Interview NCRV-gids - Annemiek Schrijver

■■ Annemiek Schrijver in Bakkie troost
‘Ik ben
ongeneeslijk
religieus’
In het nieuwe programma Bakkie troost praat Annemiek Schrijver (49)
met mensen die een geliefde verloren over wat hen troost. Een warm
gesprek met de presentatrice over nabijheid, liefde, troost en God.
Tekst: Deborah Ligtenberg Foto’s: Hollandse hoogte
L
aten we maar niet op mijn
werk afspreken, want daar
is het erg druk, had ze gemaild. Dat in het afgesproken restaurant heel zakelijk
Nederland lijkt te zijn neergestreken, is
dan ook even schrikken. Presentatrice
Annemiek Schrijver is namelijk niet zo
van de mensenmassa’s. Wél van het
goede gesprek. Dat blijkt al snel als ze
tijdens het interview meteen de diepte
zoekt. Alsof al die mensen aan de
naastgelegen tafeltjes er niet zijn. “Ik
vind het moeilijk om het nergens over
te hebben”, zegt ze. “Alle vragen die ik
stel zijn geen gelegenheidsvragen, ook
buiten de camera. Wat kom je hier op
deze aarde doen? Waar gaat jouw ziel
van zingen? Dat zijn vragen die op het
puntje van mijn tong liggen.”
Mooie vraag. Waar gaat jouw ziel van
zingen?
“Van nabijheid. In Het vermoeden
kiezen mijn gasten altijd een dierbare
tekst. Als ik zelf zou moeten kiezen,
koos ik het fragment waarin Jezus tegen
discipelen zegt: ‘Kun je niet één uur
6 NCRV-GIDS
met mij waken?’ In dat met elkaar
waken kun je nabijheid ervaren. Dat kan
op een hoger niveau, maar ook in het
dagelijks leven of in de liefde. Het kan
ook je vak worden. Ik probeer in mijn
interviews nabijheid te betrachten. In
veel gevallen pakt dat heel goed uit.”
Wat brengt het als het je lukt om die
nabijheid te scheppen?
“Vertrouwen. Mensen voelen zich gezien. Ik denk dat het een eerste levensbehoefte is om gezien te worden. We
zijn in een maatschappij terechtgekomen waar je olympisch goud moet verdienen om erbij te horen. Waar je jong,
mooi, strak, functioneel en weet ik veel
wat moet zijn. Het is een ontzettend
voorwaardelijke cultuur. Ik vind het fijn
als ik mensen kan laten voelen dat ze er
mogen zijn, gewoon omdat zij het zijn.
Niet om wat ze hebben gepresteerd.”
Zo word je zelf ook graag benaderd.
“Ja. We worden vaak goed in iets waar
we zelf behoefte aan hebben. Zo zou ik
het ook zo mooi vinden als we elkaar
zegenen. Daarom vraag ik in Het vermoeden aan elke gast of hij een zegen
wil uitspreken. Ik zal toch niet de enige
gek zijn die daar naar verlangt, dat zal
die ander ook wel hebben, denk ik dan.
Het is een behoefte om in je bestaansrecht te worden bevestigd. Dat hoeven
niet altijd mooie woorden te zijn, je
kunt je ook gezegend voelen door
intens oogcontact met een kind. Of een
arm om je heen. Kun je één uur met mij
waken om niks? Gewoon er zijn.”
Bij welke gast in Het vermoeden voelde
jij die nabijheid heel sterk?
“Bij de eerste president van Suriname,
Johan Ferrier. Hij was 93 en zat tegenover mij te stralen. Toen ik vroeg of hij >
‘Het is een behoefte gezegend te worden,
in je bestaansrecht te worden bevestigd’
PASPOORT
Naam: Annemiek Schrijver
Geboren: 21 oktober 1964 in
Arnhem
Privé: woont met haar kat
‘ergens in ’t Gooi’
Carrière: Annemiek kwam na
haar conservatorium-opleiding,
via het presenteren van muziekprogramma’s voor Radio 4,
talloze documentaires voor
Radio 1 en praatprogramma’s
bij Radio 5, bij de omroep terecht. Ze presenteerde onder
meer Copyright mens, Alziend
oog, IKON live en tegenwoordig Het vermoeden, De nachtzoen en Bakkie troost. Voor de
radio maakt ze onder andere
OBA-live, de Vermoeden-viering en Musica religiosa. Ook
schreef ze diverse boeken,
waaronder Rachab, Ik geloof
het wel en Verlicht en verlost.
Ze is columniste voor het
tijdschrift Het Vermoeden.
NCRV-GIDS 7
Wat maakt hij goed?
“Dat hij mij zag.”
Ben je te weinig gezien?
“Ik denk dat iedereen wel eens over
het hoofd gezien is. Ik heb er geen
dramatisch verhaal achter, maar als
kind had ik behoefte aan dingen die
totáál niet gehonoreerd werden. Zoals
goede muziek in plaats van gym.”
Gym?
“Ik groeide op in een vrijgemaakt gereformeerd gezin en beleefde een
verschrikkelijk spartaanse schoolperiode. Afschuwelijk. Gym stond in hoog
aanzien, maar over muziek leerden we
weinig. Dat vond ik jammer. Niet dat ik
die achtergrond vervelend vind. Ik ben
juist blij met de bagage, de bijbelkennis,
die ik heb meegekregen, want ik ben
ongeneeslijk religieus. Ik heb liever een
volle rugzak waar ik wat uit kan gooien,
dan een lege rugzak.”
‘Door poëzie, maar
ook door muziek en
kunst in het
algemeen, kun je
heel dicht bij het
mysterie van het
leven komen’
veel liefde heeft gekend in zijn leven,
antwoordde hij: ‘De manier waarop jij
mij nu aankijkt, tot de dag van vandaag.’ Dat vond ik zo mooi, dat ik bijna
het gevoel had dat tijd er niet toe deed.
Alsof ik een klein meisje was. Alsof hij
mij als klein meisje zegende. Alsof hij
iets goedmaakte ook.”
8 NCRV-GIDS
Je maakt in je werk vaak gebruik van
gedichten. In Het vermoeden vraag je
mensen om een tekst en op je eigen
website, annemiekschrijver.nl, schrijf je
stukjes naar aanleiding van gedichten.
Wat raakt jou zo in poëzie?
“Door poëzie, maar ook door muziek
en kunst in het algemeen, kun je heel
dicht bij het mysterie komen. Het mysterie van het leven. Poëzie kan diep tot
je doordringen en je ontroeren. Dat je je
hoofdkantoor verlaat en de lift naar beneden neemt naar je hart. Dat je het
niet verstandelijk hoeft te begrijpen,
maar dat je het kunt ervaren.”
Weet jij die lift makkelijk te vinden?
Hard lachend: “Héél makkelijk! Ik vind
het juist moeilijk om de lift weer naar
boven te nemen.”
Je presenteert drie televisieprogramma’s en doet ook nog radio. Is er
genoeg stilte om naar je hart te gaan?
“Ja. Ik ben een solist. Ik heb enorm
veel stilte nodig. Ik ben niet voor niets
een jaar geleden gevlucht uit Amsterdam, waar ik véél te lang heb gewoond.
Ik ben niet zo’n feestbeest. Ik laad pas
op als ik alleen ben.”
Dit jaar word je vijftig. Hoe vind je dat?
“Je zou kunnen zeggen: je wordt oud,
je raakt in de overgang, je vruchtbaarheid verdwijnt, dus ben je niet meer
aantrekkelijk. Maar zo zie ik dat niet. Ik
voel die overgang als een functie die
niet meer vervuld hoeft te worden,
waardoor er ruimte komt voor wijsheid.
Ik vind vijftig worden een opluchting. Ik
hoef me niet meer zo te bewijzen. Ik zie
meer de humor van alles in. Er valt
ontzettend veel te lachen.”
Je maakt nogal serieuze programma’s.
Valt daar wel eens wat te lachen?
“Ja joh. We zijn nu aan het draaien
voor Bakkie troost. Presentator Arjan
Lock van de EO en ik praten op
begraafplaatsen met mensen die een
dierbare hebben verloren over wat hen
troost. Dat zijn heel serieuze gesprekken
die gelukkig soms ook heel luchtig uitpakken. Laatst interviewde ik een meisje dat haar grootvader pas had begraven. We stonden bij zijn graf en ze
vertelde dat hij er ontzettend van hield
om er mooi uit te zien. Toen hij voelde
dat hij ging sterven, zei hij tegen zijn
vrouw: ‘Pak dat grijze pak, want Jezus
komt en ik wil er mooi uitzien voor
hem.’ Dat vind ik heerlijk.”
Wat troost jou?
“Dat God aanwezig is in een echte ontmoeting. Veel gasten in Het vermoeden
halen Martin Buber aan die het heeft
over een tussenpersoon. Dat vind ik
mooi. Als jij en ik samen een gesprek
hebben, ontstaat er tussen ons een
ruimte die er zonder ons tweeën niet is.
We creëren een soort van nieuw schepsel. Ik denk dat God dat ziet en ziet dat
het goed is. Het stroomt, het is liefde.
Dat is ook zo fijn aan ouder worden, ik
heb ontdekt dat liefde vele gezichten
heeft en niet is voorbehouden aan één
persoon. Het troost mij dat ik het gezicht van de ware liefde leer kennen.”
[Bakkie Troost | zaterdag |
Nederland 2 | EO/IKON | 17.35]
[Het vermoeden | zondag |
Nederland 2 | IKON | 11.30]