link artikel NRC

Opinie & Debat de rechtsstaat Folkert Jensma
Marokkaanse afkomst heeft met criminaliteit niets van
doen
Door Folkert Jensma
7 JUNI 2014
Crimineel gedrag komt door de buurt waar je woont en de vrienden die je er
maakt. Dat is ècht alles. Het vingerwijzen naar de islam, naar de Marokkaanse of
Antilliaanse cultuur, naar onmachtige ouders – het kan ophouden want het is
feitelijk niet waar.
Ik las deze conclusie van een langjarig onderzoek onder Rotterdamse straatjeugd
tot nu toe pas in twee kranten, waaronder deze. Maar het is volgens mij wel het
belangrijkste nieuws over jeugdcriminaliteit in jaren. Ook van het soort dat
meteen weer wegwaait in het publieke voorkeursdenken van dit moment. Onder
algemene tevredenheid werd begin deze eeuw immers een taboe doorbroken. Dat
van de etnische misdaad, de criminele Marokkaanse onderklasse, waarin ‘we
eindelijk’ de culturele oorzaken mogen benoemen. Eindelijk revanche op de
multiculti’s met hun roze bril, etc. Het gebrekkige normbesef, het schelden, sissen,
jatten en roven, is een uitvloeisel van een achterlijke cultuur en een verkeerde
religie. Zo zit het. Waarna een giftige kluwen van vooroordelen en xenofobe
sentimenten discriminatie op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in
politiegedrag veroorzaakte.
Toevallig kwam het Sociaal Cultureel Planbureau in maart met een onderzoek
naar ‘ervaren discriminatie’ waarin droog werd vastgesteld dat hier een ‘negatief
klimaat’ bestaat omdat de helft van de Nederlandse bevolking al twintig jaar vindt
dat er te veel buitenlanders zijn. Inderdaad, ‘minder, minder, minder’ komt niet
uit de lucht vallen. Werkgevers en ordehandhavers zien Marokkanen en
Antillianen vaak per definitie als overlastgevers, onbetrouwbaar en geneigd tot
crimineel gedrag. Over het volledig ontremde politieke debat waarin generaliseren
troef is en criminaliteit en cultuur uitwisselbaar, heb ik het maar niet. Waarbij
dan stelselmatig de oververtegenwoordiging van allochtonen in de gevangenissen
als ultiem zie-je-wel argument werd gebruikt.
In dit lange termijnonderzoek, van Bureau Driessen over de ‘rol van
achterstanden, ouders, normen en vrienden’ worden korte metten gemaakt. Op
wijkniveau blijkt die oververtegenwoordiging nauwelijks te bestaan. Noch in de
politiecijfers, noch in zelfrapportage is er een significant verschil tussen blank en
gekleurd wangedrag. Er is hooguit sprake van een ‘zeer geringe
oververtegenwoordiging’. Die wordt „waarschijnlijk veroorzaakt door de wijze
waarop de sociale omgeving reageert op allochtone jeugd”.
Er wordt over Marokkanen en Antillianen eerder geklaagd en eerder aangifte
gedaan. De politie zal tegen een allochtone jongen sneller optreden dan tegen een
blanke jongen „onder vergelijkbare omstandigheden”. Oorzaak: diep gewortelde
opvattingen in de samenleving en dus ook bij de politie dat cultuur en etniciteit
bepalende criminogene factoren zijn.
Allochtone jongens zijn inderdaad ‘miniem oververtegenwoordigd’, aldus het
onderzoek. Maar etniciteit „heeft geen enkele relevantie voor hun criminele
gedrag”. Er is expliciet uitgezocht of deze jongens extra risico lopen op crimineel
gedrag door hun sociale positie, persoonlijke factoren, het gedrag van de ouders,
hun religieuze of culturele achtergrond. Het antwoord bleek steeds nee. „Niet wat
een jongere denkt is belangrijk, maar met wie hij optrekt”. Etnische groepen die
onderling ‘anders’ zouden denken over criminaliteit bestaan niet.
Jeugdcriminaliteit van 12 tot 18 is louter een sociaal fenomeen en nauwelijks te
herleiden tot individuele kenmerken. Pas na een jaar of zes beginnen persoonlijke
factoren, zoals aanleg, een rol te spelen. En pas na het 22ste jaar kun je van
criminelen spreken, afhankelijk van hun gedrag. Tot die leeftijd vertoont iedere
adolescent in de onderzochte wijken crimineel gedrag: dat behoort volgens de
onderzoekers ‘tot de normaliteit’. „Dit onderzoek bevestigt het nog eens.”
Ervaren agenten weten dat al lang, maar hebben nu dus een wetenschappelijk
onderbouwd argument om met de jacht specifiek op jonge allochtonen op te
kunnen houden. Het heeft geen zin – en je maakt ze er ook maatschappelijk mee
kapot. Juist omdat de uitkomst van het onderzoek zo eenduidig is, zijn de
beleidsaanbevelingen ook glashelder. Jeugdcriminaliteit voorkomen via
kennisoverdracht en onderwijs is tijdverspilling. Met de kennis van normen en
waarden is niks mis. Scholen zijn alleen relevant als ontmoetingsplaatsen, ook
voor foute vrienden. Ook van pogingen om de rol van ouders te versterken hoeft
weinig verwacht te worden – de rol van ouders houdt eigenlijk op rond het
twaalfde jaar. Dat is een maatschappelijke trend, waarvan het de vraag is of de
overheid daar wat aan kan doen.
Verder blijkt er nauwelijks verschil te zijn tussen type delict en dader: jongens die
stelen of die geweld plegen verschillen niet wezenlijk van elkaar.
Jeugdcriminaliteit blijkt een zelf versterkend fenomeen. Foute vrienden hebben
méér invloed dan brave vrienden.
In het algemeen blijken factoren die jeugdcriminaliteit versterken krachtiger dan
factoren die remmen of dempen. De alles bepalende factor voor crimineel gedrag
zijn de buurt en de vriendennetwerken: belangrijker dan school of familie. Als de
politie iets kan bereiken dan is het dus daar, in de buurt: met scherper toezicht en
het verstoren van groepen, liefst in een vroeg stadium.
Verschil maken naar etniciteit is zinloos, omdat die in de buurten ook niet bestaat.
Met projecten gericht op ‘Marokkaanse’ of ‘Antilliaanse jeugd’ kan beter
opgehouden worden. Er zijn geen specifieke culturele achtergronden van
crimineel gedrag gevonden. Criminaliteit is sociaal bepaald en buurtspecifiek.
Niet cultureel of etnisch. Wat Al Gore dus een ‘onwelkome waarheid’ zou noemen.
Uit NRC Handelsblad van zaterdag 7 juni 2014, 862 w oorden (leestijd ongeveer 3'27)
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.
13
5
0
1
LEES MEER
Foute vrienden zijn ook blank
Uit nrc.next van 7 juni 2014
Van foute vrienden word je zelf ook fout
Uit NRC Handelsblad van 19 mei 2014
Jong en in de cel? Ligt zeker aan je matties
Uit nrc.next van 20 mei 2014
Je zoon slaan is geen goed idee
Uit nrc.next van 2 oktober 2013
Criminologisch onderzoeker over antiracistisch beleid overheid: 'Etnische
registratie is niet fout'
Uit NRC Handelsblad van 25 februari 1997
Bij politie ligt discriminatie op de loer
Uit NRC Handelsblad van 1 augustus 2003
De lezer schrijft over gebrek aan feiten inzake overlast
Uit NRC Handelsblad van 4 oktober 2008
Op zoek naar het positieve
Uit NRC Handelsblad van 22 november 2003
`Criminaliteit Marokkanen ook bepaald door cultuur'
Uit NRC Handelsblad van 18 november 1998
Stelen mag, als je arm bent