Oefening 2: Geografische data en kaartlagen Oefening 2A: Kaartlagen Deze oefening laat zien hoe ruimtelijke data is georganiseerd op basis van het thema dat het vertegenwoordigt. U zult zien hoe geografische data zich verhoudt tot haar beschrijvende componenten door middel van het onderzoeken van tabellen die op kaartelementen betrekking hebben. Het laatste deel van de oefening leert u de concepten van topologie (hoe ruimtelijke kaartelementen zich verhouden tot andere). Door het maken van deze oefening wordt u bekender met hoe data wordt weergegeven en wordt bevraagd. Stap 1: Start ArcMap Start de ArcMap applicatie. Als u een shortcut op de desktop heeft voor ArcMap dubbelklik er dan op om ArcMap te starten. Klik anders Start > Programs > ArcGIS > ArcMap Als u de ArcMap - Getting Started dialoog ziet, selecteer dan My Templates (onder New Maps) en Blank Map, zoals hierboven aangeven, en klik op OK. De interface van de ArcMap applicatie is nu zichtbaar. In ArcMap kunt u kaarten in Data View of Layout View bekijken. De Data View wordt gebruikt voor het onderzoeken, bewerken en opmaken van de data voor een mogelijke afdruk. De Layout View wordt gebruikt voor de opmaak van uw ‘vel papier’. In de Layout View kunt u aanvullende elementen toevoegen zoals een titel, noordpijl of schaalbalk. Wanneer u in ArcMap werkt, dan werkt u met een kaartdocument (‘map document’). Dit is een bestand met de extensie *.mxd. Een kaartdocument kan één of meerdere kaartweergaven (‘data frames’) bevatten. Stap 2: Onderzoek enkele kaartlagen en hun organisatie Voor deze oefening is een kaartdocument gemaakt waarvan u de ruimtelijke data gaat onderzoeken. Het heet Arnhem.mxd en is te vinden in C:\Student\desk2\Kaarten. Kies File > Open… Navigeer naar de folder C:\Student\desk2\Kaarten en lokaliseer Arnhem.mxd. Dubbelklik op Arnhem.mxd om het bestand te openen. Wanneer Arnhem.mxd is geopend, ziet u een luchtfoto van de gemeente Arnhem met daarop weergegeven de huizen, wegen en uitgaansgelegenheden. Verschillende manieren om Table of Contents te visualiseren Tabbladen voor openen van ArcCatalog, Search, ArcToolbox en Python venster Kaartlagen Weergavegebied Table of Contents Data view en Layout view Merk op hoe de verscheidene geografische kaartelementen in de Table of Contents (scholen, uitgaansgelegenheden, wegen, huizen) zijn georganiseerd in lagen per informatiethema. Bijvoorbeeld, alle scholen zijn gegroepeerd in een laag genaamd Scholen. Elke school wordt vertegenwoordigd door een puntvorming kaartelement. Bovenaan de Table of Contents, net onder de titel, staan een aantal knoppen. Met deze knoppen kunt u op verschillende manieren naar de Tabel of Contents kijken. Let erop dat de knop List By Drawing Order geselecteerd is. Onderzoek nu de ArcMap Table of Contents (ToC) en beantwoord de volgende vragen. Vraag 1: Hoeveel kaartlagen zijn in de Table of Contents aanwezig? ______________ Vraag 2: Hoeveel kaartlagen uit de Table of Contents, zijn zichtbaar in het weergavegebied (‘display area’)? __________________________________ Vraag 3: De wegenlaag vertegenwoordigt wegen als ____________ kaartelementen. Klik de List by Source knop om de kaartlagen te bekijken, gegroepeerd per database of directory waarin ze zijn opgeslagen. Vraag 4: In welke geodatabase/directory staan de kaartlagen opgeslagen? _________ _____________________________________________________________ In ArcGIS 10 heeft elk kaartdocument een standaard (default) geodatabase; dat is de thuislocatie voor de ruimtelijke data van uw kaart. Deze locatie wordt gebruikt voor het toevoegen van datasets en voor de resultaten van bewerkingen. Bijvoorbeeld, als u features uit een kaartlaag exporteert, wordt de resulterende featureklasse opgeslagen in de default geodatabase, tenzij anders aangegeven. Snelkoppelingen in de Add Data en Save As dialoog en in het Catalog venster geven u eenvoudig toegang tot de standaard geodatabase, zodat u makkelijk kunt terugkeren naar de standaard geodatabase vanaf een locatie elders in het systeem. Wanneer u een nieuwe kaartdocument maakt, wordt u gevraagd een standaard geodatabase te selecteren. U kunt elke geodatabase kiezen, op voorwaarde dat u hiervoor schrijfrechten heeft. Om voor een bestaand kaartdocument de default geodatabase te wijzigen: navigeer in het Catalog venster naar de gewenste geodatabase, rechtsklik en kies Make Default Geodatabase. Klik de List by Visibility knop Vraag 5: om de kaartlagen te bekijken. Welke kaartlaag ontbreekt in deze view en waarom? ___________________ _____________________________________________________________ Stap 3: Identificeren van relaties tussen geografische kaartelementen Kaarten vertegenwoordigen de locatie van geografische kaartelementen in relatie tot elkaar. Met een vluchtige blik op de kaart is al te onderscheiden of kaartelementen ten noorden, ten zuiden of naast andere kaartelementen liggen. GIS software werkt met zogenaamde topologie om deze relaties te bepalen. Topologie gaat over de ruimtelijke relaties tussen de kaartelementen; “welke bomen staan er op mijn perceel?”, “zijn deze rivieren met elkaar verbonden of niet?” In de volgende stap gaat u ruimtelijke relaties tussen kaartelementen onderzoeken, eerst door het bekijken van een kaart. Later zult u met de software kaartelementen gaan selecteren op basis van ruimtelijke relaties (topologie), zoals het selecteren van alle huizen die liggen binnen een overstroomd gebied. Voordat u met de volgende stap doorgaat, gaat u even inzoomen op het centrum van Arnhem. U opent daarvoor een eerder aangemaakte bookmark. Een bookmark is een eerder gemarkeerde locatie. In het hoofdmenu, klik Bookmarks > Uitgaan en Wegen. Deze bookmark zoomt in op een gebied met uitgaansgelegenheden in het centrum van Arnhem. Merk op dat de uitgaansgelegenheden gelabeld zijn met hun naam. Deze labels worden pas nu zichtbaar omdat de maker van het kaartdocument ervoor heeft gekozen om de labels alleen weer te geven op een schaal waarop er niet te veel ‘klontering’ ontstaat. Met gebruikmaking van deze informatie en aannemend dat het noorden aan de bovenkant ligt, beantwoord dan de volgende vragen door de weergave visueel te inspecteren. Vraag 6: Kan men (visueel gezien) van het ‘Luxor Theater’ naar ‘The Opera’ rijden? _ _____________________________________________________________ Vraag 7: Welk gebouw is volgens uw visuele waarneming groter, het huis rechts van het ‘Luxor Theater’ of het huis direct ten zuiden van ‘T Swingcafé’? _______ _____________________________________________________________ U hebt net enkele ruimtelijke vragen beantwoord, iets wat u met een GIS ook geautomatiseerd en voor hele grote datasets kunt doen. Stap 4: Associëren van beschrijvende informatie met een laag In deze stap leert u hoe de beschrijvende informatie - ook wel attribuutinformatie genoemd - is gekoppeld met de ruimtelijke data. Voordat u de attribuutinformatie gaat onderzoeken van enkele lagen in de Table of Contents, moet u teruggaan naar de originele uitsnede van het ArcMap document; ook deze uitsnede is opgeslagen als een bookmark. Vervolgens gaat u de beschrijvende informatie van enkele lagen bekijken In het hoofdmenu, klik Bookmarks > Overzicht. De zichtbare lagen zijn: Uitgaansgelegenheden, Wegen, Huizen en Luchtfoto’s. Maak de Scholen laag zichtbaar door deze in de Table of Contents aan te vinken. TIP: Door alleen die lagen weer te geven die u interesseren, voorkomt u dat de weergave ‘geklonterd’ raakt en dat u zich kunt focussen op die lagen waarvan u meer wil weten. U zet lagen aan en uit door middel van het vinkje voor de laagnaam. Vervolgens onderzoekt u de attribuutinformatie met betrekking tot deze scholen. In de Table of Contents, rechtsklik op Scholen om het contextmenu van de kaartlaag weer te geven en klik hierna op Open Attribute Table. De attribuuttabel die is gekoppeld aan de scholen kaartlaag verschijnt. Elke regel (record) vertegenwoordigt een individueel kaartelement in de scholenlaag: een school. Het onderste deel van de tabel voorziet in informatie over het aantal records dat de tabel bevat. De attribuuttabel van de scholen bevat 7 records; er zijn zeven scholen. Bekijk de gegevens in de tabel. Scroll ook naar rechts om de verborgen attributen te bekijken. Sluit de attribuuttabel. Herhaal dezelfde procedure voor de huizen kaartlaag: In de Table of Contents, rechtsklik op de huizen kaartlaag, en klik op Open Attribute Table. De attribuuttabel van de huizen verschijnt. Kijk naar het aantal records in de tabel. Vraag 8: Stap 5: Hoeveel records bevat de attribuuttabel van de kaartlaag Huizen? ________ Identificeren specifieke kaartelementen De vorige stap liet u zien hoe u attribuutinformatie van een kaartlaag kunt weergeven. Deze stap leert u hoe u de eigenschappen van individuele kaartelementen kunt bekijken. Klik op de Identify knop op de Tools werkbalk. Positioneer de muisaanwijzer op een willekeurige school en klik erop. Hint: als u de muisaanwijzer een beetje naast het midden van het symbool positioneert dan kan dit de standaard zoektolerantie (afstand) overschrijden. Dit zou kunnen resulteren in het vinden van bijvoorbeeld huizen of wegen in plaats van scholen. Of, bij grotere symbolen, helemaal niets terwijl u wel degelijk op het symbool klikt. De zoektolerantie is eventueel aan te passen onder Selection > Selection Options… > Selection tolerance. Achter deze optie staat met icoontjes aangegeven waarop de tolerantie van invloed is. Pas dit nu echter niet aan! Merk op hoe een kaartelement oplicht wanneer u het aanklikt en dat het Identify dialoogscherm verschijnt. Vraag 9: Wat is de naam van de school? ___________________________________ Wanneer u in het bovenste gedeelte van het Identify dialoogscherm op de naam van de school klikt, zal de school oplichten in de kaart. Sluit het Identify scherm. Bent u slechts geïnteresseerd in één eigenschap van een object dan kunt u gebruik maken van MapTips. Als u MapTips voor een kaartlaag instelt kunt u eenvoudigweg de muisaanwijzer op een kaartelement houden en wordt de vooraf gekozen attribuutwaarde weergegeven. Rechtsklik op de scholenlaag en klik Properties. Klik op het Display tabblad. In het gedeelte Display Expression, controleer of het veld Field de waarde ‘POI_NAME’ heeft. Dit is de attribuutwaarde die getoond wordt. Controleer de Show Maptips using the display expression box en activeer deze (indien nodig). Klik OK in de Layer Properties dialoog. Houd uw muisaanwijzer op een school. De naam komt te voorschijn als MapTip. In deze oefening heeft u kennisgemaakt met verschillende methoden om de eigenschappen van kaartelementen zichtbaar te maken. U kunt de attribuuttabel openen en daar de eigenschappen van alle kaartelementen in de laag zien. U kunt gebruik maken van Identify om alle eigenschappen van specifieke kaartelementen te bekijken. En tenslotte kunt u MapTips gebruiken om één specifieke eigenschap van de kaartelement op een eenvoudige manier te tonen.
© Copyright 2024 ExpyDoc