Position Paper: Meerkosten op elektriciteit: toestand 2014 Contact: Emilie Butaye (Federatie van de Glasindustrie) – +32 2 542 61 29 – [email protected] Datum: 23/9/2014 Inleiding In deze position paper gaan we dieper in op het luik federale en regionale meerkosten op de kost van elektriciteit. Onder de benaming ‘meerkosten’ vallen de kosten die voortvloeien uit een bepaald beleid en waarvan de financiering rechtstreeks of onrechtstreeks gebeurt door de elektriciteitsverbruikers. We spreken bijgevolg over een meerkost op de elektriciteitskost wanneer de overheid kiest voor de financiering van een bepaalde doelstelling door middel van een extrakost per eenheid verbruikte elektriciteit in plaats van bijvoorbeeld in de algemene belastinginkomsten te gaan tasten. Noteer ook dat bepaalde diensten of meerkosten direct doorverrekend worden in de tarieven van de netoperatoren. Deze kosten worden bijgevolg niet gedetailleerd in deze position paper, aangezien zij variëren van de ene tot de andere operator. De prijs die ondernemingen in België betalen voor elektriciteit bestaat uit verschillende componenten, namelijk: basisprijs of commodity (de prijs voor de productie van elektriciteit, met inbegrip van eventuele windfall profits); transporttarief: prijs voor het transport van elektriciteit over het Elianet; distributienettarief: prijs voor de distributie van elektriciteit over de distributienetten (eventueel); federale meerkosten en heffingen en hun eventuele vrijstellingen; regionale meerkosten en heffingen en hun eventuele vrijstellingen. Een voorbeeld van dergelijke meerkost is de kost die een elektriciteitsverbruiker betaalt voor de financiering voor offshore groene stroom. Producenten van offshore windenergie krijgen immers groenestroomcertificaten voor hun geproduceerde elektriciteit. Deze certificaten worden opgekocht door Elia, die de last daarvan doorrekent in haar tarief. Een ander voorbeeld is het verlaagd tarief voor beschermde klanten waarbij elke gewone klant een ‘toeslag beschermde klanten’ betaalt (0,8623 €/MWh) zodat beschermde klanten, i.e. klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, niet de marktprijs voor elektriciteit hoeven te betalen. Een meer eenvoudige definitie is natuurlijk: alle kosten die de elektriciteitsprijs doen stijgen maar die niet direct gelinkt zijn aan de productie van elektriciteit. Bestaande meerkosten In België bestaan er meerkosten die voortvloeien uit een openbaredienstverplichting die doorverrekend worden op nationaal of regionaal niveau, meerkosten afkomstig van federale of regionale heffingen en tenslotte meerkosten ter financiering van de mechanismen van groenestroomcertificaten. Febeliec onderscheidt volgenden meerkosten: de federale bijdrage. Oorspronkelijk droeg deze bijdrage bij tot de financiering van zes fondsen: werking van de CREG, sociale maatregelen, Kyoto, denuclearisatie, toeslag beschermde klanten en verwarmingspremie (zie position paper ‘Federale bijdrage op elektriciteit en aardgas’). In 2012 werd de verwarmingspremie afgeschaft en vervolgens ook de financiering van het Kyotofonds; De financiering voor offshore groene stroom via de offshore groenestroomcertificaten en de toeslag verbonden aan de aansluiting van de offshore windturbineparken (zie de position paper ‘offshorewindenergie’); De financiering voor het regionaal beleid van hernieuwbare energie onder de vorm van groenestroomcertificaten en WKK-certificaten (in Wallonië zijn WKK-certificaten opgenomen in de groenestroomcertificaten) (zie position paper GSC/WKC Vlaanderen en CV Wallonië); De energiebijdrage (accijns op elektriciteit); De meerkost ter financiering van de steunmaatregelen voor hernieuwbare energie in Vlaanderen en in Wallonië, eveneens “Elia ODV tarief” genoemd. Deze meerkost werd in 2011 ingevoerd in Vlaanderen en in 2012 in Wallonië; De REG-toeslag (rationeel energiegebruik – enkel in het Vlaams gewest), zijnde de toeslag ter financiering van de maatregelen ter bevordering van het rationeel energiegebruik; FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578 - De toeslag voor het gebruik van openbaar domein in Wallonië en Brussel ("wegenisheffing") die dient om het verlies van immaterieel dividend van de gemeenten te vergoeden; De toeslag op de aansluitingsvergoeding op het elektriciteitsnetwerk in Wallonië. Tarief van meerkosten in 2014 De federale regering heeft in 2014 beslist om voor de industriële elektriciteitsverbruikers een degressiviteitsmechanisme op te nemen in de elektriciteitswet, met plafonnering van de meerkost die gebonden is aan de groene offshorecertificaten. In Vlaanderen wordt op het tarief voor openbaredienstverplichtingen voor de financiering van steunmaatregelen voor hernieuwbare energie en WKK sinds 01/01/2014 een degressiviteit met plafonnering toegepast. De degressivteitsvoeten en het plafond zijn dezelfde als voor het groenestroomcertificatensysteem. In Wallonië werd er meermaals gediscussieerd over de duizelingwekkende stijging (maal 6 en vervolgens maal 2) van de meerkost “Steunmaatregelen voor hernieuwbare energie”, doorgaans ‘Elia ODV taks’ genoemd, die in 2013 werd geobserveerd. Momenteel werd de notificatie van de Waalse regering van 7/2/2013, die reductiepercentages toekent de aan bedrijven in functie van hun deelname of niet aan een convenant, omgezet in een 2 luik van budgettaire bijsturing voor het jaar 2013, en in een ontwerpdecreet voor de komende jaren. Gevolggevend aan de aankondiging van de Waalse regering om de intercommunale Ecetia te weerhouden voor de overdrachtoperatie van groene certificaten gelinkt aan fotovoltaïsche dossiers, heeft de CREG de vraag van Elia, om haar tarief op haar huidig niveau van 13,81€/MWh te behouden, gevalideerd. Ondanks de geboekte vooruitgang betalen de betrokken bedrijven nog steeds het volle tarief en begint deze situatie zwaar te wegen op hun liquiditeit. de Sinds het 2 semester 2014 zijn nieuwe degressiviteitsschijven van toepassing voor de berekening van de kost van de groenestroomcertificaten. Dit systeem schaft de verbruiksdrempel van 1,25 GWh/trimester af en het vaste quotum van 2% voor een verbruik hoger dan 100 GWh. Kost van de meerkosten in de 3 gewesten Hoeveel meerkosten een bedrijf betaalt op zijn elektriciteitsverbruik varieert in functie van verschillende parameters eigen aan het bedrijf. De doorslaggevende factoren zijn het volume van het jaarlijks energieverbruik, het al dan niet deelnemen van het bedrijf aan een vrijwillig energieconvenant (convenant in het Vlaamse gewest / accord de branche in Wallonië), de aansluiting van het bedrijf op het distributie- of transmissienet. Sinds 1 januari 2013 is de gedeeltelijke vrijstelling van de federale bijdrage bij aankoop van groene stroom afgeschaft. Febeliec gaat ervan uit dat de energiebijdrage niet toepasbaar is op industriële verbruikers, gezien hun aansluiting op het net op een spanning hoger dan 1kV. Bovendien gaat Febeliec uit van de hypothese dat een verbruiker van 100 GWh/jaar aangesloten kan worden hetzij op het distributie-/lokaal transportnet, hetzij op het transmissienet. De verbruiker van 250 GWh/jaar of meer wordt beschouwd als zijnde aangesloten op het transmissienet. Onderstaande tabellen geven bij wijze van voorbeeld de bedragen van de verschillende meerkosten weer voor een jaarlijks elektriciteitsverbruik van resp. 10.000 MWh/j, 50.000 MWh/j, 100.000 MWh/j, 250.000 MWh/j en 500.000 MWh/j in 2014. Tabel 1 geeft de situatie weer in Vlaanderen, tabel 2 in Wallonië en tabel 3 in Brussel. Voor meer informatie over de afzonderlijke meerkosten verwijzen wij u naar de individuele position papers van Febeliec. FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578 Vlaanderen Jaarlijks verbruik (MWh/jaar) Aangesloten op het distributienet Aangesloten op het transmissienet Meerkost (€/MWh) Federale bijdrage Geen conv. ondanks mogelijkheid Degressiviteit convenant 10 000 50 000 100 000 100 000 250 000 500 000 2,4986 1,8878 2,4986 1,6269 2,4986 1,5005 2,4986 1,5005 2,4986 1,0000 2,4986 0,5000 Certificaten offshore Geen conv. ondanks mogelijkheid 3,9132 3,9132 3,9132 3,9132 3,9132 3,9132 Degressiviteit convenant 2,9566 2,5479 2,3501 2,3501 1,0000 0,5000 0,0626 0,0626 0,0626 0,0626 0,0626 0,0626 Aansluiting offshore REG toeslag* 0,0616 0,0616 0,0616 0,0000 0,0000 0,0000 Steunmaatregelen voor hernieuwbare 0,3309 0,2058 0,1657 0,0000 0,0000 0,0000 energie* GSC** 8,1558 5,0179 4,1289 4,1289 3,1808 1,7178 3,0015 2,7030 2,6233 2,0668 1,3725 WKK** 2,6233 Minimale meerkost 16,4568 12,2257 10,8927 10,6654 7,3102 4,1529 18,0242 14,4627 13,4539 11,7220 9,5647 Maximale meerkost 13,2266 * Nota 1: meerkost enkel toepasbaar indien aansluiting op het distributienet ** Nota 2: de inschatting van de meerkost te wijten aan hernieuwbare energie (GSC en WKK) is afhankelijk van de aangenomen doorrekeningfactor. In deze simulatie bedraagt die 85%. Wallonië Jaarlijks verbruik (MWh/jaar) Aangesloten op het distributienet Aangesloten op het transmissienet 10 000 50 000 100 000 100 000 250 000 500 000 Meerkost (€/MWh) Federale bijdrage Geen conv. ondanks mogelijkheid Degressiviteit convenant 2,4986 1,8878 2,4986 1,6269 2,4986 1,5005 2,4986 1,5005 2,4986 1,0000 2,4986 0,5000 Certificaten oofshore Geen conv. ondanks mogelijkheid Degressiviteit convenant Aansluiting offshore 3,9132 2,9566 0,0626 3,9132 2,5479 0,0626 3,9132 2,3501 0,0626 3,9132 2,3501 0,0626 3,9132 1,0000 0,0626 3,9132 0,5000 0,0626 Openbaar domein* Steunmaatregelen voor hernieuwbare energie* 0,3446 0,3446 0,3446 0,0000 0,0000 0,0000 13,8159 13,8159 13,8159 0,0000 0,0000 0,0000 Heffing op aansluiting netwerk 0,3000 0,3000 0,3000 0,3000 0,3000 0,3000 GSC** Geen convenant 15,0150 15,0150 15,0150 15,0150 15,0150 15,0150 13,1381 9,9190 8,7133 8,7133 7,4441 4,6101 Convenant*** Minimale meerkost 32,5056 28,6169 27,0870 12,9265 9,8067 5,9727 35,9499 35,9499 35,9499 21,7894 21,7894 21,7894 Maximale meerkost * Nota 1: meerkost enkel toepasbaar indien aansluiting op het distributienet of lokaal transportnet ** Nota 2: de inschatting van de meerkost te wijten aan hernieuwbare energie is afhankelijk van de aangenomen doorrekeningfactor van het certificaat aan 65€/certificaat. ***Nota 3: tarief berekend op basis van 6 maanden met het oude systeem en 6 maanden met het nieuwe systeem van degressiviteit. FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578 Brussel 10 000 Meerkost (€/MWh) Federale meerkost* Certificaten offshore Degressiviteit convenant* Aansluiting offshore Openbaar domein Groenestroomcertificaten* Meerkost Jaarlijks verbruik (MWh/jaar) 50 000 100 000 250 000 500 000 1,8878 1,6269 1,5005 1,0000 0,5000 2,9566 0,0626 3,2530 2,9566 2,5479 0,0626 3,2530 2,5479 2,3501 0,0626 3,2530 2,3501 1,0000 0,0626 3,2530 1,0000 0,5000 0,0626 3,2530 0,5000 11,1166 10,0383 9,5163 6,3156 4,8156 * Nota 1: gezien de afwezigheid van een energieconvenant in Brussel, is de degressiviteit sowieso van toepassing. Deze grafiek toont de meerkosten op de elektriciteitskost in 2014 in functie van het jaarlijks elektriciteitsverbruik (GWh/jaar) voor bedrijven in Wallonië, Vlaanderen en Brussel die deelnemen aan een vrijwillig energieconvenant. 35 Meerkosten op de elektriciteitskost in België 30 FLANDRE VLAANDEREN €/MWhe 25 WALLONIE WALLONIE BRUSSEL Bruxelles 20 15 10 5 0 10 000 50 000 100 000 100 000 250 000 500 000 Jaarlijks verbruik (MWh) Indien we bovenstaande gegevens samenvatten, kunnen we voor bedrijven met een jaarlijks verbruik tussen 10 en 500 GWh de spreiding van de meerkosten en hun impact in de totale elektriciteitskost afleiden. FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578 Minimale meerkost Kost in €/MWh % van totaalbedrag factuur 6,0 €/MWh 10% 4,1€/MWh 8% 4,8€/MWh 9% Wallonië Vlaanderen Brussel Maximale meerkost Kost in €/MWh % van totaalbedrag factuur 36 €/MWh 39% 18 €/MWh 18% 11 €/MWh 14% De degressiviteit en plafonnering van de federale bijdrage, de meerkost offshore GSC en GSC, toegekend aan bedrijven die een vrijwillig energieconvenant onderschrijven, hebben een significante impact op het totaalbedrag van deze meerkosten. Deze voordelen zijn onmisbaar om de competitiviteit van de bedrijven in België te vrijwaren. Bij wijze van conclusie kunnen we voor het jaar 2014 een verbetering waarnemen om de competitiviteit van grote industriële verbruikers te vrijwaren, door middel van de daling van de federale bijdrage en de consolidatie van het degressiviteits- en plafonneringsmechanisme voor de bijdrage offshore GSC. Febeliec staat dus positief tegenover deze maatregelen. Niettemin stellen we vast dat de meerkost die gelinkt is aan de Elia ODV en die betaald wordt door de Waalse verbruikers, nog steeds 13,81€/MWh bedraagt. Inderdaad, de verschillende notificaties en beslissingen die gedurende het jaar 2013 werden genomen, zijn nog steeds niet van toepassing. Evolutie meerkosten bij ongewijzigd beleid tot 2020 Op basis van onderstaande grafieken die de evolutie weergeven van de meerkosten op de elektriciteitskost bij ongewijzigd beleid voor verschillende verbruiksprofielen, stellen wij vast dat wij op een keerpunt staan. Distributie: 10 tot 100 GWh/jaar met toepassing degressiviteit aan Elia ODV tarief 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 Transmissie: 100 tot 1.500 GWh/jaar 2012 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 Transmissie: 100 tot 1.500 GWh/jaar Distributie: 10 tot 100 GWh/jaar 2011 Distributie: 10 tot 100 GWh/jaar Evolutie van de meerkost in €/MWh in Wallonië 2010 45 40 35 30 25 20 15 10 5 - Evolutie van de meerkosten in €/MWh in Vlaanderen 2009 45 40 35 30 25 20 15 10 5 - Na constante en jaarlijkse verhogingen van de federale meerkosten, werden reducties en degressiviteits- en plafonneringsmechanismen ingevoerd. Niettemin blijft Febeliec vragen om te onderzoeken of bepaalde uitgaven wel gefinancierd moeten worden door een taks op het elektriciteitsverbruik. Zo pleit zij voor een financiering van sociale en milieumaatregelen op basis van het staatsbudget. Er wordt ook een steeds grotere impact van het beleid inzake groene stroom vastgesteld. Vlaanderen liep vooruit in 2012 wat betreft de aanpassing van haar groenecertificatensysteem, maar in Wallonië stelt men vast dat deze kost steeds verder stijgt met de doelstellingen die Wallonië voor zichzelf vooropstelt. De impact van de Solwattschuld die doorgerekend wordt in het buitensporige Elia ODV-tarief, blijft de competitiviteit van de bedrijven op de helling zetten. Op federaal niveau verwelkomt Febeliec het degressiviteits- en plafonneringsmechanisme voor de offshorecertificaten. Het geheel van deze maatregelen is een stap vooruit naar meer competitieve elektriciteitsprijzen voor onze industrie, en een begin van afbouw van de handicap t.o.v. onze buurlanden. Ter herinnering, volgens de Deloittestudie van 2013 en 2014 betalen de Belgische industriële verbruikers beduidend meer voor hun elektriciteitsprijs (marktprijs, transportkosten, taksen en heffingen) dan hun concurrenten in het buitenland, en dit als gevolg van FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578 overheidsmaatregelen in de betrokken landen. In functie van het verbruik en het gewest varieert de handicap van 9 tot 47%. Conclusies en standpunt van Febeliec Febeliec stelt vast dat de overheid maatregelen begint te treffen om de impact van meerkosten op elektriciteit te beperken, teneinde de competitiviteit van industriële bedrijven in België te vrijwaren. Deze maatregelen worden positief onthaald, maar ze moeten worden verdergezet en aangepast aan de meerkostentarieven. Laten we niet vergeten dat België, en vooral Wallonië, ambitieuze doelstellingen vooropgesteld hebben inzake groene stroom. Men moet zich blijven inspannen om de handicap gaande van gemiddeld 9 tot 47% in 2014 t.o.v. onze buurlanden (Nederland, Frankrijk en Duitsland) te verminderen. Inderdaad, op basis van de Deloitte-studie die op vraag van Febeliec werd uitgevoerd, blijkt duidelijk dat Belgische industriële verbruikers beduidend meer betalen voor hun elektriciteitsprijs (marktprijs, transportkosten, taksen en heffingen) dan hun concurrenten in het buitenland, en dit als gevolg van overheidsmaatregelen in de betrokken landen. Febeliec roept de verschillende overheden ertoe op hun beleid inzake meerkosten te blijven herzien: - Kerntaken van de overheid dienen te worden gefinancierd uit belastinginkomsten, niet uit heffingen op energieverbruik. - Meerkosten voor groene stroom dienen te worden beperkt door correcte steunmaatregelen en een coherent beleid. - Het geheel van de (federale en gewestelijke) meerkosten voor de industriële verbruikers dient te worden afgestemd op hun niveau in de buurlanden om de competitiviteit van de industrie te vrijwaren. - Geen nieuwe meerkosten in te voeren op het verbruik, bijvoorbeeld voor het ondersteunen van investeringen in nieuwe productiecapaciteit. - Het snel uitvoeren van het politiek akkoord betreffende het toekennen van een degressiviteit op niveau van de Elia ODV taks. FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
© Copyright 2024 ExpyDoc