Right! 23 e jaargang, nummer 4, december 2013 / januari 2014 Tijdschrift voor de Rechten van het Kind Een nieuw jeugdstelsel sneller en dichterbij ‘Een voogd is iemand die voor je zorgt van een afstand’ Gambiaanse jongeren over kindersekstoerisme Inhoud 12 10 18 Redactioneel3 Right! Now 4 Opmerkelijk5 Aloys van Rest Reportage6 ‘Een voogd is iemand die voor je zorgt van een afstand’ Kind in rechtspraak 9 Buitenland10 ‘Hij overlaadde haar met cadeaus en gaf haar familie geld’ 2 Right! Analyse Een nieuw jeugdstelsel: hulp sneller en dichterbij 12 Interview15 Sharon Detrick, programmamanager Defence for Girls-initiatief De werkdag Het kinderrechtenpleidooi in het werk van een advocaat 16 Actie!18 Mars tegen kindermishandeling Cultuur 19 All Right! 20 6 Redactioneel Colofon Right! Tijdschrift voor de Rechten van het Kind is een uitgave van Defence for Children. Verschijnt vier keer per jaar. Nummer vier, 2013. Redactieadviesraad Menno Bosma, Mariëlle Bruning (voorzitter), Goos Cardol, Majorie Kaandorp, Jeanette Kok, Ton Liefaard, Adrianne van Rheenen Redactie Joyce Brummelman (jeugdrecht), Alexandra Barendsen (jurisprudentie), Carla van Os (hoofdredactie, vreemdelingen recht), Aloys van Rest (directeur), Celine Verheijen (uitbuiting), Jolien Verweij (eindredactie, nieuws en cultuur) Verder werkten mee aan dit nummer Martine Goeman, Patricia Scholtes Vormgeving Ontwerp: Akimoto, Amersfoort Opmaak: Nulduizend, Den Haag Beeld Hans Moolenaar, Cor Smits fotografie, Wim Stevenhagen, Josee Tesser. Horen en luisteren Het VN-Kinderrechtenverdrag kent vier basisbeginselen: het belang van het kind, dat voorop moet staan in beleid en bij beslissingen die kinderen raken (artikel 3), het recht op gelijke toegang tot rechten (artikel 2), het recht op leven en ontwikkeling (artikel 6) en het recht gehoord te worden (artikel 12). Het VN-Kinderrechtencomité heeft dit laatste recht uitgewerkt in general comment nr 12. Niet alleen feitelijk je mening mogen geven, is van belang. Het horen moet ook gebeuren op een manier die past bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind; daarvoor is goed kunnen luisteren misschien wel net zo belangrijk. Beide aspecten vinden toepassing in de Nederlandse rechtspraak. De Hoge Raad oordeelde op 1 november 2013 dat een veertienjarige jongen ten onrechte niet gehoord was over psychodiagnostisch onderzoek dat hij moest ondergaan en over een andere Druk Stenco, Amsterdam omgangsregeling met zijn vader. De jongere was wel door de rechter opgeroepen om zijn ISSN: 0927-1333 © 2013 uitpakken en was de jongere bovendien te kwetsbaar om gehoord te worden. De Hoge Raad Abonnementen Jaarabonnement € 35,00 Losse nummers € 9,00 Jongeren en studenten € 25,00 [email protected] www.defenceforchildren.nl Postbus 11103, 2301 EC Leiden Het reprorecht voor de artikelen, foto’s en illustraties berust bij de makers. Overname alleen na voorafgaande schriftelijke toestemming. Defence for Children - ECPAT ontvangt substantiële financiële bijdragen van de Nationale Postcode Loterij, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Plan Nederland, UNICEF Nederland en ICCO/Kerk-in-Actie. mening tijdens de zitting te berde te brengen maar hij had die uitnodiging nooit ontvangen. Volgens Bureau Jeugdzorg zou de mening van de jongere de zaak niet anders hebben doen vindt dat de rechter hier niet van uit had mogen gaan. De wet schrijft nu eenmaal voor dat elke minderjarige van twaalf jaar of ouder moet worden gehoord, tenzij hij dat niet wil, daartoe niet in staat is vanwege een ernstige stoornis of dit de gezondheid van de minderjarige zal schaden. Het standpunt van het Hof dat het opnieuw horen van een minderjarige in hoger beroep niet nodig is omdat het toch niet tot een ander standpunt zal leiden, verwerpt de Hoge Raad door het belang van de minderjarige om gehoord te worden, te onderstrepen. Daarbij verwijst de Hoge Raad specifiek naar artikel 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Dit recht om gehoord te worden is geen lege huls, maar betekent dat minderjarigen in procedures in beginsel gehoord moeten worden, ook in hoger beroep. Ook in het migratierecht speelt het recht gehoord te worden. Twee kinderen moesten in een procedure voor gezinshereniging gedetailleerde informatie geven over een bomaanslag, vijf jaar geleden. Daarbij was hun zus omgekomen. De kinderen waren toen negen en tien jaar oud. De rechter vond dat de vragen te weinig rekening hielden met de leeftijd van de kinderen en hun geschiedenis. In deze zaak ging het dus juist over de vraag hoe minderjarigen worden gehoord. Kinderen krijgen vaak te horen dat ze goed moeten luisteren. Het Kinderrechtenverdrag geeft hen ieder geval ook het recht dat er goed naar hen wordt geluisterd. Mariëlle Bruning, Hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden en voorzitter van de redactieadviesraad van Right! 3 Right! Right! Now KidsRights Index Nieuwe voorzitter ECPAT International Stichting KidsRights heeft samen met de Erasmus School of Economics en het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit een index ontwikkeld die op wetenschappelijke wijze de implementatie van kinderrechten in kaart brengt. De index maakt gebruik van gegevens uit UNICEF’s ‘State of the World’s Children reports’ en van de ‘Concluding Observations’ van het VN-Kinderrechtencomité. Doel is de vele beschikbare gegevens begrijpelijk en toegankelijk te maken voor een breed publiek. De KidsRights Index combineert kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en geeft aan op welke gebieden actie kan worden ondernomen om kinderrechten te verbeteren. Sinds november 2013 heeft ECPAT International een nieuwe voorzitter: Carol Bellamy. Voorheen was zij onder andere voorzitter van het Global Partnership for Education en gedurende tien jaar directeur bij UNICEF. Het ECPAT-netwerk bestaat uit 82 lokale organisaties in 75 landen. Bij haar aantreden zei Carol Bellamy dat ‘ECPAT als een Voor meer informatie: www.kidsrightsindex.org organisatie die grass roots activisme koppelt aan ondersteuning van slachtoffers en aan nationale en internationale lobby, daadwerkelijk in staat is om de meest kwetsbare kinderen een stem te geven’. Voor meer informatie: www.defenceforchildren.nl/ecpat. Jaap Doek Kinderrechten-scriptieprijs Op dinsdag 10 december 2013 reikten Defence for Children en de Afdeling Jeugdrecht van de Universiteit Leiden voor het eerst de Jaap Doek Kinderrechten scriptieprijs uit, voor de beste masterscriptie op het terrein van kinderrechten. De genomineerden waren: Rekha Ramlal, Eline van Houdt en Saskia Monster. De prijs ging naar Rekha Ramlal voor haar scriptie ‘De ervaringen van kinderen bij het minderjarigenverhoor bij rechtbanken in civiele zaken’. Voor meer informatie: www.defenceforchildren.nl 15 november 2013 trad de wet tot implementatie van de EU-Richtlijn Mensenhandel in werking. Daarmee geldt uitbuiting van minderjarigen nu ook voor zestien- en zeventienjarigen als strafverzwarende omstandigheid bij mensenhandel. Hiervoor gold dit alleen voor minderjarigen onder de zestien jaar. Voor de toepassing van EU-Richtlijn Mensenhandel betekent ‘kind’ of ‘minderjarige’ elke persoon beneden de leeftijd van achttien jaar. Dit is in overeenstemming met het VN-Kinderrechtenverdrag. Volgens de Richtlijn dient uitbuiting van alle minderjarige slachtoffers (dus ook zestien- en zeventienjarigen) te gelden als een strafverzwarende omstandigheid. Defence for Children – ECPAT en UNICEF vragen al sinds 2009 in het Jaarbericht Kinderrechten aandacht voor het feit dat in de wet alleen uitbuiting van kinderen jonger dan zestien jaar als strafverzwarende omstandigheid gold. Zestien- en zeventienjarigen werden daardoor onvoldoende beschermd. Voor meer informatie: www.defenceforchildren.nl/ecpat 4 Right! Illustratie: Wim Stevenhagen Uitbuiting minderjarigen: strafverzwarende omstandigheid opmerkelijk Kinderen met een handicap in Tel In oktober 2013 verscheen het rapport ‘Kinderen met een handicap in Tel’, met daarin unieke gegevens over het aantal kinderen met een handicap per provincie, gemeente en wijk. Deze cijfers zijn cruciaal voor de gemeenten omdat zij vanaf 2015 de verantwoordelijkheid krijgen over de jeugdzorg en de zorg voor gehandicapten. Uit het rapport blijkt dat niet alle relevante groepen kinderen in beeld zijn, terwijl volledig inzicht toch echt nodig is om specifiek beleid voor kinderen met een handicap te kunnen ontwikkelen. In 2012 telde Nederland tussen de 109.000 en 129.000 kinderen met een handicap (exclusief psychiatrie). Het rapport geeft een reeks aanbevelingen aan gemeenten voor het realiseren van ontwikkelingskansen en de zorg voor kinderen met een handicap. Voor meer informatie: www.kinderenintel.nl Foto: Bart Maat Marjolein Buis overhandigt het rapport aan VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma. Nieuwe partijen bij het VN-Kinderrechtenverdrag en de Klachtenprocedure Zuid-Soedan heeft als nieuwe staat besloten het VN-Kinder rechtenverdrag te ratificeren. Het is daarmee het 194ste land dat zich verbindt aan het Verdrag. Nu blijven Somalië en de Verenigde Staten de enige twee landen die het verdrag niet geratificeerd hebben. Ook voor wat betreft het Derde Facultatieve Protocol over de Klachtenprocedure is er steeds meer beweging. In 2013 heeft weer een aantal landen zich aangesloten. Als een tiende land het protocol ratificeert, treedt het in werking. Er zijn nu acht landen die dat gedaan hebben, te weten: Albanië, Bolivia, Gabon, Duitsland, Montenegro, Portugal, Spanje en Thailand. Het protocol is al getekend door 44 landen. Nederland laat het vooralsnog afweten. Voor meer informatie: www.crin.org Leren na je fouten Otto (twaalf jaar) heeft een maand in voorarrest gezeten omdat hij betrokken is geweest bij een vechtpartij op school. Als Otto’s voorarrest wordt opgegeven, is hij opgelucht dat hij weer naar zijn gewone school terug kan. Zodra hij zich echter op school laat zien, wordt hij weer naar huis gestuurd. Otto is niet langer welkom. Inmiddels zit Otto al weer ruim twee maanden thuis. Hij loopt een steeds grotere achterstand op. De advocaat van Otto en Defence for Children vragen de schooldirecteur verantwoordelijkheid te nemen en de kinderrechten van Otto serieus te nemen. Hij heeft recht op onderwijs, is leerplichtig en is ook nog niet eens veroordeeld. Bovenal is het belangrijk dat Otto leert dat je over fouten moet praten en dat je een nieuwe start kan maken met respect voor de positie van het betrokken slachtoffer. Het is opmerkelijk en zorgelijk dat juist de school Otto nu leert dat je moet vertrekken in plaats van een oplossing te zoeken om met jezelf en het slachtoffer in het reine te komen. Aloys van Rest directeur Defence for Children [email protected] E-learning module De Jeugd – uw zorg! Op 20 november, VN-Kinderrechtendag, lanceerde staatssecretaris Van Rijn de e-learning De Jeugd – uw zorg! van het Kinderrechtencollectief. Met deze module wordt op toegankelijke, compacte en concrete wijze duidelijk hoe wethouders en beleidsambtenaren kinderrechten in de praktijk kunnen brengen. Uiteindelijk is de overheid (centraal en lokaal) verantwoordelijk voor de naleving van het VN-Kinderrechtenverdrag in Nederland. Met concrete vragen en voorbeelden wordt aangegeven wat kinderrechten betekenen op lokaal niveau. Het doorlopen van de module duurt gemiddeld vijf minuten. De Jeugd – uw zorg! is te vinden op www.kinderrechten.nl 5 Right! reportage Alleenstaande migrantenkinderen en voogden aan het woord ‘Een voogd is iemand die voor je zorgt van een afstand’ Wat zijn de belangrijkste kwaliteitseisen voor een voogd van kinderen die zonder hun ouders asiel aanvragen in Europa? Wat zou een kind doen wanneer het voogd was? En wat heeft een voogd nodig om zijn werk goed te doen? Defence for Children vroeg het de experts – de kinderen en voogden in Europa – en kwam in 2011 met Europese kwaliteitsstandaarden voor voogden. Sindsdien wordt intensief gewerkt met de standaarden. S tel je voor. Als je kunt. Je woont te midden van oorlogsgeweld. Je bent dertien jaar. Je vader is verdwenen. Je moeder is bang dat jij ook gevaar loopt. Ze geeft je mee aan een mensensmokkelaar in de hoop dat je ergens veilig zult zijn. Je beleeft een gevaarlijke reis en bent bang. Je komt uiteindelijk alleen aan in Nederland. Juridisch heet je een kind zonder ouderlijk gezag. Daarom krijg je een voogd. Een voogd van Nidos, de instelling die is gespecialiseerd in (gezins)voogdij voor vluchtelingenkinderen. Je snapt niks van het land waar je terecht bent gekomen. Je voelt je onzeker. Er zijn veel mensen die zich met je bemoeien en je hele leven willen kennen maar je vertrouwt niemand. Je voogd zegt dat je hem kunt vertrouwen. Maar durf je dat wel? “Ik zou graag een voogd willen zijn omdat ik weet hoe het voelt. Een voogd moet een kind helpen en begeleiden. Je moet de wet en regels kennen. En je moet naar het kind luisteren. Je moet proberen te voelen wat het kind voelt”, zegt Abdul*, een zeventienjarige jongen uit Afghanistan. Defence for Children zocht hem op in zijn kamer op de campus in Oude Pekela. door Martine Goeman In 2012 vroegen 407 alleenstaande kinderen asiel aan in Nederland. Van 1 januari tot 1 oktober 2013 waren dit er 348. Ze komen uit landen als Afghanistan, Guinee, Eritrea en Somalië. De kinderen zoeken om verschillende redenen bescherming in Europa. Alle Europese landen hebben het VN-Kinderrechtenverdrag geratificeerd. Daarin staat de plicht om kinderen die buiten hun gezin leven en kinderen die op de vlucht zijn bijzondere bescherming te bieden. De verschillen in de bescherming van deze kinderen in Europa zijn echter groot en hen wacht niet altijd een warm onthaal. SEPARATED CHILDREN IN EUROPE PROGRAMME (SCEP) 6 Right! SCEP is een Europees netwerk van dertig organisaties uit 28 landen dat zich inzet voor de rechten van migrantenkinderen die zonder hun ouders naar Europa komen. Defence for Children is sinds februari 2013 coördinator van SCEP. Op de nieuwe website www.scepnetwork.org zijn alle SCEP-leden in de verschillende landen makkelijk te vinden. Het SCEP Netwerk heeft als doel de situatie van alleenstaande minderjarige vreemdelingen te verbeteren door gemeenschappelijk beleid en lobby en onderzoek op nationaal en Europees niveau uit te voeren. Leeftijdsonderzoek, voogdijsystemen en duurzame oplossingen voor de kinderen zijn de primaire aandachtsgebieden van SCEP. Het werk van SCEP is gebaseerd op de Statement of Good Practice, die ook op de website is te vinden. Bij afwezigheid van de ouders of verzorgers, komt de voogd op voor de belangen van het kind. In Europa worden deze voogdijtaken heel verschillend ingevuld. De ‘voogd’ kan een burgemeester zijn die verantwoordelijk is voor tweehonderd kinderen of een vrijwilliger die voor één kind zorgt. Binnen het project ‘Closing a protection gap’ wordt gewerkt aan een betere bescherming van alleenstaande migrantenkinderen. Samen met 127 kinderen en 68 voogden zijn kwaliteitsstandaarden voor voogden ontwikkeld. De kinderen en voogden kwamen uit Denemarken, Duitsland, Italië, België, Slovenië, Ierland, Zweden en Nederland. Als jij een voogd was… “Het is belangrijk om steun te geven en veel te praten”, benadrukt Kendis uit Guinee. “Om het kind op zijn gemak te stellen, moet de voogd uitleggen dat de gesprekken vertrouwelijk zijn. Als kind moet je alles aan je voogd kunnen vertellen. Ik vind dat mijn voogd meer met me had moeten praten en meer naar me had moeten luisteren. En ik had graag mijn dossier eerder gelezen.” De meeste kinderen willen zelf geen voogd worden. Maar de vraag ‘Wat zou jij doen als je voogd was?’ vinden veel kinderen een leuke vraag. Sanjay uit Irak zou als voogd vooral aardig en lief zijn, want: “De kinderen hebben veel pijn”. “Je moet een vertrouwensband opbouwen”, benadrukt de twaalfjarige Adriano uit Angola, “en je moet de dingen niet pushen. Praat niet heel de tijd over het verleden maar praat ook over de toekomst en neem de tijd.” Bang en onzeker Kinderen zonder verblijfvergunning zijn vaak bang dat ze moeten terugkeren naar een land waar het niet veilig is. Ze vinden dat de overheid en de voogd moeten garanderen dat terugkeer naar het land van herkomst veilig is voordat ze een kind terugsturen. Volgens Fahran, een zeventienjarige jongen uit Afghanistan, moet de voogd meer kennis hebben over de landen van herkomst. “Ik moest vaak verhuizen naar een andere locatie. Mij werd gevraagd naar welke locatie ik het liefste zou verhuizen. Ik heb verschillende locaties genoemd maar werd naar geen van deze locaties gebracht. Ik heb nooit gehoord waarom”, zegt Kasim uit Afghanistan. Hij vindt het daarom belangrijk dat voogden alleen om een mening van het kind vragen wanneer ze er ook iets mee gaan doen. “Anders stel je kinderen alleen maar teleur.” De kinderen vinden het belangrijk dat de voogd steun en troost geeft, beloftes nakomt, naar het kind luistert en tijd neemt. De voogd moet volgens hen toegankelijk zijn, vertrouwelijkheid garanderen en kennis van het vreemdelingenrecht hebben. Als jij een kind was… Een voogd van Nidos heeft de verantwoordelijkheid voor 24 kinderen. Defence for Children vroeg de voogden: “Wat zou jij willen van een voogd als je een alleenstaand kind was?” “Ik zou duidelijkheid willen en ik zou willen weten hoe de voogd me kan helpen. Hij moet een goede opleiding hebben en ik moet goed met hem kunnen praten”, verklaart een voogd. Een andere voogd vult aan: “Ik zou een betrouwbare voogd willen met wie ik goed kan praten. Ik zou iemand nodig hebben die af en toe wat extra’s voor me doet.” 7 Right! Kwaliteitsstandaarden voor voogden van alleenstaande minderjarige vreemdelingen Standaard 1 Standaard 2 Standaard 3 Standaard 4 Standaard 5 Standaard 6 Standaard 7 Standaard 8 Standaard 9 Standaard 10 e voogd bepleit dat alle beslissingen genomen worden in het D belang van het kind en gericht zijn op de bescherming en ontwikkeling van het kind. De voogd verzekert de participatie van het kind bij elke beslissing die het kind aangaat. De voogd beschermt de veiligheid van het kind. De voogd treedt op als pleitbezorger voor de rechten van het kind. De voogd is een brug tussen en een aanspreekpunt voor het kind en andere betrokken partijen. De voogd zorgt voor een tijdige identificatie en implementatie van duurzame oplossingen voor het kind. De voogd behandelt het kind met respect en eerbied. De voogd bouwt een relatie op met het kind, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en openheid. De voogd is toegankelijk. De voogd is uitgerust met relevante professionele kennis en competenties. en Defence for Children coördineert de lobby bij de Raad van Europa en de Europese Unie om de standaarden in hun aanbevelingen en beleid te verwerken. Defence for Children vroeg de experts, de voogden en kinderen, naar wat er volgens hen nodig is om de voogdijstandaarden in Nederland te implementeren. De kinderen werd gevraagd om in een paar woorden samen te vatten wat elke standaard volgens hen voor de voogd betekent. Volgens hen gaat het om: een vriend zijn, luisteren en vertellen, actie ondernemen, voor je opkomen, de leiding nemen, zeker zijn van je zaak, vragen stellen, eerlijk en aardig zijn en kinderen begrijpen. Wat steeds terugkwam, is dat het voor alles wat de voogd doet essentieel is om tijd te nemen. Een kind zei treffend: “de voogd is iemand die voor je zorgt vanaf een afstand.” Pitbull Op www.corestandardsforguardians.com zijn alle nationale rapporten, de voogdijstandaarden en indicatoren te vinden. Opvallend is dat voogden veel kenmerken noemen die de kinderen ook noemen; beloftes nakomen, het kind respecteren, transparant, eerlijk, positief en vriendelijk zijn. Een voogd vat het als volgt samen: “De kinderen hebben vaak een groot gebrek aan liefde en aandacht.” Tien kwaliteitsstandaarden De interviews met de kinderen en de voogden in verschillende Europese landen hebben geresulteerd in tien Europese kwaliteitsstandaarden voor voogden van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De visies van de kinderen en voogden zijn gerelateerd aan het Kinder rechtenverdrag en andere bronnen uit het internationale recht. De voogdijstandaarden hebben als doel om de voogd te sterken in de rol als waakhond en pleitbezorger voor de rechten en belangen van kinderen die onder hun verantwoordelijkheid staan. De voogden herkenden zich wel in de opdrachten van de standaarden maar onderstreepten dat er veel hindernissen zijn om ze toe te passen vanwege 8 Right! het strenge migratiebeleid en hun hoge caseload. De overheid moet hen daarin steunen. De vorige mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, Hammarberg, gaf de voogden een flinke steun in de rug. Hij schreef in het voorwoord van het boek over voogdij standaarden in 2011: “De doelen die gesteld zijn voor voogden en beleidsmakers zijn ambitieus, maar zeker niet onmogelijk te verwezenlijken. Het gaat erom dat alle standaarden systematisch worden toegepast en dat ze in samenhang worden gebruikt, zodat de bescherming van het kind wordt gewaarborgd, adequate ondersteuning wordt geboden en een goede ontwikkeling van deze kinderen wordt bepleit.” en nu de praktijk In 2013 en 2014 werkt Defence for Children met negen Europese kinderrechten- en vluchtelingenorganisaties aan de implementatie van de kwaliteits standaarden in Europa. In alle landen wordt onderzocht wat er nodig is om de standaarden in de praktijk te brengen In twee sessies met voogden van Nidos werden knelpunten besproken bij de implementatie van de voogdij standaarden én inspirerende voorbeelden gevraagd over hoe zij opkomen voor de rechten van hun pupil. “Een goede manier om de participatie van het kind te verbeteren, is om de vraag te stellen waar het kind zichzelf in de toekomst ziet. Dan onderzoeken we samen wat hij nodig heeft om daar te komen.” Volgens een andere voogd is het essentieel dat voogden meegaan naar gehoren bij de migratieautoriteiten: “Je bent er de hele dag mee kwijt en je bent kapot wanneer je thuiskomt. Maar het is heel moeilijk om fouten te herstellen van de migratieautoriteiten wanneer je er niet bij was. Ik neem broodjes mee en ik leer het kind kennen. Je weet dat je een goede dag hebt gehad wanneer je een glimlach op het gezicht van het kind hebt gekregen.” Een collega onderstreept het recht op gelijke behandeling: “Het is heel belangrijk dat alleenstaande minder jarigen niet anders worden behandeld dan Nederlandse kinderen.” Dat gaat niet vanzelf, stelt ze: “Soms moet je als voogd een pitbull zijn.” *Om privacyredenen zijn de namen van de kinderen in dit artikel gefingeerd. Kind in rechtspraak Hoorrecht telt zwaar Een vader stapt naar de Hoge Raad omdat zijn zoon bij het Gerechtshof niet door de rechter is gehoord. Het Gerechtshof had de minderjarige een oproep gestuurd om naar de zitting te komen maar de jongen had de uitnodiging niet zelf ontvangen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat Bureau Jeugdzorg de jongen niet over de oproep had verteld omdat Bureau Jeugdzorg bang was dat hij te veel in de war zou raken door de keuzes die hij zou moeten maken. Het ging onder meer over de omgangsregeling met zijn vader en over het meewerken aan psychodiagnostisch onderzoek. Het Gerechtshof besloot de minderjarige niet opnieuw op te roepen voor verhoor. De Hoge Raad vindt dat het Gerechtshof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de minder jarige niet gehoord hoefde te worden. In het bestreden oordeel is namelijk niet te lezen dat de minderjarige niet wilde of niet kon worden gehoord. De Hoge Raad concludeert dat gelet op het belang van de minderjarige om zijn mening kenbaar te kunnen maken, het Gerechtshof geen genoegen heeft kunnen nemen met een verwijzing naar de verklaring van Bureau Jeugdzorg. De Raad verwijst hierbij naar artikel 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag over het recht van een kind om gehoord te worden. Hoge Raad, 1 november 2013 ECLI:NL:HR:2013:1084 ������������������ De Rechtbank Rotterdam concludeert dat het bewezen verklaarde feit “moet worden aangemerkt als een eenmalig incident bezien tegen de achtergrond en levensfase waarin de minderjarige veroordeelde verkeerde’’. Het recidive risico is klein. De rechter concludeert dat de DNA-afname een langdurige inbreuk op de lichamelijke integriteit is en als disproportioneel moet worden aangemerkt. De jongen wint de procedure, de rechter verklaart zijn bezwaarschrift gegrond. Rechtbank Rotterdam, 15 oktober 2013 ECLI:NL:RBROT:2013:9103 ������������ Streep door verhuizing naar gezinslocatie De Rechtbank Utrecht heeft op 21 oktober 2013 bepaald dat een gezin niet overgeplaatst mag worden naar een gezinslocatie voor uitgeprocedeerde gezinnen waar zij in hun vrijheid worden beperkt. Een jaar geleden besliste de Rechtbank Haarlem in een zaak van dezelfde familie al dat in het besluit geen goede belangenafweging was opgenomen. Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie probeerde precies een jaar na het oordeel van de Rechtbank Haarlem opnieuw om het gezin gedwongen naar een gezinslocatie te laten verhuizen en hun vrijheid te beperken. De rechtbank oordeelt wederom dat de gevolgen voor de minderjarigen ten onrechte niet zijn meegewogen. Een verhuizing naar een gezinslocatie kan alleen nadat eerst naar de belangen van de betrokken kinderen is gekeken en hier rekening mee is gehouden. http://www.defenceforchildren.nl/ images/69/2718.pdf ���������������������� Illustratie: Josee Tesser Rechter houdt rekening met leeftijd bij afname DNA Een minderjarige jongen maakt bezwaar tegen het afnemen en bewaren van zijn DNA. Hij pleegde een strafbaar feit toen hij twaalf jaar was. Hij voert aan dat het delict niet ernstig was en dat hij erg jong was toen hij het delict pleegde. Het afnemen en verwerken van zijn DNA is daarom disproportioneel. In de regel kan bij elke veroordeelde DNA-materiaal worden afgenomen en opgeslagen in de landelijke DNA-databank. Uitzonderingen zijn wel mogelijk maar daarvan is niet snel sprake. 9 Right! Buitenland Gambiaanse jongeren over kindersekstoerisme ‘Hij overlaadde haar met cadeaus en gaf haar familie geld’ Toerisme is een welkome bron van inkomsten voor een arm land als Gambia. Maar toeristen kunnen ook een bedreiging vormen voor kwetsbare kinderen. Zeker wanneer die niet alleen komen voor de zon en de zee, maar ook voor goedkope seks. Wat weten jongeren hierover en wat vinden ze dat er tegen gedaan moet worden? In interviews vertellen jongeren over kindersekstoerisme in Gambia. G ambia wordt ook wel ‘the smiling coast of West Africa’ genoemd om de vriendelijke mensen met hun hartelijke lach. Met een oppervlakte van 11.300 km² is Gambia het kleinste land op het Afrikaanse vasteland. Kinderen en jongeren tot vijftien jaar maken 45 procent van de bevolking uit. Door de groeiende armoede op het platteland trekken veel jongeren naar de steden in de kustgebieden op zoek naar werk in hotels, bars en restaurants. Kinderen uit arme gezinnen zijn kwetsbaar voor seksuele uitbuiting. De – in hun ogen – rijke toeristen zijn in de positie om hen met geld en geschenken te manipuleren om seksuele handelingen te verrichten. Werkende kinderen zijn hier met name kwetsbaar door de grote verantwoordelijkheid die ze voelen om bij te dragen aan het gezinsinkomen. Prostitutie lijkt een snelle manier om geld te verdienen, te ontsnappen aan de armoede en om de luxeproducten te kopen die ze zien op tv en bij leeftijdsgenoten. Prostitutie is overal Verdeeld over vier discussiegroepen hebben 39 jongeren tussen de dertien 10 Right! en achttien jaar oud gesproken over sekstoerisme en minderjarigen die daarin worden uitgebuit. De jongeren woonden in en rondom toeristische gebieden. Dit werd gedaan omdat de jongeren aan vullende informatie hebben over hoe het plaatsvindt en hun eigen ideeën hebben over hoe dit aan te pakken. Volgens de jongeren is prostitutie overal zichtbaar. Ze zien vooral jonge vrouwen van achttien jaar tot begin twintig, maar ze zien ook minderjarigen rondhangen op plekken waar toeristen komen. Dat zijn vooral kinderen uit arme gezinnen en kinderen die moeten werken. Zij worden volgens hen verleid door cadeaus die ze krijgen van de buitenlanders. Een deelnemer vertelde over een zeventienjarig meisje dat slachtoffer werd van kindersekstoerisme: “Een meisje in mijn straat raakte bevriend met een toerist. Hij overlaadde haar met cadeaus en gaf haar familie geld. Hij beloofde dat hij met haar zou trouwen en haar mee zou nemen naar Europa. Na een aantal weken was hij verdwenen en was zij zwanger. Ze vernam twee jaar niets meer van hem, totdat ze hoorde dat hij weer in Gambia gezien was met een ander jong meisje aan zijn arm.” door Celine Verheijen De andere jongeren bevestigden dit soort verhalen te kennen. Het maakte hen boos. Jongeren weten veel Het blijkt dat jongeren die zelf niet betrokken zijn bij prostitutie toch heel wat weten over hoe het allemaal is georganiseerd. Zo vertelden zij over de rol van social media in het leggen van contacten en over tussenpersonen die een ontmoeting met een minderjarige regelen. Dit zijn bijvoorbeeld taxichauffeurs, hotelmede werkers, gidsen of ‘bumsters’ (jonge mannen die zich richten op vrouwelijke sekstoeristen). Ook kunnen familieleden betrokken zijn of worden jongeren door leeftijdsgenoten overgehaald om in de prostitutie te werken. De jongeren wisten ook te vertellen dat hotels steeds vaker minderjarigen weigeren in de hotelkamers en dat kindersekstoeristen daarom privéhuizen huren of kopen waar ze jongeren mee naar toe nemen. Engelsen en Nederlanders Naast de groepsdiscussies werden negen meisjes tussen de veertien en zeventien jaar geïnterviewd die geregeld seks hebben met toeristen in ruil voor geld. Zij vertelden dat minderjarigen meestal tussen hun twaalfde en vijftiende beginnen. Door hun leeftijd zijn ze extra gewild, “Zeker onder Engelsen en Nederlanders”, vertelde een jongere. Er zijn meer meisjes dan jongens, maar een van de meisjes schatte in dat dit zou veranderen: Don’t look away De interviews met de kinderen zijn gehouden door ervaren lokale onderzoekers in opdracht van ECPAT (End Child Prostitution, Child Pornography and Trafficking of Children). Dit gebeurde voor een onderzoek naar seksuele uitbuiting van kinderen in vijf Afrikaanse landen: Gambia, Kenia, Madagascar, Senegal en Zuid-Afrika. Het onderzoek is onderdeel van het project ‘Don’t look away’ waarin zestien Europese landen kindersekstoerisme bestrijden in samenwerking met de reisindustrie, politie, justitie en andere stakeholders. “Volgens mij is jongensprostitutie sterk in opkomst omdat mannelijke pedofielen veel geld betalen voor jonge jongens.” Omdat Gambia een islamitisch land is waar homoseksualiteit bij wet verboden is, gebeurt dit uit het zicht. jongerenparticipatie De Gambiaanse jongeren vinden seksuele uitbuiting de meest ernstige kinderrechtenschending. Zij vinden dat de politie meer moet doen om kinderen hiertegen te beschermen, ook buiten toeristische plekken. Volgens hen moeten politieagenten beter getraind worden en kindvriendelijker zijn. “Ik doe geen melding bij de politie, omdat ze onvriendelijk zijn geweest tegen mij”, vertelde een jongen. Ook gaven de jongeren aan niet goed te weten wat hun rechten zijn. Er is behoefte aan meer scholing over kinderrechten en over wie kan helpen als deze worden geschonden. Ze zouden ook meer betrokken willen worden bij beleid dat hen aangaat en hulp willen bij het vormen van jongerenclubs die in gesprek gaan met mensen die beslissingen nemen over voor hen relevante zaken. 11 Right! Analyse Een nieuw jeugdstelsel hulp sneller en dichterbij In de nieuwe Jeugdwet krijgen de gemeenten de verantwoorde lijkheid voor alle jeugdhulp, van informatie en advies geven, signaleren van problemen bij opgroeien en opvoeden, zorgen dat kinderen, jongeren en hun ouders de juiste hulp krijgen, tot het geven van pedagogische hulp en coördineren van de zorg. Wat betekent deze verandering voor kinderen, jongeren, hun ouders en verzorgers en voor de professionals? Right! volgt de ontwikkelingen rond de nieuwe Jeugdwet. I n maart 2012 berichtten de toenmalige staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Veiligheid en Justitie (V&J) aan de Tweede Kamer over de nieuwe Jeugdwet, waarbij de nadruk zou komen te liggen op eigen kracht en participatie. In de nieuwe wet moet de zorg dichter bij de jongeren en hun ouders komen. Vroegtijdige lichte hulp en ondersteuning moeten eerder worden geboden om zo de vraag naar zwaardere specialistische hulp terug te dringen. Ook is de inzet van de nieuwe Jeugdwet dat er wordt gekeken naar wat voor ondersteuning er nodig is om iemand volwaardig mee te laten doen aan de maatschappij. Nu, bijna twee jaar verder, zijn de plannen klaar en moeten deze in de praktijk vorm gaan krijgen. De wet is goedgekeurd door de Tweede Kamer en wordt in januari besproken in de Eerste Kamer. Loes Ypma van de PvdA is als Tweede Kamerlid sterk betrokken bij de nieuwe Jeugdwet en vindt het met name belangrijk dat de zorg voor kwetsbare kinderen nu beter georganiseerd kan worden: “Met de nieuwe Jeugdwet kunnen gemeenten eindelijk doen wat nodig is: kinderen snel en dichtbij hulp bieden. De behoeften van het gezin komen centraal te staan, gezinnen krijgen met één hulpverlener te maken en hulpverleners krijgen meer ruimte om hun werk te doen.” Stempel Coby van der Kooi is juridisch adviseur bij Defence for Children. Zij legt uit hoe het toekennen van zorg nu gaat: “In het huidige 12 Right! door Joyce Brummelman en Jolien Verweij stelsel ontstaat pas een recht op jeugdzorg of een verzekerd recht op jeugdgeestelijke gezondheidszorg, wanneer hiervoor een indicatie wordt gegeven: een kind moet ‘iets mankeren’. Alleen dan kan er bijvoorbeeld een behandeling worden gestart of extra ondersteuning op school worden aangevraagd. Resultaat is dat erg veel kinderen, wel één op de zes, een ‘stempel’ heeft zoals ADHD. Ook komt het voor dat het te ingewikkeld is om zorg te krijgen omdat het passende ‘stempel’ ontbreekt, zoals bij een kind met zowel een licht verstandelijke beperking als een psychische stoornis. De verantwoordelijkheid voor de zorg en de financiering daarvan is versnipperd en kan bij de gemeente, provincie, de ministeries van V&J en VWS of de zorgverzekeraar liggen.” Defence for Children maakte onderdeel uit van de klankbordgroep voor cliëntenorganisaties ‘Zorg voor de Jeugd’ en schreef een advies bij het conceptvoorstel voor de nieuwe Jeugdwet. Coby van der Kooi nam afgelopen september deel aan het ronde tafgesprek in de Kamercommissie van VWS over het wetsvoorstel van de Jeugdwet, waar gemeenten, instellingen, externe deskundigen, cliënten en werknemers in de jeugdzorg hun visie gaven op alle veranderingen. “Met het nieuwe stelsel verschuift de focus van ‘wat heeft het kind’, naar ‘wat heeft het kind nodig’”, zegt Van der Kooi. “Dan kan het gebeuren dat twee kinderen met exact dezelfde psychische Foto’s: Hans Moolenaar. stoornis verschillende hulp krijgen. Zo kan een kind dat uit een gezin komt waar vader werkt en moeder altijd thuis is, andere ondersteuning nodig hebben dan een kind uit een gezin waar vader een alcoholprobleem heeft en er sprake is van huiselijk geweld. Zorg op maat wordt op deze manier mogelijk en dat is positief.” Daarnaast vindt een verschuiving in focus plaats, waarbij de eigen kracht van belang is en iemand pas zorg krijgt wanneer het eigen netwerk hiertoe onvoldoende in staat is. “Het kan een probleem worden als je pas hulp krijgt als je sociale netwerk het probleem niet kan oplossen”, zegt Van der Kooi. “Pas dan kom je in aanmerking voor ondersteuning vanuit de overheid. Dat bepaalt de gemeente. Ik vraag mij alleen af op basis waarvan de gemeente bepaalt of het netwerk ingezet kan worden en of het kind hiermee goed geholpen is.” Inkopen van zorg door gemeenten Na de overgang van de jeugdhulp naar de gemeenten, is het aan de gemeenten om de zorg aan te bieden en om deze te kunnen bieden moeten de gemeenten de nodige zorg inkopen bij de zorgaanbieders. Van der Kooi vraagt zich af of de gemeenten v oldoende deskundigheid in huis hebben om kwalitatief goede zorg in te kopen en of alle gemeenten kunnen signaleren dat er bijvoorbeeld sprake is van een psychische stoornis, waarvoor snel de juiste jeugdhulp moet worden ingezet. “Omdat er ook bezuinigd gaat worden, maken wij ons zorgen over het niveau van zorg. En of in elke gemeente de zorg van dezelfde kwaliteit is. Volgens het Kinderrechtenverdrag is de hoofdregel dat kinderen die zorg nodig hebben, deze zorg kunnen krijgen, dat de kwaliteit goed is, de zorg beschikbaar is en tijdig wordt ingezet. Het kan niet zo zijn dat een kind geen zorg krijgt omdat die niet is ingekocht of omdat er geen geld meer beschikbaar is.” Liever geen uithuisplaatsing Jongeren plaatsen in een instelling vanwege ernstige gedrags problemen is een van de meest vergaande vormen van jeugdzorg. Het idee achter de transitie is dat gemeenten eerder ingrijpen en laagdrempelige hulp bieden om zwaardere maatregelen, zoals een uithuisplaatsing, in een later stadium te voorkomen. Een belangrijk recht van kinderen, waar ook de gemeenten rekening mee moeten houden, is dat het uit huis plaatsen van kinderen alleen mag gebeuren als het nood zakelijk is voor het kind. Odilia van Manen is projectadviseur Nederlands Jeugdbeleid bij Stichting Kinderpostzegels Nederland. Zij ziet in de nieuwe Jeugdwet op bepaalde punten wel een vooruitgang: “In de nieuwe wet heeft via het amendement ‘inhuisplaatsing’ (het amendement Ypma) artikel 20 van het VN-Kinderrechtenverdrag vorm gekregen. Dit artikel bepaalt niet alleen dat kinderen die niet bij hun ouders kunnen wonen bijzondere bescherming 13 Right! en bijstand moeten krijgen, maar ook dat zij zo veel mogelijk opgevangen dienen te worden in een pleeggezin of andere gezinssituatie. Ik denk dat dat een belangrijke stap vooruit is. Gemeenten zullen daardoor verplicht worden om voor voldoende gezinsplaatsen (pleegzorg en gezinshuizen) te zorgen. Echter, daarmee is de kwaliteit nog niet gegarandeerd. Veel zal er van afhangen of het lukt om een werkbaar kwaliteitskader te ontwikkelen, waarmee voldaan kan worden aan de behoeftes van kinderen en jongeren. Zo kunnen mislukte plaatsingen en nog meer traumatische situaties zo veel mogelijk voorkomen worden. Op die manier zal de transformatie van de jeugdzorg daadwerkelijk iets kunnen betekenen voor kinderen die niet thuis kunnen wonen”. Ook Loes Ypma, die voornoemd amendement indiende, is positief over de mogelijkheden voor inhuisplaatsing: “De overheveling van de verantwoordelijkheid naar de gemeenten biedt een prachtige kans om verbeteringen te bewerkstelligen op het terrein van gezinsopvang en continuï teit van plaatsing van uit huis geplaatste kinderen. Gemeenten kunnen pleegzorg uitbreiden en de kwaliteit ervan nog verder verbeteren. Dit kan door intensieve begeleiding, supervisie en bijscholing van pleegouders. Het is nu aan gemeenten om hierin het voortouw te nemen.” van de pleegzorg. Als er wordt bezuinigd op begeleiding en ondersteuning van pleeggezinnen en op de inzet van goede interventies, is de kans dat een plaatsing mislukt veel groter. Dat kan zwaarwegende gevolgen hebben voor de ontwikkeling van deze kinderen, die door hun verleden vaak al sterk getraumatiseerd zijn.” Kwaliteit Een belangrijke doelstelling van de transitie is, om problemen van gezinnen en jeugdigen zo veel mogelijk op te lossen met inzet en versterking van de eigen kracht van cliënten en hun netwerk. Er wordt ingezet op preventieve maatregelen en eerste lijnszorg, waarmee men uithuisplaatsing en inzet van zwaardere zorg zo veel mogelijk wil voorkomen. Odilia van Manen maakt zich zorgen dat niet onderkend zal worden dat deze preventieve maatregelen pas op den duur effect zullen hebben. “Daardoor zullen de gemeenten onvoldoende aandacht besteden aan de zeer kwetsbare groep jeugdigen die geen of onvoldoende ouderlijke zorg ontvangen en daarom aanspraak maken op zwaardere zorg. Het zal niet zozeer het probleem zijn dat gemeenten niet willen inzetten op pleegzorg – want deze vorm van opvang past goed in de transitiegedachte – maar dat er te weinig zal worden geïnvesteerd in de kwaliteit Nieuwe Jeugdwet werkt discriminatie en ongelijke behandeling van kinderen in de hand In principe is het basisidee achter de nieuwe wet – om zorg dichter bij kinderen en ouders te brengen – positief. Echter, zoals de wet nu in elkaar steekt, werkt deze ongelijke behandeling in de hand. De jeugdhulp moet toegankelijk zijn voor alle kinderen, zonder onderscheid. Belangrijkste punten hierbij zijn: • Ongelijke behandeling op basis van verblijfsstatus. De nieuwe Jeugdwet maakt een duidelijk onderscheid tussen kinderen die wel en kinderen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. De gemeente hoeft alleen voorzieningen te treffen voor rechtmatig in Nederland verblijvende kinderen. Kinderen zonder verblijfsvergunning worden in de wet uitgesloten van 14 Right! jeugdhulp, echter niet in de uitvoeringsregels. •Ongelijke behandeling op basis van problematiek. De wet werkt ongelijke behandeling in de hand van kinderen met psychische problemen ten opzichte van volwassenen met psychische problemen en ten opzichte van kinderen met lichamelijke problemen. De jeugd-geestelijke gezondheidszorg wordt uit het verzekeringspakket gehaald. • Ongelijke behandeling op basis van woonplaats. De gemeentelijke beleidsvrijheid om de jeugdhulp naar eigen inzicht in te richten kan grote verschillen met zich meebrengen, die niet op objectieve gronden te rechtvaardigen zijn. interview Sharon Detrick, programmamanager Defence for Girls-initiatief Werken aan meisjesrechten in Afrika Defence for Girls maakt deel uit van het Girl Power programma van de Nederlandse Child Rights Alliance, dat werkt aan gelijke rechten en kansen voor meisjes en jonge vrouwen. Right! spreekt programmamanager Sharon Detrick tijdens haar bezoek aan Defence for Children Sierra Leone. Wat is het Defence for Girls-initiatief? Met lokale secties van Defence for Children en het ECPAT-netwerk werken we samen in verschillende projecten in Ethiopië, Ghana, Liberia, Sierra Leone en Zambia. We richten ons op bescherming tegen seksueel en gendergerelateerd geweld. We helpen de partners bijvoorbeeld met trainingen over hoe je effectief voor kinderrechten op kunt komen of hoe je het beste bij de overheid kunt pleiten voor veranderingen. Wat is het probleem? Geweld tegen vrouwen en meisjes is een wereldwijd probleem en in Afrika zijn zij bijzonder kwetsbaar, bijvoorbeeld voor verkrachting en seksuele uitbuiting. Veel meisjes zijn slachtoffer van culturele gebruiken, zoals vrouwelijke genitale verminking en kindhuwelijken. Waarom meisjes? Meisjes worden vaak achtergesteld en gediscrimineerd. Zij moeten helpen in de huishouding en krijgen al gauw de verantwoordelijkheid voor hun jongere broertjes en zusjes. Velen worden omstreeks hun veertiende besneden en ingewijd als vrouw. Vaak krijgen ze niet lang daarna zelf kinderen. Kun je een voorbeeld geven van succesvolle pleitbezorging? Defence for Children Liberia heeft in 2012 een Kinderrechtencoalitie opgezet, die inmiddels schaduwrapportages heeft ingediend bij het VN-Kinderrechtencomité door Joyce Brummelman en het Afrikaanse Comité dat toeziet op de implementatie van kinderrechten. Zij uitten daarin hun zorgen over de situatie van meisjes en doen aanbevelingen voor verbeteringen. Het is nog afwachten of deze opgevolgd worden, maar het is al een succes te noemen dat de rapportages er liggen én urgente problemen op de hoogste agenda’s geplaatst zijn. van meisjes en jonge vrouwen. Zijn dat de vrouwen of de mannen? Daarnaast houden sommige meisjes ‘testimonials’, een persoonlijk verhaal over wat het voor hen betekent om lid te zijn van de Girls Club. Wat gebeurt er tijdens deze conferentie? De conferentie wordt gehouden samen met honderd meisjes die lid zijn van de Girls Clubs van Defence for Children Sierra Leone. Zij laten tijdens de conferentie zien wat zij hebben geleerd. Zo wordt gedebatteerd over wie de verantwoordelijkheid draagt voor de versterking Feiten en cijfers over meisjes Wereldwijde statistieken schetsen een onthutsend beeld van het lot van meisjes in ontwikkelingslanden: • Jaarlijks ‘verdwijnen’ ruim honderd miljoen nog ongeboren of pasgeboren meisjes. • 62 miljoen meisjes gaan niet naar school. • Ieder jaar worden twee miljoen meisjes besneden. • Meer dan negenhonderd miljoen vrouwen en meisjes moeten leven van minder dan één dollar per dag, zij maken daarmee zeventig procent uit van alle armen. • Van alle slachtoffers van seksueel geweld is de helft een meisje van vijftien jaar of jonger. • Ruim zeven miljoen jonge vrouwen zijn geïnfecteerd met HIV, tegenover vier miljoen mannen. • 68.000 tienermeisjes sterven jaarlijks door een onveilige abortus. • Naar verwachting worden de komende tien jaar ruim honderd miljoen meisjes uitgehuwelijkt; sommigen van hen niet ouder dan twaalf jaar. Bron: Website Plan Nederland, https://www.plannederland.nl/feiten-over-meisjes 15 Right! De werkdag @Advocaat_PS Het kinderrechtenpleidooi in het werk van een advocaat Op Twitter kennen een kleine tweeduizend volgers haar als @Advocaat_PS. Advocaat Patricia Scholtes laat de hele dag luid van zich horen als het gaat over het migratiebeleid, de bezuinigingen op de rechtsbijstand maar bovenal over kinderrechten. Right! vroeg haar een inkijkje te geven in haar dagelijkse leven als hardwerkende advocaat. K inderen en rechten. Twee zaken die mij aan het hart gaan. Als advocaat ben ik sinds 1999 werkzaam op rechtsgebieden waarin de rechten van kinderen een grote rol spelen. Het gaat daarbij om kinderen die in aanraking komen met het strafrecht, in de problemen zitten door een rotsituatie thuis en kinderen die meereizen met hun ouders, vluchtend, op zoek naar bescherming of naar een betere toekomst. Allen zoeken geluk en hebben daar recht op. Kinderpardon 09:00 De eerste cliënt zit klaar. Nana*, hij is altijd wat zenuwachtig. Ik heb Nana het afgelopen jaar meerdere malen op kantoor gehad. Hij is nu net achttien jaar en moet de woongroep voor alleenstaande minderjarige asielzoekers verlaten. Hij kwam op zijn twaalfde vanuit Afrika alleen naar Nederland als asielzoeker. De route verliep niet zonder gevaar. Zijn asielverzoek werd afgewezen. Nana werd geacht terug te keren naar Togo. Hij had in Togo niemand meer die voor hem kon zorgen, behalve een verre tante. Hoewel hij deze tante nauwelijks kende, maakte hij hierdoor geen aanspraak op een verblijfsvergunning als alleenstaande minderjarige vreemdeling. Latere pogingen om terug te keren strandden op onmacht, het was onmogelijk om Togolese documenten te verkrijgen. Tot zijn achttiende jaar 16 Right! door Patricia Scholtes werd Nana met rust gelaten. Een jaar geleden heeft Nana mij om advies gevraagd. Hij was gehecht aan Nederland en zat in vijf HAVO, wilde gaan studeren. We hebben mogelijkheden besproken voor een studie in Nederland en spraken over het Kinderpardon. De regeling is nu een feit en de zenuwen nemen toe bij Nana. Neemt de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) genoegen met de pogingen die hij heeft ondernomen om terug te keren naar Togo? Heeft hij zich nooit onttrokken aan toezicht? Nana zit nog voor ongeloof, zou hij hier mogen blijven? Ik heb goede hoop. 11:00 Ik sta voor de rechtbank in Den Haag te wachten. Het gezin Asante komt aanlopen en heeft het jongste kind bij zich. Vader duwt de kinderwagen. Ik word hartelijk begroet. Het gezin verkeert in zwaar weer. Ik sta ze in al hun zaken bij: jeugdzorg, IND en zelfs problemen met de belastingdienst. Moeder heeft psychische problemen. De kinderen vinden grote steun bij vader, hij is degene die op dit moment het gezin draaiende houdt. Vader heeft geen verblijfsvergunning en dreigt te worden uitgezet. We nemen plaats voor de zittingszaal. Vader vertelt dat de psychiater gisteren een mogelijke opname van moeder met hem heeft besproken. Hij vreest voor zijn kinderen. Ik stel hem wat gerust, ik heb vertrouwen in de zaak. Ik verzoek de rechter om uitzetting van vader te voorkomen. De aanwezigheid van vader is altijd, maar nu meer dan ooit, bittere noodzaak voor de kinderen. Als vader wordt uitgezet, worden de rechten van deze kinderen geschonden, dat moet de rechter inzien. Ik wijs erop dat de belangen van het kind zwaarder dienen te wegen dan het belang van de IND. Bureau Jeugdzorg heeft op mijn verzoek een rapportage geschreven. De belangrijke rol van vader wordt in alle toonaarden onderschreven door de gezinsvoogd. De rechter beslist ter plekke. Gewonnen zaak! 12:45 Gezellig lunchen op kantoor. Alle kantoorgenoten zijn aanwezig vandaag dus het is druk aan tafel. De bezuinigingen zijn de laatste tijd het onderwerp van gesprek. Zal de gespecia liseerde sociale advocatuur al deze bezuinigingen kunnen overleven? Rond 13.15 trekken enkelen van ons de jas alweer aan, om rechtbanken en instellingen te bezoeken. Het liefst thuis 15:15 Aangekomen in Hoenderloo. Mijn cliënt Askin (zestien jaar) woonde met zijn moeder en twee zusjes in een blijf-vanmijn-lijf-huis na een vechtscheiding. Het ging niet goed met Askin en moeder kon het niet meer aan. Askin werd uithuis geplaatst. Ik bezocht hem op verzoek van de rechtbank voor het eerst in een open instelling. Een aardige jongen die graag zijn eigen leven wilde leiden. Askin liep daarom keer op keer weg. Hij werd in een gesloten instelling geplaatst. Daar bezoek ik hem vanwege de verlengingsaanvraag. Het laatste jaar heeft moeder de draad opgepakt, zij heeft een nieuwe relatie en woont samen. Ik heb haar veel gesproken, ze is heel gelukkig met haar nieuwe leven, maar lijdt erg onder de uithuisplaatsing van haar zoon. In het gezin zijn nu drie kinderen, allen zonder toezicht van jeugdzorg. Het gaat ook goed met Askin, hij is al enkele weekenden thuis geweest en wil graag naar huis. Jeugdzorg vindt een thuisplaatsing echter nog te vroeg en maakt zich zorgen om de opvoedcapaciteiten van de moeder. De mentor van Askin komt erbij zitten, we praten over het behandelprogramma en de vorderingen van Askin. Het is mij duidelijk, ik zal de rechter verzoeken om Askin weer naar huis te plaatsen. Kinderen horen in beginsel thuis. De uithuisplaatsing is een uiterst middel. 17:15 Nog even langs kantoor. Dossiers ophalen voor de rechtszitting morgen, gezinshereniging, loopt al jaren. De telefoon gaat, de piketcentrale belt met een melding dat een jonge cliënt van mij weer de fout in is gegaan. Een vechtpartij. Ik pak mijn spullen en rijd naar het politiebureau. *Om privacyredenen is gebruik gemaakt van fictieve namen. 17 Right! Actie! Internationale Dag van de Rechten van het Kind Mars tegen kindermishandeling Op 19 en 20 november 2013 vonden in Rotterdam een mars en een conferentie over kindermishandeling plaats. Tijdens de mars, georganiseerd door Stichting Estafettemars voor de Rechten van het Kind (STERK), het Albeda College en de Erasmus Universiteit, liepen ruim vierhonderd jongeren, met name studenten van het Albeda College, door Rotterdam om te laten zien dat zij kindermishandeling en kinderdoding in Nederland meer dan zat zijn. Zij stelden hiermee deze schending van het VN-Kinderrechten verdrag aan de kaak. In Nederland is er weinig aandacht voor kinderrechten in het onderwijs. Het Albeda College Rotterdam heeft de preventie en aanpak van kindermishandeling op de kaart gezet via het STERK-project. De mars vindt ieder jaar op 19 november plaats. Op woensdag 20 november, VN-Kinderrechtendag, vond aansluitend de grote STRONG Conferentie plaats, op de Erasmus Universiteit. STRONG staat voor Supporting the Rights of New Generations. Doel is voor leerlingen inzichtelijk te maken wat er speelt in het sociaal-politiek-pedagogisch werkveld rond kindermishandeling en om leerlingen gereedschap te geven waarmee ze ook in de toekomst beleidsmakers en politici kunnen aanspreken. 18 Right! Cultuur Pleidooi voor strijd tegen meisjeshandel In Een meisje als Roopa geeft Roelof van Laar een goed beeld van omvang, ernst en gevolgen van de handel in meisjes. Hij richt zich daarbij met name op de meisjes die in de prostitutie terechtkomen. In 2008 richtte hij samen met Arjan Erkel, Evelien Hölsken en Yolanthe Sneijder-Cabau de stichting Stop Kindermisbruik (nu Free a Girl) op. In het boek doet hij verslag van de reizen die hij voor de stichting maakte. Hij ging onder andere naar India, Cambodja, Thailand, Brazilië en Moldavië. Hij bezoekt bordelen, bars, maar ook de opvanghuizen. Hij praat met meisjes, mensen uit opvang huizen en mensen die zich op een andere manier inzetten om de meisjes die slachtoffer zijn te bevrijden of verder te helpen met hun leven. Het is een indrukwekkend verhaal, dat tegelijkertijd moed geeft, vanwege de nietaflatende inzet en het doorzettings vermogen van Van Laar. Een meisje als Roopa, Roelof van Laar, Uitgeverij Het Spectrum. ISBN: 978 90 00 33273 1. Pelo Malo Movies that Matter Van 20–26 maart 2014 vindt in Den Haag weer het jaarlijkse Movies that Matter Festival plaats. Op dit internationale film- en debatfestival presenteren regisseurs uit de hele wereld indrukwekkende speelfilms en documentaires over mensenrechten en een rechtvaardige, duurzame wereld. Ook is er steeds ruimte voor kinderen en kinderrechten. Zo staan in deze editie kinderen centraal in onder andere Pelo Malo, The Rocket en Siddhart. Deze laatste film, van regisseur Richi Mehta, vertelt het verhaal van Mahendra, die door geldnood zijn zoon Siddhart van twaalf jaar wegstuurt om te gaan werken in een fabriek in een andere provincie. Als Siddhart na een maand niet terugkomt, zoals afgesproken, gaat Mahendra naar hem op zoek. Het wordt al snel duidelijk dat de kans groot is dat Siddhart slachtoffer van kinderhandel geworden is. De film laat zien hoe kwetsbaar armoede kinderen maakt, voor kinderarbeid, maar ook andere vormen van uitbuiting. de schrijnende realiteit van vroege en gedwongen huwelijken voor meisjes en jongens scherp neer te zetten. De foto’s laten zien hoe de traditie van gedwongen kindhuwelijken geworteld is in armoede, traditionele gebruiken en man-vrouwverhoudingen in landen zoals Afghanistan, Ethiopië, India, Jemen en Nepal. De cijfers rond gedwongen kindhuwelijken zijn schokkend. Eén op de drie meisjes in ontwikkelingslanden trouwt voor ze achttien jaar is, één op de negen zelfs voor haar vijftiende. Per jaar worden twee miljoen meisjes onder de vijftien jaar moeder, veelal binnen een gedwongen huwelijk. Dat betekent vaak het einde van hun eigen ontwikkeling: geen onderwijs meer, geen kans op een betaalde baan, geen kans om zich uit de armoede omhoog te werken. Deze tentoonstelling geeft hen een gezicht. De tentoonstelling is online te bekijken via: http://tooyoungtowed.org Voor meer informatie: www.moviesthatmatter.nl Too Young to Wed Eind 2013 was de tentoonstelling Too Young to Wed over kindhuwelijken te zien in de Tweede Kamer in Den Haag. Fotografe Stephanie Sinclair volgde voor langere tijd deze wereldwijde schending van de rechten van kinderen en weet met veertig foto’s 19 Right! All Right! Foto: Cor Smits fotografie. Jongerentaskforce Kindermishandeling van start! In Nederland zijn naar schatting jaarlijks 118.000 kinderen en jongeren slachtoffer van kindermishandeling. Jongeren moeten kunnen meepraten over een effectieve aanpak. Daarom is, op initiatief van Augeo Foundation en uitgevoerd door NJR (voorheen Nationale Jeugdraad), de Jongerentaskforce Kindermishandeling opgericht. De Jongerentaskforce bestaat uit een groep van tien jongeren die vanuit verschillende perspectieven met kindermishandeling te maken hebben gehad. De Jongerentaskforce geeft gevraagd en ongevraagd advies over hoe kindermishandeling beter tegengegaan kan worden en hoe mishandelde kinderen en jongeren tijdig de goede hulp krijgen. In november overhandigde de Jongerentaskforce Kinder mishandeling de resultaten van het NJR Panelonderzoek ‘Jongeren over kindermishandeling’ aan staatssecretaris Van Rijn en minister Opstelten. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de jongeren vindt dat leerkrachten en scholen een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van kindermishandeling. Daarnaast vinden de jongeren dat ouders die hun kind mishandelen, misbruiken of verwaar lozen, ook hulp moeten krijgen. De Jongerentaskforce en het onderzoek zijn een belang rijke stap vooruit in de aanpak van kindermishandeling en de participatie van jongeren daarbij. Praat mee via www.facebook.com/JongerentaskforceKindermishandeling
© Copyright 2024 ExpyDoc