Download

Basisveiligheid-VCA Proefexamen 2
Lees de volgende aanwijzingen goed door!
Dit examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen.
Na elke vraag volgen drie antwoordmogelijkheden, waarvan er slechts één de juiste is.
Voor dit examen zijn maximaal 40 punten te behalen. Elk goed antwoord levert u 1 punt op.
U bent geslaagd wanneer u 28 of meer punten hebt gehaald.
Aan dit examen mogen maximaal 60 minuten besteed worden.
Benodigdheden:
- dit examen;
- schrapkaart (waarop u uw antwoorden noteert);
- potlood en gum.
Richtlijnen:
- controleer of alle bladzijden van dit examen aanwezig zijn;
- vul de schrapkaart alleen met potlood in;
- geef het door u gekozen antwoord aan door het hokje zwart te maken;
- gum een fout ingevuld antwoord goed uit.
Een meerkeuzevraag wordt fout gerekend in de volgende gevallen:
- als het gekozen antwoord fout is;
- als er meer dan één hokje zwart gemaakt is;
- als er geen enkel hokje zwart gemaakt is;
- als een hokje niet zwart gemaakt, maar op een andere wijze gemarkeerd is.
Einde examen:
- plaats of controleer uw naam op de schrapkaart;
- lever dit examen en de schrapkaart in bij de surveillant.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Er is een risicotaakanalyse uitgevoerd. Daarna verandert de situatie. Wat doe je?
A
De taakanalyse in de toolboxmeeting evalueren.
B
De taakanalyse na het project bijstellen.
C
De taakanalyse direct bijstellen.
Wanneer is werkkleding een PBM (persoonlijk beschermmiddel)?
A
Bij werken op grote hoogte.
B
Bij het werken met elektriciteit.
C
Bij het werken in extreem koude omstandigheden.
Stroomvoerende delen worden afgeschermd met isolatiemateriaal. Welk materiaal is
voldoende isolerend?
A
Hout.
B
Keramiek.
C
Aluminium.
Wanneer kan elektriciteit een ongeval veroorzaken?
A
Als de 0-spanningsschakelaar ontbreekt.
B
Als er vonkvrij materiaal gebruikt wordt.
C
Als de aardverbindingen slecht zijn of ontbreken.
Welke veiligheidsvoorzieningen moet je nemen als je bij een vloeropening werkt?
A
Leuningen of hekwerk plaatsen.
B
Extra verlichting plaatsen.
C
Een afscherming maken met plastic afzetlint.
Welk hulpmiddel kun je gebruiken bij het horizontaal en verticaal verplaatsen van een last?
A
Een rolsteiger.
B
Een rolbrug.
C
Een spanband.
Wat doe je met ramen en deuren in geval van een brand?
A
Deuren sluiten en ramen open.
B
Ramen sluiten en deuren open.
C
Deuren en ramen sluiten.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Waaraan moet een hamer voldoen om er veilig mee te kunnen werken?
A
De kop moet onbeschadigd zijn.
B
De steel moet ruw zijn.
C
De kop mag niet geborgd zijn.
Hoe draag je een overall op een veilige manier?
A
Gesloten en nauwsluitend om het lichaam.
B
Los en ruim om het lichaam hangend.
C
Los en alle zakken dichtgeritst.
Wat moet je doen bij een ongeval met ernstige verwondingen?
A
De ondernemingsraad direct op de hoogte stellen.
B
Het intern nummer of 112 bellen.
C
De collega’s die in de buurt zijn informeren.
Wat kun je doen om er zeker van te zijn dat een masker lang en effectief gebruikt kan
worden?
A
Het masker af en toe in koud water dompelen.
B
Het masker regelmatig invetten, zodat het rubber niet uitdroogt.
C
Het masker goed onderhouden en regelmatig schoonmaken.
Wie mag de constructie van een bestaande steiger veranderen?
A
Een bevoegde toezichthouder.
B
De bouwconstructeur van het betreffende werk.
C
De gebruiker, na goedkeuring van de opdrachtgever.
Wat zijn hijstoebehoren?
A
Onderdelen waaruit een kraan is opgebouwd.
B
Hulpmaterialen voor het hijsen, maar die niet vast op een kraan zijn gemonteerd.
C
De giek, het katrol en de aandrijving.
Wat mag je doen met een vorkheftruck?
A
Je mag een vorkheftruck verzwaren als het contragewicht te laag is.
B
Je mag een vorkheftruck gebruiken voor het hijsen van lasten, zonder dat je speciale
voorzieningen aanbrengt.
C
Je mag een vorkheftruck gebruiken voor het verplaatsten van lasten.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
Hebben contactlenzen een functie als oogbescherming?
A
Ja, ze beschermen het belangrijke centrale deel van het oog.
B
Nee, ze bieden geen enkele bescherming.
C
Ja, maar ze beschermen alleen het netvlies.
Wat moet er op een PBM (persoonlijk beschermingsmiddel) staan?
A
De keuringsdatum van de Arbeidsinspectie.
B
Een CE-markering.
C
De leveranciersgegevens van het middel.
Hoe bescherm je je handen tegen contact met biologische stoffen?
A
Met handschoenen bestemd voor het werken met biologische stoffen.
B
Met wollen handschoenen.
C
Niet, biologische stoffen zijn namelijk niet gevaarlijk.
Wat verhoogt het risico op ongevallen met elektriciteit op je werkplek?
A
Het gebruik van oplaadbaar gereedschap.
B
Het gebruik van ongeïsoleerd gereedschap.
C
Het gebruik van vonkvrij gereedschap.
Het werken met gascilinders in een uitgraving kan extra gevaar opleveren. Welke
veiligheidsmaatregel neem je?
A
Gascilinders alleen tegen de wand van de uitgraving plaatsen.
B
Nooit werken met gascilinders in of bij een uitgraving.
C
Geen gascilinders in de uitgraving plaatsen.
Voor wie is periodiek medisch onderzoek verplicht?
A
Voor heftruckchauffeurs.
B
Voor medewerkers die met gevaarlijke stoffen werken.
C
Voor iedereen die in de chemische industrie werkzaam is.
Hoe kun je een oliebrand in de buitenlucht het beste blussen?
A
Met halon.
B
Met water.
C
Met schuim.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
Hoe ver moet een ladder minimaal uitsteken boven de plaats waar je toegang toe wilt
hebben?
A
0,5 meter.
B
1 meter.
C
1,5 meter.
Wat is het belangrijkste bij de behandeling van uitwendige brandwonden?
A
Direct 5 minuten koelen met water, afdrogen en verbinden.
B
Direct minstens 15 minuten koelen met water.
C
Direct verbinden met compressen.
Wat is de beste veiligheidsmaatregel die je kunt treffen bij gaten in de vloer?
A
Waarschuwingsborden plaatsen rondom de gaten.
B
De gaten dichten met voldoende stevig materiaal.
C
De gaten vermelden in de werkvergunning.
Je bent aan het verven in een besloten ruimte. Welke adembescherming moet je gebruiken?
A
Snuitje P3.
B
Filtermasker P3.
C
Onafhankelijke adembescherming.
De huid heeft een bepaalde elektrische weerstand. Waardoor wordt deze elektrische
weerstand minder?
A
Door transpiratie.
B
Door ouderdom.
C
Door de huidskleur.
Dit pictogram staat op een verpakking. Wat zegt dit pictogram over de inhoud?
A
Oxiderend.
B
Corrosief.
C
Licht ontvlambaar.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
Hoe kan je een brand blussen?
A
Door het brandend oppervlak te vergroten.
B
Middels een negatieve katalysator, waardoor de brandreactie vermindert;
C
Door het toevoegen van een grote hoeveelheid zuurstof.
Wat is een gevaar bij het gebruiken van een handtakel?
A
De kabel van de takel kan in de knoop geraken.
B
De takel kan bij een zware last te ver uitslaan.
C
Het bevestigingspunt kan afbreken.
Hoe heet de maximale hoeveelheid gas in de lucht, waarbij nog een explosie kan
plaatsvinden?
A
De LEL.
B
De UEL.
C
Het vlampunt.
Wat is de beste veiligheidsregel?
A
Sorteer de bij het werk gemaakte rommel direct op soort.
B
Markeer alle gevaren op de werkplek met een rood-geel lint.
C
Houd de werkplek netjes en houd de doorgangen vrij.
Wanneer wordt een staalkabel afgekeurd?
A
Als er verf op de kabel zit.
B
Als het certificaat niet aanwezig is.
C
Als er op één plaats draden gebroken zijn.
Wat is preventie?
A
Het onderzoeken van ongevallen en incidenten.
B
Het toezicht houden op veilig werken.
C
Het nemen van maatregelen om risico’s te voorkomen of te verminderen.
Je loopt naar de werkplaats. Je merkt dat er een putdeksel slecht op de opening ligt.
Wat doe je?
A.
Je legt onmiddellijk de putdeksel goed.
B
Je duidt de plaats aan met een lint.
C
Je gaat dit onmiddellijk aan de onderhoudsdienst melden.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
Hoe worden brandblusmiddelen aangewezen?
A
Middels een vierkant rood bord met een wit pictogram erin.
B
Middels een rond wit bord met een rode ‘B’ erin.
C
Middels een vierkant groen bord met een witte ‘B’ erin.
Je werkt met een hijswerktuig. Welke algemene veiligheidsmaatregel moet je nemen?
A
De last moet op een goede manier worden aangeslagen.
B
De last mag geen scherpe randen hebben.
C
De last mag niet glad zijn.
Welke gebruiksregel geldt bij het werken op een hoogwerker?
A
In de hoogwerker kunnen materialen of personen omhoog worden gebracht.
B
De hoogwerker moet horizontaal staan op een vlakke ondergrond.
C
De hoogwerker mag gebruikt worden tot windkracht 5.
Wat is een belangrijke oorzaak van ongevallen met handgereedschap?
A
Het verkeerd gebruiken van handgereedschap.
B
Het gebruiken van ongekeurd handgereedschap.
C
Het gebruiken van handgereedschap zonder PBM’s (persoonlijke
beschermingsmiddelen).
Waar moet je een ongeval zonder ernstig letsel melden?
A
Bij de arbeidsinspectie.
B
Bij de directe chef.
C
Bij de BHV (bedrijfshulpverlening).
Wat is het geadviseerde maximale gewicht dat één persoon alleen mag tillen?
A
25 kg.
B
30 kg.
C
40 kg.