Nederland behaalt opnieuw een top-5 positie in de

ONDERZOEKSRAPPORT
World Economic Forum publiceert Global Information Technology Report 2014:
Nederland behaalt opnieuw een top-5 positie in de
‘Networked Readiness Index’ van het WEF
Het World Economic Forum (WEF) lanceert vandaag de 13e editie van het Global Information Technology
Report. Het rapport toont jaarlijks de zogenaamde ‘Networked Readiness Index’. Deze index vergelijkt 148
economieën ter wereld op grond van hun vermogen om ICT aan te wenden voor economische groei,
innovatie, werkgelegenheid en maatschappelijk welzijn.
Net als vorig jaar leiden Finland (1e positie), Singapore (2e positie) en Zweden (3e positie) de Networked
Readiness Index. Waar Nederland vorig jaar verraste door te stijgen naar een 4e positie in de ranglijst, weet
zij deze positie dit jaar te behouden.
Nederland als diensteneconomie heeft snel en kundig het belang van ICT voor innovatie en
concurrentievermogen onderkend. ICT is doorgedrongen in alle aspecten van de Nederlandse maatschappij,
zoals blijkt uit het aantal huishoudens dat een computer heeft (1e positie) met toegang tot internet (3e
positie), de overheidsdiensten die online beschikbaar zijn (5e positie), en de bedrijven die online transacties
uitvoeren met klanten (4e positie) en andere bedrijven (11e positie). Nederland is koploper op het gebeid
van intensiteit van internet en telefonie concurrentie (1e positie), mobiel netwerkbereik (1e positie; 100%
bereik op basis van populatie), het aantal afgesloten breedband internet abonnementen (2e positie), en
veiligheid van internetservers (2e positie). Daarnaast heeft Nederland de maximale score behaald op de
zogenaamde ‘E-participatie Index’ van de Verenigde Naties.
Nederland scoort echter minder goed op de betaalbaarheid van ICT infrastructuur en digitale content zoals
blijkt uit de hoge tarieven voor mobiel bellen (106e positie) en breedband internet (69e positie). Tevens
ontbreekt een duidelijke overheidsvisie voor de toekomstige toepassingen voor ICT (41e positie) en weten
vooral bedrijven in Nederland onvoldoende de mogelijkheden van ICT te benutten voor economische groei
en hoogwaardige werkgelegenheid (22e positie).
Opkomende economieën zoals China (62e positie), Brazilië (69e positie) en India (83e positie) verliezen nog
meer positie en de digitale kloof met Westerse geavanceerde economieën wordt alleen maar groter. Maar
ook binnen de Europese Unie lopen de Zuid- en Oost Europese economieën duidelijk achter in ICT
toepassingen ondanks de Digitale Agenda van de Europese Commissie.
Introductie
Het Global Information Technology Report 2014: Rewards and Risks of Big Data – alweer de 13e editie van
de gerenommeerde rapportenreeks van het World Economic Forum (WEF) – is vandaag officieel
uitgebracht. Het rapport besteedt op uitgebreide wijze aandacht aan de effecten van informatie- en
communicatietechnologie (ICT) op economische groei, innovatie, werkgelegenheid en welzijn. Het
belangrijkste onderdeel van dit rapport vormt de zogenaamde Networked Readiness Index (afgekort NRI):
een index waarmee tot uitdrukking komt hoe landen scoren op de mate waarin (ontwikkeling en benutting
van) ICT en gerelateerde ‘networked readiness’ bijdraagt aan het internationale concurrentievermogen van
in totaal 148 landen ter wereld.
De score wordt bepaald aan de hand van de mate waarin economieën zijn voorbereid om ICT optimaal te
benutten. Daarbij wordt gekeken naar vier verschillende hoofdindicatoren: (1) business en
innovatieomgeving en het politiek en juridisch raamwerk om ICT te faciliteren, (2) ICT infrastructuur,
toegangskosten en de aanwezigheid van noodzakelijke vaardigheden om ICT optimaal te benutten; (3) het
omarmen en gebruik van ICT door de overheid, het bedrijfsleven en door burgers; en (4) de economische en
sociale impact van ICT.
INSCOPE Research for Innovation van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) is
partnerinstituut van het World Economic Forum (WEF) en verzamelde onder leiding van Professor Henk
Volberda, Professor of Strategic Management & Business Policy aan RSM, de gegevens voor Nederland.
Disruptieve ICT toepassingen: Internet of Everything
‘Networked Readiness’ staat voor de stand van zaken op het gebied van ICT binnen een land. ICT, en in het
bijzonder het Internet, is een belangrijke bron van duurzame groei en productiviteitsverbetering en heeft
veel sociale en economische voordelen. Optimale ontwikkeling en benutting van ICT wordt steeds
belangrijker voor economische ontwikkeling, sociaal welzijn en concurrentievermogen in het hedendaagse
tijdperk van “big data”. Volgens professor Volberda staan we voor de meest fundamentele verandering
sinds de ontwikkeling van Internet aangezien mensen, processen, data en machines steeds meer met elkaar
verbonden kunnen worden. We noemen dit ook wel het “Internet of Everything”; het betreft de toepassing
van nieuwe technologieën als “Cloud computing”, de groei van “Big Data” en de explosieve ontwikkeling
van “Internet of Things” waarbij machines met elkaar communiceren zonder menselijke tusenkomst. Deze
disruptieve ICT toepassingen zullen een diepe impact hebben op burgers, de bestaande verdienmodellen
van bedrijven, en het concurrentievermogen van regio’s en landen.
Noordwest-Europa domineert de ranglijst Top 10
De Top 10 van de ‘Networked Readiness Index’ wordt wederom gedomineerd door Noordwest-Europese
landen met in totaal zes noteringen. De ranglijst wordt net als vorig jaar geleid door Finland, gevolgd door
Singapore en Zweden. Nederland behoudt haar 4e positie, gevolgd door Noorwegen, Zwitserland, de
Verenigde Staten, Hong Kong, het Verenigd Koningrijk en Zuid-Korea (zie Tabel 1). De Top 6 is daarmee
identiek aan afgelopen jaar. Met de toetreding van Hong Kong en Zuid-Korea tot de Top 10 bestaat deze nu
uit drie Aziatische landen. Hoewel dit deels wijst op een opkomst vanuit Azië, moet echter worden gezegd
dat tegelijkertijd de grootste “digitale kloof” tussen verschillende landen binnen dit werelddeel is waar te
nemen. Opvallend is dat Zwitserland, dat al meerdere opeenvolgende jaren de mondiale concurrentie index
aanvoert, voor het tweede jaar op rij géén Top 5 notering in deze ranglijst haalt. De grootste stijger binnen
de Top 10 is Hong Kong, terwijl Taiwan (China) en Denemarken juist met respectievelijk 4 en 5 plaatsen zijn
gedaald en niet langer in de Top 10 staan.
Tabel 1 – World Economic Forum (WEF) Networked Readiness Index (NRI) 2014 Top 10
Land
Bron: INSCOPE
Ranking 2013/2014
Ranking 2012/2013
Verandering
Finland
1
1
◄
Singapore
2
2
◄
Zweden
3
3
◄
Nederland
4
4
◄
Noorwegen
5
5
◄
Zwitserland
6
6
◄
Verenigde Staten
7
9
▲2
Hong Kong
8
14
▲6
Verenigd Koninkrijk
9
7
▼2
Zuid-Korea
10
11
▲1
◄ = zelfde ranking; ▲# = stijging (van #) in ranking; ▼# = daling (van #) in ranking
Nederland behoudt positie in de Top 5
Voor het tweede jaar op rij bekleedt Nederland de vierde positie in de ranglijst. Dit is een uniek gegeven, zo
stelt Professor Henk Volberda, gezien het feit dat Nederland in de jaren voorafgaand aan 2013 nog niet
eerder in de Top 5 stond (zie Figuur 1). In 2005 werd nog een schamele 16e plek genoteerd, gevolgd door
een stijging naar de 6e positie in 2007. In de periode 2007-2011 daalde Nederland vervolgens enkele
plekken, maar sinds 2011 is een stijging ingezet die inmiddels heeft geleid tot twee Top 5 noteringen op rij.
Figuur 1: Ranking van Nederland op de WEF Networked Readiness Index (NRI) in de periode 2004-2014 Bron: INSCOPE
2004/2005
2005/2006
2006/2007
2007/2008
2008/2009
2009/2010
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
1
3
5
7
9
11
13
15
17
Professor Volberda stelt dat Nederland als diensteneconomie snel en kundig het belang van ICT voor
innovatie en concurrentievermogen heeft onderkend. ICT is doorgedrongen in alle aspecten van de
Nederlandse maatschappij, zoals blijkt uit het aantal huishoudens dat een computer heeft (1e positie) met
toegang tot internet (3e positie), de overheidsdiensten die online beschikbaar zijn (5e positie), en de
bedrijven die online transacties uitvoeren met klanten (4e positie) en andere bedrijven (11e positie).
Nederland heeft volgens professor Volberda ’s werelds meest competitieve internet- en telefoniemarkt, het
hoogste percentage computers per huishouden (97.2%), de beste netwerkdekking van mobiel bellen (100%
bereik op basis van populatie) en ook qua ‘e-participatie’ staat Nederland op een eerste plaats. Een sterke
tweede positie scoort Nederland volgens Volberda op het gebied van de veiligheid van internetservers en
het aantal afgesloten breedband internet abonnementen (39.8 per 100 inwoners). Ook wat betreft het
aantal huishoudens met internettoegang (3e positie; 94% van de huishoudens) en de toegang tot internet
op scholen (6e positie) scoort Nederland hoog. Daarnaast loopt Nederland volgens Volberda ook voorop op
het individuele gebruik van internet (4e positie;93%) en het gebruik van virtuele sociale netwerken (4e
positie). Hetzelfde geldt voor toegankelijkheid van “digital content” (5e positie), de toepassing van ICT
patenten en de invloed van ICT op de ontwikkeling van nieuwe organisatiemodellen.
Betaalbaarheid ICT, ICT visie van de overheid en ICT-toepassing binnen bedrijven
kan beter
Daarentegen merkt Professor Volberda op dat Nederland minder positief scoort op de tariefstelling van ICT
infrastructuur en digitale content hetgeen blijkt uit de hoge tarieven voor breedband internet (69e positie)
en mobiel bellen (106e positie). De betaalbaarheid van ICT in Nederland wordt gezien als een van de
zwakste schakels en is in het afgelopen jaren flink afgenomen naar een 69e positie (tegen een 60e positie in
2013 en 47e positie in 2012).
Maar daar waar de burgers ICT-toepassingen en sociale media adopteren, kunnen de overheid en het
bedrijfsleven volgens Volberda nog wel een tandje hoger schakelen. Zo ontbreekt een duidelijke
overheidsvisie voor de toekomstige toepassingen voor ICT (41e positie) zoals Cloud Computing, Big Data en
Internet of Things. Professor Volberda noemt het “teleurstellend” dat Nederland is gezakt van 3e naar een
8e positie op het gebied van kennisintensieve werkgelegenheid. Waar vorig jaar nog 47.2% van de
beroepsbevolking een kennisintensieve baan had, is dat nu gedaald naar 45.9%. Nederland zal sterker
moeten inzetten op een ICT strategie om de omslag te maken naar een echte kenniseconomie waarin
nieuwe economische activiteiten worden uitgevoerd op basis van het creëren van inzicht en toegevoegde
waarde door het snel analyseren, contextualiseren en combineren van datasets op manieren die voorheen
niet mogelijk was.
Tenslotte weten bedrijven in Nederland onvoldoende de mogelijkheden van ICT te benutten voor
economische groei en hoogwaardige werkgelegenheid. Het absorptievermogen van ICT technologie door
het bedrijfsleven is volgens Volberda relatief laag (22e positie). Dit laatste toont aan dat het Nederlandse
bedrijfsleven nog niet optimaal in staat is om ontwikkelde technologieën te benutten om daarmee de
internationale concurrentiepositie te verstevigen. Ontwikkelingen in ICT en internet hebben in Nederland
enerzijds geleidt tot faillissementen in de uitgeefsector (Polaire), reisbranche (OAD), en detailhandel (Its, De
Harense Smit), maar anderzijds biedt juist de snelle adoptie van deze ICT toepassingen door bedrijven
mogelijkheden voor nieuwe verdienmodellen en nieuwe economische groei. Toenamen van het aantal
bedrijven in Nederland dat ICT omarmt om nieuwe business modellen te ontwikkelen zou juist kunnen
bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid en innovatieve producten en diensten. Tabel 2 toont de scores van
Nederland op de tien hoofdfactoren (de zgn. “pilars”) in de NRI meting.
Tabel 2 – Networked Readiness Index 2014: Scores van Nederland op de diverse subindicatoren van de Index (2013/2014)
Subindicator (pillar)
Ranking 2013/2014 (van 148 landen)
Score 2013/2014 (tussen 1-7)
2.
1.
Politieke en juridische omgeving
8
5,5
2.
Business en innovatieomgeving
5
5,4
3.
ICT infrastructuur en digitale content
14
6,4
4.
Betaalbaarheid
69
5,4
5.
ICT vaardigheden
7
6,1
6.
Individueel gebruik ICT
4
6,5
7.
ICT gebruik bedrijfsleven
6
5,7
8.
ICT gebruik overheid
14
5,4
9.
Economische impact
5
5,6
3
6,1
10. Sociale impact
Digitale kloof wordt groter
In de subtop van de ranking, op plekken 11 tot en met 20, staan respectievelijk Luxemburg, Duitsland,
Denemarken, Taiwan (China), Israel, Japan, Canada, Australië, IJsland en Nieuw-Zeeland. Van deze landen
zijn Luxemburg en Japan (beide 5 plekken gestegen) de grootste winnaars, terwijl Canada vorig jaar nog op
de 12e positie in plaats van de 17e stond.
Professor Volberda stelt dat er een toenemend verschil is waar te nemen tussen aan de ene kant Noord- en
West-Europese landen en aan de andere kant Zuid-, Oost- en Centraal-Europese landen (zie Figuur 2). De
oorzaak van deze “digitale kloof” ligt hoofdzakelijk bij het bedrijfsleven. Bedrijven in Zuid-, Oost- en
Centraal-Europese landen lopen achter in de ontwikkeling en integratie van ICT in hun business modellen.
De focus moet daarom worden verlegd van de ICT infrastructuur, die in vrijwel alle Europese landen reeds
goed ontwikkeld en betaalbaar is, naar het creëren van de juiste voorwaarden voor bedrijven voor een
effectief gebruik van ICT.
Figuur 2: Digitale kloof binnen Europa
De zogenaamde BRIC landen (de ‘opkomende’ landen Brazilië, Rusland, India en China) lopen nog steeds
achter in de rankings. Ondanks dat er een aardige verbetering te zien is in het individuele gebruik van ICT in
vrijwel alle BRIC landen, is Rusland het enige land dat daadwerkelijk een hogere positie in de ranglijst heeft
behaald ten opzichte van twee jaar geleden. Professor Volberda stelt dat de BRIC landen het tij kunnen
keren door integrale strategieën na te streven waarbij de voornaamste focus ligt op de zowel ontwikkeling
van de ICT infrastructuur als het aanleren ICT vaardigheden en het bevorderen van efficiencyverbeteringen
en economische groei door adoptie van ICT toepassingen door overheden en bedrijven. Daarnaast is de
beperkende institutionele en bedrijfsomgeving niet bevorderlijk voor innovatie en ondernemerschap op het
gebeid van ICT. Zo stelt Volberda dat veel van de geïnstalleerde software in BRIC-landen in het illegale
circuit terecht komt, en blijkt de beschikbaarheid van nieuwe technologie vaak traag op gang te komen.
INSCOPE Research for Innovation, partnerinstituut van het World Economic Forum (WEF), is onderdeel van
Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). Voor nadere informatie over dit rapport kunt
u contact opnemen met Prof. Dr. Henk W. Volberda (zie ook www.rsm.nl/hvolberda), director van INSCOPE
Research for Innovation, op 010 408 2761 / 06 12 97 22 33 of per e-mail op [email protected].