i --> Doelstellingen voor deze les De kinderen: > weten wat kunstrijden is; > kennen de disciplines solorijden, paarrijden en precision skating; > herkennen de kunstschaats; > weten dat de jury beoordeelt op technische en artistieke uitvoering. Werkvorm Videofragment , gesprek en individuele verwerking Materialen > Videofragment: kunstrijden > Gedrukte top 40-lijst : (bijvoorbeeld uit een krant, van het internet of uit een muziekwinkel). Als alternatief kunt u een pop-cd van huis mee (laten) nemen. > Opdrachtkaart kunstrijden Voorbereiding > Kopieer de bedrukte top 40-lijst zo vaak dat er in ieder geval voor elk tweetal een kopie is. > Zorg voor een ruimte voor de opdrachten 4 en 5. Voor deze opdrachten moeten de leerlingen voldoende bewegingsruimte hebben. U kunt bijvoorbeeld naar het gymlokaal gaan of u schuift tafels en stoelen aan de kant zodat er voldoende bewegingsruimte is. les 3 Kunstrijden --> inhoud van de les Inleiding (10 minuten) Introduceer het kunstrijden door een kort gesprekje over de tv-programma’s Dancing on iceen Sterren dansen op het ijs. Wie heeft wel eens naar deze programma’s gekeken? Vinden ze het leuk om ernaar te kijken? Denken de kinderen dat ijsdansen moeilijk is? Bekijk daarna de dvd over kunstrijden. Kern opdrachtkaart kunstrijden (30 minuten) Bespreek opdracht 1 klassikaal. Daarna maken de leerlingen opdracht 2 en 3 individueel. Voor opdracht 4 en 5 kunt u naar een gymlokaal gaan of u schuift tafels en stoelen aan de kant zodat er voldoende bewegingsruimte is. Afsluiting (5 minuten) Kijk gezamenlijk terug op de les en beantwoord eventuele vragen. Begrijpen de kinderen dat de jury beoordeelt op technische en artistieke uitvoering? Begrijpen ze het verschil tussen de korte en de lange kür? Vooruitblik: volgende les is schaatsles op de ijsbaan. Moeten de kinderen daarvoor iets meenemen? Tijd over? Tip: Ga naar www.hetklokhuis.nl en bekijk de aflevering over kunstschaatsen (www.hetklokhuis.nl ? Klokhuis gemist? ? A tot Z ? ‘K’ ? kunstschaatsen). ------------------------------------------------Solo en paarrijden bestaan uit twee onderdelen: een korte en een lange oefening. De korte oefening heeft verplichte onderdelen: sprongen, pirouettes en pascombinaties. De korte kür (technische onderdelen) is per seizoen verschillend. Elk jaar wordt van tevoren bepaald welke oefeningen de schaatsers moeten laten zien. Dit zijn minimale oefeningen: de schaatsers mogen zelf kiezen om de oefening moeilijker te maken, bijvoorbeeld een driedubbele in plaats van een dubbele sprong. Zo kunnen ze extra punten verdienen. De lange oefening heet ook wel vrije kür. Tijdens de vrije kür kunnen de schaatsers laten zien wat ze kunnen. De vrije kür moet wel aan bepaalde eisen voldoen: het programma moet harmonisch zijn opgebouwd door middel van sprongen, sprongcombinaties, danspassen en tempowisselingen in de muziek. Tijdens de vrije kür kunnen schaatsers hun nieuwe sprongen en figuren presenteren. Er zijn tijdens de vrije kür al heel wat beroemde, nieuwe figuren geboren. Kunstschaatsen zijn kort. Voor op de kunstschaatsen zitten karteltjes. Daarmee maken de kunstschaatsers hun priksprongen. De schaatsers prikken de karteltjes in het ijs om af te zetten. Je kunt ook vanaf de zijkant van je schaats wegspringen. Dat zijn de kantsprongen. Voor buitenstaanders lijken de sprongen erg op elkaar. Bijna elke sprong begint met achteruit schaatsen. Alleen de axel is een voorwaartse sprong. Het is de moeilijkste sprong. Bij elke sprong draai je in de lucht. Als je tijdens de rittberger twee rondjes draait, spring je een dubbele rittberger. Sprongen: er zijn in totaal drie priksprongen en drie kantsprongen. Priksprongen zijn: de spot, de flip en de lutz. Kantsprongen zijn: de salchow, rittberger en de axel. Pirouettes zijn: de stand pirouette, wagen- , zit- en hemelpirouette. ---------------------------------------------------------------> antwoorden bij de opdrachten vraag 1. Voor kunstrijdmuziek zijn de volgende punten belangrijk: - in de muziek moet voldoende afwisseling zitten tussen snel en langzaam; - er moet een dansritme in zitten, waarop sierlijk geschaatst kan worden. vraag 2. Langebaanschaatsen Kleding moet snel zijn Geen muziek Snelle schaats Snelheid centraal Klok Kunstrijden Kleding moet mooi zijn Muziek Schaats waarmee je goed kunt springen en draaien Schoonheid centraal Jury vraag 3. De schaatsers prikken de karteltjes in het ijs om af te zetten. vraag 4. Eigen antwoorden. vraag 5. Enkele voorbeeldpassen: > om en om naar voren drie passen, anderen drie passen naar achteren; > twee cirkels maken, buitenste kring loopt linksom, binnenste kring loopt rechtsom; > grote kring: allemaal naar het midden, armen omhoog, allemaal naar buiten, armen omlaag, drie keer herhalen; > inhaken, om elkaar heen draaien. Ook met drie personen naast elkaar (binnenste heel langzaam lopen!), ook met de hele groep (binnenste heel, heel langzaam lopen!!). F r a ne k e r Hindeloopen Dok k um Stavoren L e e uwa r de n Sloten Sneek Harlingen IJlst Bolsward Workum F r a ne k e r Hindeloopen Dok k um Stavoren L e e uwa r de n Sloten Sneek Harlingen IJlst Bolsward Workum
© Copyright 2024 ExpyDoc