Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Bureau № 231, Herman Weessies Datum: juni 2014 Versie: 2.0 Pagina 1 van 16 Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Inhoudsopgave 1. Achtergrond 3 2. Projectdoelstelling 3 3. Inzichten uit onderzoek – ouders 4 4. Inzichten uit onderzoek – ouders (2) 5 5. Inzichten uit onderzoek – leerkrachten 6 6. Inzichten uit diepte-interviews 6 7. Ouderbetrokkenheid 3.0 7 8. Relatie met transities WMO en Jeugzdzorg 7 9. Uitwerking van de probleemstelling 8 10. Communicatiedoelgroepen 9 11. Strategie 10 12. Planning van middelen 11 13. Stijl van communicatie 12 14. Risico-analyse 12 15. Tijdschema 12 16. Implementatieplan 13 Pagina 2 van 16 Project 1. Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Achtergrond Het Reformatorisch Samenwerkingsverband Berséba heeft als primaire doelgroep de besturen, directies en IB-ers binnen het onderwijs. Deze organisatielagen zijn verantwoordelijk voor het scheppen van de randvoorwaarden waarmee de uitgangspunten en doelstellingen van Passend Onderwijs worden gerealiseerd. Berséba communiceert met diverse middelen rechtstreeks naar deze doelgroep. Daarnaast bestaat er een Reformatorisch Oudervereniging (ROV) die is opgericht om de belangen van ouders te behartigen en intermediair te zijn tussen de scholen en ouders. Dit gebeurt met name vraag-gestuurd; ouders hebben specifieke vragen en kunnen daarmee terecht bij de ROV. Algemene signalen worden door de ROV opgepakt als belangenbehartiging richting overheid en andere belangenorganisaties. Op lokaal niveau worden leerkrachten door hun schooldirecties en IB-ers betrokken bij het onderwerp Passend Onderwijs en hebben ze een stem in bijvoorbeeld Medezeggenschapsraden. Datzelfde geldt voor ouders, waarbij in de praktijk met name ouders van kinderen met bijzondere behoeften zich betrokken voelen bij de ondersteuningsplannen van ‘hun’ school, met betrekking tot hun kind(eren). Ouders en leerlingen zijn de belangrijkste afnemers van ons onderwijs. Het is belangrijk dat zij nadenken over wat er in de toekomst nodig is in ons onderwijsstelsel. Het doel is dat elke leerling het beste tot zijn recht komt. Dit vraagt om een goede samenwerking tussen ouders en scholen tijdens de gehele schoolloopbaan van kinderen, zeker in het kader van passend onderwijs. Daarbij komt voor de scholen in de achterban van Berséba dat de christelijke identiteit extra reden voor betrokkenheid zou moeten geven. Immers is de schoolvisie op onderwijs mede gebaseerd op een mensvisie vanuit de Bijbel. Ouderbetrokkenheid is een gebied dat nog ontwikkeld dient te worden, zo is de algemeen erkende overtuiging. Er bestaat een discrepantie tussen strategische niveaus waar overheidsbeleid wordt vertaald door overleg- en samenwerkingsorganen en het grondvlak. Door stakeholders in het onderwijs wordt heel veel kennis opgebouwd maar deze komt door allerlei oorzaken veel te weinig terecht bij de mensen in de praktijk, in casu de leerkrachten. Waar de twee grondvlakken (ouders en leerkrachten) samenkomen, ligt het operationele niveau waar uiteindelijk de idealen van Passend Onderwijs daadwerkelijk worden waargemaakt. Echter, in de praktijk wordt al het waardevolle materiaal aan studies, uitkomsten van overleggen etc. etc. niet bij deze doelgroepen gebracht. Daarvoor is de communicatie te indirect en over teveel schijven. Dat is een belangrijk knelpunt. Immers, als we de ervaring en ervaringskennis van deze doelgroepen kunnen verbinden aan de kennis en ervaring die op bovenliggende niveaus (beleid ontwikkeling) wordt opgedaan, kan het zeer versterkend werken voor de implementatie en borging van passend onderwijs in het belang van kwetsbare kinderen. 2. Projectdoelstelling Vanuit deze achtergrond heeft Berséba een belang om bij de uitvoering van haar missie de ouders en leerkrachten ook als communicatiedoelgroep te zien. Zodat scholen ondersteund worden in hun taak om de relatie met leerkrachten en de ouders te versterken. Naar aard en inhoud van communicatie kan eventueel rechtstreeks of via de school door Berséba met deze doelgroepen worden gecommuniceerd. Berséba neemt nu initiatief om een plan te ontwikkelen met de volgende doelstelling: Het ontwerpen van een communicatiestrategie en -plan om ouders en leerkrachten optimaal te betrekken bij de doelstellingen van Passend Onderwijs, en een plaats te geven in de ontwikkeling en toepassing van kennis en ervaring in het verband van scholen, beleidmakers en belangenorganisaties. Enkele uitgangspunten: - De waarden vanuit de gedeelde christelijke overtuiging en de daaruit voortkomende mensvisie is leiden voor passend onderwijs in het reformatorisch samenwerkingsverband - Ouderbetrokkenheid 3.0: ouders en school werken samen ten behoeve van het kind. - Leerkrachten moeten worden gestimuleerd om het niveau van hun eigen school te overstijgen. Pagina 3 van 16 Project - 3. Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid De schoolloopbaan, inclusief het aangeboden onderwijs en ondersteuning, is een onderdeel van de levensfase van het kind. Het moet steeds in context worden geplaatst. Het realiseren van de doelstelling vereist samenwerking en afstemming tussen RSWV Berséba en de Reformatorische Oudervereniging Inzichten uit onderzoek - ouders In maart 2014 is een onderzoek gepubliceerd (Stichting Schoolinfo) waarin is onderzocht in hoeverre ouders en schoolpersoneel zijn voorbereid op de invoering van passend onderwijs. Scholen binnen Berséba-verband houden vrij gelijke tred met het landelijk gemiddelde maar ‘doen’ het over de hele linie net iets beter. De eerste vraag in het onderzoek geeft meteen al een veelzeggend beeld: Bent u betrokken bij de invoering van passend onderwijs op de school van uw kind? 100 80 nee 60 Ja, als lid van de (G)MR Ja, als lid van een klankbord 40 Ja, als bestuurslid 20 0 1 Passend onderwijs is uiteindelijk een zaak waar idealiter alle ouders zich betrokken bij zouden moeten voelen. Het is voor te stellen dat in de beginfase de betrokkenheid nog vooral gaat om ouders van kinderen met ondersteuningsbehoefte. Echter de cijfers achter deze grafiek laten zien dat zelfs de ouders zonder zorgkinderen nog een fractie meer betrokken zijn dan de andere, namelijk de officiële gremia van (G)MR. Verder noemen we hieronder de belangrijkste feiten, genomen uit de response van ouders van kinderen met een rugzak of andere ondersteuningsvraag. Voor een goed beeld zijn de cijfers uit het onderzoek opnieuw samengesteld tot een gewogen gemiddelde uit de groepen ouders van kinderen met rugzak of andere vormen van ondersteuning. Huidige kennis van zaken: - Ruim 92% van de ouders weet dat passend onderwijs ingevoerd gaat worden, maar in ruim 62% van gevallen zeggen ouders dat niet de school hun belangrijkste informatiebron is. - Ca. 35% van de ouders weet niet of er voor hun kind iets verandert, 21% weet zeker dat er iets verandert. - Circa 45% zegt helemaal niet of matig voorbereid te zijn op de introductie van passend onderwijs Informatiebehoefte In het onderzoek is ook gevraagd of, in welke mate en op welke manier ouders geïnformeerd willen worden over passend onderwijs. De antwoorden op de belangrijkste vragen: Op de vraag “Zou u meer informatie willen over wat de invoering van passend onderwijs betekent voor uw kind?” antwoorden de meeste ouders met ja. Opvallend is hier dat ook bijna 60% van de ouders met kinderen zonder ondersteuningsvraag graag willen weten wat de effecten zijn van passend onderwijs. Daarom worden bij onderstaande vragen deze beide groepen ouders met elkaar vergeleken: Pagina 4 van 16 Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Over welk onderwerp zou u meer geïnformeerd willen worden? Opvallend is hier dat ouders van kinderen zonder ondersteuning in verhouding meer algemene vragen hebben en willen weten wat het effect is op de klas en maar tegelijk ook tamelijk geïnteresseerd zijn in wat het betekent voor de specifieke situatie van hun kind. Door wie zou u geïnformeerd willen worden? De meeste respondenten (ca 60%) vinden dat de school hen moet informeren over de achtergronden en effecten van passend onderwijs. Circa 20% vindt dat het ministerie dat hoort te doen, maar deze mensen zullen wellicht ook genoegen nemen met informatie als deze vanuit school wordt verstrekt. Hoe wilt u dan geïnformeerd worden? Het ligt voor de hand dat de ouders met ondersteuningsvraag relatief veel behoefte hebben aan een persoonlijk gesprek. Wat opvalt is echter dat een informatiebrochure en voorlichtingsbijeenkomst vrij breed in een behoefte zou voorzien. De vraag is echter hoe effectief middelen als brochures en nieuwsbrieven zijn om betrokkenheid te realiseren. 4. Inzichten uit onderzoek – ouders (2) In opdracht van onder meer Netwerk Ouderinitiatieven heeft Advies- en Redactiebureau duo decimo in maart 2014 een rapport gepubliceerd met verslagen van 7 bijeenkomsten met ouders en andere stakeholders. Dit rapport geeft een waardevol overzicht van de verwachtingen die ouders hebben van de school en andere betrokken instanties. Uit de samenvatting: Ouders willen vanaf het begin betrokken zijn als educatief partner. Ze willen weten wat ze van een school mogen verwachten en wat de school van hen verwacht. In overleg over onderwijsarrangementen verwachten zij gehoord te worden als ervaringsdeskundigen. Ook de mening van het kind doet ertoe. Meerdere keren is ook aan de orde gekomen dat de informatie vanuit de school helder, transparant en toegankelijk moet zijn en in begrijpelijke taal geschreven. Ouders willen bijtijds weten waar ze aan toe zijn Pagina 5 van 16 Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid en niet voor een voldongen feit gesteld worden. Ze vinden het een taak van scholen en samenwerkingsverbanden om samen een voorlichtingscampagne te organiseren voor alle ouders. Over de ouderbetrokkenheid in de ondersteuningsplanraad bestaat nog veel onduidelijkheid. Ouders weten over het algemeen niet welke ouders daarbij betrokken zijn. Ouders in de ondersteuningsplanraad hebben behoefte aan inbreng van andere ouders. Ze weten vaak niet wat de andere ouders van hen verwachten. Als oplossing hiervoor is aangedragen om informele groepen te betrekken, zoals klankbordgroepen, een ouderplatform of digitaal forum. 5. Inzichten uit onderzoek - leerkrachten In het onderzoek dat Stichting Schoolinfo publiceerde, zijn ook leerkrachten bevraagd op hun kennis en achtergrond m.b.t. passend onderwijs. Daaruit blijkt dat: - Circa 63% van de leerkrachten vol zelfvertrouwen zegt tamelijk tot zeer goed in het algemeen op de hoogte te zijn; - Circa de helft weet ook wat er op de eigen school en voor henzelf gaat veranderen m.i.v. 2014/2015; - Circa 23% vindt dat de eigen school nog onvoldoende is voorbereid op de start van passend onderwijs; - Circa 37% van zichzelf vindt dat de voorbereiding nog verbetering behoeft. 6. Inzichten uit diepte-interviews In een aantal gesprekken met ouders uit de achterban van Berséba en ROV, een gesprek met enkele leden van de Ondersteuningsplanraad ontstaat extra inkleuring bij de onderzoeksresultaten die hierboven benoemd zijn. De centrale gedachte van passend onderwijs vind weerklank in christelijke naastenliefde binnen de achterban, hoewel ook deze ouders natuurlijk ook vragen hebben m.b.t. hun eigen kinderen Vanuit een christelijke levenshouding zouden school en ouders niet met elkaar moeten communiceren op basis van rechten maar op basis van gezamenlijk belang Doordat relatief meer moeders beschikbaar zijn tijdens werkuren, is er relatief gemakkelijk gebruik te maken van ouderbetrokkenheid, hoewel dit veel inhoudelijker ingevuld kan worden dan tot nu toe het geval is. Christelijke levenshouding en sterke regioculturen gaan binnen de Berséba/ROV achterban vaak hand in hand. Dat vraagt, meer dan bij een seculiere achterban, om een lokale inkleuring van communicatie. Ouderbetrokkenheid op passend onderwijs is in plaatsen met een sterke cultuur als Barneveld, Rijjssen, Genemuiden duidelijk anders c.q. vanzelfsprekender dan in meer stedelijk ingerichte plaatsen als Kampen, Gouda, Amersfoort etc. Uiteraard is dat is geen kwalificatie maar een aanwijsbaar en verklaarbaar cultureel en sociologisch verschil. De school speelt in de reformatorische bevolkingsgroep nog een relatief grote rol in het stellen van kaders/regels. Directie en bestuur zijn in die zin mede normbepalend. Ze oefenen nog steeds een soort van gezag. Dat heeft positieve kanten maar de keerzijde is dat het ook kan zorgen voor afstand waar ouders zich ondergeschikt voelen. In het verlengde daarvan hebben leerkrachten een belangrijke functie als rolmodel voor de kinderen. Leerkrachten kunnen zo een appel doen op ‘zorgen voor elkaar’ in de klas, op basis van de gezamenlijk gedeelde waarde van christelijke naastenliefde Leerkrachten hebben meer ondersteuning nodig om te groeien in de professionaliteit m.b.t. het verbinden van ouders aan het primaire proces. Dat zien de leerkrachten zelf ook in, maar opvallend is dat ouders dat signaleren vanuit hun eigen relatie met de school. Vanuit het gesprek met de Ondersteuningsplanraad (OPR) Het volledige verslag van het gesprek met de OPR is als bijlage aan dit plan toegevoegd. De belangrijkste indruk die uit dat gesprek naar voren komt, is dat de leerkrachten zich volgend opstellen en als gevolg van de regelmatige onderwijsvernieuwingen eerst afwachten hoe één en ander vanuit de schoolleiding vertaald naar beleid dat uitgevoerd dient te worden. Hieruit komt een beeld naar voren dat onder leerkrachten meer eigenaarschap gestimuleerd kan worden, als essentiële voorwaarde voor passend onderwijs. Eerder in dit document hebben we gesteld dat passend onderwijs uiteindelijk daadwerkelijk wordt waargemaakt in het primaire proces waar ouders, leerlingen en leerkracht samenkomen. De leerkracht dient zich eigenaar te voelen van Pagina 6 van 16 Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid het proces in de klas en mede-eigenaar van het afstemmingsproces met ouders en andere betrokkenen zoals hulpverleners etc. Dat vraagt ook om meer uitdaging en een andere positionering als onderwijsprofessional. Een tweede element dat naar voren komt uit dit gesprek is de ontwikkeling van de lokale krachtenvelden. Ook in andere gesprekken komt dit naar voren. Als in een bepaalde regio meerdere scholen binnen een geografisch bereik zijn, in hoeverre is er afstemming over specialisatie per school en het profileren van deze specialismen in de regio. Vanuit het gesprek met de Reformatorische Oudervereniging (ROV) In het gesprek komt naar voren dat de ROV zicht begint te krijgen op de eigen positionering. Vanuit een afspraak tussen het ministerie en de VGS om stappen te maken in het uitwerken van de ouderbetrokkenheid is in het vervolgproces besloten een reformatorische oudervereniging op te richten. De geschiedenis van de ROV is ook nog relatief kort. Daarom staat de ROV onder meer nog voor de taak en uitdaging om het echte centraal stellen van de ouders nog een duidelijke plek te geven. De ROV is met name georiënteerd op “Den Haag” en de algemene belangenbehartiging. Voor de structurele borging van de rol van de ROV als oudervereniging zou een positionering die wat losser staat van de dragende organisaties wenselijk zijn. Tenslotte sprekend over passend onderwijs en ouderbetrokkenheid is de gedeelde conclusie dat dit om een constructieve houding vraagt van ouders maar dat ook hier nadrukkelijk eigenaarschap als waarde nagestreefd dient te worden. 7. Ouderbetrokkenheid Het CPS heeft tien criteria ontworpen om gestructureerde ouderbetrokkenheid vorm te geven in de Nederlandse context. Deze criteria bieden waardevolle aanknopingspunten om passend onderwijs te vertalen naar ouders en leerkrachten. Het gaat uit van een samenwerking op basis van gelijkwaardigheid tussen leerkracht en ouders. Daarin worden professionele kennis van het onderwijs en kennis over het kind samengebracht. Hieruit ontstaat een integraal leerproces voor het kind en is er ruimte om telkens nieuwe ideeën te ontwikkelen. Deze aanpak is succesvol op basis van de wetenschappelijke onderbouwing van PTSA in Amerika. De tien criteria voor een school die werkt volgens deze filosofie zijn (kort samengevat): 1. School en ouders hebben samen een visie op samenwerking geformuleerd; 2. Docenten, leerlingen en ouders worden actief betrokken bij het schoolbeleid, ook in diagonale structuren 3. Aan alles is te merken dat al deze drie groepen welkom zijn op school 4. Ouders en docenten werken voortdurend samen 5. Docenten, leerlingen en ouders voeren gesprekken vanuit gelijkwaardigheid in belang 6. Docenten, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar 7. Leerlingendossiers zijn toegankelijk voor leerkrachten en ouders 8. School laat zien open te staan voor feedback 9. Opkomst bij verplichte bijeenkomsten is > 80% 10. Actieve en heldere communicatie over regels en wetten 8. Relatie met transities WMO en Jeugdzorg De introductie van Passend Onderwijs valt samen met de transities in het kader van de WMO en Jeugdzorg naar decentraal niveau en de kanteling van de samenleving van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Hoewel de scope van dit plan helder is gericht op passend onderwijs, is het wel goed om zowel intern binnen Berséba als met de externe doelgroepen deze thema’s aan elkaar te verbinden. Immers is Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid ook een uitwerking van de beoogde participatie. Het zou goed zijn om op lokaal niveau te ontdekken hoe bijvoorbeeld de raakvlakken zijn tussen de rol die diaconale projecten van kerken hebben in de ondersteuning van kwetsbare kinderen en jongeren, het ondersteunen van kwetsbare gezinnen etc. Pagina 7 van 16 Project 9. Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Uitwerking van de probleemstelling Bovenstaande informatie duidend vanuit de verdieping in de verschillende interviews, komt het kernprobleem naar boven drijven in een viertal knelpunten: 1. Betrokkenheid van ouders en leerkrachten gaat eigenlijk over eigenaarschap en co-creatie. Ouders geven in het onderzoek aan niet betrokken te zijn bij de invoering van passend onderwijs. Ze worden dus niet als mede-eigenaren en co-creators gezien. 2. Daarnaast is de school als gezagdragend instituut van zekere waarde maar kan dit tegelijk afstand scheppen waardoor ouders belemmerd worden voor een open gesprek over wederzijdse verwachtingen. Dit zal vaak ook te maken hebben met beeldvorming in de zin van “ de school(directie) zal niet zitten wachten op mijn vragen of suggesties”. 3. Bij alle spreken over passend onderwijs en de effecten daarvan, is nog nauwelijks een typisch christelijk geluid gehoord. Informatie en dialoog gaan vaak over de feitelijke kant, zonder een appel te doen op specifieke waarden als christelijke naastenliefde die breed gedeeld worden. 4. Tenslotte is de terughoudendheid van leerkrachten om zich te professionaliseren een belemmering. In de huidige ontwikkelingen wordt van hen als mede-eigenaar en een duidelijk andere (en extra) set van competenties gevraagd. Deze professionaliseringsslag kan vanuit de externe omgeving gestimuleerd worden. De aanvankelijke doelstelling Het ontwerpen van een communicatiestrategie en -plan om ouders en leerkrachten optimaal te betrekken bij de doelstellingen van Passend Onderwijs, en een plaats te geven in de ontwikkeling en toepassing van kennis en ervaring in het verband van scholen, beleidmakers en belangenorganisaties. Kan hiermee worden gespecificeerd met een vijftal subdoelstellingen: 1. Het faciliteren van de informatie-uitwisseling tussen school en alle gezinnen uit het voedingsgebied die tot de doelgroep van de school gerekend kunnen worden. 2. Het bevorderen van een open relatie tussen de school en de ouders van hun leerlingen 3. Het stimuleren van ouders en leerkrachten om elkaar als co-creators en co-eigenaren van het leer- en ontwikkelproces van de kinderen te zien 4. Passend onderwijs als educatief uitgangspunt koppelen aan de gedeelde waarde van christelijke naastenliefde 5. Het stimuleren van leerkrachten om zich te professionaliseren binnen de nieuwe kaders van passend onderwijs en ouderbetrokkenheid 3.0 Pagina 8 van 16 10. Communicatiedoelgroepen Bij het werken aan de probleemstelling komen we een aantal stakeholders tegen als communicatiedoelgroepen. In onderstaande tabel worden ze gespecificeerd en in verbinding gebracht met een ‘eigenaar’ als degene die overkoepelend communicatie initieert/kan initiëren. Tenslotte is er een indicator (intuïtief) opgenomen van kennis en betrokkenheid t.o.v. passend onderwijs. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Doelgroep Primair eigenaar communicatie Schoolbesturen Schoolmanagement IB-ers Leerkrachten Ouders MR Leerlingen Kerkenraden uit voedingsgebied Schoolbegeleidingsdienst Samenwerkende Jeugdhulpverlening Berséba Berséba Berséba Schooldirectie ROV* schooldirectie Schooldirectie Schooldirectie Berséba Berséba Kennis en betrokkenheid Passend onderwijs** Toelichting bij tabel *deze communicatie kan eventueel deels via de schooldirecties verlopen. *** **De scoring is zeker niet wetenschappelijk maar dient (deels op basis van het onderzoek van Schoolinfo) bij het vaststellen van dit plan op basis van consensus als uitgangspunt. Gebruikte kleuren: voldoende ontwikkelen niet nodig ***Deze score is gemiddeld genomen. Ouders van kinderen met extra ondersteuningsbehoefte hebben meer informatie nodig maar krijgen deze deels ook door andere kanalen. Doelstellingen De overall doelstelling is dat over drie jaar de rode delen van bovenstaande tabel zijn getransformeerd naar groen. Doelgroep Doelstelling per 2014/2015 Doelstelling per 2015/2016 Schoolbesturen Weten voldoende om de directie te kunnen Weten voldoende om de directie te kunnen beoordelen in het implementeren van beoordelen in het implementeren van passend onderwijs passend onderwijs en eventueel samen te werken met andere schoolbesturen. Doelstelling per 2016/2017 Stimuleren het actief betrekken van ouders in het ontwikkelen en vormgeven van schoolbeleid. Schoolmanagement en IB-ers Kennen alle ins en outs en kunnen in alle voorkomende situaties handelen kunnen in alle voorkomende situaties verbinding maken met andere (onderwijs)instellingen. Ontwikkelen actief middelen om betrokkenheid van ouders integraal te vergroten. Maken in communicatie zichtbaar dat christelijke naastenliefde een drijver is voor christelijk passend onderwijs. Leerkrachten Zijn zodanig bekend met de kaders en uitgangspunten dat ze weten wat er van hen wordt verwacht t.b.v. passend onderwijs Zijn in staat om passend onderwijs in de groep vorm te geven en zijn zich bewust dat ouderbetrokkenheid onderdeel is van eigen competenties als leerkracht. Zien ouders als volwaardige partners in passend onderwijs en zijn actief in het verhogen van eigen professionaliteit. Pagina 9 van 16 Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Ouders Zijn zodanig bekend met de kaders en uitgangspunten dat ze de ondersteuningsvraag goed kunnen adresseren. Zijn zich bewust van de eigen rol als ouders in het ontwikkelproces van hun eigen kind en de vertaling daarvan naar het onderwijsproces Zien zichzelf en het schoolpersoneel als samenwerkende partners om passend onderwijs voor hun kind(eren) vorm te geven, ongeacht de ondersteuningsvraag. Ondersteuningsplanraden en MR Zijn voldoende ingevoerd om adequaat mee te kunnen ontwikkelen in beleid Denken actief mee in het vergroten van de openheid in samenwerking tussen ouders en school. Leerlingen Zijn zich bewust van de diversiteit in hun groep. Zijn zich bewust van de diversiteit in hun groep. Zijn betrokken in het ontwikkelen van middelen en instrumenten om de betrokkenheid van ouders concreet vorm te geven. Zijn zich bewust van de diversiteit in hun groep. Kerkenraden uit voedingsgebied Kennen op hoofdlijnen de consequenties van passend onderwijs. Kennen op hoofdlijnen de consequenties van passend onderwijs en zijn bereid en in staat om in voorkomende gevallen te ondersteunen (diaconaal) Delen het belang van christelijke naastenliefde als drijver voor passend onderwijs Schoolbegeleidingsdienst Kennen alle ins en outs en kunnen in alle voorkomende situaties verbindend adviseren Ondersteunen in eigen communicatie het belang van de competenties van schoolpersoneel om ouders te betrekken. Zijn actief betrokken in het ontwikkelen van middelen om leerkrachten te professionaliseren in het kader van passend onderwijs en ouderbetrokkenheid 3.0 Samenwerkende Jeugdhulpverlening Zijn voldoende op de hoogte van de kaders en de mogelijkheden om de eigen hulpverlening waar nodig op aan te laten sluiten. Zijn voldoende op de hoogte van de kaders en de mogelijkheden om de eigen hulpverlening waar nodig op aan te laten sluiten. Zijn voldoende op de hoogte van de kaders en de mogelijkheden om de eigen hulpverlening waar nodig op aan te laten sluiten. 11. Strategie Het realiseren van de doelstellingen vraagt om een strategie. Deze strategie kent drie hoofdlijnen waarbij streven naar eigenaarschap 1. Verbinden. Met inzet van alle denkbare middelen, waarbij free publicity een belangrijke rol speelt, steeds de verbinding maken tussen alle geledingen die met passend onderwijs te maken hebben. Bij alle communicatie steeds zoveel mogelijk doelgroepen integraal betrekken. Dit wordt bereikt door steeds out of the box vanuit de bedoeling te communiceren. 2. Stimuleren. Veel van de communicatie met de kerndoelgroepen leerkrachten en ouders vind plaats door de schooldirectie. Berséba kan met ideeën en inspirerende voorbeelden uit ‘best practice’ de scholen continue stimuleren om ouders en leerkrachten als co-eigenaars te laten samenwerken. 3. Onderhouden. Aanvankelijk is met name voor Berséba een grote rol weggelegd in het initiëren van allerlei vormen van communicatie. Waar dit leidt tot het overnemen door de lokale context van de scholen met hun achterban, verandert de rol van Berséba naar het monitoren en onderhouden van de randvoorwaardelijke communicatie c.q. betrokkenheid tussen school en ouders. Pagina 10 van 16 Project 12. Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Inzet communicatiemiddelen- en kanalen Pagina 11 van 16 N.B: de communicatie naar ouders vraagt in de uitwerking van middelen om diversificatie: er zijn ouders van kinderen met extra ondersteuningsvraag en ouders zonder zo’n vraag. Van beide groepen is betrokkenheid nodig, echter niet op dezelfde manier en in dezelfde maat. Project Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Pagina 12 van 16 13. Stijl van communicatie Het kiezen van de juiste beelden en teksten luistert nauw. Om de doelstellingen optimaal te kunnen realiseren, gelden de volgende richtlijnen voor de stijl van communicatie. Beeld In beelden de positieve kant van diversiteit benadrukken In beelden eigentijds maar niet vervreemdend Christelijke bewogenheid en naastenliefde als dragend principe vertalen naar beeld Passend Onderwijs betekent een omslag in denken van individu-gericht naar groepsgericht. Woorden Niet communiceren in termen van verandering maar steeds vanuit de bedoeling: ieder kind op zijn plek. In teksten eigentijds maar niet vervreemdend Christelijke bewogenheid en naastenliefde als dragend principe consequent meenemen Communiceren vanuit gelijkwaardigheid: leerkrachten staan niet boven ouders, ouders zijn geen klant van school en de school is van ons samen Inspireren door zoveel mogelijk ‘best practice’ te communiceren. In de ‘tone-of-voice’ stelt Berséba zich op als facilitator. niet als bepalende factor 14. Risico-analyse Onderstaand overzicht geeft aan welke risico’s er gesignaleerd worden bij het realiseren van het communicatieplan. Naast het benoemen van deze risico’s worden ook de factoren aangegeven hoe deze risico’s kunnen worden beheerst. Risico beheersing door 1 Profileringsdrang van vele spelers in het veld verdringt aandacht voor inhoud duidelijke regierol voor Berséba om doelstellingen te borgen 2 Scholen en ouders adopteren het thema leerkracht- en ouderbetrokkenheid niet of onvoldoende zoveel mogelijk verbindingen maken 3 Abstractie van kwalitatieve doelstellingen - wanneer is het goed? interactie in evenementen om visie over te dragen 4 verandermoeheid bij onderwijsveld zorgvuldigheid in teksten en beelden formuleren 15. Tijdschema De implementatie van het nieuwe communicatieplan kan worden ingedeeld in 3 fases, naar de 3 hoofdlijnen in de strategie. Fase 1: cursusjaar 2014/2015: uitwerken en inzet middelen t.b.v. hoofdlijn verbinden Fase 2: cursusjaar 2015/2016: uitwerken en inzet middelen t.b.v. hoofdlijn stimuleren Fase 3: cursusjaar 2016/2017: uitwerken en inzet middelen t.b.v. hoofdlijn onderhouden Op basis van de fasering kan in grote lijnen het volgende tijdschema worden aangehouden 1. Voorbereiding in juli en augustus van middelenmix t.b.v. de hoofdlijn verbinden. Prioriteit geven aan de nieuwsbrieven, folder, website, blog en de templates van communicatie in en om de school. Gereed bij start van nieuwe cursusjaar 2. September – december: overige middelen binnen strategiehoofdlijn verbinden uitwerken en implementeren 3. Vanaf januari 2015: voorbereiden van de middelenmix binnen hoofdlijn stimuleren 4. Verdere uitwerking van middelenmix voor strategiehoofdlijn onderhouden 5. Uiterlijk per cursusjaar 2015/2016: starten met de pilots op scholen 6. Leidende rol van Berséba afbouwen vanaf 2e helft cursusjaar 2015/2016 Pagina 13 van 16 16. Implementatieplan N.B. Dit is een concept actielijst om de verschillende projecten mee te starten. De actielijst moet aan de hand van de bespreking in projectgroep verder gevuld worden. Acties per bespreking volgen en status vastleggen per actiepunt. Algemeen Nr. Omschrijving 1 Projectmanagement bepalen 2. Projectgroepen formeren 3. Plan maken voor Interne Communicatie over onderstaande projecten Strategie: verbinden Actor(en) Plandatum RvB Berséba RvB Berséba/ROV RvB Berséba Status Open Open Open Nr. Omschrijving 1 Briefing maken op basis van het plan - Voor vormgeving van diverse middelen - Voor overige betrokkenen 2 Nieuwsbrieven optimaliseren - Stramien uitwerken - Variant maken voor ouders 3. Jaarlijkse folderupdate - Inhoudelijke update bepalen en vertalen naar gewijzigde tekst/beeld - Folder realiseren en distribueren (kleinere oplage) en plaatsen op de website 4. Website - Inhoudelijke versterking nader bepalen en invullen. - Content van derden koppelen. - Continue onderhoud verzorgen (algemene berichten en mededelingen) - Mogelijkheden creëren tot het delen van beeldmateriaal (good practice) 5. Social media - Gebruik van Twitter op persoonlijk titel 6. Free publicity opinie maken - Vooraf zoveel mogelijk onderwerpen en thema’s bepalen die relevant zijn om passief of actief op te reageren - Onderhouden van goede contacten met pers 7. Ambtsdragersconferenties - Nader uitwerken van programma en doel van ambtsdragersconferenties - Contacten leggen met bestaande podia voor mogelijkheden integratie - Afhankelijk van uitkomsten bovenstaande: verder uitwerken en organisatie realiseren Actor(en) Berséba GRvL Plandatum 10/14 Status Open Berséba JdeW 10/14 Open Berséba JdeW 03/15 Open Berséba GRvL 09/14 Open Berséba GRvL Berséba/ROV 09/14 Open 09/14 Open Berséba 10/14 ROV/Driestar/KOC Open GRvL Pagina 14 van 16 Project 8. Ouder- en leerkrachtbetrokkenheid Keten ronde-tafeloverleg per regio in overleg met Ondersteuningsplanraad - Per regio de keten (en betrokkenen) in kaart brengen - Vertalen naar regionaal actieplan 13. Gastlessen op PABO / CHE - PABO / CHE benaderen om gastles op te nemen in lesprogramma - Programma / inhoudelijke briefing opstellen voor gastdocent Berséba/OPR/ ROV MT 10/14 Open Berséba Open 01/15 MT Strategie: stimuleren Nr. Omschrijving 1 Pilots op scholen Oudercontact innoveren / Gezamenlijk visie ontwikkelen / Leerlingbetrokkenheid Workshops ouders en leerkrachten / Co-creatie en eigenaarschap/ Ontwikkelen van competentieprofiel en beoordelingssystematiek 2 3. 4. - Pilotplan opstellen Bijeenkomst organiseren n.a.v. pilotresultaten - Programma opstellen voor een dergelijke bijeenkomst - Organisatie realiseren (locatie, sprekers, uitnodigingen e.d.) Regionale symposia organiseren - Vervolg geven aan eerder gehouden symposium - Programma/thema’s vaststellen - Organisatie realiseren (locatie, sprekers, uitnodigingen e.d.) Trainingsdagen - Behoefte aan kennis/training inventariseren in werkveld, maar ook zelf signaleren - Trainingsprogramma’s opstellen - Trainingsprogramma uitrollen Actor(en) Berséba / ROV / Driestar/KOC Plandatum 11/14 Status Open Berséba 11/15 Open Berséba/ROV 05/15 Open Berséba Driestar/KOC Open Pagina 15 van 16 Pagina 16 van 16
© Copyright 2024 ExpyDoc