeldende vorming en het ontdekken van de
binnen- en buitenruimte.
Mentoraat
Alle pedagogisch medewerkers hebben een
aantal kinderen die zij het best kennen, de
mentorkinderen. De mentor is contactpersoon
en eerste aanspreekpunt van de
ouder(s)/verzorger(s) met betrekking tot
opvang en begeleiding van het mentorkind.
Bovendien doen de medewerkers observaties
van de kinderen. Door deze werkwijze kunnen
de pedagogisch medewerkers de kinderen een
vorm van opvang en begeleiding bieden die bij
hun ontwikkeling past en de
ouder(s)/verzorger(s) betrouwbare en
deskundige informatie verstrekken over de
Jaarrooster
De medewerkers van Kindzorg Nieuw
Amsterdam werken met een jaarrooster,
waarin de verschillende ontwikkelingsgebieden
aan bod komen, onder meer verbonden aan de
4
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
jaargetijden. Per seizoen wordt met thema’s
een invulling gegeven aan deze
ontwikkelgebieden door specifieke woorden
aan te leren die passen bij het seizoen en daar
activiteiten als zang, dans en bewegen aan te
koppelen.
en er 2.000 actief moeten kunnen gebruiken
en moeten weten welke woorden je in welke
situatie gebruikt. Daarnaast zie je bij deze
kinderen dat ze steeds meer en steeds
moeilijkere woorden gaan gebruiken. Ze weten
het verschil tussen ik, jij, hij/zij en kunnen iets
in de verleden tijd zetten: we waren op
vakantie.
Kinderen die van de voorschool afgaan
spreken woorden in hun geheel uit, ook de
delen van een woord waarop geen klemtoon
rust. Denk aan banaan in plaats van naan.
Woorden als alles, iets en iedereen zijn
bekend, net als bijvoeglijk naamwoorden: het
gele blokje, de zwarte hond. Ook kan het kind
het woordje er gebruiken: er zit water in.
Daarnaast kunnen deze kinderen op een
begrijpelijke en verstaanbare manier
verhaaltjes vertellen en beschrijven wat er
gebeurt of wat het kind heeft meegemaakt. Als
uw kind van de voorschool afgaat kan het
luisteren naar een verhaal op de radio of op
internet of naar een verhaal dat iemand anders
vertelt. Bovendien kan het een uitleg begrijpen
en uitvoeren.
Een tweede belangrijke doelstelling heeft te
maken met het begin van lezen en schrijven.
We willen bereiken dat de kinderen op hun
vierde jaar plezier beleven aan voorlezen,
liedjes en rijmpjes. Daarnaast willen we dat de
kinderen zien dat er een verband is tussen een
plaatje en een verhaal. De buitenkant van een
boek vertelt al iets over de inhoud. Bovendien
kunnen deze kinderen een verhaal navertellen
of voorspellen hoe het afloopt. Ze kunnen de
pedagogisch medewerker nadoen als zij
stukjes uit het boek uitbeeldt.
Week- en dagdeelplanning
Piramide is een gestructureerd programma.
Pedagogisch medewerkers stellen een weeken dagdeelplanning op. Hierin beschrijven zij
de activiteiten die zij die week en per dagdeel
gaan doen en welke VVE-doelen zij daarmee
behalen willen. Pedagogisch medewerkers
werken zodoende gestructureerd met
geplande doelen en geplande activiteiten.
Activiteiten kunnen ook spontaan ontstaan
door wat de pedagogisch medewerkers bij het
kind zien gebeuren.
Bij het uitvoeren van de activiteiten wordt het
kind positief aangemoedigd. Wanneer het kind
echter geen zin heeft om mee te doen wordt dit
gerespecteerd en wordt het kind niet
gedwongen om wel mee te doen.
Taaldoelen
Piramide geeft handvatten voor de
taalontwikkeling van kinderen en de manier
waarop onze pedagogisch medewerkers
kunnen helpen deze te bevorderen. Wij
hanteren daarbij de streefdoelen zoals die zijn
vermeld in de taaldoelen voor 4– en 6-jarigen
(zoals die zijn geformuleerd door de UvA/SLO
2009).
Die doelen vallen in drie groepen uiteen:
1. Mondelinge taalvaardigheid
2. Het begin van leren lezen en schrijven
3. Je bewust zijn van taal
Visie van Kindzorg Nieuw Amsterdam
Alle ontwikkelgebieden zijn belangrijk voor
Kindzorg Nieuw Amsterdam. In onze visie is de
ontwikkeling van de taalvaardigheid
daarbinnen extra belangrijk. Dat hangt samen
met onze werkwijze die is afgeleid van de
ideeën van de Amerikaanse pedagoog
Thomas Gordon, zie verderop. Een goede
taalbeheersing is hèt fundament voor de
verdere ontwikkeling van kinderen, zowel waar
het gaat om hun schoolcarrière als voor wat
betreft hun sociale ontwikkeling daarbuiten.
Wat houden de taaldoelen in?
Voor elk van die doelen is precies bepaald wat
een kind moet kunnen voordat het naar groep
1 gaat. Met anderen woorden: wat een kind op
taalgebied moet kunnen op het moment dat
het de peuterspeelzaal verlaat. Die doelen zijn
heel concreet. Als het om de mondelinge
taalvaardigheid gaat: kinderen die naar groep
1 gaan zouden 4.000 woorden moeten kennen
5
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Taal maakt mondig. Kinderen die zich goed
kunnen uitdrukken zijn beter in staat te
bereiken wat ze willen.
Kinderen die goed kunnen lezen hebben daar
ook bij de andere schoolvakken (dan alleen
taal) veel plezier van. Immers, om een vraag
over wereldoriëntatie of rekenen te begrijpen
op de basisschool moet het taalniveau van
kinderen zover ontwikkeld zijn dat ze minimaal
de vraagstelling goed begrijpen. Daarnaast
moet hun Nederlands sterk genoeg ontwikkeld
zijn om het antwoord duidelijk te formuleren.
Ten slotte is ook de sfeer op de groep mede
afhankelijk van het taalniveau van de kinderen
en hun vermogen om zich goed uit te drukken.
De communicatievaardigheden vanuit de
Gordon-methode zorgen voor een positieve
benadering van het kind. Het kind wordt door
de ik-boodschap niet beoordeeld op zijn
persoon, maar leert een eigen verantwoording
voor zijn gedrag te nemen en zich in een ander
te verplaatsen. Hiermee kan het kind
eigenwaarde en zelfvertrouwen opbouwen.
Een positieve benadering van het kind vinden
wij bij Kindzorg Nieuw Amsterdam zeer
belangrijk, zodat het zich optimaal kan
ontwikkelen omdat het zich goed voelt. Naast
de communicatievaardigheden vanuit de
Gordon-methode benaderen de pedagogisch
medewerkers het kind ook positief op de
volgende manieren:
Thomas Gordon
In het werken bij Kindzorg Nieuw Amsterdam
passen de pedagogisch medewerkers de
communicatiebenadering toe vanuit de visie
van de Amerikaanse pedagoog dr. Thomas
Gordon (1918-2002).
Een uitgangspunt van Gordon is dat er een
goede en open relatie ontstaat tussen de
opvoeder en het kind door wederzijds
acceptatie en begrip te creëren en conflicten
op te lossen op een manier waarbij opvoeder
en kind beiden tevreden zijn met de uitkomst.
(win-win benadering)
Om deze goede en open relatie te laten
ontstaan worden de vaardigheden ‘actief
luisteren’ en ‘confrontatie via de ik-boodschap’
toegepast.

 Actief luisteren
De boodschap die het kind geeft door gedrag,
lichaamstaal of spraak wordt benoemd om te
zien of het kind goed begrepen is door de
opvoeder.
(“ik zie dat jij dat speeltje wilt pakken”)





Het kind positieve aandacht geven als
een lach, aai over de bol, knuffel, etc.
Het kind complimenten geven.
De boodschap naar het kind ombuigen
naar het gedrag dat wij verwachten. Zo
vertellen wij het kind wat het wèl
behoort te doen, in plaats van wat het
niét behoort te doen.
De omgeving zo mogelijk aanpassen
om onaanvaardbaar gedrag te
voorkomen. Bijvoorbeeld de stoel
weghalen waar het kind steeds op
klimt.
Het kind op individueel gedrag zo veel
mogelijk op ooghoogte aanspreken om
hiermee op gelijkwaardige voet te
staan.
Het kind voorbereiden op wat er gaat
gebeuren door die gebeurtenis te
benoemen. Hierdoor krijgt het kind de
mogelijkheid om te schakelen naar wat
er van hem wordt verwacht.
Competenties Pedagogisch Kader
 Confrontatie via de ik-boodschap
Vanuit de ik-persoon wordt een boodschap
aan het kind gegeven waarin wordt
aangegeven wat de opvoeder bij gedrag van
het kind ziet en voelt.
(“ik vind het niet leuk dat jij dat speeltje stuk
maakt”)
Vanuit het Pedagogisch Kader Kinderopvang
zijn de doelen uit de Wet Kinderopvang
uitgewerkt in zeven competenties. Aan de
hand van deze zeven competenties zullen we
hier de werkwijze van Kindzorg Nieuw
Amsterdam verder uitleggen.
Kinderen zijn geneigd gedrag te imiteren. De
pedagogisch medewerkers zijn zich bewust
6
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
van de voorbeeldfunctie die zij voor het kind
hebben en handelen hier naar.
Binnen het spelmateriaal en het
activiteitenaanbod zijn alle competenties terug
te vinden. Het kind krijgt hiermee de
mogelijkheid zich spelenderwijs te ontwikkelen.
Wanneer het kind de mogelijkheden van het
spelmateriaal niet kent, nemen de
pedagogisch medewerkers een actieve rol
aan. Zij doen voor hoe het speelgoed werkt en
begeleiden het kind in het spel. Zo wordt het
kind op weg geholpen om vervolgens zelf
verder te gaan.
De pedagogisch medewerkers stralen uit dat
het kind en zijn of haar ouder(s)/verzorger(s)
geaccepteerd worden bij Kindzorg Nieuw
Amsterdam door een vriendelijke en open
houding aan te nemen, te luisteren naar hen
en hen serieus te nemen.
1. Emotionele competenties


In het hoofdstuk over veiligheid, verderop in dit
informatieblad, staat uitgelegd op welke
manier Kindzorg Nieuw Amsterdam de
kinderen zo veel mogelijk emotionele veiligheid
biedt door structuur. Naast het bieden van
structuur vinden wij het voor de emotionele
competenties ook zeer belangrijk om het kind
een geborgen gevoel te geven. Dit geborgen
gevoel geven de pedagogisch medewerkers
op de volgende manieren:

Elk kind is uniek en heeft zijn eigen karakter,
ontwikkeling en behoeften. De pedagogisch
medewerkers kijken bewust naar het unieke
van het kind door actief te luisteren en
verwachtingen af te stemmen op het
individuele kind.
Door op deze manieren geborgenheid aan het
kind te geven en het kind positief te
benaderen, zoals eerder beschreven, kan het
kind zelfvertrouwen ontwikkelen. Het kind
ontwikkelt zich hierdoor optimaal, wordt
weerbaar en verbetert zijn zelfredzaamheid.
Door het kind troost en ondersteuning
te bieden
De pedagogisch medewerkers benoemen wat
zij bij het kind zien, zij tillen het kind op of
nemen het op schoot als het daar behoefte
aan heeft en zij tonen begrip voor de situatie
van het kind.
Het begrip tonen zij door actief te luisteren en
emoties te erkennen. Een medewerker troost
een kind door in te gaan op de emotie die het
voelt: “je vindt het niet leuk dat mama weggaat,
he? Ik snap dat wel: dat is ook niet leuk” In
plaats van snel met een speelgoedje te komen
in een poging om het kind af te leiden en op
die manier te troosten.

De pedagogisch medewerkers zorgen er
voor dat het kind individuele aandacht
ontvangt. Wanneer er één op één
momenten plaatsvinden, bijvoorbeeld bij
het vastmaken van de schoentjes voor het
buitenspelen is de volledige aandacht
gericht op het kind.
Door het kind ruimte te geven voor het
vormen van een eigen ik. Onze
medewerkers vertellen niet dat er maar
één manier is om iets te doen of uit te
leggen. Ieder kind mag zijn of haar eigen
verhaal over een gebeurtenis vertellen.
“Wat Driss zegt is waar, maar zoal jij het
vertelt Fatima, dat is ook goed.”
2. Sociale competenties
De voorschool heet niet voor niets
‘voorschool’. Het is de eerste fase van naar
school gaan. Bij naar school gaan hoort niet
alleen het leren van schoolvakken als taal en
rekenen. Ook goed met elkaar kunnen
omgaan, rekening houden met elkaar of
bijvoorbeeld vriendschappen aangaan hoort
daarbij. Net als aandacht hebben voor een
groepsactiviteit (in plaats van alleen de
activiteiten die kinderen alleen doen), of
luisteren naar wat onze medewerkers zeggen
(‘opletten’) en respect hebben voor elkaar of
voor de pedagogisch medewerkers. U ziet
De pedagogisch medewerkers heten
het kind welkom wanneer het
binnenkomt en vragen hoe het met het
kind gaat. Hiermee wordt het kind
gezien en weet het dat het gezien
wordt.
7
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Conflicten
hieraan meteen wat ons doel hierbij is:
kinderen alvast spelenderwijs leren wat straks
op de basisschool ook van hen verwacht
wordt. Als kinderen al op de voorschool goede
sociale competenties ontwikkelen, dan kan de
leerkracht van groep 1 op de basisschool
daarop voortbouwen. Uw kind kan daardoor
makkelijker en sneller leren.
Bij Kindzorg Nieuw Amsterdam worden deze
sociale vaardigheden eigenlijk vanzelfsprekend
aangeleerd, omdat het kind als het ware in een
minisamenleving wordt opgevangen. Doordat
het kind met de groep meedraait, leert het de
regels die op de groep bestaan en ervaart hoe
het is om met deze regels om te gaan.
In grote groepsmomenten als een kringspel of
buiten spelen is er aandacht voor het samen
ervaren, het bewust maken van elkaar en
oefenen in vaardigheden als op de beurt
wachten of elkaar uit laten praten.
De pedagogisch medewerkers benoemen naar
het kind toe wat de verwachting is op een
bepaald moment.
Bijvoorbeeld: een kind is bezig met een
speelgoedje, maar een ander kind wil daar ook
graag mee spelen. We maken de afspraak dat
het tweede kindje het speelgoed ook mag
gebruiken, maar pas nadat het eerste kind
ermee klaar is.
Het kind heeft veel andere kinderen om zich
heen gedurende de dag waarop het wordt
opgevangen. Hierdoor leert hij relaties aan
gaan met leeftijdgenootjes. Sommige kinderen
kunnen hierin meer verlegen zijn dan anderen.
De pedagogisch medewerkers stimuleren het
kind hierbij door uit te leggen wat het kind kan
doen of kan zeggen tegen een ander kind.
Door samen met andere kinderen te spelen
leren zij elkaar goed kennen en is het leuk met
elkaar. Door dagelijks ruimte te geven voor vrij
spel kan het kind zelf ontdekken met welke
andere kinderen het graag speelt om daarmee
een relatie op te bouwen.
Een ander sociaal aspect dat wij belangrijk
vinden om te stimuleren bij het kind is dat het
kind hulp kan bieden en kan aannemen.
Bijvoorbeeld: wij laten de peuters helpen met
taakjes als de tafel afruimen, benodigdheden
pakken of drinken uitdelen. Door beurten af te
wisselen leert het kind zowel de hulp te bieden
als te ontvangen.
Er ontstaan ook wel conflicten tussen kinderen
tijdens het samen spelen. Een speeltje wordt
afgepakt of iemand zit net in de weg. Wanneer
het kind zelf nog geen oplossingen heeft
geleerd om hiermee om te gaan, doen de
pedagogisch medewerkers de oplossingen
voor. Zij vertellen wat het kind kan doen of kan
zeggen tegen het andere kind en leggen uit
welke manier de juiste is. Door verschillende
oplossingen aan te reiken leert het kind een
repertoire waaruit het uiteindelijk zelf kan gaan
kiezen. Naarmate het kind wat ouder wordt
bekijken de pedagogisch medewerkers of het
lukt om zelf het conflict op te lossen. Door niet
direct in te springen in het conflict leert het kind
er zelfstandig mee om te gaan zonder direct
hulp van een volwassene nodig te hebben.
3. Motorisch – zintuiglijke competenties
Gedurende het dagdeel dat kinderen bij ons
zijn beweegt het kind, waardoor het van kleins
af aan een grote ontwikkeling doormaakt, van
goed achteruit lopen, het kind kan eventjes op
één been staan, het kind kan op zijn tenen
staan, et cetera.
Het kind heeft ruimte nodig om zich te kunnen
bewegen en zo de eigen motivatie in beweging
te kunnen ontplooien. Hiervoor zorgen de
pedagogisch medewerkers dat het kind deze
ruimte op een veilige manier krijgt door
speelkleden- en/of matten neer te leggen op
de groepen.
Spelenderwijs stimuleren zij het kind in het
ontwikkelen van zijn motoriek en zintuigen
door diverse activiteiten aan te bieden.
Bijvoorbeeld: een activiteit gericht op de
grove motoriek is het gebruik van de
balanskussens. Dit zijn zachte ‘blokken’ van
verschillende vormen en afmetingen waarop
kinderen kunnen lopen. Daarbij moeten ze
goed op hun balans letten. Stevig op je voeten
staan, je evenwicht bewaren en de
ontwikkeling van verschillende spieren worden
op deze manier ontwikkelt.
Activiteiten met fijnere bewegingen (fijne
motoriek) waarbij kinderen kleine dingetjes
oppakken, in elkaar zetten, vouwen, inkleuren
et cetera worden ook veelvuldig gedaan.
8
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
4. Cognitieve competenties
Goede Nederlandse zinnen
Spelenderwijs, bijvoorbeeld als we een
spelletje doen of een liedje zingen, leren we de
kinderen ook nieuwe woorden aan en letten we
erop dat kinderen leren goede Nederlandse
zinnen te formuleren.
Kindzorg Nieuw Amsterdam beschikt over een
serie lesmaterialen die er speciaal voor
bedoeld is de taalontwikkeling bij kinderen te
stimuleren en te ondersteunen. Gedurende de
periode dat uw kind bij ons is, zullen wij u
vragen ook thuis aan de slag te gaan met het
leren van de Nederlandse taal. Onze
medewerkers kunnen u daarover meer
vertellen.
Door de communicatievaardigheden van
Thomas Gordon toe te passen benoemen de
pedagogisch medewerkers veel en
verschillende emoties. Het kind leert hierdoor
de emoties herkennen, te begrijpen en zelf te
benoemen.
Kindzorg Nieuw Amsterdam werkt met
educatieve thema’s waarop veel activiteiten
worden afgestemd om het kind iets aan te
leren (kennis) over een onderwerp. Elke vier á
zes weken wordt er een nieuw thema
aangeboden. Thema’s als de seizoenen,
Sinterklaas, Kerst en Pasen zijn thema’s die
elk jaar terug komen. Er worden verschillende
activiteiten gedaan om het kind spelenderwijs
in aanraking te laten komen met informatie
over verschillende onderwerpen.
Piramide en de keuze van thema’s zijn geen
keurslijven. Er kunnen ook activiteiten worden
aangeboden die afwijken van het thema.
Tijdens de activiteiten stimuleren de
pedagogisch medewerkers het kind om
vindingrijk te zijn in het zoeken naar
oplossingen voor moeilijkheden die zich
voordoen.
Bijvoorbeeld: het kind is aan het puzzelen.
Eerst laten de pedagogisch medewerkers het
kind zelf proberen of het lukt. Wanneer het bij
het kind niet lukt, zullen zij het helpen door
aanwijzingen te geven (als ‘dat stukje past
misschien daar’ of ‘een klein beetje draaien’)
om het wel te laten lukken.
Door de communicatievaardigheden die bij
onze werkwijze passen leert het kind luisteren
en te begrijpen wat er wordt gezegd.
Voordat het kind echter zo ver is om dit te
kunnen horen en begrijpen en ook zelf toe te
passen, stimuleren de pedagogisch
medewerkers het kind in zijn taalontwikkeling
door veel tegen het kind te praten. Zij
benoemen wat zij zien en doen, zodat het kind
de taal leert. Daarnaast bieden zij
verschillende activiteiten aan die gericht zijn op
taal.
Bijvoorbeeld: elke dag worden er samen met
de kinderen liedjes gezongen en worden er
boekjes gelezen.
Wanneer het kind na de passieve
taalontwikkeling zich gaat ontwikkelen in de
actieve taalontwikkeling stimuleren we het door
woorden te herhalen en het kind soms de
woorden na te laten zeggen. Wanneer het kind
het woord verkeerd zegt, herhalen wij het
woord op de juiste manier, maar zonder te
verbeteren.
Bijvoorbeeld: het kind zegt “ik wil graag op
een fietsje jijden “herhalen wij naar het kind
“wil jij graag op het fietsje rijden?” Op deze
manier geven wij het kind door hoe het woord
uitgesproken moet worden, maar vallen wij het
kind niet af op wat hij of zij zei. Hiermee willen
wij voorkomen dat het kind onnodig onzeker
wordt over zijn uitspraak.
5. Taal en communicatieve
competenties
Een van de belangrijkste ontwikkelgebieden is
de taalontwikkeling. Nederlands is de taal die
op de voorschool van Kindzorg Nieuw
Amsterdam gesproken wordt. Goed
Nederlands leren spreken is onmisbaar.
Straks, op de basisschool, kunnen kinderen
veel beter meekomen als ze een goede
taalbeheersing hebben. Ouder(s)/verzorger(s)
zijn daar thuis mee bezig – en dat verwachten
wij ook van u – en wij geven daar op de
voorschool ook veel aandacht aan. Dat ziet u
terug aan de vele ‘taalactiviteiten’ die we doen:
voorlezen, prentenboeken bekijken, gesprekjes
die we met de kinderen voeren et cetera.
Open vragen stellen
De pedagogisch medewerkers moedigen het
kind aan zelf te vertellen door open vragen aan
9
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
het kind te stellen en gesprekjes met het kind
aan te gaan. Hierbij is natuurlijk het
lesmateriaal van Piramide leidend. Het werken
met de prentenboeken, verhaaltjes navertellen,
het einde van een boek of een rijmpje
aanvullen, tekens aanwijzen en laten
interpreteren, het zijn allemaal onderdelen van
de werkwijze van Kindzorg Nieuw Amsterdam
waar het gaat om het verwerven van de
Nederlandse taal en het ontwikkelen van de
communicatieve competenties.
De morele ontwikkeling bij het kind ontstaat zo
rond de leeftijd van tweeënhalf á drie jaar. Om
het kind te leren wat wel en niet mag of kan,
vertellen de pedagogisch medewerkers aan
het kind welk gedrag wordt verwacht. Door uit
te leggen waarom die verwachting bestaat kan
het kind zich goed moreel ontwikkelen.
Bijvoorbeeld: het kind slaat een ander kind op
het hoofd. De pedagogisch medewerkers
zeggen “aai het kindje maar, slaan doet pijn”.
Door het uit te leggen aan het kind leert het de
gevolgen van zijn gedrag en zal het kind dit
kunnen plaatsen bij het ontwikkelen van zijn
morele besef. Alternatieven worden
aangeboden, zodat het kind het gedrag leert
om te buigen naar aanvaardbaar gedrag.
Begin van lezen en schrijven
Als de kinderen doorstromen naar de
basisschool kunnen ze nog niet lezen of
schrijven, maar herkennen al wel de eerste
beginselen daarvan. Ze zien dat een teken iets
aanduidt, betekenis heeft. Ze weten dat je iets
kunt leren van wat opgeschreven staat en
ontdekken het verschil tussen lezen en
schrijven. Het is leuk om te zien dat deze
kinderen al doen alsof ze lezen door een
prentenboek door te bladeren en het
(bekende) verhaal na te vertellen.
Ten slotte leren ze de allereerste beginselen
van het alfabet. Dat er een relatie is tussen
klanken en letters bijvoorbeeld. En dat letters
betekenis hebben. Denk aan de P van
Parkeerplaats, of L van Lesauto. Ook vinden
de kinderen het leuk om een spelletje met taal
te doen of een rijmpje af te maken.
Waarschuwen en consequent zijn
Wanneer een kind onaanvaardbaar gedrag
laat zien dat gericht is op fysieke pijn of het
niet gehoorzamen van regels geven de
pedagogisch medewerkers na een
waarschuwing een consequentie aan het kind
om duidelijk te maken dat dit niet
aanvaardbaar is. Een consequentie kan zijn
dat het kind het onaanvaardbare gedrag moet
herstellen.
Bijvoorbeeld: de beker water opruimen die
expres is omgegooid of iets opnieuw laten
doen op de juiste manier (bijvoorbeeld de deur
zacht dicht doen, nadat het eerst hard is
gedaan). Dit aanvaardbare gedrag dat de
pedagogisch medewerkers van het kind
vragen, wordt beloond met een compliment.
Het kind wordt soms in de groep even apart
gezet als time-out. Aan het kind wordt verteld
waarom het even apart zit. Bij het einde van de
time-out wordt nogmaals uitgelegd waarom het
even apart moest zitten, vervolgens wordt het
goed gemaakt en afgesloten.
In onze manier van werken is dit een winverliesbenadering waarbij er geen rekening
wordt gehouden met de behoeften van het
kind. De pedagogisch medewerkers zetten
daarom de time-out pas in wanneer het niet
lukt om het conflict op te lossen via de
confronterende ik-boodschap. Vooraf wordt het
kind altijd gewaarschuwd, zodat het de ruimte
krijgt om zijn gedrag te veranderen.
6. Morele competenties
Kindzorg Nieuw Amsterdam biedt een klimaat
waarin het kind zich bewust wordt van
gangbare maatschappelijke normen en
waarden, waarbij de eigenheid van ieders
(culturele) achtergrond gerespecteerd wordt,
zolang die niet in strijd is met de
uitgangspunten van ons pedagogisch beleid.
De normen en waarden die de pedagogisch
medewerkers overbrengen aan het kind zijn
gericht op het zich houden aan regels, sociale
omgangsvormen en respect hebben voor
elkaar. Soms kunnen normen en waarden
verschillen met die waar het kind mee bekend
is. Het kind leert hierdoor juist het verschil te
maken en rekening te houden met de normen
en waarden van andere mensen.
10
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
7. Stimuleren van expressieve en
beeldende competenties
sociale competenties, maar ook om een goede
motoriek. Kortom, in onze
ontwikkelingsgerichte werkwijze hangen de
onderwerpen die hierboven beschreven staan
op een goede manier samen.
De pedagogisch medewerkers bieden
verschillende activiteiten aan het kind aan die
de expressieve en beeldende competenties
stimuleren. Deze activiteiten zijn gelegen in
knutselen, dansen, zingen, muziek, etc.
Kindzorg Nieuw Amsterdam zorgt voor een
ruim aanbod aan materialen.
Kindzorg Nieuw Amsterdam vindt het
belangrijk dat de autonomie van het kind wordt
gerespecteerd. Niet een mooi resultaat is het
belangrijkste, maar wat het kind tijdens het
maken ervan beleeft. De pedagogisch
medewerkers geven het kind de vrijheid in de
keuzes die het maakt voor zijn eigen resultaat.
Zo kan een kind zijn koe groen kleuren of ogen
op de plek van de oren plakken. Hierin geven
de pedagogisch medewerkers zo min mogelijk
verbetering. Wel geven zij uitleg over de juiste
manier, zodat het kind op cognitief niveau
hiervan leert.
Het is al even genoemd: ontwikkelingsgericht
werken is maatwerk. We willen kinderen
voldoende stimuleren om aan activiteiten mee
te doen, maar ook weer niet te veel van ze
vragen. Zowel ‘onderstimulering’ als
‘overstimulering’ worden voorkomen door af te
stemmen op het niveau en de behoeften van
het kind.
Inschrijven en intake
Kinderintake
U schrijft uw kind via onze website:
www.kindzorg.nl. Na het versturen van het
digitale formulier, krijgt u een bevestiging van
uw inschrijving. Daarna ontvangt u een
overeenkomst die wij u vragen te
ondertekenen. Als laatste maken we een
afspraak over de datum waarop uw kindje kan
starten. Vóór de start van de voorschool van
uw kind maken onze medewerkers een
afspraak voor het houden van een intake.
Tijdens dat gesprek komen de algemene
gegevens van uw kind aan bod en zullen onze
medewerkers bijzonderheden van uw kind
willen weten. Vanzelfsprekend zal veel
aandacht uitgaan naar de thuistaal van uw kind
en de mate waarin uw kind met de
Nederlandse taal te maken krijgt. We noemen
dit de ‘kinderintake’. Uw kind is klaar om te
starten!
Zelfredzaamheid
Binnen de zeven competenties wordt
overkoepelend de zelfredzaamheid van het
kind ontwikkeld.
Om het kind te stimuleren in zelfredzaamheid
laten de pedagogisch medewerkers het kind zo
veel mogelijk zelf doen wanneer hij hier aan
toe is binnen zijn ontwikkelingsfase.
Bijvoorbeeld: de pedagogisch medewerkers
laten een peuter zelf naar het toilet gaan, hun
schoenen aan en uit trekken en spulletjes
pakken voor een activiteit.
Zindelijkheid stimuleren de pedagogisch
medewerkers door het kind te laten
kennismaken met de toiletten. Doordat het kind
ziet wat andere kinderen doen leert het de
bedoeling van het toilet. Door een
ongedwongen sfeer zorgen de pedagogisch
medewerkers ervoor dat het kind plezier heeft
in het zindelijk worden.
Ouderintake
Binnen zes weken na de start van uw kindje op
de voorschool van Kindzorg Nieuw
Amsterdam, vindt nog een intake plaats, de
zogenaamde ‘ouderintake’. Onze
oudercontactfunctionaris neemt contact met u
op om de rol te bespreken die u heeft in de
voorschoolse educatie.
Natuurlijk doen onze medewerkers op de
groep hun uiterste best om de kinderen zoveel
mogelijk te begeleiden en hun
(taal)ontwikkeling te stimuleren. Maar ze
Tijdens een dagdeel op de Kindzorg Nieuw
Amsterdam vloeien de activiteiten op een
natuurlijke manier in elkaar over. Sociale
competenties ontwikkelen en taal hebben alles
met elkaar te maken. Spelletjes vragen om
11
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
kunnen dat niet alleen: u bent daar hard bij
nodig! Tijdens de ouderintake komt uw rol in
het VVE-aanbod aan de orde. U moet daarbij
denken aan het aanbieden van taalspelletjes
thuis, voorlezen, naar leerzame
televisieprogramma’s kijken, etc.
Door het bijhouden van het kinddossier
trachten de pedagogisch medewerkers in een
vroeg stadium (vroegsignalering) de kinderen
in beeld te krijgen waar er zorgen over bestaan
(zorgkinderen). Er worden eventueel afspraken
gemaakt hoe en wanneer er extra aandacht zal
worden besteed aan kinderen die daarvoor in
aanmerking komen. Deze vroegsignalering
stelt de pedagogisch medewerkers in staat om
preventief te handelen. Onder anderen door
gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) waarin
op zorgvuldige wijze overdracht van informatie
uit observaties plaatsvindt.
Observatiemethode
De leidsters volgen de ontwikkeling van alle
kinderen (zowel als groep als ieder kind apart)
met het instrument ‘Kijk!’ We gebruiken
hiervoor de observatielijst voor peuters. Met dit
instrument wordt het ontwikkelingsverloop van
de kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden
over langere tijd geobserveerd en
geregistreerd. De afname is twee tot drie keer
per schooljaar en wordt digitaal verwerkt.
Naast deze gestandaardiseerde observatielijst
gebruiken we de dagelijkse observaties en
achtergrondinformatie om een goed
totaalbeeld van het functioneren van de
kinderen te krijgen. Ten slotte maken we een
verzamelmap met creatieve producten van de
kinderen. Door deze knutsels gedurende een
langere tijd te verzamelen, krijgen we ook een
beeld van hoe de kinderen zich ontwikkelen.
Aan de hand van observaties en de registraties
bepalen we welke kinderen welke begeleiding
en zorg nodig hebben. Dit kan voor de hele
groep zijn dan wel voor een kleine groep
kinderen als het individuele kind.
Voor kinderen die extra begeleiding nodig
hebben hanteren we het Tutorprogramma. Zo
nodig wordt er een doelgericht handelingsplan
opgesteld die systematisch wordt bijgehouden.
Kinderen die externe zorg nodig hebben
kunnen worden aangemeld bij het OKC
(Ouder- en Kindcentrum).
Doorverwijzen
Als onze medewerkers vermoeden dat een
kind een ontwikkelingsachterstand heeft, dan
zullen zij daar allereerst zelf op inspelen door
het kind extra intensief te begeleiden en
aanvullende activiteiten aan te bieden. Als dat
niet voldoende is om de ontwikkeling van het
kind in lijn te brengen met wat past bij de
betreffende leeftijdsfase, dan komt het moment
dat het kind ondersteuning van een externe
organisatie nodig heeft. Bij problemen met
praten kan dat bijvoorbeeld een logopedist zijn
of bij bewegingsmoeilijkheden een
fysiotherapeut. Daarnaast is het Ouder Kind
Centrum een belangrijke partner voor Kindzorg
Nieuw Amsterdam. Zij hebben en brede
ondersteunende rol en kunnen
ouder(s)/verzorger(s) en kinderen hulp bieden
op een groot aantal terreinen. Ook kan het
Ouder Kind Centrum op zijn beurt weer
doorverwijzen naar andere instanties.
Bij een doorverwijzing naar andere instanties
worden ouder(s)/verzorger(s) altijd betrokken.
Toerusten van medewerkers voor
signaleren ontwikkelingsachterstanden
Het signaleren van ontwikkelingsachterstanden
bij kinderen is een serieuze
verantwoordelijkheid. Onze medewerkers
worden voor deze taak toegerust door
allereerst hun vakdiploma. Daarnaast worden
onze medewerkers regelmatig bijgeschoold.
Dat kan op een formele manier, door middel
van een officiële opleiding of cursus. We
zorgen daarnaast ook voor collegiale
ondersteuning: medewerkers kunnen bij elkaar
Kindbesprekingen
Bij het invullen van het kinddossier worden
kinderen door de verschillende mentoren
ingebracht. Samen overleggen ze ook over de
kinderen. De insteek is zorgvuldige uitwisseling
van informatie over hoe het met kinderen gaat
op de voorschool. In de kindbespreking staat
centraal de vraag hoe kinderen zich
ontwikkelen in hun huidige ontwikkelingsfase.
12
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Overdracht
en bij hun leidinggevenden te rade voor hulp
en advies. Daarbij staat de pedagoog hen met
raad en daad terzijde. Ten slotte kunnen zij
contact opnemen met het OKC voor advies.
De vroegschool waarmee wij samenwerken
(Timotheusschool), hanteert dezelfde VVEmethode als wij: Piramide. Daarmee zorgen
we voor een doorgaande leerlijn: de kinderen
komen op de basisschool dezelfde thema’s en
manieren van werken tegen als bij Kindzorg op
de voorschool.
Aan het einde van de periode die uw kind bij
ons is, dragen wij uw kind over aan de
basisschool waar uw kind naartoe gaat. Dat
kan de Timotheusschool zijn, maar dat hoeft
niet. Die overdracht houdt in dat de
basisgegevens van uw kind en het kinddossier
aan de school wordt overgedragen. Daarbij
wordt eerst om uw toestemming gevraagd.
Bij het overdragen van de gegevens maken wij
gebruik van het standaardformulier (Uniform
Overdrachtsformulier).
Samenwerking met
ouder(s)/verzorger(s)
De ouder(s)/verzorger(s) creëren de primaire
opvoedingsomgeving rondom het kind. Met de
komst naar de voorschool maakt het kind ook
kennis met een secundaire
opvoedingsomgeving.
De ouder(s)/verzorger(s) zijn de
hoofdopvoeders; de pedagogisch
medewerkers van de voorschool zijn de
medeopvoeders vanaf het moment dat het kind
bij ons opgevangen wordt. Samen met
ouder(s)/verzorger(s) en de medewerkers van
de voorschool leveren zij een bijdrage aan de
opvoeding en de ontwikkeling van het kind.
Schoon, veilig en gezellig!
Drie elementen zijn belangrijk in de werkwijze
van Kindzorg Nieuw Amsterdam: schoon,
veiligheid en gezelligheid. Deze elementen
zorgen voor het bieden van veiligheid en
verbondenheid welke wij zien als voorwaarden
voor het kind om zich optimaal te kunnen
ontwikkelen.
Ouderbetrokkenheid
Kindzorg Nieuw Amsterdam vindt het
belangrijk dat wij regelmatig met
ouder(s)/verzorger(s) van gedachten wisselen,
onder andere over hun visie op opvoeden en
over de ontwikkeling van het kind.
De haal- en brenggesprekken vinden wij dan
ook van groot belang om informatie uit te
wisselen over de stemming en toestand van
het kind. Daarnaast maken wij een volledig
actieplan waarin we de ouderbetrokkenheid
vormgegeven wordt.
In de gesprekken met ouder(s)/verzorger(s),
bijvoorbeeld naar aanleiding van een
observatie, vinden wij het belangrijk om
uitgebreid te bespreken hoe het met het kind
gaat.
Ook vragen we aandacht voor taal thuis. We
verwachten dat ouder(s)/verzorger(s) ook thuis
actief aan de (taal)ontwikkeling van hun
kinderen werken.
Door de ouder(s)/verzorger(s) volledig te
informeren en duidelijke afspraken met hen te
maken trachten wij een professionele relatie
met hen op te bouwen. In dit
samenwerkingsverband staan de belangen
van het kind voorop.
Schoon
Vanzelfsprekend zorgt Kindzorg Nieuw
Amsterdam ervoor dat het kind in een schone
omgeving wordt opgevangen. Daarom wordt
de opvangruimte van het kind dagelijks een
aantal keren schoongemaakt. De pedagogisch
medewerkers leveren daar zelf een bijdrage
aan door de groepsruimten goed op te ruimen
en ook schoonmaakwerkzaamheden zelf te
doen.
Gezellig
Het kind heeft een gezellige tijd bij Kindzorg
Nieuw Amsterdam. De pedagogisch
medewerkers maken van iedere dag iets
bijzonders en organiseren regelmatig leuke
evenementen. Zo is er ieder jaar volop te doen
met Sinterklaas en Kerst, gaat carnaval niet
onopgemerkt voorbij en vieren we een
zomerfeest. Maar gezelligheid zit ook in kleine
dingen: een goede sfeer op de groepen, rustig
13
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
Toegang tot (stam)groepen
voorlezen, liedjes zingen, dansen of lekker
knutselen met elkaar.
De stamgroepen zijn het domein van de
kinderen waarin zij zich in alle veiligheid
onbezorgd kunnen ontwikkelen. Bij Kindzorg
Nieuw Amsterdam zijn de stamgroepen alleen
toegankelijk voor de pedagogisch
medewerkers en (vertegenwoordigers van) de
ouder(s)/verzorger(s) van de kinderen die er
worden opgevangen. Uitzonderingen hierop
zijn de managers van Kindzorg/FreeKids, de
leidinggevende en de medewerker Technische
Dienst van de organisatie. Ook de
oudercontactfunctionaris van de
samenwerkende school heeft toegang tot de
stamgroepen.
Daarnaast komt het in de praktijk voor dat er,
tijdens openingstijden, door derden
werkzaamheden of controles uitgevoerd
moeten worden op de locaties en de
stamgroepen. Te denken valt aan de GGDinspecties, brandweercontroles en de controles
van de brandmeldinstallaties en
noodverlichting. Derden betreden de locaties
en stamgroepen alleen onder begeleiding van
een pedagogisch medewerker.
Overige personen dan bovengenoemd worden
niet op de groepen toegelaten.
Veilig
Wanneer het kind zich emotioneel veilig en
geborgen voelt kan hij zich optimaal
ontwikkelen.
Ook lichamelijke veiligheid is voor ons zeer
belangrijk. Om de lichamelijke veiligheid te
kunnen waarborgen stellen de pedagogisch
medewerkers eerder een grens aan het kind
dan vanuit de Gordon-methode zou kunnen
worden gesteld. De pedagogisch medewerkers
geven het kind zo veel mogelijk ruimte om te
ontdekken en te ervaren, maar wel binnen de
veiligheidsgrenzen van Kindzorg/Freekids.
Deze grenzen zijn vastgesteld in de Risico
Inventarisatie en in de regels die op de groep
bestaan.
Vierogenprincipe
De groepsruimtes op onze vestigingen zijn
zodanig ingericht dat er altijd minimaal twee
volwassenen zijn die de groep kinderen
kunnen zien of eventueel horen. Deze
volwassenen weten dat zij deze
verantwoordelijkheid hebben.
Onze vestigingen verschillen sterk van elkaar.
We werken op kleinere en grotere locaties. In
sommige panden is binnen veel glas
toegepast, in andere juist weer niet. Op enkele
vestigingen liggen de groepsruimtes wat
verder uit elkaar. Daardoor wordt het
vierogenprincipe (“de groepsruimtes op onze
vestigingen zijn zodanig ingericht dat er altijd
minimaal twee volwassenen zijn die de groep
kinderen kunnen zien of eventueel horen”) per
locatie specifiek ingevuld.
Beroepskrachten ondersteund door
andere volwassenen (achterwacht)
Op Kindzorg Nieuw Amsterdam wordt niet
afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.
Medewerkers van Kindzorg Nieuw Amsterdam
zijn ook nooit alleen in het gebouw aanwezig.
Daarnaast is op het moment dat de voorschool
start (08.30 uur), ook de basisschool al open
waar naast wij gevestigd zijn.
Mocht er extra hulp nodig zijn, bijvoorbeeld bij
het ziek worden van een medewerker, in geval
van een calamiteit of bij een ongeval, dan kan
het zijn dat ondersteuning nodig is van een
andere volwassene, de functie van
achterwacht treedt dan in werking.
De achterwacht voor Kindzorg Nieuw
Amsterdam is onze samenwerkingspartner de
Timotheusschool.
Bij Kindzorg Nieuw Amsterdam zijn tijdens de
openingstijden altijd minimaal twee
medewerkers aanwezig, waardoor een
medewerker zich niet alleen in het pand
bevindt. Alle binnenwanden zijn van glas,
waardoor de medewerkers elkaar op de
verschillende ruimtes goed kunnen zien en
horen.
Emotionele veiligheid
Emotionele veiligheid wordt geboden door het
kind zo veel mogelijk vaste pedagogisch
14
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
medewerkers te bieden, een vaste
dagstructuur en vaste rituelen aan te bieden en
het in een geordende en vertrouwde leefruimte
op te vangen.
instantie geprobeerd op te lossen met vaste
vervangende pedagogisch medewerkers van
de vestiging. Wanneer dit niet lukt, dan wordt
er een invalkracht gezocht vanuit een andere
vestiging, onze flexpool of een gespecialiseerd
uitzendbureau. Wij proberen de invalkrachten
zoveel mogelijk op dezelfde vestiging te laten
meedraaien zodat ook deze tijdelijke collega´s
min of meer vaste gezichten zijn op de groep.
Door het kind zoveel mogelijk vaste gezichten
te bieden, krijgt het de kans een band op te
bouwen met de volwassenen en zich hierbij
veilig en vertrouwd te voelen.
Wennen aan een nieuwe omgeving
Kinderen hebben tijd nodig om te wennen aan
een nieuwe omgeving. De ervaring leert dat
veruit de meeste kinderen zich na enkele uren
helemaal op hun gemak voelen.
Bij Kindzorg Nieuw Amsterdam wordt vooraf
aan de plaatsing een intakegesprek met de
ouder(s)/verzorger(s) gehouden om informatie
over het kind te verkrijgen. Aan de hand van
deze informatie kunnen de pedagogisch
medewerkers inspelen op het kind op het
moment dat het kind geplaatst is. Het ene kind
is verlegen, het andere kind is al gewend om
bij anderen te worden opgevangen. Elk kind
reageert op een andere manier wanneer het
voor het eerst bij ons wordt opgevangen. De
pedagogisch medewerkers kijken goed naar
de behoeften van het kind om zich emotioneel
veilig te gaan voelen, zoals eerder beschreven
onder de emotionele competenties.
Een vaste dagstructuur
De pedagogisch medewerkers dragen zorg
voor een helder en geordend dagritme.
Daarmee wordt duidelijk gemaakt welke
gebeurtenissen en rituelen er op een dag
plaatsvinden.
Kindzorg Nieuw Amsterdam vindt het
belangrijk dat de dag een vast patroon heeft,
zodat de kinderen weten waar zij aan toe zijn.
Thomas Gordon geeft hierin overigens wat
meer ruimte voor het kind om eigen keuzes te
maken dan wij doen. Omdat wij in een groep
met kinderen werken vinden wij het belangrijk
dat de duidelijkheid er is voor het kind, zodat
hij zich in de groep kan handhaven en leert dat
er in groepsverband regels bestaan.
Pedagogisch medewerkers houden tijdens de
gewenningsperiode de ontwikkeling van het
kind extra in de gaten en overlegd met de
ouder(s)/ verzorger(s) wat goed is te doen in
het belang van het kind.
Tijdens de wenperiode vragen wij u als ouder
om extra goed op uw (telefonische)
bereikbaarheid te letten.
In het dagritme zitten de vaste (dagelijkse
terugkerende) elementen verwerkt, naast de
elementen die meer incidenteel plaatsvinden.
In het vaste dagritme zijn de volgende
elementen verwerkt:
Een vaste groep medewerkers
Op de voorschool zijn per groep twee tot drie
pedagogisch medewerkers werkzaam.
Het aantal pedagogisch medewerkers per dag
is afhankelijk van het aantal kinderen. Kindzorg
Nieuw Amsterdam hanteert de richtlijnen voor
het beroepskracht- kind- ratio die in het
Convenant Kwaliteit Kinderopvang zijn
voorgeschreven.
De pedagogisch medewerkers werken via een
vast rooster, zodat het kind zo veel mogelijk
door vertrouwde pedagogisch medewerkers
wordt opgevangen.
Mocht één van de pedagogisch medewerkers
onverwacht uitvallen, dan wordt dit in eerste




15
Spelinloop; de groepsruimte is
overzichtelijk. Er liggen materialen klaar
voor het kind dat binnen komt;
Eetmomenten; er wordt met alle kinderen
of een aantal kinderen wat gegeten en wat
gedronken;
Groepsactiviteit; een dagelijks terugkerend
element. Dit zijn verschillende activiteiten,
bijvoorbeeld knutselen, kringspel, dansen
of buitenspelen;
Er is een goede verhouding tussen binnenen buitenspel. Wij zorgen ervoor dat het
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014

Brengen en halen
kind - als dit maar enigszins mogelijk is dagelijks buiten speelt;
Incidentele thematische activiteiten; zoals
een verjaardag enzovoorts.
We hanteren bij het brengen en halen dezelfde
discipline als de leerkrachten op school. We
beginnen op tijd, dus ouder(s)/verzorger(s)
brengen hun kinderen op tijd. Daarnaast
stoppen we ook op tijd en wordt
ouder(s)/verzorger(s) verzocht hun kinderen
ook op tijd op te halen.
Een dagritme is geen keurslijf waar niet van
afgeweken mag of kan worden, maar een
dagritme geeft wel een duidelijk houvast
voor het kind.
Ochtend
08.15 uur
8.30 uur
Inloop
Ouder/verzorger
speelt met het kind
Start in de kring
08.45 uur
Vrij spel/activiteit
9.45 uur
Buitenspel
10.15 uur
Eetmoment fruit en
water
10.45 uur
Vrij spel/ Activiteit
11.25 uur
Afsluiting
11.30 uur
Ophalen
Middag
12.15 uur
12.30 uur
Inloop
Ouder/verzorger
speelt met kind
Start in de kring
12.45 uur
Vrij spel/activiteit
13.45 uur
Buitenspel
14.15 uur
Eetmoment fruit en
water
14.45 uur
Vrij spel/activiteit
15.25 uur
Afsluiting
15.30 uur
Ophalen
Geordende ruimte
Piramide stelt eisen aan de inrichting van
groepsruimtes. Allereerst houdt dat in dat de
groepsruimte een speelleeromgeving moet
zijn. De groepsruimtes van Kindzorg Nieuw
Amsterdam zijn conform deze methode
ingericht en zijn dus voorzien van leerzame
boekjes, Cd’s, prentenboeken et cetera. Deze
materialen zijn onmisbaar bij het uitvoeren van
Piramide en spelen iedere dag een rol in ons
werk. Daarnaast delen we de groepsruimte in
in verschillende hoeken. In deze hoeken wordt
kinderen een herkenbare activiteit aangeboden
waarin tal van ontwikkelingsfacetten aan bod
komen. De hoeken zijn onder te verdelen in:






een bouw-/autohoek;
een fantasie-/ huishoek;
een lees-/ knuffelhoek;
een tafel met stoelen voor puzzels en
dergelijke;
een ontdektafel
hoeken door de vestiging zelf in te vullen.
We maken gebruik van goedgekeurd en
gecertificeerd meubilair. Daarnaast voldoen de
groepsruimtes aan alle eisen die het
Kwaliteitsconvenant Kinderopvang en overige
wet- en regelgeving hieraan stellen.
Wij creëren verschillende speelplekken/ hoeken, zodat het kind rustig en
geconcentreerd kan spelen en ook ervaringen
op kan doen.
Deze geordende speelruimte vormt het
dagelijkse uitgangspunt, zodat de ruimte
overzichtelijk is voor het kind en dit uitnodigt tot
spel.
Het kleine kind zal zich nog niet aan deze
speelplekken houden, maar gaandeweg de
16
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
ontwikkeling helpen deze plekken het kind tot
gericht spel te komen dat bijdraagt aan zijn
ontwikkeling.
Buitenruimte
Kindzorg Nieuw Amsterdam heeft een eigen
buitenruimte die grenst aan de gang en
stamgroep van de vestiging. Het plein is met
een hek omheind en gelegen aan het
schoolplein.
Wij richten de groepsruimte zodanig in dat de
kinderen verschillende soorten activiteiten
kunnen uitvoeren zonder elkaar te storen. In
de ruimte kan zowel individueel als in kleine
groepjes en met de hele groep gespeeld en
geleerd worden.
De ruimte waarin kinderen zich bevinden, moet
de mogelijkheid bieden voor enerzijds activiteit
en anderzijds rust. Activiteit zodat kinderen
worden gestimuleerd om te ontdekken en
ervaringen op te doen.
Rust om zich even te kunnen afzonderen, om
even te bekomen van alle ervaringen of om
opnieuw de concentratie op te brengen om te
spelen.
Bij het inrichten van de groepsruimte houden
wij rekening met de verschillen in leeftijd,
ontwikkelingsniveau (tussen jongens en
meisjes) en culturele verschillen. In de
groepsruimte wordt gewerkt met speelhoeken/plekken, die ingericht zijn conform Piramide.
De deur op de buitenruimte richting het
schoolplein wordt volgens werkafspraken
gebruikt om de samenwerking tussen onze
vestiging, de ouder(s)/verzorger(s) en de
school te stimuleren.
De inrichting en het speelgoed van het plein
zijn geschikt voor de leeftijden van twee en
een half tot vier jaar.
Meer informatie
Kindzorg Nieuw Amsterdam
Dr. H. Colijnstraat 427
1067 CE Amsterdam
Tel. 020-41 11 72 9
[email protected]
www.freekids.nl
www.kindzor
Wanneer er meer dan 12 kinderen aanwezig
zijn (met een maximum van 16), wordt de gang
als speelruimte bij de groepsruimte betrokken.
Dit doen we door de flexibele glazen wanden
te openen, waardoor een grotere opvangruimte
ontstaat. Ook kan er voor worden gekozen de
flexibele wand deels te openen, waardoor op
de gang een hoekje ontstaat waarin met een
aantal kinderen bijvoorbeeld een
bewegingsactiviteit kan worden gedaan. De
gang is ruim waardoor er voldoende speel- en
beweegruimte is, terwijl de nooduitgangen
gewoon toegankelijk blijven.
Daarnaast bieden de pedagogisch
medewerkers het kind de mogelijkheid om ook
buiten de stamgroep ervaring op te doen in de
vorm van buitenspel, of spelen in de gang, of
met thema’s die op dat moment actueel zijn op
de vestiging, zoals een voorleesontbijt, de
kerstmaaltijd, carnaval, enzovoorts. Hierbij
wordt vanzelfsprekend uitgegaan van de
ontwikkeling en behoeften van het kind.
Alle door Piramide voorgeschreven materialen
worden gehanteerd.
17
Welkom bij Voorschool Nieuw
Amsterdam
Hoofdstuk II – Pedagogisch werkplan
Voorschool Nieuw Amsterdam
24 oktober 2014
18