© Wolters Noordhoff Groningen/Houten Hoofdstuk 12 De marketingmix (1) Case 12.1 Revenue management Revenue management komt veel voor bij hotels, in de luchtvaart en bij autoverhuur. Door een grondige analyse van het verleden en het voorspellen van de vraag in de (nabije) toekomst moet een optimale differentiële prijsstelling tot stand komen, om een optimaal resultaat te behalen. In de periode van de AutoRAI is de bezetting van de hotels in Amsterdam en de omgeving hoog en wordt de maximale prijs betaald. Buiten het seizoen gelden allerlei andere tarieven. In de luchtvaart is in het algemeen de prijs lager indien er eerder geboekt wordt en er beperkingen zijn verbonden aan het ticket, bijvoorbeeld veranderen van het tijdstip van vliegen. Het principe van revenue management berust op het feit dat bij een hoge prijs het aantal afnemers minder is dan bij een lagere prijs. Door nu verschillende prijzen te hanteren probeert men bijvoorbeeld de bezetting van het vliegtuig te optimaliseren, zoals hierna is gevisualiseerd. Één prijs Meerdere prijzen Prijs Prijs € 750 € 500 Het driehoeksoppervlak wordt veel beter benut (betere bezetting) € 500 € 250 O Afzet O Afzet Stel dat er drie groepen van personen zijn op een bepaalde vliegroute: A zeer vroege boekers: prijs €500 per ticket. B de nog tijdige boekers, één week voor de reis: prijs €750 per ticket. C late boekers (vaak zakenmensen): €1.250 per ticket. Case 12.1oo1 © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten Vraag 1 Wat is de geplande totale omzet per vliegtuig van 200 stoelen: a Bij 100% bezetting met A-doelgroep? b Bij 100% bezetting met de volgende groepsverdeling: 60% A, 20% B en 20% C? c Idem als b. Van C-doelgroep wordt echter gemiddeld 80% bezet. Hoe lost u hier de onderbezetting op? Case 12.2 Bosch Keukengroep De SBU Bosch Keukengroep is gespecialiseerd in keukenapparatuur en bestaat uit vier verschillende productgroepen: 1 Wassen & spoelen, onder andere vaatwassers. 2 Ventileren & afzuigen, onder andere afzuigkappen. 3 Koelen & vriezen, onder andere koelkasten. 4 Koken, bakken & braden, onder andere magnetrons, kookplaten. Voor al de productgroepen wordt de paraplunaam Bosch gebruikt. Bosch heeft een redelijke naamsbekendheid, staat bekend als betrouwbaar en innovatief. Vragen 1 Omschrijf het begrip merkextensie en geef een voorbeeld voor Bosch. Idem voor het begrip merklijnextensie. 2 Noem vier factoren die in algemene zin van invloed zijn op het wel of niet succesvol zijn van een merkextensie. Licht uw antwoord toe. Case 12.3 Koreaanse auto’s De opmars van Hyundai en de succesvolle introductie van Chevrolet (Daewoo) en Kia in Europese markten, zoals de Nederlandse markt, is voor een deel te danken aan de eerder verworven marktpositie van de Japanse auto’s. Hadden de Koreaanse merken in 2005 nog een gezamenlijk marktaandeel van 3,4%, in 2006 5,3%, in 2007 was dit al toegenomen tot 6,5% marktaandeel, dit zijn ruim 25 000 auto’s, dus een stijging van 91% in twee jaar. Een bezitter van een Japanse auto ruilt gemakkelijker zijn auto in voor een Koreaans merk. De Japanse auto’s hebben in de loop van de jaren een ongunstiger prijs-kwaliteitverhouding gekregen, met andere woorden: ze worden als steeds duurder ervaren. Een en ander is in belangrijke mate veroorzaakt door de voortdurende koersstijging die de Japanse yen de laatste jaren heeft doorgemaakt, dit bijvoorbeeld ten opzichte van de Koreaanse munt- 2ooHoofdstuk 12 De marketingmix (1) © Wolters Noordhoff Groningen/Houten eenheid. De Koreaanse merken hebben vooral van de ‘harde’ yen geprofiteerd. Zeker 30% van de afzetstijging van de Koreaanse merken in ons land in de jaren 2005 en 2006 vindt haar oorzaak in de duurder geworden Japanse auto’s; gemiddeld zo’n 5% per jaar. De rest van de toename in de afzet is voornamelijk het resultaat van de succesvolle introductie van diverse nieuwe modellen, verbetering van de distributiespreiding, training van het salesteam en het sterk gestegen reclamebudget. De Nederlandse automarkt was tot en met 2006 vrij stabiel; circa 400 000 auto’s per jaar. In 2007 zijn de Koreaanse merken gemiddeld 3,4% in prijs gestegen. Vraag Bereken de kruiselingse prijselasticiteit van de Japanse versus de Koreaanse automerken in 2007 en trek uw onderbouwde conclusie. Ceteris paribus. Case 12.4 Bloemenveiling Aalsmeer (BA) De Nederlandse huishoudens en bedrijven besteden jaarlijks meer aan bloemen en planten, nu in totaal ruim 1 miljard euro. De huishoudens, goed voor zo’n 0,9 miljard, stellen steeds hogere eisen aan houdbaarheid, variatie, verpakkingsmateriaal, natuurlijkheid, sfeer, eigenheid. De seizoensbloemen krijgen ook een steeds grotere plaats. Men geeft graag een bloemetje weg, men kijkt dan niet op een euro, maar toch, de consument hecht aan een redelijke prijs. Meer en meer verwent de vrouw zichzelf met een bloemetje. De consument is wel gevoelig voor reclame en prijs. In 2007 is de omzet bij de consumenten met slechts één procent gestegen, terwijl de prijs in 2007 gemiddeld 2,3 procent lager was dan in 2006. Het gemiddeld inkomen van de Nederlandse burger is in 2007 gemiddeld met 2,5% toegenomen. Het reclamebudget van de Vereniging voor Bloemenveilingen Nederland (VBN) – nu 5 miljoen euro groot – heeft een positieve invloed op de afzettoename, men schat het op zo’n 45%. De invloed van de prijs op de afzet is 30% en het inkomen 25%. Het aandeel kunstbloemen en -planten neemt gestaag toe. Er zijn slechts enkele producenten van kunstmateriaal. De tussenschakels van ‘echt’ en ‘kunst’ zijn wel dezelfde. Behalve routinematige aankopen koopt de consument in toenemende mate impulsief; zien is kopen. De vakman heeft nog veel invloed op het koopproces. Op wens van de consument maakt hij of zij steeds meer gemengde boeketten. Case 12.4oo3 © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten Vragen 1 Bereken de inkomenselasticiteit van bloemen bij de Nederlandse consument. Ceteris paribus. Trek uw conclusies. 2 Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar bloemen bij de Nederlandse consument. Ceteris paribus. Trek uw conclusies. Case 12.5 Fietsenstalling In een goedlopende fietsenstalling, dicht bij het Centraal Station in Amsterdam, komen dagelijks mensen binnen, vaak toeristen, of zij een fiets voor een periode van één tot een paar weken kunnen huren. De bedrijfsleider vindt dat geen probleem. Integendeel, hij kijkt zijn klanten aan en op basis daarvan berekent hij zijn huurtarief, variërend van €40 tot €95 per week. De klanten bekijken hem soms ongelovig, alsof ze willen zeggen, ‘dat kan niet waar zijn’. De bedrijfsleider vertelt eens zijn ervaringen ’s avonds aan tafel. Zijn zoon die in het laatste jaar van de HES zit, luistert aandachtig toe. Hij stelt zijn vader voor de bovengenoemde prijzen op prijsgevoeligheid te toetsen, met behulp van de NSS-prijsmeter. Dat kan uitstekend door een paar studenten worden uitgezocht. De respondenten (n = 50) worden aselect gekozen. Er worden de volgende vier vragen gesteld: A Wanneer begint men de huurprijs goedkoop te vinden? B Wanneer begint men de huurprijs duur te vinden? C Wanneer begint men de huurprijs te goedkoop te vinden? D Wanneer begint men de huurprijs te duur te vinden en wil men niet huren? In de volgende tabel zijn de diverse prijsniveaus voor de respondenten vermeld, die het resultaat zijn van het onderzoek: 4ooHoofdstuk 12 De marketingmix (1) © Wolters Noordhoff Groningen/Houten Resultaten prijsgevoeligheidsonderzoek Prijs per week in euro’s A goedkoop frequentie ■ B duur frequentie ■ C te goedkoop frequentie ■ D te duur frequentie ■ 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 1 3 2 2 5 6 5 7 9 10 0 0 0 3 3 9 8 7 5 5 3 2 2 2 1 0 20 15 8 4 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 2 0 4 3 6 9 9 14 n 50 50 50 50 Vragen 1 Geef op basis van de resultaten/antwoorden op de vier vragen de prijsgevoeligheid grafisch weer. 2 Benoem de vier snijpunten in deze figuur en geef aan wat deze punten voor de Amsterdamse fietsenstalling betekenen, voor wat betreft het te voeren prijsbeleid voor de huurprijs van een fiets per week. Case 12.6 Diensten Vragen 1 Noem drie specifieke kenmerken van diensten-/not-for-profit-marketing. Geef van elk door u genoemd kenmerk een voorbeeld. 2 Welke componenten, al dan niet zichtbaar, van het dienstverleningsproces kunt u onderscheiden? Geef voorbeelden van elk. 3 Producten en diensten worden in vier sectoren ingedeeld. Noem deze vier en geef er een voorbeeld bij. 4 Indien u de grote verscheidenheid van diensten beziet, hoe zou u dan de diensten naar aard en functie indelen? Case 12.6oo5 © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten 5 Wat wordt in de dienstverlening verstaan onder ‘core services’ en ‘auxiliary services’? 6 Inherent aan de kenmerken (niet op voorraad, tailor made) van dienstverlening bestaat er bij de afnemer onzekerheid met betrekking tot de te leveren prestatie. Welke activiteiten kan de aanbieder ontplooien om deze onzekerheid te reduceren? 7 Wat zijn vaak de knelpunten bij het marketingbeleid in not-for-profitorganisaties? 8 Wat is het ‘centrale’ marketingmixelement (P) bij diensten en verschilt dit met producten? Case 12.7 Kosten en prijsstelling Vragen 1 Een zuivelfabriek wil een caloriearm, ongezoet vruchtendessert introduceren. Vooralsnog wil men het product in eenpersoonsverpakking op de markt brengen. Uit een panelonderzoek bleek dat in deze markt een drietal segmenten te onderscheiden is. Iedere ondervraagde gaf aan bij welke prijs hij/zij een aankoop wilde overwegen. Het aantal personen verdeeld over drie categorieën dat een aankoop overweegt bij verschillende prijzen, in procenten van het aantal ondervraagden (n = 400), vindt u in tabel 1. Tabel 1 Resultaat onderzoek naar de vraag (in %) Prijs in centen Totaal ■ 40 - 50 50 - 60 60 - 70 70 - 80 80 - 90 90 - 100 Diabetici ■ Slanke lijners ■ 20 30 30 10 5 5 15 5 5 5 100 30 ■ 10 20 5 10 10 10 5 35 35 De totale markt bestaat uit circa 1 mln personen. 6ooHoofdstuk 12 De marketingmix (1) Gezondheidseters © Wolters Noordhoff Groningen/Houten a Geef in tabelvorm de vraagfunctie weer. Ga er daarbij van uit dat per persoon niet meer dan één verpakking per tijdseenheid wordt gekocht. b Bepaal de prijs waarbij de omzet maximaal is. c Wat zijn de zwakke punten van deze methode? d Welke informatie heeft u nodig om definitief een prijs te kunnen bepalen? 2 Een groot concern wil een kleine fabriek opzetten waar het duurzame consumptiegoed X kan worden geproduceerd. Van dit bedrijf zijn de volgende gegevens bekend: • Maximale capaciteit 70 000 stuks per jaar • Normale bezetting (N) 50 000 stuks per jaar • Investering € 250.000 (gelijkmatig af te schrijven in vijf jaar; geen residuwaarde) • Werkkapitaal (gemiddeld) € 125.000 • Variabele kosten: – materiaal € 2 per stuk – loonkosten € 12 per stuk • Overheadkosten blijven buiten beschouwing. Distributie van product X zal rechtstreeks aan de detailhandel geschieden, de handelsmarge is voorlopig vastgesteld op 40% van de inkoopprijs van de detaillist. De doelstelling van de fabrikant is 10% rendement per jaar over het gemiddeld geïnvesteerde vermogen. a Bereken de vaste kosten per jaar en per stuk, uitgaande van de normale bezetting. b Bereken de verkoopprijs aan de detaillist. c Bespreek een argument om de prijs onder de bij b berekende prijs te stellen. d Als tijdelijk de marktvraag grotendeels zou wegvallen, tot welk niveau zou men dan de prijs op korte termijn kunnen verlagen? 3 Door middel van een onderzoek zijn de marktgegevens gevonden die in tabel 2 zijn vermeld. a Bereken het break-evenpoint (BEP) bij de verkoopprijs aan de detaillist van €17,50 en van €20. b Bereken de prijs waarbij: • de omzet maximaal is; • de winst maximaal is. Case 12.7oo7 © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten Tabel 2 Geschatte afzet bij een reeks prijzen Prijs in euro’s Afzet in stuks ■ 16 17 19 20 21 22 23 24 70 000 50 000 40 000 35 000 25 000 20 000 12 000 8 000 In deze markt zijn nog vijf aanbieders van een soortgelijk product; één van hen treedt op als marktleider. De winkelprijzen van de concurrenten liggen tussen €20 en €22 per stuk. c Hoe wordt de marktvorm in dit geval gekarakteriseerd? d Bereken de winst op product X als de onderneming de eindprijs-minmethode als prijsmethode hanteert. Ga daarbij uit van de hoogste prijs. e Aan welke prijsmethode zou u de voorkeur geven? Case 12.8 Unilever wil Nederlandse ijsmarkt laten groeien Unilever wil de Nederlandse ijsmarkt laten groeien. Daartoe investeert de onderneming vanaf dit jaar extra in het merk OLA en ondergaat dit bekende ijsmerk de komende periode een ware gedaantewisseling. Dat heeft Unilever in het vroege voorjaar bekendgemaakt tijdens een persbijeenkomst in Rotterdam, waar de internationale en Nederlandse plannen op het gebied van ijs aan de pers zijn gepresenteerd. De aankondiging betreft zowel wereldwijd als voor Nederland het grootste en meest uitgebreide programma in de geschiedenis van consumptie-ijs. Zo zal wereldwijd de komende jaren 20% extra geïnvesteerd worden in marketing en ontwikkeling van ijs. In Nederland heeft Unilever zich ten doel gesteld de Nederlandse ijsmarkt – die al jaren stabiel is – te laten groeien. Daarom wordt de zichtbaarheid van OLA flink vergroot door onder meer een toename van reclame en het openen van tientallen OLA-winkels. Ook zijn alle verpakkingen aangepast van de 125 miljoen OLA-ijsjes die dit jaar weer in Nederland worden gegeten. Unilever verwacht met de uitvoering van deze plannen zijn leiderspositie op zowel de mondiale als Nederlandse ijsmarkt verder te verster- 8ooHoofdstuk 12 De marketingmix (1) © Wolters Noordhoff Groningen/Houten ken. De plannen zijn onderdeel van de wereldwijde strategie De Weg naar Groei, waarin focus op 400 leidende merken centraal staat. De Nederlandse consument consumeert al jaren dezelfde hoeveelheid ijs, zo’n 7,5 liter per persoon per jaar. In vergelijking met andere landen is dat niet veel. Zo eten de gemiddelde Amerikaan en Zweed respectievelijk 20 en 14 liter ijs per jaar. OLA ziet als marktleider (ruim 65% marktaandeel in het out-of-homekanaal) goede mogelijkheden de Nederlandse ijsmarkt verder te laten groeien. Daar is echter wel een flinke investering voor nodig. Doel is om ijs in de perceptie van de consument een veel ‘gewoner’ product te laten worden, dat net als in andere landen op alle momenten van de dag en zowel binnenshuis als buitenshuis geconsumeerd kan worden. Uit onderzoek is gebleken dat dat doel, ijs een ‘gewoner’ product te laten worden, alleen gerealiseerd kan worden als één sterk ijsmerk daar het voortouw in neemt. De komende tijd wordt het vernieuwde OLAmerk dan ook krachtig in de markt gezet. Een merk dat jong, eigentijds, spontaan en energiek overkomt. Bovendien zal het nieuwe OLA-merk veel zichtbaarder worden doordat: • er meer geïnvesteerd wordt in reclame van het merk OLA. Naast commercials waarin OLA als merk centraal staat, zal het OLA-merk ook zichtbaarder worden in reclames van submerken die ‘onder’ OLA hangen. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan reclame van Magnum en Cornetto Soft. Deze commercials dragen bij aan het overbrengen van de nieuwe positionering van het merk OLA. De Nederlandse campagne is onderdeel van een pan-Europese reclamecampagne waarin de al eerder genoemde submerken voorkomen. • er in Nederland dit jaar zestig ‘Swirl’s by OLA’-winkels geopend worden. Swirl’s is een winkelconcept dat in Nederland enkele jaren geleden door de IgloMora Groep is gekocht en waarbij de consument zelf zijn ijsje kan samenstellen. Alle Swirl’s winkels worden de komende maanden omgebouwd tot winkels die ‘Swirl’s by OLA’ heten. Daarmee ontstaan in een klap tientallen OLA-winkels die voornamelijk in grote steden en in stationslocaties aanwezig zijn. In de rest van Europa zullen dit jaar ongeveer 30 andere OLA-winkels geopend worden, waarmee het totale aantal OLA-winkels in Europa alleen al dit jaar op 90 uit zal komen. • de naar schatting 25 000 verkooppunten in Nederland waar OLA-ijs wordt verkocht omgebouwd zullen worden tot OLA-verkooppunten ‘nieuwe stijl’. De belangrijkste 9 500 verkooppunten worden door vertegenwoordigers van OLA zelf omgebouwd. Voor de overige 15 000 punten zullen ‘point of sales’-promotiematerialen ter beschikking worden gesteld. Case 12.8oo9 © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten • er alleen al honderden Cornetto Soft machines bij zullen komen, waarmee het totale aantal de 2 500 zal naderen. Bovendien is ook de verpakking van alle OLA-ijsjes veranderd. In Nederland alleen al worden zo’n 125 miljoen OLA-ijsjes per jaar gegeten. De komende periode zal het ijs in de nieuwe verpakking in de supermarkten en bij alle overige verkooppunten, zoals benzinepompen, strandtenten en in dierentuinen, in de vriezers liggen. Volgens Baptiest Coopmans, directievoorzitter van de IgloMora Groep waar OLA onder valt, staat Nederland een unieke gebeurtenis op het gebied van ijs te wachten: ‘Nog nooit werd in Nederland zo zwaar in het product ijs geïnvesteerd als wij de komende jaren gaan doen. Het straatbeeld zal door de ombouwoperatie en de vergrote zichtbaarheid van het merk totaal veranderen. Het wordt moeilijk om OLA als merk niet te zien.’ Vraag Beschrijf de veranderingen van het merkenbeleid van OLA-ijsjes bij IgloMora. Case 12.9 NL-bank leent in Japan geld uit tegen negatieve rente Geld lenen en ook nog rente krijgen? Dat kan op dit moment in Japan. Aan Japanse consumenten en bedrijven valt zo moeilijk een lening te slijten dat sommige banken hun toevlucht zoeken tot een ongebruikelijk middel. Ze geven rente, in plaats van die in rekening te brengen. De NL-bank heeft aan een Franse bank een eendaagse lening verstrekt van 14,5 miljard yen (113 miljoen euro) met een negatieve rente van 0,01 procent. In Japan ligt de rente al een tijd op ongeveer 0 procent. Dat betekent dat Japanners die geld willen lenen daarvoor niet hoeven te betalen en het geld rentevrij kunnen aflossen. Maar zelfs zonder rente lijken de Japanners nauwelijks geïnteresseerd in een lening. Ze hebben eenvoudigweg niet voldoende vertrouwen in de economie, die al meer dan tien jaar niet of nauwelijks groeit. Het rentepeil geeft volgens analisten duidelijk aan hoe beroerd het met de Japanse economie is gesteld. De Japanse banken bevinden zich al jaren in grote problemen. Ze hebben voor naar schatting 370 miljard euro aan oninbare leningen uitstaan. Dat is een erfenis van de Japanse zeepbeleconomie van de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de bomen voor de Japanse bedrijven tot in de hemel leken te groeien en de banken daarin meegingen. De Japanse centrale bank is druk doende de commerciële banken te helpen bij het aanpakken van het probleem van de zogeheten slechte leningen, om zo de economie te stimuleren. De bank heeft bij de financiële instellingen de afgelopen 10ooHoofdstuk 12 De marketingmix (1) © Wolters Noordhoff Groningen/Houten twee jaar steeds meer staatsobligaties gekocht, in de hoop dat de banken op hun beurt het geld dat ze daarvoor krijgen uitlenen aan bedrijven en consumenten. Maar dat laatste blijkt niet mee te vallen, zelfs niet met een rente van 0 procent. Vandaar dat sommige banken hun toevlucht hebben gezocht tot negatieve rente. De NL-bank doet in Japan alleen zaken met bedrijven en leent geen geld uit aan particulieren. Het hoofd van NL-bank Securities Japan, David Woods, verklaarde dinsdag dat de bank ondanks de negatieve rente toch geld verdient aan de transactie. ‘Wij namen het geld in de markt op tegen een nog beter niveau.’ Woods sprak van ‘een zeer ongewone transactie’, die overigens niet geheel nieuw is. In 1998 kwam het ook al voor. Woods wilde niet zeggen of de Japanse centrale bank bij NL-bank staatsobligaties heeft gekocht. ‘Wij handelen hier als normale partij in staatsobligaties’, was het enige dat hij hierover kwijt wilde. Ook wilde hij niet ingaan op de vraag of de NL-bank zelf oninbare leningen heeft uitstaan. De oninbare leningen zijn voor de Japanse banken een blok aan het been. De grootste bank ter wereld, Mizuho, verwacht over het eind maart af te sluiten boekjaar een verlies van 1,95 biljoen yen (15,2 miljard euro). Dat is veroorzaakt door forse afschrijvingen op de oninbare leningen. Het is voor het eerst dat een Japans bedrijf een verlies van deze omvang lijdt. Bron: ANP Vraag Wat kunnen de marketingredenen van de NL-bank zijn om geld tegen een negatieve rente aan haar afnemers te verstrekken? Case 12.10 Prijs van TomTom lager, marge nog hoog TomTom heeft het afgelopen jaar zijn autonavigatiesystemen veel goedkoper kunnen produceren. Hoewel de prijs van de gemiddelde TomTom is gedaald van 337 euro eind 2006 tot 230 euro eind 2007, heeft het bedrijf zijn winstmarge op peil kunnen houden. Dat maakte TomTom vanochtend bekend bij de presentatie van zijn jaarcijfers. De winstmarge is een van de grootste zorgen van beleggers. Door de grote concurrentie worden autonavigatiesystemen in snel tempo goedkoper. Analisten twijfelden of TomTom de brutomarge van 40 procent waar het naar streeft, kon handhaven. Over 2007 was de brutomarge van TomTom 42 procent, in 2006 was dat 43 procent. Het bedrijf kon de prijzen lager maken door betere prijzen te bedingen bij de leveranciers van onderdelen en door minder onderdelen te gebruiken. De markt voor autonavigatiesystemen is in het afgelopen jaar weer flink gegroeid. De omzet van TomTom steeg met 89 procent tot 1,36 Case 12.10oo11 © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten miljard euro. Door de lagere prijs kan 50% van de volumestijging worden verklaard. Vijf jaar geleden was dit nog 8 miljoen. De nettowinst ging in 2007 met 55 procent omhoog, tot 222 miljoen euro. Deze bedragen lagen ongeveer in lijn met de verwachtingen. TomTom verwacht de komende jaren snel te blijven groeien. Topman Harold Goddijn: We komen uit de gadget-fase, de markt wordt nu volwassen. In Europa rijdt nog 85 procent van de automobilisten rond zonder autonavigatiesysteem. In de VS is dat 95 procent. In Europa heeft TomTom 50 procent marktaandeel. In de VS is het bedrijf de nummer twee achter Garmin, en heeft het bedrijf een marktaandeel rond de 20 procent. Er zijn inmiddels 8 miljoen weggebruikers met een TomTom. TomTom brengt in de tweede helft van dit jaar in Nederland een systeem op de markt dat file-informatie integreert in de TomTom. Automobilisten kunnen zo niet alleen meer zien welke kant ze op moeten om ergens te komen, maar ook wat de beste route is om ergens snel te komen. TomTom verwacht door deze dienst meer autonavigatiesystemen te verkopen, omdat het apparaat zo aantrekkelijker wordt voor automobilisten die vaak dezelfde route rijden. De dienst zal als abonnement worden verkocht, zodat TomTom daarmee ook de inkomsten uit services zal vergroten. TomTom voert ook gesprekken om deze dienst in andere landen te gaan aanbieden. De laatste tijd hebben verschillende producenten van mobiele telefoons aangekondigd de markt voor navigatie te willen betreden. Operationeel directeur Alexander Ribbink zegt dat TomTom zich daar niet al te veel zorgen over maakt. Wij denken dat de meeste mensen liever een apparaat hebben dat één ding goed doet. Vragen 1 Bereken voor 2006 en 2007 de omzet, brutowinst, winst, volumestijging (2007) en prijsdaling (2007). Elementen 2006 ■ Omzet Brutowist Winst Volumestijging Prijsdaling 2 Bereken de prijselasticiteit. 12ooHoofdstuk 12 De marketingmix (1) 2007 ■
© Copyright 2024 ExpyDoc