Inspectierapport peuteropvang De Peuterkom (KDV) Boxhofstede 17 8171 KC VAASSEN Registratienummer 167422017 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Noord en Oost Gelderland EPE 09-09-2014 Regulier onderzoek Definitief 02-10-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................. 3 Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4 Personeel en groepen .................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 7 Ouderrecht .................................................................................................................. 8 Inspectie-items................................................................................................................ 9 Gegevens voorziening ..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13 2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op 9 september 2014 is Kinderdagverblijf/peuteropvang De Peuterkom van Stichting Kom Kinderopvang in opdracht van de gemeente Epe bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Omdat dit kinderdagverblijf wordt gesubsidieerd voor vroeg en voorschoolse educatie worden ook de voorwaarden daaromtrent meegenomen in de toetsing. Daarnaast is in opdracht van de gemeente Epe de voorwaarden aangaande het vierogenprincipe onderzocht. Beschouwing Kinderdagverblijf (KDV)-peuteropvang De Peuterkom maakt onderdeel uit van Kom kinderopvang op maat. De organisatie heeft zo'n 12 locaties in de gemeente Epe. Peuteropvang De Peuterkom is gevestigd in de wijk Oosterhof in basisschool de Gerardus Majella. Het is een kinderdagverblijf met veertien kindplaatsen. Er is sprake van 1 stamgroep waarin opvang wordt verzorgd voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Vanaf het begin van deze locatie is er een vaste beroepskracht werkzaam op deze stamgroep. De beroepskracht heeft zich coöperatief opgesteld tijdens het uitvoeren van de inspectie. Tevens heeft de houder zich coöperatief opgesteld. Inspectiegeschiedenis Bij de jaarlijkse inspectie van 2013, uitgevoerd op 3 september 2013, zijn er geen tekortkomingen vastgesteld. Dit betrof een verkort onderzoek. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Pedagogisch klimaat". Voor het beoordelen of het pedagogisch beleid van de houder wordt uitgevoerd in de praktijk is het pedagogisch werkplan doorgenomen en getoetst in de praktijk. Binnen het domein "pedagogische praktijk" zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • waarborging emotionele veiligheid; • ontwikkeling van persoonlijke competentie; • ontwikkeling van sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Aangezien deze locatie gesubsidieerd wordt in het kader van vroeg- en voorschoolse educatie is gecontroleerd of wordt voldaan aan de eisen die volgen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit onderdeel komt als laatste aan bod binnen dit domein. Pedagogisch beleid In het algemene pedagogisch beleidsplan, kinderdagopvang, februari 2014 wordt verwezen naar het protocol 4 ogen beleid. Dit protocol is voor ouders terug te vinden op de website van de houder. In dit document staan verschillende manieren beschreven waarop het vierogenprincipe in de praktijk wordt uitgevoerd. Het is een organisatiebreed document. Pedagogische praktijk Tijdens de inspectie zijn er drie peuters, een stagiaire en een beroepskracht aanwezig. Er is een activiteit uitgevoerd met de aanwezige peuters, het maken en bakken van koekjes. Daarna hebben de kinderen een vrij spelmoment gehad. Dit werd gevolgd door het eten van fruit/zelfgebakken koekje en drinken. De bedoeling was dat er buiten gespeeld zou worden, door de regen werd dit verplaatst naar binnen. Emotionele veiligheid Tijdens de observatie is gezien dat de beroepskracht communiceert met de kinderen. Uit het gesprek met de beroepskracht is duidelijk dat zij op de hoogte is van de gezinssituatie van de kinderen. Tijdens de observatie is gezien dat de beroepskracht gesprekjes hebben met de kinderen waarbij zij beurt-wisselen. Er is veel interactie tussen de beroepskracht en de kinderen; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Persoonlijke competentie De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. De beroepskracht sluit op passende wijze aan bij het ontwikkelingstempo en -niveau van een kind. Zij biedt spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Naar aanleiding van het voorlezen van een verhaaltje over het maken van een taart heeft de beroepskracht de activiteit koekjes baken bedacht. De beroepskracht pakt voor het aantal aanwezige kinderen de materialen nodig voor het maken en bakken van koekjes. Zo komen er drie kommetjes op tafel. De beroepskracht stelt de vraag of de kommetjes alle drie even groot zijn. De beroepskracht vraagt wat er in de kom moet (is ook voorgekomen in het voorleesboekje). "Bloem", zegt een kindje. De beroepskracht vraagt: “Moeten we dan buiten bloemetjes pakken?' Nee, zegt een kindje. De beroepskracht laat zien wat er met bloem wordt bedoeld. Ze legt bij alle drie de kindjes wat bloem op tafel. "Doe maar even voelen", zegt de beroepskracht. De stagiaire vraagt: “Ruikt het lekker?". De drie kinderen voelen en ruiken het deeg en geven een reactie. Als de beroepskracht het deeg aan het kneden is, krijgen alle drie de kindjes een beetje van het nog te kneden deeg. De beroepskracht stimuleert de kinderen om zelf te kneden en te proeven. De kinderen zijn gedurende de gehele activiteit betrokken. 4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. De beroepskracht wijst de kinderen regelmatig op een regel, zoals: "Je mag niet zelf de deur open doen." Voor het eten, moeten de kinderen de handen wassen. Dit wordt tijdens de inspectie meerdere keren gedaan (voor de activiteit koekjes bakken, na het koekjes bakken, voor het eten van fruit, voor de lunch). Uit de reactie van de kinderen is op te maken dat dit een normale gang van zaken is. De kinderen lopen naar de wc waar de handenwasgelegenheid is. Daar pakken ze de zeep. Voorschoolse educatie Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van de methode Startblokken. Dit is een goed onderbouwde, echter niet (meer) erkende interventiemethode voor vroeg- en voorschoolse educatie(www.nji.nl). Men is bezig om de methode opnieuw erkend te krijgen. Wel wordt aan de voorwaarde voldaan omdat er een methode wordt gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel ontwikkeling. De beroepskracht op locatie heeft aangegeven dat op de peutergroep maximaal 14 peuters worden opgevangen. Hiermee wordt voldaan aan de eis dat er ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen zijn op de groep. De vaste beroepskracht die wordt ingezet voor vroeg en voorschoolse educatie is adequaat geschoold. De beroepskracht is zowel in het bezit van een diploma conform cao welzijn als in het bezit van een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. Tevens heeft de houder een opleidingsplan opgesteld die voldoet aan de eisen. De houder moet vroeg en voorschoolse educatie minimaal 10 uren per week op groepsniveau aanbieden. De tien uur per week kan alleen gehaald worden binnen de eigen groep op 1 locatie. Het kinderdagverblijf is op dinsdag en donderdag geopend van 7.30 uur tot 12.45 uur. In het pedagogisch werkplan en op de website van de houder staat beschreven dat voor peuterspeelzaalkinderen het dagdeel 8.30 tot 12 uur duurt (met mogelijkheid van verlengen). Kinderen van het kinderdagverblijf kunnen komen vanaf 7.30 tot en met 12.45. Het brengmoment is van 7.30 tot 8.30 en het ophaalmoment vanaf 12 uur. De beroepskracht geeft aan dat de kinderen op wisselende tijdstippen komen. Het eerste kindje is er veelal om een uur of 7.45. Om ongeveer 8.30 komen de andere kinderen. De eerste kinderen worden om ongeveer 12 uur opgehaald. Het laatste kindje om 12.45. Het aanbieden van activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen op groepsniveau is op deze locatie in de praktijk alleen mogelijk van 8.30 tot 12 uur. Per week is dit 7 uur. De tien uur per week op groepsniveau wordt niet gehaald. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • Interview anderen (Beroepskracht op locatie) • Observaties • Pedagogisch werkplan • VVE-certificaten • Opleidingsplan voorschoolse educatie • website van de houder 5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag De vaste beroepskracht van deze locatie is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag die voldoet aan de voorwaarden. De aanwezige stagiaire heeft een verklaring omtrent gedrag die is afgegeven op 3 september 2012. De geldigheidsduur van twee jaar is net verstreken. Houder heeft aangegeven dat er wel reeds een nieuwe is aangevraagd. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie De vaste beroepskracht op deze locatie is in het bezit van een passende beroepskwalificatie conform cao kinderopvang. Opvang in groepen Peuteropvang De Peuterkom is twee dagdelen per week geopend, dinsdagochtend en donderdagochtend. Op beide dagdelen komen dezelfde kinderen. Het maximaal aantal op te vangen kinderen wordt niet overschreden. Aan de voorwaarden behorende bij de opvang in groepen wordt voldaan. Beroepskracht-kindratio Peuteropvang De Peuterkom is op twee dagdelen geopend van 7.30 tot 12.45. Er komen niet meer dan 5 à 6 peuters tegelijkertijd. Er is altijd 1 vaste beroepskracht aanwezig en daarbij een stagiaire. Het aantal beroepskrachten wat wordt ingezet in relatie tot het aantal kinderen is voldoende. Gebruikte bronnen: • Observaties 6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Veiligheid en gezondheid De houder dient ervoor zorg te dragen dat er altijd iemand mee kan kijken of luisteren indien er sprake is van de situatie dat een beroepskracht alleen op de groep staat (het vier-ogenprincipe). Vierogenprincipe De houder maakt met name gebruik van de inzet van de stagiaire om ervoor zorg te dragen dat de beroepskracht uitsluitend de werkzaamheden kan verrichten terwijl de beroepskracht. Op dinsdagochtend doet de stagiaire boodschappen. De beroepskracht is dan op het kinderdagverblijf. Er is met school afgesproken dat zij regelmatig binnenlopen. De beroepskracht geeft aan dat dit zo is. Ook is dit gezien. Op deze locatie zijn geen babyfoons. Het komt voor dat het pedagogisch hoofd op deze locatie werkt. Mocht de stagiaire ziek zijn of afwezig, dan wordt gezorgd voor vervanging. Met betrekking tot het buiten spelen; het komt voor dat de beroepskracht of stagiaire binnen is, terwijl de kinderen met de stagiaire of de beroepskracht buiten is. Er zijn veel raampartijen waardoor naar buiten gekeken kan worden, tevens loopt degene die binnen is dan regelmatig naar buiten. Ook van buitenaf is er goed zicht op de buitenspeelruimte. Het vierogenprincipe wordt voldoende geborgd door de houder op deze locatie. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • Interview anderen (Beroepskracht op locatie) • Observaties • Document: het vierogenprincipe KOM kinderopvang • Website van de houder 7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Ouderrecht Bij dit onderdeel wordt bekeken of de oudercommissie de mogelijkheid heeft gekregen om advies uit te brengen over het ten uitvoer brengen van het vierogenprincipe op de locatie. Oudercommissie Tijdens deze jaarlijkse inspectie is er geen oudercommissie meer. Houder kan aantonen dat in juni 2013 de destijds ingestelde oudercommissie een positief advies heeft gegeven aangaande het invoeren van het vierogenprincipe op deze locatie. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) • Interview anderen (Beroepskracht op locatie) 8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie : : : : : peuteropvang De Peuterkom http://wws.komkinderopvang.nl 000022574905 14 Ja Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer : : : : : KOM Kinderopvang op Maat De Wetstraat 25 8172 CK VAASSEN www.komkinderopvang.nl 41040162 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Noord en Oost Gelderland Postbus 51 7300 AB APELDOORN 088-4433000 T. Dudok van Heel Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : EPE : Postbus 600 : 8160 AP EPE Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : 09-09-2014 18-09-2014 01-10-2014 02-10-2014 06-10-2014 : 06-10-2014 : 09-10-2014 12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Startblokken Nav jouw eerdere vraag/opmerking over de erkenning van het Startblokken is er vanuit ons direct contact opgenomen met de Gemeente Epe ( Esther v/d Ridder) en is er onderzoek verricht: Startblokken was altijd een erkend programma (behoorde bij de 3 grootste). Recentelijk is er een nieuwe beoordelingscommissie aangesteld voor de VVE-programma’s. Zij hebben echter ook andere (nieuwe) criteria gebruikt. Hierdoor kwam Startblokken niet gelijk goed door de ‘keuring’. Startblokken heeft de aantekening gekregen dat ze enkele onderdelen iets moesten aanscherpen. Dit aanscherpen hebben ze inmiddels gedaan, en de aanvraag is opnieuw ingediend. Hiervoor hebben ze al mondeling een akkoord gekregen, maar aangezien de commissie eens per zoveel maanden bij elkaar komt, is het formeel nog niet rond en staan ze dus ook niet op de site van NJI genoemd. Er wordt vanuit gegaan dat de officiële goedkeuring in de komende maanden rond zal komen, en het ‘gewoon’ (als vanouds) weer het erkende VVE-programma is. VOG Stagiaire Inmiddels is de VOG van de stagiaire ontvangen en u reeds toegestuurd. 13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 09-09-2014 peuteropvang De Peuterkom te VAASSEN
© Copyright 2025 ExpyDoc