MEERJARENONDERHOUDSPROGRAMMA Schoon 2015-2018 STADSDEEL ZUID Versie 9.1 oktober 2014 0. Samenvatting: Stadsdeel Zuid is beheerder van de openbare ruimte binnen het stadsdeel en daarmee verantwoordelijk voor het schoonhouden van die openbare ruimte. Beheer van de openbare ruimte is onderverdeeld in drie thema’s: Grijs, Groen en Schoon. Het stadsdeel wil de openbare ruimte kwalitatief op een aanvaardbaar niveau onderhouden zodat de straat schoon, veilig en heel blijft. Dit Meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP) richt zich op het thema Schoon. Dagelijkse metingen geven inzicht in de staat van de openbare ruimte en de meetgegevens worden vertaald naar schoonheidsgraden. Vanuit de centrale stad en het stadsdeel zelf zijn ambities neergelegd ten aanzien van die schoonheidsgraden. Om die ambities te kunnen behalen, is dit MJOP opgesteld waarin we beleidskeuzes en een programma voor de periode 2015 – 2018 presenteren. Dit programma sluit aan bij het centrale project Schone Stad en de invoering van gebiedsgericht werken binnen het stadsdeel. 2 Inhoud 0. Samenvatting: ........................................................................................................ 2 1 Inleiding..................................................................................................................... 5 1.1. 1.2. 1.3. 2. Hoe en waarom van het Meerjarenonderhoudsprogramma............................................ 5 Doelen van dit Meerjarenonderhoudsprogramma .......................................................... 5 Leeswijzer ..................................................................................................................... 5 Doelstellingen Schoon: Visie....................................................................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 3. Inleiding ........................................................................................................................ 7 Bestuurlijk ..................................................................................................................... 7 Samen Schoon ............................................................................................................... 7 Beleidsdoelstellingen ..................................................................................................... 9 Samenwerking met bewoners, bedrijven en bezoekers (participatie) .......................... 9 Hotspots .................................................................................................................. 10 Organisatie doelstellingen ........................................................................................... 11 Integrale samenwerking ........................................................................................... 11 Efficiency: Reinigen op beeldkwaliteit en meten = weten .......................................... 12 Projectmatig werken ................................................................................................ 12 Kwaliteitsdoelstellingen ............................................................................................... 13 Areaal: wat hebben we? ....................................................................................... 14 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt meer inzicht gegeven in statistische gegevens. Zo wordt het aantal medewerkers dat werkzaam is in Schoon in beeld gebracht, maar bijvoorbeeld ook het aantal vierkante meters grondgebied. ............................................................................................... 14 3.2 Medewerkers .............................................................................................................. 14 3.2.1 Wijkverzorging (vegen)........................................................................................ 15 3.2.2 Servicewerk........................................................................................................... 16 3.3 Grondgebied ............................................................................................................. 17 3.4 Middelen ................................................................................................................... 17 4. Wat doen we en hoe doen we het? ............................................................................ 18 4.1 Begripsbepaling ........................................................................................................... 18 4.2 Huidige werkwijze: dagelijks onderhoud ...................................................................... 18 4.3 ‘Groot onderhoud’ ...................................................................................................... 19 4.4 Onderhoudsmaatregelen en projecten ......................................................................... 19 4.4.1 Dagelijks onderhoud ................................................................................................ 20 4.4.2 Samen Schoon ......................................................................................................... 20 4.4.3 OAIS .............................................................................................................................. 24 4.4.4 Efficiency ................................................................................................................. 25 4.5 Inspecties: huidige conditie van het areaal ................................................................... 27 5. Programma ................................................................................................................. 28 5.1 Inleiding ...................................................................................................................... 28 5.2 Programmabegroting 2015 .......................................................................................... 28 5.2.1 Dagelijks onderhoud ................................................................................................ 29 3 5.2.2 Samen Schoon ......................................................................................................... 30 5.2.3 OAIS ........................................................................................................................ 30 5.2.4 Efficiency ................................................................................................................. 30 5.3 Beoogd programma voor 2015-2018 ............................................................................ 31 5.4 Financiële gevolgen ..................................................................................................... 32 5.5 Programma versus Budget ........................................................................................... 34 6. Aanbevelingen ontwikkeling en Borging ............................................................... 35 4 1 Inleiding 1.1. Hoe en waarom van het Meerjarenonderhoudsprogramma Schoon is de belangrijkste indicator voor de kwaliteit van de leefomgeving. Dit Meerjarenonderhoudsprogramma Schoon is dan ook belangrijk om meer inzicht te verwerven en beter te kunnen sturen op de leefomgeving. Aanleiding tot het opstellen van dit Meerjarenonderhoudsprogramma is de wens om de werkzaamheden met betrekking tot Schoon te structureren en te onderbouwen en om meer inzicht te geven in de toekomst(mogelijkheden) en de daarbij benodigde budgetten. Het stadsdeel wil de kwaliteit van de openbare ruimte koppelen aan onderhoudsactiviteiten, kosten en gewenst kwaliteitsniveau voor nu en de komende jaren. Op grond daarvan kunnen gefundeerde besluiten worden genomen. De gemeente Amsterdam ambieert de invoering van asset-management voor beheer van de openbare ruimte. Asset-management is een gestructureerde beheermethode, waarbij gestuurd wordt op minimalisering van de totale kosten van de beheerde objecten over de gehele levensduur. Uitgangspunt daarbij vormen de doelstellingen en belangen van de stakeholders/opdrachtgever. Dit Meerjarenonderhoudsprogramma sorteert voor op de asset-management benadering en introduceert daarvoor een aantal begrippen en werkwijzen. 1.2. Doelen van dit Meerjarenonderhoudsprogramma 1. Het bieden van een overzicht van de benodigde activiteiten voor het beheerareaal Schoon van stadsdeel Zuid voor de komende 4 jaar, in relatie tot functie en waarde behoud en het bestuurlijk gewenste onderhoudsniveau met inzicht in de benodigde en beschikbare middelen; 2. Het programma geeft inzicht in sturingsmogelijkheden voor de politiek bij de vaststelling van budgetten; 3. Het programma biedt een structuur die overeenkomt met de overige MJOP’s van het stadsdeel; 4. Het programma fungeert tevens als (op-)stap naar de invoering van asset-management in de openbare ruimte. 1.3. Leeswijzer Dit programma is opgesteld volgens de format die we voor alle Meerjarenonderhoudsprogramma ’s gebruiken. Wel zijn er verschillen ten opzichte van de andere MJOP’s. Het voornaamste verschil is dat de andere MJOP’s zich richten op groot onderhoud om het betreffende asset in stand te houden, terwijl de dagelijkse werkzaamheden in een korte paragraaf worden afgehandeld. Het thema Schoon wordt juist hoofdzakelijk gevuld met dagelijkse werkzaamheden: deze vormen de basis van het asset Schoon en nemen dus een prominente plaats in. Schoon heeft betrekking op werkzaamheden die iedere dag in enige vorm plaatsvinden. Het grootste deel van de financiële middelen binnen Schoon is dan ook gebudgetteerd voor het dagelijkse onderhoud. Daarnaast vinden er ook lange-termijn 5 werkzaamheden plaats. Die hebben vooral te maken met een gewijzigde visie op Schoon (daarover meer in hoofdstuk 2). Het programma is opgedeeld in zes hoofdstukken. In hoofdstuk 1 staat een inleiding. In hoofdstuk 2 volgt een uitleg over onze visie op Schoon. Hierin worden de verschillende doelstellingen nader uitgewerkt. Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van het areaal. In hoofdstuk 4 wordt de huidige werkwijze beschreven. Hoofdstuk 5 is een extra hoofdstuk ten opzichte van de overige Meerjarenonderhoudsprogramma ‘s. Hierin wordt beschreven waarom een verandering nodig is ten opzichte van de huidige werkwijze en wat er moet gebeuren om die verandering gestalte te geven. Wat gaan we de komende jaren doen en wat kost het? Vervolgens wordt het programma geanalyseerd en in de financiële paragraaf vergeleken met de beschikbare budgetten. In hoofdstuk 6 wordt dit document afgesloten met een visie op borging. 6 2. Doelstellingen Schoon: Visie 2.1 Inleiding Een van de primaire taken van de gemeentelijke overheid is het creëren van een prettige leefomgeving. In Amsterdam heeft deze primaire taak zich vertaald in een leefomgeving, die “schoon, heel en veilig” is. Vervuiling leidt tot ergernis en tast het woonplezier aan. Daarom is in Zuid altijd fors geïnvesteerd in een schone leefomgeving. Er zijn dan ook grote kosten verbonden aan schoonmaken. Bij schoonmaken valt in eerste instantie te denken aan afvalinzameling en alle vormen van zwerfvuil. Maar het gaat ook om andere zaken als grofvuil, hondenpoep, graffiti, wildplakken en fietswrakken. Door de jaren heen heeft het Stadsdeel gemerkt dat de kosten om de omgeving schoon te houden steeds meer zijn toegenomen. We zijn inmiddels op een punt beland dat de vraag gesteld dient te worden of de traditionele aanpak nog wel werkt. 2.2 Bestuurlijk Beheer van de Openbare Ruimte komt op verschillende manieren terug in akkoorden en programma’s. In het Coalitieakkoord 2014 - 2018 ‘Amsterdam is van iedereen’, staat vermeld dat: “in overleg met de bestuurscommissies een minimumnorm wordt vastgesteld voor het onderhoud en het schoonhouden van de openbare ruimte, de wegen en andere stedelijke infrastructuur. Het streven daarbij is minimaal een verzorgd onderhoudsniveau.” In het Bestuursakkoord 2014-2018 “Ruimte voor werk en betrokkenheid in Zuid” van Stadsdeel Zuid is te lezen: “Een schone, hele en veilige openbare ruimte vinden we van groot belang omdat dit een grote invloed heeft op het leefbaarheidsgevoel van bewoners.” Ook in de Programmabegroting 2015 worden ambities en opgaven benoemd: “We houden het onderhoud van de openbare ruimte, parken en groen op peil, op een voldoende kwaliteitsniveau,” (kwaliteitsniveau minimaal 6).” 2.3 Samen Schoon Stadsdeel Zuid heeft altijd een actieve benadering gekozen voor het schoonmaken van de leefomgeving. Juist ook vanuit de gedachte dat dit een van haar primaire taken is. Alle middelen ten behoeve van een schone leefomgeving werden geïnvesteerd in het schoonmaken van straten, wijken en buurten. Die insteek is echter geleidelijk aan het verschuiven. De stad wordt steeds drukker. Bewoners, ondernemers en bezoekers nemen bovendien steeds minder vaak eigen verantwoordelijkheid. Waarden en normen verschuiven. Dientengevolge belandt er ook steeds meer 7 vuil op straat. Zoveel, dat het stadsdeel voor een tweesprong staat. Een tweesprong met een financieel aspect en een ideologisch aspect. Wanneer het stadsdeel de focus blijft leggen op het schoonmaken van de leefomgeving, dan zijn zeer forse investeringen nodig. Zowel met betrekking tot medewerkers (aantal fte) als tot materieel. Met de huidige bezetting is het onmogelijk om de gewenste beeldkwaliteit in het stadsdeel te handhaven. Zo is gebleken en bewezen in de jaren 2012 en 2013. In 2012 is de beeldkwaliteit van minimaal een 6 zelden behaald. In 2013 is die beeldkwaliteit met behulp van een incidentele bijdrage van €1,5 miljoen verhoogd tot een minimale 6 en werd deze beeldkwaliteit ook gehaald. De genoemde incidentele bijdrage is vrijwel geheel geïnvesteerd in extra inzet van medewerkers. Om afval en zwerfvuilvorming structureel te verminderen heeft het Stadsdeel besloten om ondergrondse restcontainers (OAIS) in te voeren. Ook met de invoering van OAIS blijft zwerfvuil een probleem. Omdat vooral wordt ingezet op opruimen en slechts een beperkt deel van de beschikbare middelen wordt ingezet op voorkoming van zwerfvuil, is het voorzienbaar dat de kosten verbonden aan het schoonmaken van de leefomgeving exponentieel verder zullen stijgen. Een koerswijziging naar het project Samen Schoon ligt daarom voor de hand. Verder groeit het besef dat de overheid niet als enige verantwoordelijk is voor een schone leefomgeving. Nog los van het financiële aspect, dringt het besef door dat de overheid het niet meer alleen kan. Samenwerking is het toverwoord om tot succes te komen. Bewoners, bedrijven en bezoekers zijn evenzeer verantwoordelijkheid voor een schone leefomgeving en kunnen op allerlei manieren hun eigen waardevolle steentje bijdragen. De blik op een schone leefomgeving verandert dus. In 2013 is het stadsdeel al voorzichtig een andere weg ingeslagen door zich meer te richten op het Samen Schoon. Die andere preventieve weg heeft te maken met een andere werkwijze, maar vooral met verschuiving van verantwoordelijkheden. Door samen te werken met bewoners, ondernemers, bezoekers kan het stadsdeel betere resultaten behalen. Daarom gaan we ons meer richten op die gezamenlijke verantwoordelijkheid en de middelen die daarbij horen. Deze nieuwe richting wordt in het Bestuursakkoord 2014-2018 “Ruimte voor werk en betrokkenheid in Zuid” ondersteund. Hierin is te lezen dat ‘we bewonersinitiatieven en medebeheer op het gebied van schoon stimuleren’. Om handvatten te geven aan de focusverschuiving naar Samen Schoon zetten we in op twee aspecten: beleid en organisatie. In de volgende paragrafen staat beschreven welke wijzigingen nodig zijn m.b.t. beleid en organisatie om daadwerkelijk de stap naar Samen Schoon te kunnen zetten. 8 2.4 Beleidsdoelstellingen 2.4.1 Samenwerking met bewoners, bedrijven en bezoekers (participatie) Hierboven is het al gezegd: het stadsdeel kan het niet meer alleen. Samenwerking met groepen in de maatschappij levert (zeker op de lange termijn) betere resultaten op. Uit meerdere onderzoeken, zowel in andere steden, als in Amsterdam Zuid (bijv. het Impulsproject Schoon Zuid en de andere aanpak in het Vondelpark tijdens Koningsdag) blijkt onomstotelijk dat inzetten op samenwerking met bewoners, bedrijven en bezoekers loont. Een goed voorbeeld van een stedelijk geslaagd project om de focus van bewoners te veranderen is de aanpak van hondenpoep. Door in te zetten op voorlichting, faciliteiten maar ook handhaving is binnen een aantal jaren een gedragsverandering opgetreden bij hondenbezitters ten opzichte van het opruimen van hondenpoep. Amsterdam ligt er een stuk schoner bij. Het stadsdeel blijft haar eigen verantwoordelijkheden houden (afvalinzameling, vegen, graffiti, fietswrakken, handhaving, informatievoorziening enz.), maar door samen op te trekken met de buurt kan sneller en effectiever gehandeld worden. Bijvoorbeeld in verband met preventie tegen vervuiling, maar ook ten behoeve van maatwerk bij de aanpak van hotspots. Het stadsdeel zoekt daarom actief naar samenwerking en faciliteert initiatieven van bewoners en ondernemers. Dit gaan we nog sterker benadrukken. We sluiten aan bij initiatieven van bewoners en ondernemers en willen deze zoveel mogelijk ruimte geven. We ondersteunen daar waar mogelijk, bijvoorbeeld door het verstrekken van materieel of ondersteunen van publiciteit. Daarnaast dragen we financieel bij aan concrete, resultaatgerichte plannen, gericht op samenwerking. In 2014 zijn al vele succesvolle initiatieven gestart, zoals Museumplein, Vondelpark, Citybins, Zwerfhelden en tal van kleinere acties in buurten. Er zijn ook voorbeelden van bewoners die gezamenlijk een groenstrook, straatmeubilair, pleintje of andere delen van de openbare ruimte in mede beheer nemen. Door deze betrokkenheid is bewezen dat de vervuiling flink afneemt en de leefbaarheid omhoog gaat. Daar blijven we dus op inzetten. Ook stimuleren we ondernemers in hun verantwoordelijkheid door ze mee te laten denken over hoe de omgeving schoon gehouden kan worden. We helpen ze om hun klanten te faciliteren het afval op een goede manier weg te gooien. Ook dat kan bijvoorbeeld door afvalbakken in medebeheer te nemen. Verschillende scholen, bestuur en studenten, denken mee om de overlast van zwerfvuil in de buurt van de scholen zo beperkt mogelijk te houden. Schoonhouden is voor een groot deel maatwerk. We doen actief mee in de gezamenlijke zoektocht naar een aanpak die past bij iedere afzonderlijke buurt. We volgen de effecten en kijken of de oplossingen ook toepasbaar zijn voor andere buurten. Door te ondersteunen, stimuleren en zichtbaar te maken -ook ter inspiratie voor andere buurten- groeit de kring van actieve bewoners en ondernemers en wordt de samenwerking tussen stadsdeel en buurt voor een schone leefomgeving steeds krachtiger. In de komende jaren zetten we nog actiever in op alle vormen van participatie en medebeheer met betrekking tot een schone leefomgeving. Om participatie en medebeheer succesvol te maken, moet wel voldaan worden aan een aantal randvoorwaarden. De belangrijkste is: “Voor wat, hoort wat.” Wanneer het stadsdeel duurzame medewerking van bewoners wil verkrijgen, moet het wat 9 teruggeven. Zo verdienen actieve participanten/ambassadeurs een voorkeursbehandeling bij klachtenafhandeling en moeten ze af en toe in de watten worden gelegd met een cadeautje, of een bezoek van een bestuurder. Daarnaast is noodzakelijk dat heldere afspraken worden gemaakt. Zowel voor de samenwerkende partijen als voor het stadsdeel moet duidelijk zijn wat de onderlinge verwachtingen zijn en waar ieders taak en verantwoordelijkheid ligt. En uiteraard is er budget nodig om onze beloften waar te kunnen maken. Het afgelopen jaar is al geïnvesteerd in verschillende vormen van participatie. Die investeringen zullen nodig blijven, terwijl de grote resultaten niet direct zichtbaar zullen zijn. Op de middellange termijn zullen de investeringen echter leiden tot besparing in de schoonmaakkosten. Immers, wanneer we er gezamenlijk voor kunnen zorgen dat er minder rotzooi op straat komt, dan hoeft er ook minder schoon gemaakt te worden. Op de lange termijn zullen hierdoor grote extra investeringen voor schoon onnodig blijken te zijn. 2.4.2 Hotspots Naast samenwerking met bewoners en ondernemers is focus nodig. De ervaring laat zien dat er altijd enkele plekken in de stad zijn, die extra aandacht nodig hebben en waar de dagelijkse aanpak meer ondersteuning verdient. Door extra in te zetten op deze zogenaamde ‘Hotspots’ laat het stadsdeel betrokkenheid en kennis zien. Dat is een voorwaarde om goed samen te kunnen werken. Een Hotspot is een terugkerende locatie of route waar aantoonbaar sprake is van overlast door zwerfvuil of ander afval. Het stadsdeel wil meer maatwerk leveren door (tijdelijk) extra maatregelen te nemen daar waar sprake is van excessen. Door middel van monitoring worden Hotspots in kaart gebracht. Vanuit deze identificatie wordt vervolgens een analyse gemaakt en een maatwerkaanpak ontwikkeld: per Hotspot wordt gekeken wat voor actie er genomen moet worden. Dit gaat op basis van metingen, kennis en ervaringen. Naast zelf (extra) schoonmaken kan handhaving worden ingezet of bijvoorbeeld voorlichting worden gegeven over de aanbiedregels. Samenwerking met de buurt is belangrijk om tot een effectieve en duurzame aanpak van hotspots te komen. In de hotspotaanpak komen veel elementen samen. Het heeft raakvlakken met Reinigen op basis van beeldkwaliteit (zie paragraaf 2.5.2), omdat hetzelfde uitgangspunt wordt gehanteerd: alleen daar investeren waar het echt nodig is. Daarnaast is de focus op samenwerking belangrijk, zowel intern als extern. Intern, omdat bij de hotspotaanpak vrijwel altijd verschillende afdelingen gezamenlijk betrokken zullen zijn. En extern, omdat juist ook ingeval van hotspots, de medewerking van de buurt van doorslaggevend belang is voor succes. Hotspotaanpak heeft altijd een tijdelijk, projectmatig karakter. Bovendien is altijd sprake van maatwerk, gebaseerd op monitoring en analyse. Meestal zal de focus liggen op de ‘hardere’ kant, reiniging en handhaving, maar de ‘zachte’ kant, informatievoorziening, communicatie, samenwerking met de omgeving kan nooit achterwege blijven. Alle vormen van aanpak hebben in ieder geval gemeen dat de aanleiding ligt in monitoring. Immers, trends en hotspots kunnen alleen worden aangepakt als ze (tijdig) geïdentificeerd worden. Hoewel er nu ook al incidenteel sprake is van Hotspotaanpak, is dit nog niet volledig geïntegreerd in onze dagelijkse werkwijze. Daarnaast wordt er nog te weinig samenwerking met de buurt gezocht. Bij de aanpak van Hotspots sluiten we uitdrukkelijk aan bij de aanbevelingen uit de Eindrapportage van het Impulsproject Schoon Zuid. 10 2.5 Organisatie doelstellingen De huidige samenstelling van de afdeling BOR is historisch gegroeid. Bij de vorming van Stadsdeel Zuid is er voor gekozen om teams en wijken zoveel mogelijk in stand te houden. Daarbij is minder prioriteit gegeven aan verdeling in wijken op grond van bewonersdruk en daarmee samenhangende werkdruk. Nu met de introductie van gebiedsgericht werken is het moment gekomen om ook op dit vlak de volgende stap te zetten. Bij de doorontwikkeling van BOR in de loop van 2015 zal dit aspect verder worden uitgewerkt. Daarnaast willen we meer inzetten op samenwerken met ketenafdelingen zoals Afvalinzameling en Handhaving en versterken van het reinigen op beeldkwaliteit. Dat gaat echter niet zomaar van de ene op de andere dag. Daar zijn investeringen (vooral in tijd en training) voor nodig. In de volgende paragrafen werken we deze organisatiedoelen verder uit. 2.5.1 Integrale samenwerking De verschillende afdelingen binnen het Stadsdeel zoeken niet altijd van naturen contact met elkaar. Samenwerking is niet de eerste gedachte, de focus ligt op het behalen van de eigen doelstellingen. De gebiedsgerichte aanpak vraagt echter om meer integrale samenwerking. Daar gaan we ons dan ook op richten. Schoon herbergt meerdere disciplines en raakt meerdere afdelingen. In het kader van de invoering van ondergrondse containers is, onder de naam Impuls Schoon Zuid, een jaar lang onderzoek gedaan naar methoden om zwerfvuil tegen te gaan. Bij dit Impuls project is aangetoond dat met een goede samenwerking de kwaliteit vaker gehaald wordt. Onder Samen Schoon brengen we alle inspanningen vanuit het stadsdeel bij elkaar: beheer, afvalinzameling, handhaving, bedrijfsbureau en communicatie. Dat past ook bij de perceptie van de gebruikers die immers de openbare ruimte als een geheel ervaren en beoordelen. We laten zien wat wij als stadsdeel doen en hoe we samenwerken met de buurten. We weten van elkaar wat we doen en versterken elkaar, met name ook bij de aanpak van hotspots. Extern dragen we dan ook één boodschap uit: Samen Schoon. Bij alle activiteiten met een raakvlak met Schoon die vanuit het Stadsdeel worden ondernomen, leggen we een link met dit overkoepelende thema. We brengen de communicatie op een lijn en ook de contactmogelijkheden. Daarnaast zijn binnen het stadsdeel op verschillende niveaus gremia in het leven geroepen om samenwerking en integrale aanpak te bevorderen. Centraal binnen het stadsdeel staat het Ketenoverleg Schoon. Het Ketenoverleg komt maandelijks bijeen en wordt voorgezeten door de procesmanager Schoon. Hierin zijn vertegenwoordigd: Afvalinzameling, Handhaving, Communicatie, Monitoring en de drie Rayons van BOR. Doordat alle disciplines aanwezig zijn in de groep kan goed worden samengewerkt om snel tot een goed resultaat te komen. Tijdens de bijeenkomsten worden problemen of situaties behandeld die te maken hebben met schoon. Het Ketenoverleg fungeert als Stuurgroep voor de aanpak van Hotspots en andere Schoon gerelateerde projecten en plannen 11 Om medewerking van alle afdelingen en betrokkenen te garanderen en om op de grote lijnen afspraken vast te leggen, is de inrichting van een Stuurgroep Schoon, waarin op managementniveau afstemming kan plaatsvinden, relevant. 2.5.2 Efficiency: Reinigen op beeldkwaliteit en meten = weten Een enkele uitzondering daargelaten, wordt er op dit moment vooral ‘geografisch’ gereinigd. Er worden vaste routes met vaste werkzaamheden gereden. Alleen in geval van meldingen wordt ad hoc maatwerk toegepast. Wij streven naar een andere werkwijze. Een werkwijze waarbij de focus ligt op effectief werken: reinigen op basis van beeldkwaliteit. Dat vergt een andere benadering. De medewerkers van de wijkverzorging reinigen in deze werkwijze alleen daar waar het smerig is, dus daar waar de kwaliteit onder het niveau dreigt te raken. Op grond van meetgegevens en eigen waarneming wordt dagelijks bepaald hoe de situatie is en wat ervoor nodig is om op een zo efficiënte manier te reinigen. Een nieuwe werkwijze waarbij de focus op beeldkwaliteit ligt, vraagt veel meer initiatief en flexibiliteit van de werknemers. Daar krijgen ze meer variatie en eigen verantwoordelijkheid voor terug. Daarnaast is er nu vooral sprake is van subjectieve sturing, op basis van ervaring en gevoel. Medewerkers worden aangestuurd op werktijden en minder op resultaat. Om deze omslag te maken is ondersteuning van het management nodig. We stellen daarom voor om een ‘Lean’ werkwijze te introduceren, zodat het management resultaatgerichter en dus efficiënter gaan sturen. Onderdeel van de Lean-werkwijze is het kunnen beschikken over meer meetgegevens zoals: hoeveel (kg) zwerfvuil er dagelijks in welke buurt wordt geruimd, hoeveel kilometers daarvoor gereden worden, hoeveel medewerkers er waar werkzaam zijn, hoeveel middelen er beschikbaar zijn, wat de bezoekersdruk is, etc., Op basis van deze gegevens kan objectiever worden gestuurd en worden medewerkers ingezet waar het echt nodig is. Hier hoort ook een gewijzigde mentaliteit bij. Geen standaardwerk meer, maar resultaatgerichtheid, flexibiliteit, pro activiteit en eigen verantwoordelijkheid. Het zou een enorm winstpunt zijn wanneer medewerkers flexibel in verschillende teams kunnen worden ingezet. Dat levert ook meer samenwerking, onderlinge controle en multifunctionaliteit op. Het is opvallend dat er jaarlijks na Koningsdag bijna optimaal flexibel wordt samen gewerkt en dat dat gedurende de rest van het jaar niet meer gebeurd. 2.5.3 Projectmatig werken Voor de bulk van onze werkzaamheden, die nog steeds gericht zijn op het schoonmaken van de openbare ruimte, houden we de ‘lijnaansturing’ aan, met dien verstande dat we die wel anders willen inrichten, zoals hierboven is toegelicht. Voor aanvullende werkzaamheden met betrekking tot hotspots, participatie etc. willen we zoveel mogelijk een projectmatige aanpak hanteren. Wij geloven in projectmatig werken. Dat is de eenvoudigste organisatorische manier om resultaten te garanderen. Hierdoor ontstaat meer inzicht in kwaliteit, planning en kosten. Door een vaste projectmatige werkwijze te hanteren, komen aspecten als organisatie, afdwingbaarheid, efficiency, 12 mogelijke herhaling, inzichtelijkheid van meetresultaten, borging etc. vanzelf aan de orde. Duidelijke afbakening, duidelijke verantwoording, oog voor samenwerking via harde onderlinge afspraken. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk wel om actie, projectmatig werken is geen doel op zichzelf. Met behulp van (korte, eenvoudige) Uitvoeringsplannen worden uitgewerkte activiteiten uitgevoerd. De wijkmanager blijft eindverantwoordelijk. De procesmanager Schoon stimuleert, faciliteert, ondersteunt en stuurt. Voor het uitvoeringsplan betekent dat, dat de verschillende wijkmanagers zelf plannen aandragen ten aanzien van hun wijk. We streven naar integrale maatregelen met structurele gevolgen. De inzet van alleen extra inhuur (zonder aanvullende structureel oplossende maatregelen of resultaatverplichtingen) wordt zo veel mogelijk vermeden. Na aanwijzing van de uit te voeren plannen, schrijft de verantwoordelijke (wijkmanager) een plan van aanpak. Het Ketenoverleg Schoon kan in de meeste gevallen als stuurgroep functioneren. 2.6 Kwaliteitsdoelstellingen De opdracht voor het beheren van de openbare ruimte is om te zorgen voor een woonomgeving die blijvend voldoet aan bestuurlijk vastgestelde kwaliteitseisen. Deze kwaliteitseisen worden vastgelegd en gemeten met behulp van beeldmaatlatten. De ambitie is om minimaal een 6 te scoren. Het kwaliteitsniveau “6” is vastgelegd in de brochure: “Monitoren Openbare Ruimte, Beeld en Kwaliteit” (stadsdeel Zuid, 2011). Dit betekent dat het kwaliteitsniveau voor beeldkwaliteit niet onder niveau 6 mag dalen. Kwaliteitsniveau 10 8 6 4 2 Beheerniveau: Minimaal 8 ! Minimaal 6 ! Gemiddeld 6 ! = acceptabel beeld = niet nagestreefd, maar beperkt voorkomend ! = ingrijpmoment = waarschuwingsgrens Figuur 2.2.1. Kwaliteitsniveaus beeldkwaliteit en ingrijpmoment Bij het kiezen voor een kwaliteitsniveau ‘minimaal 6’ betekent dit dat er gemiddeld sprake is van een hoger beheerniveau dan een 6. Het gemiddelde beheerniveau bevindt zich dan op een 7 of 8. De vraag is of dit wel een reële ambitie is. In de Oude Pijp bijvoorbeeld is de omloopsnelheid zo hoog, dat een locatie in 5 minuten van een 10 naar een 2 kan zakken. En dat gebeurt ook in de weekends, terwijl er dan geen (of nauwelijks) inzet mogelijk is. 13 De schoonheidsgraden worden doorlopend gemeten. Objectieve monitoring wordt gefaciliteerd door het Bedrijfsbureau van de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Maandelijks worden overal in het stadsdeel 988 vaste locaties gemeten aan de hand van beeldmaatlatten. Daarnaast zijn er subjectieve instrumenten aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van het klachtensysteem MORA, Verbeter de Buurt, meldingen via postbussen etc. Het belangrijkste meetinstrument wordt gevormd door de medewerkers van het stadsdeel zelf. Zij zijn dagelijks op straat en zien en weten het beste waar hotspots (dreigen te) ontstaan en bestaan. 3. Areaal: wat hebben we? 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt meer inzicht gegeven in statistische gegevens. Zo wordt het aantal medewerkers dat werkzaam is in Schoon in beeld gebracht, maar bijvoorbeeld ook het aantal vierkante meters grondgebied. Schoon-werkzaamheden kunnen verdeeld worden in drie hoofdprocessen: reiniging, prullenbakken legen en huisvuilinzameling. Huisvuilinzameling wordt verder buiten beschouwing gelaten, omdat die werkzaamheden worden uitgevoerd door een andere afdeling. Reinigen heeft niet alleen betrekking op het opruimen van (zwerf)afval, maar gaat over het schoonhouden van de hele openbare ruimte. Zo is het schoonhouden van straatmeubilair ook een onderdeel. Bij reiniging wordt aandacht besteed aan natuurlijk vuil en zwerfvuil. Deze twee pilaren vragen om een gedifferentieerde aanpak. De inzet die gepleegd wordt bestaat uit zowel machinale reiniging als handmatige reiniging. Reiniging heeft te maken met verschillende factoren, zoals natuur, weersomstandigheden en bladval. Maar vooral met gebruik. Gebruikers van de openbare ruimte vervuilen deze al dan niet bewust. Elk van deze factoren brengt andere uitdagingen met zich mee. De werkzaamheden worden waar mogelijk op elkaar afgestemd om een zo hoog mogelijk kwaliteitsbeeld te krijgen in de openbare ruimte. 3.2 Medewerkers Er zijn verschillende functies betrokken bij Schoon. Naast de managementfuncties (afdelingsmanager, wijkmanager, coördinator) zijn er binnen Schoon medewerkers actief als Servicemedewerker (een gecombineerde functie waar medewerkers werkzaamheden uitvoeren binnen schoon, groen en grijs), Wijkverzorgers (medewerkers houden zich alleen bezig met schoon) en in inspectie en toezicht. De grootste ploeg medewerkers werkt binnen Wijkverzorging. De totale personeelskosten op het thema Schoon bedragen ongeveer € 5,4 miljoen. In onderstaande tabel staat het aantal fte werkzaam in het thema Schoon weergegeven. Omdat het bij de meeste functies om combinatie functies gaat, is in de laatste kolom het percentage tijd aangegeven dat de desbetreffende medewerkers besteden aan het thema Schoon. 14 % besteding tijd Aantal fte aan Schoon Functienaam Werkzaamheden Reiniger Wijkverzorging 69 100 Medewerker parkbeheer Reinigen en groen 10 75 Medewerker parken en bomen Reinigen en groen 11 25 Servicemedewerker Reinigen, groen en grijs 43 33 Medewerker inspectie en toezicht Inspecteren openbare ruimte 11 25 Coördinator Leidinggevende 10 50 Wijkmanager Leidinggevende 10 33 Rayonmanager Leidinggevende 3 33 Overig Ondersteunend 10 25 Totaal 177 3.2.1 Wijkverzorging (vegen) Er zijn geen specifieke wettelijke kaders voor het schoonhouden van de openbare ruimte. Vanuit haar algemene verantwoordelijkheid als beheerder heeft het stadsdeel een zorgplicht voor een veilig ingerichte openbare ruimte. Er wordt op twee manieren geveegd, machinaal en handmatig. Om te bepalen wat de frequentie is en welk materiaal er nodig is, wordt de openbare ruimte verdeeld in drie onderdelen. Verharding: rijwegen, voet- en fietspaden. Bijzondere gebieden: winkel-, uitgaansgebieden en speelplaatsen Groen: parken, grasvelden en groenperken De wijkverzorging verdeelt zijn werkzaamheden over bovenstaande onderdelen. Gemiddeld zijn per wijk twee teams actief. Meestal bestaat een team uit een veegwagen met chauffeur en drie of vier vegers. Afhankelijk van het weer en de route, neemt het team een spoelmachine en/of blazers mee. 15 Werkzaamheden Wijkverzorging Wijkverzorging (vegen) Bijzondere gebieden Verharding Rijweg Fietspad Voetpad Overig Winkel gebied Uitgaans gebied Overig Groen Speel plaats Park Grasveld Perk Overig 3.2.2 Servicewerk Straatreiniging is gebaat bij een openbare ruimte zonder obstakels. Rond obstakels blijft vuil liggen wat machinaal lastig is te verwijderen. Aan de andere kant kan het faciliteren van straatmeubilair bijdragen aan een schone aanblik van de openbare ruimte. In stadsdeel Zuid wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten straatmeubilair om vervuiling te voorkomen. Te denken valt aan afvalbakken, hondenpoepdispensers, openbare urinoirs, openbare wildplakplekken etc. De servicemedewerkers houden zich voornamelijk bezig met legen van prullenbakken, het bestrijden van graffiti en wildplakken, het vullen van de hondenpoepdispensers en het reinigen van de openbare urinoirs. 16 Werkzaamheden Serviceteams Servicewerk Prullenbakken Ledigen Schoon houden Urinoirs Hondenpoep dispensers Graffiti verwijderen Schoon houden Bijvullen Straatmeubilair Overig 3.3 Grondgebied Inwoners Oppervlakte Openbare ruimte Verharding Groen 3.4 137901 1548 ha. 7207 ha. 4676 ha. 2531 ha. Middelen Om de openbare ruimte op kwaliteit niveau minimaal 6 te houden maken wij gebruik van verschillende hulpmiddelen: Veegmachines Veegkippers Spoelmachines Electro truckjes, incl. hoge druk Overige voertuigen 19 27 7 6 4 Afvalbakken 2400 17 4. Wat doen we en hoe doen we het? 4.1 Begripsbepaling De afdeling BOR staat voor ‘ Beheer Openbare Ruimte’. De afdeling is verantwoordelijk voor het beheer. Ten aanzien van het thema Schoon staat het begrip “onderhoud” centraal. Beheer Beheer openbare ruimte: handelen ten behoeve van in standhouden en verbeteren van de openbare ruimte, teneinde het aan de bestaande functies en kwaliteiten te laten blijven voldoen en het handelen om in te spelen op functieveranderingen of nieuwe kwaliteitswensen. Beheer is dus onderhoud én (her)inrichting. Onderhoud Onderhoud openbare ruimte: handelen ten behoeve van in standhouden van de openbare ruimte, teneinde het aan de bestaande functies en kwaliteiten te laten voldoen. Daarvoor kan vervanging nodig zijn. De focus in dit MJOP ligt op dagelijks onderhoud. Toch kan dit in de vorm van een meerjarenplanning worden gegoten, waarbij de aandacht vooral gaat naar het financiële deel. De lange termijn opgaven worden m.b.t. Schoon gevormd door: 1. de verandering naar Samen Schoon; 2. projectmatig werken; 3. focus op samen werken met ketenpartners; 4. inzet op basis van beeldkwaliteit en 5. werken met Lean-management 4.2 Huidige werkwijze: dagelijks onderhoud Zoals in hoofdstuk 2 al is beschreven, ligt de focus op schoonmaken. De afgelopen jaren heeft de Afdeling BOR haar taken en verantwoordelijkheden succesvol uitgevoerd, met een schone leefomgeving tot gevolg. Werkwijze en aansturing zijn gebaseerd op jarenlange ervaring, uitgevoerd door loyale en betrokken medewerkers. Dagelijks gaan er zo’n 20 teams de straat op om de openbare ruimte te reinigen. Werkzaamheden kunnen zoals aangegeven in drie hoofdprocessen verdeeld worden: reiniging, prullenbakken legen en huisvuilinzameling. Het proces huisvuilinzameling laten we hier verder buiten beschouwing, omdat dat wordt uitgevoerd door een andere afdeling. Daarbij zij overigens wel opgemerkt dat dit proces een zeer grote invloed heeft op de andere twee processen. Dat blijkt uit 18 ervaringscijfers: op huisvuildagen is er vaak tweemaal zoveel inzet nodig op straatreiniging. Dat komt doordat huisvuil de grootste veroorzaker van zwerfvuil is. De verwachting is dan ook dat invoering van het ondergrondse containernetwerk een positieve invloed zal hebben op de beeldkwaliteit. Aandachtspunt bij ondergrondse containers is het tegengaan van hotspots door bijplaatsingen naast de container. Het proces reiniging neemt de meeste inzet in beslag. Hieronder vallen werkzaamheden als handmatig vegen, machinaal vegen, prikken, schoonspuiten, bladblazen etc. De inhoud van het proces prullenbakken legen spreekt voor zich. Maar hoe gaat men dan dagelijks te werk in deze processen? Dat verschilt per rayon en per wijk, er is geen uniforme werkwijze. In hoofdlijnen kan echter gesteld worden dat teams dagelijks de straat opgaan volgens een vaste methodiek: eerst worden de hoofdstraten in de wijk (meestal winkelstraten) gereinigd en vervolgens komen andere delen van de wijk aan de orde. Daar tussendoor wordt vol ingezet op ad hoc incidenten en meldingen van bewoners. Lean Via de introductie van Lean-management wordt bovenstaande werkwijze veranderd. Met behulp van Lean gaan we meer sturingsinformatie verzamelen en introduceren we vaste werkmethoden. Op deze manier komt de focus binnen reiniging meer te liggen op beeldkwaliteit en het efficiënter werken. De druk op het dagelijks onderhoud zal daarmee afnemen. En zo ook de benodigde kosten. Naar verwachting is er een besparing van minimaal 10% te verwachten. De exacte proceswijzigingen zullen tijdens het Lean-traject inzichtelijk worden. 4.3 ‘Groot onderhoud’ Groot onderhoud kent drie componenten: OAIS (ondergrondse containers), Samen Schoon en Efficiency. De uitrol van het ondergrondse containernetwerk zal de komende jaren een grote rol spelen in de planning. Daarnaast is in 2014 voor het eerst gericht budget en capaciteit vrij gemaakt om in te zetten op Samen Schoon en efficiency. Dit is ingezet in projecten, zoals het samenwerkingsverband met ondernemers op het Museumplein, de citybins in de Oude Pijp, containeradoptie in de Rivierenbuurt, hotspotaanpak in de Oude Pijp en de WSH-buurt, gerichte schoolaanpak in de Apollobuurt en een Lean-scan. Projecten als deze worden gestimuleerd en gestuurd door de procesmanager Schoon, maar hebben nog geen vaste, terugkerende plek in de dagelijkse organisatie gekregen. Daar komt verandering in. 4.4 Onderhoudsmaatregelen en projecten Het is voor dagelijks onderhoud natuurlijk lastig om ver vooruit te plannen; het betreft immers activiteiten die iedere dag weer op vrijwel dezelfde wijze plaatsvinden. In een planning ziet dat er dus uit als een lange rechte lijn door alle jaren heen. Activiteiten die vallen onder OAIS, Samen Schoon en Efficiency zijn projectmatiger van aard en kunnen daarom beter in een tijdsgebonden planning worden weergegeven. Alle activiteiten hebben echter invloed op elkaar; ze kunnen daarom niet los van elkaar gezien worden. 19 4.4.1 Dagelijks onderhoud Dit is een korte paragraaf, maar deze heeft feitelijk wel de ‘grootste’ inhoud. De bulk van de werkzaamheden en het budget betreft immers het dagelijks onderhoud. Het dagelijks onderhoud heeft vooral betrekking op de activiteiten reiniging (machinaal vegen en handmatig vegen en prullenbakken legen). In een planning staan deze activiteiten logischerwijs aangegeven als een doorlopend proces. Aparte aandacht is er voor de bladperiode. Locaties Machinaal vegen Handmatig vegen Prullenbakken legen Blad Verharding: rijwegen, voet- en fietspaden. Bijzondere gebieden: winkel-, uitgaansgebieden en speelplaatsen Groen: parken, grasvelden en groenperken Verharding: rijwegen, voet- en fietspaden. Bijzondere gebieden: winkel-, uitgaansgebieden en speelplaatsen Groen: parken, grasvelden en groenperken Verharding: rijwegen, voet- en fietspaden. Bijzondere gebieden: winkel-, uitgaansgebieden en speelplaatsen Groen: parken, grasvelden en groenperken Verharding: rijwegen, voet- en fietspaden. Bijzondere gebieden: winkel-, uitgaansgebieden en speelplaatsen Frequentie Dagelijks (niet in het weekend) Dagelijks (niet in het weekend) Dagelijks (niet in het weekend) 10 weken in winterperiode 4.4.2 Samen Schoon In hoofdstuk 2 is de Visie beschreven. Focus op: Samen Schoon. Door meer in te zetten op samenwerking en te sturen op beeldkwaliteit, kunnen de doelen van het stadsdeel worden behaald. In onderstaande paragraaf wordt dieper ingegaan op de concrete uitwerking van de visie. Welke projecten en plannen staan er de komende jaren gepland om een verandering tot stand te brengen? De focus zal altijd liggen op samenwerking. Enkele van deze projecten hebben een eenmalig karakter, maar het is de bedoeling dat de meeste projecten na verloop van tijd in de lijn landen en worden 20 geborgd. De belangrijkste voorwaarde is mindset. Daar begint alles mee: er kan van alles worden bedacht, maar het gaat vooral om doen. De concrete handvatten daarvoor staan hier beschreven. Schoolaanpak Het is bekend dat jonge mensen gemiddeld meer zwerfvuil produceren. Zogenaamde ‘snoeproutes’ van scholen naar supermarkten zijn duidelijk zichtbaar op straat. Aan de hoeveelheid en het soort zwerfvuil dat op straat ligt kunnen we precies zien waar de jongeren hebben gelopen. Tot voor kort werd deze problematiek vooral opgelost door extra medewerkers in te zetten om de snoeproutes te reinigen. Het ontstaan van snoeproutes heeft echter vooral met mentaliteit te maken. Jongeren zijn nauwelijks bewust bezig met zwerfvuil. Een gestructureerde, doelmatige aanpak is nodig om daar verandering in aan te brengen. Daarin kunnen verschillende elementen gebruikt worden, van inzet van handhaving tot voorlichting. De belangrijkste voorwaarde voor succes, is echter samenwerking. Samenwerking met scholen en ouders, maar zeker ook met de jongeren zelf. Evenementen Voor evenementen geldt min of meer hetzelfde als voor jongeren. Het stadsdeel zet veel extra capaciteit in voor het schoonmaken van de omgeving tijdens en/of na evenementen. Deze aanpak is achterhaald. In 2013 en 2014 is geëxperimenteerd met een gewijzigde aanpak tijdens Koningsdag. Door in te zetten op preventie (bijvoorbeeld het uitdelen van vuilniszakken), kon het aantal uren en fte dat achteraf nodig was om het stadsdeel te reinigen fors worden teruggebracht. De hierbij opgedane ervaringen zullen breder worden uitgerold. Bovendien kunnen we meer verantwoordelijkheid bij organisatoren leggen. Ook deze aanpak heeft zich in praktijk bewezen. Hotspotaanpak Bij de hotspotaanpak ligt de focus op samenwerking, zowel intern als extern. Er is altijd sprake van maatwerkaanpak, gebaseerd op monitoring en analyse. Meestal zal ingezet worden op de ‘hardere’ kant, reiniging en handhaving, maar de ‘zachte’ kant, informatievoorziening, communicatie en samenwerking met de omgeving kan nooit achterwege blijven. De aanleiding is altijd gelegen in monitoring. Trends en hotspots kunnen namelijk alleen worden aangepakt als ze (tijdig) geïdentificeerd worden. De ervaring leert dat hotspots vooral ontstaan op plekken die een ‘natuurlijke aantrekkingskracht’ hebben op huisvuil, zoals straathoeken en containerlocaties. De afgelopen jaren zijn er hotspots ontstaan bij de servicecontainers in de Oude Pijp. Een goed voorbeeld waar met behulp van hotspotaanpak een probleem is aangepakt is het Van der Helstplein. De aanpak van deze hotspots wordt projectmatig opgepakt. Na verloop van tijd kan de hotspotaanpak in de reguliere werkwijze worden verweven. De verwachting is dat de komende jaren jaarlijks 3 à 4 hotspots aangepakt worden. Na een aantal jaar zal het aantal jaarlijks aan te pakken hotspots verminderen, omdat er minder nieuwe hotspots bij zullen komen, ook vanwege de introductie van OAIS. 21 Handhaving Elke dag werken de medewerkers van stadsdeel Zuid hard aan het schoon houden van de openbare ruimte. Met resultaat, want de schoonheidsgraden in het stadsdeel komen uit op een 6. Het stadsdeel kan deze taak niet alleen. In de afvalstoffenverordening en uitvoeringsbesluit stadsdeel Zuid zijn regels opgenomen ten aanzien van het aanbieden van huisvuil, maar ook ten aanzien van het schoonhouden van de buitenruimte door ondernemers die etenswaren verkopen. Veel bewoners en ondernemers werken actief mee aan het schoonhouden van de openbare ruimte door zich aan de afgesproken regels te houden voor het aanbieden van huisvuil, het opruimen van hondenpoep en het voorkomen van zwerfvuil. Een klein deel van de bewoners en ondernemers houdt zich echter niet aan deze regels. Het stadsdeel spreekt deze bewoners aan op hun (vervuilende) gedrag en wil dit gedrag positief beïnvloeden. Zo zorgt het stadsdeel voor voldoende mogelijkheden om afval netjes op te ruimen, maakt het stadsdeel in drukke gebieden extra schoon en wordt extra voorlichting gegeven over het hoe en waarom van het gewenste gedrag. Bij een kleine groep bewoners en ondernemers leidt deze positieve aanpak niet tot gedragsverandering. Voor deze groep gaat het stadsdeel over op handhaving. In het Bestuursakkoord stadsdeel Zuid 2014-2018 is ten aanzien van de openbare ruimte de volgende doelstellingen geformuleerd: “Een schone, hele en veilige openbare ruimte vinden we van groot belang omdat dit een grote invloed heeft op het leefbaarheidsgevoel van bewoners. Handhaving is hierbij belangrijk.” Handhaving wordt in de ketenbenadering dus als sluitstuk ingezet, vooral bedoeld voor bewoners en bedrijven die niet willen participeren, en moedwillig blijven vervuilen. In het ketenproces Schoon versterken beheermaatregelen, participatie, communicatie en handhaving elkaar en worden daarom goed op elkaar afgestemd. Het schoonhouden van de openbare ruimte kan niet zonder handhaving. Uit onderzoek blijkt dat mensen meer geneigd zijn om zich aan de regels te houden als zij het idee hebben dat de pakkans groot is. Handhaving is dus effectief om ongewenst gedrag tegen te gaan. Het stadsdeel kan bij handhaving de hulp van betrokken buurtbewoners en ondernemers goed gebruiken. Zonder informatie is het moeilijk om de juiste handhavingsmaatregel te nemen. Bewoners en ondernemers die de gemeente bellen en klagen over de vervuiling in hun (winkel)straat zijn mensen die betrokkenheid tonen met de openbare ruimte en het belangrijk vinden dat er wat aan de vervuiling wordt gedaan. Zij kunnen informatie delen met het stadsdeel zodat gericht kan worden opgetreden. Zo is er al een App beschikbaar waarmee bewoners overtredingen kunnen melden. Verder moeten bedrijven en winkeliers binnen een gebied waar veel bedrijfsvuil verkeerd wordt aangeboden actief worden bezocht om na te gaan welke knelpunten/ problemen op het gebied van schoon zij ervaren, en wat er gezamenlijk aan kan worden gedaan. Bedrijven die zich positief onderscheiden worden in het in het zonnetje gezet. Waar mogelijk wordt aangehaakt bij Keurmerk Veilig Ondernemen en de BIZ (Bedrijven InvesteringsZone). Opschoondagen Nederland Schoon promoot jaarlijks de nationale opschoondag. In 2014 heeft het stadsdeel daar voor het eerst op grote schaal aan meegedaan met kleinere evenementen in de Oude Pijp en Buitenveldert en een grootschalige happening op het Museumplein. Onder het motto ‘Het schoonste Museumplein ooit’ was dit, met medewerking van o.a. Albert Heijn, diverse musea, leerlingen van het Sweelinckcollege en het Amerikaanse consulaat, een zeer succesvol evenement. Het streven is om jaarlijks meer en uitgebreider stil te staan bij de landelijke opschoondag. Daarnaast organiseert het stadsdeel samen met buurtbewoners meerdere opschoondagen per jaar, bijvoorbeeld voor een specifieke straat. Zo zijn in 2014 o.a. buurtinitiatieven in de Quellijnstraat, de 22 Daniel Stalpertstraat en de Rivierenbuurt uitgevoerd. Ook hiervoor geldt dat we bewoners en ondernemers blijven stimuleren en ondersteunen om initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren. Containeradoptie In verschillende stadsdelen is containeradoptie een succes. Vooral in stadsdeel Oost is dit groots opgezet. Dit voorbeeld volgen wij graag. In 2013 is een pilot gestart in de Scheldebuurt, met groot succes. Daarom wordt in 2014 verder gegaan met uitrol in de hele Rivierenbuurt. Dit initiatief wordt doorgezet in heel stadsdeel Zuid. In wijken waar het ondergrondse containernetwerk nog wordt uitgerold, zal dit planmatig volgens een vaste format worden opgezet (zie onder OAIS), maar ook in de overige wijken zal containeradoptie worden uitgerold. Daarvoor is wel een goede organisatie aan de achterkant voor nodig. Bewoners die als ambassadeur gaan optreden en een container adopteren, krijgen alle steun van het stadsdeel. Medebeheer Naast containeradoptie zijn er andere vormen van medebeheer denkbaar. Zo is in 2014 in de Oude Pijp het initiatief ‘Citybins’ gestart, waarin ondernemers prullenbakken adopteren. Ook zijn er bewoners die bloemperkjes hebben geadopteerd, of vuilnisbakken, of ander straatmeubilair. In de Rivierenbuurt zijn er zelfs bewoner die naar aanleiding van de pilot Containeradoptie, een heel stuk straat hebben geadopteerd. Op het Museumplein ontstaat langzaam maar zeker een samenwerkingsverband waarin de diverse musea en bewonersgroeperingen vertegenwoordigd zijn, maar bijvoorbeeld ook de Albert Heijn en nabij gelegen scholen en horeca gelegenheden. Doel van dit samenwerkingsverband is om gezamenlijk het Museumplein mooi en schoon te houden. Dit soort samenwerkingsverbanden wil het stadsdeel nog veel meer aangaan. 23 Maatregelen Frequentie 2015: ontwikkeling en pilot Educatiepakketten Gedragsbeïnvloeding Samenwerking Aanpak snoeproutes Leerling projecten Evenementen Preventie Gedragsbeïnvloeding Samenwerking/ Verleggen verantwoordelijkheid 4x per jaar (Marathon, Koningsdag, Uitmarkt en een jaarlijks variërend evenement) Hotspotaanpak Samenwerking Communicatie Gedragsbeïnvloeding Handhaving Afvalinzameling Naar verwachting jaarlijks 3 hotspots Opschoondagen Samenwerking Preventie Gedragsbeïnvloeding Communicatie Jaarlijks terugkerende Landelijke Schoonmaakdag + wisselend aantal individuele initiatieven Containeradoptie Samenwerking Preventie Gedragsbeïnvloeding Gedeelde verantwoordelijkheid Communicatie Organisatie intern Heldere afspraken 2015: doorgaan in Rivierenbuurt + start Buitenveldert 2016 – 2018 Start in vervolg OAIS Medebeheer Samenwerking Preventie Gedragsbeïnvloeding Gedeelde verantwoordelijkheid Communicatie Organisatie intern Contract/ Heldere afspraken 2015: inventarisatie + planning Schoolaanpak 2016 en verder: 3 scholen per jaar 2016 – 2018: optimalisatie 4.4.3 OAIS Het in te voeren Ondergrondse Afval Inzameling Systeem (OAIS) heeft raakvlakken met Efficiency en Samen Schoon. Vanwege de forse impact van OAIS op het beheer van de openbare ruimte, benoemen we dit project apart. De grootste oorzaak van zwerfvuil is op straat aangeboden huisvuil. Wanneer overal in het stadsdeel ondergrondse containers zijn geïnstalleerd, zal de werkdruk ten aanzien van zwerfvuil afnemen. Dat is nu al zichtbaar in de verschillende wijken. In Buitenveldert bijvoorbeeld is al een containernetwerk aanwezig; daar is relatief minder inzet nodig dan in vergelijkbare andere wijken, waar nog met vuilniszakken wordt gewerkt. In het Impulsproject Schoon Zuid zijn waardevolle aanbevelingen gedaan met betrekking tot de uitrol van OAIS. Deze aanbevelingen zijn overgenomen in de Meerjarenonderhoudsplan. Dat 24 betekent dat in het programma ruimte is gemaakt voor Gedrag interventie en Participatie. De ervaringen vanuit Impuls hebben geleerd dat veel ergernis voorkomen kan worden door gedrag interventie, oftewel goede communicatie. In de praktijk betekent dat voor OAIS het volgende. Grofweg twee jaar voordat de ondergrondse containers in een wijk worden geplaatst, vindt een informatieavond plaats. Deze is gericht op de locaties waar de containers worden geplaatst. Tijdens deze avonden zal aandacht worden besteed aan containerbeheer, in de zin dat bewoners dan al worden gewezen op hun verantwoordelijkheid en de bijdrage die zij zelf kunnen leveren aan een schone leefomgeving. De volgende stap is een schriftelijke communicatieronde direct voorafgaand aan plaatsing van containers. In een brief worden bewoners nogmaals geïnformeerd over de ‘omgang’ met ondergrondse containers. Zo’n twee maanden nadat de containers zijn geplaatst volgt een gedrag interventieronde. Bewoners worden deur-aan-deur bezocht. De lessen en ervaringen die daarbij worden opgedaan worden gebruikt om het Afvalinzamelingproces aan te scherpen. Bovendien wordt er draagvlak bij bewoners gecreëerd, waar enige tijd later op kan worden doorgebouwd met de introductie van participatie, in de vorm van containeradoptie. Maatregel OAIS: gedrag interventie Samenwerking Kennisgeving Gedrag interventie Aanpassing processen Focus op trends Start participatie Samenwerking Preventie Gedragsbeïnvloeding Gedeelde verantwoordelijkheid Communicatie Organisatie intern Heldere afspraken Frequentie 2015-2018 volgens planning OAIS 2016 - 2018 4.4.4 Efficiency Lean Iedere organisatie kan effectiever en efficiënter werken. Altijd en overal is op enige manier winst te behalen. Dat geldt zeker voor organisaties die al sinds jaar en dag op dezelfde wijze worden aangestuurd. De afdeling Beheer Openbare Ruimte is zo’n organisatie. Op grond van ervaringen uit het verleden wordt er iedere dag met volle inzet hard gewerkt. Echter, tijden veranderen. Dat betekent dat de vraag verandert. Bovendien is er nu veel meer kennis en kunde aanwezig waarmee een organisatie zijn voordeel kan doen. De afdeling BOR kan meer doen met deze kennis en kunde. Lean is een denkwijze die uitgaat van ‘flow’. Wanneer processen volgens een gelijkmatige stroom verlopen, zonder obstakels, dan kunnen vormen van verspilling, overbelasting en disbalans voorkomen worden. Ieder proces, zelfs het meest ingewikkelde met de meeste uitzonderingen, kan volgens een bepaalde flow worden ingericht. Dat geldt dus ook voor processen als straatreiniging. Daarom is in 2014 een Leanscan uitgevoerd naar het werkproces Schoon binnen BOR. Leanexperts hebben enkele dagen meegelopen op de werkvloer, schriftelijke en/of digitale informatie 25 ingewonnen en interviews gedaan. Uit deze globale scan kwam duidelijk naar voren dat er een groot verbeterpotentieel aanwezig is binnen de afdeling. De voorspelling is dat er 10% winst kan worden behaald ten opzichte van de huidige werkwijze. En dat gaat nog puur over het schoonmaken en daarbij is nog geen rekening gehouden met de omslag die gemaakt kan worden van schoonmaken naar schoonhouden. Die 10% kan op twee manieren behaald worden, afhankelijk van de later te kiezen insteek. Enerzijds zou het mogelijk moeten zijn om 10% te besparen op de inzet van medewerkers, anderzijds kan ook ingestoken worden op meer resultaat tegen dezelfde kosten. Daarom is het voorstel om 2015 het jaar van de Lean transitie te laten zijn. Het doel is om onder begeleiding in een jaar tijd de organisatie zo Lean te maken dat er 10% meer rendement wordt gehaald. De keuze over welke rendementsrichting (focus op zelfde resultaat met besparing van inhuur of focus op meer resultaat tegen zelfde kosten), zal in de eerste fase van het Leantraject worden gemaakt. In vervolg daarop worden resultaatafspraken gemaakt, die worden afgezet tegen de huidige situatie (0-meting) en gemonitord. Meten = weten is immers een van de belangrijkste thema’s van Lean. Binnen het Lean traject worden ook meer beheergegevens, zoals hoeveel zwerfvuil wordt er per wijk opgehaald met behulp van hoeveel medewerkers, voertuigen etc., opgehaald. Op dit moment beschikt BOR niet over deze gedetailleerde beheergegevens. Het management van BOR zal worden geschoold in het gebruik van deze gegevens. Reinigen op beeldkwaliteit Lean gaat ook over het nut van processen en werkzaamheden. In bedrijven blijkt vaak dat er meerdere processtappen worden genomen die niet noodzakelijk zijn. Ten aanzien van de reiniging geldt hetzelfde. Een enkele uitzondering daargelaten, wordt er op dit moment vooral met vaste routes met gewerkt. Wij streven naar een andere werkwijze. Een werkwijze waarbij de focus ligt op effectief werken: reinigen op basis van beeldkwaliteit. Dat vergt een andere benadering. De medewerkers van de wijkverzorging reinigen in deze werkwijze alleen daar waar de kwaliteit onder het niveau dreigt te raken, op grond van meetgegevens en eigen waarneming. De basis is eenvoudig: informatie. Op dit moment wordt er al gewerkt met beeldmaatlatten, er wordt echter niet optimaal op gestuurd. Vaak wordt er gestuurd op basis van incidenten en nog niet op basis van trends. Door meer te gaan sturen op monitoring en beeldkwaliteit, kan efficiënter gewerkt worden. Communicerende prullenbakken Voor prullenbakken worden iedere dag een vaste ronde gereden, waarbij iedere prullenbak aangedaan wordt. In sommige wijken is het echter zo dat de helft van de bezochte prullenbakken nauwelijks gevuld is. Dat kan dus veel efficiënter. Ook dit is een proces dat in de Leantransitie aan de orde zal komen. Zo worden er nieuwe routes ontworpen waarin wordt gestuurd op vervuilingsinformatie in plaats van op locatie. Communicerende prullenbakken zijn daarbij een goed hulpmiddel. Communicerende prullenbakken geven digitaal informatie door over hun ‘vulling’. Ze geven een seintje wanneer ze bijvoorbeeld halfvol of driekwart vol zijn. Met deze informatie kan de 26 wijkverzorging zeer gericht routes rijden daar waar het nodig is, met grote tijdsbesparing tot gevolg. Stadsdeel Zuid start een pilot met deze communicerende prullenbakken in 2015. Activiteit Lean Communicerende prullenbakken Reinigen op beeldkwaliteit (sturing op monitoring) 4.5 Maatregel Onderzoek en implementatie: efficiency Frequentie 2015 2016 en verder: jaarlijks evaluatie Onderzoek 2015, Q1: pilot Sturen op cijfers Gedrag en werkwijze Focus op trends Samenwerking Dagelijks Jaarlijks: 4x per jaar focusproject Inspecties: huidige conditie van het areaal De conditie van het areaal wordt frequent geïnspecteerd. In stadsdeel Zuid is de beeldkwaliteit van de openbare ruimte belangrijk. Ieder kwartaal wordt gerapporteerd wat de stand van zaken is op basis van een vijftal bouwstenen. Met name de bouwsteen Beeldkwaliteit geeft inzicht in de kwaliteit van de openbare ruimte. Maandelijks wordt gemeten wat het beeld is van het onderhoudsniveau op basis van maatlatten. Deze meetmethode zorgt ervoor dat er geen misverstanden meer ontstaan over de kwaliteit van het onderhoud van de openbare ruimte. Kwartaalrapportage Beeldkwaliteit Q3 2014 27 5. Programma 5.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken is onderscheid gemaakt in lange termijn doelen en dagelijkse werkzaamheden. Deze verdeling is terug te vinden in het beoogde programma in paragraaf 5.3. Het programma is conform dit onderscheid verdeeld in drie sub programma’s. Het grootste sub programma wordt gevormd door Dagelijks Onderhoud. Daarna volgen de transitieprogramma’s Samen Schoon en Efficiency. OAIS is verdeeld over de transitieprogramma’s. 5.2 Programmabegroting 2015 Als budgettair uitgangspunt voor het beoogde programma voor de komende jaren hanteren we de Programmabegroting 2015. Deze Programmabegroting kent drie onderdelen: Overzicht huidige middelen, Autonome ontwikkeling en Prioriteitsvoorstellen. Zie onderstaande schema’s. Voor het thema Schoon is de Autonome ontwikkeling (inkoop en raamcontracten) niet relevant omdat de meeste werkzaamheden door eigen medewerkers en materiaal worden uitgevoerd. Daarnaast zijn bij de Prioriteitsvoorstellen enkele voorstellen opgenomen die wel van belang zijn voor de instandhouding van de openbare ruimte, maar die in mindere mate betrekking hebben op Schoon, zoals Extra inzet Omgevingsmanagement en Extra inzet Parken. Deze posten zijn daarom niet weergegeven in onderstaande schema’s. De totale begroting 2015 voor de openbare ruimte (exclusief Autonome ontwikkeling en Prioriteitsvoorstellen ) bedraagt ongeveer €34,5 miljoen Daarvan is ongeveer €9,2 miljoen direct bestemd voor Schoon. Daarnaast is er nog ruim €2 miljoen voorgesteld in het kader van Prioriteitsvoorstellen in de begroting van 2015. De prioriteiten die specifiek aan een wijk zijn gekoppeld, bedragen samen €1.576.00. Deze hebben betrekking op respectievelijk Zuidas, Museumplein en Pijp/Vondelpark. De overige €475.000 (bestaande uit Verfraaien openbare ruimte en Impulsproject Schoon) is rechtstreeks verbonden aan Efficiency en Samen Schoon. Begroting 2015 Overzicht huidige middelen: Programma 9 Openbare Ruimte en Groen Baten Lasten Saldo voor bestemming Onttrekking. Stadsdeel Parkeerfonds Dot. Bestemmingsreserve Extra Kwaliteit Openbare Ruimte (BEKOR) Saldo na bestemming Romp 2015* € 1.402.760 € 35.934.908 € 34.532.148 € 13.054.000 € 700.000 € 22.178.148 *Cijfers conform de op 12 mei 2014 aangeleverde rompbegroting, exclusief autonome ontwikkelingen en prioriteit voorstellen. 28 Prioriteitsvoorstellen Extra inzet gebruiksdruk Museumplein Onderhoud openbare ruimte met centrumfunctie (Vondelpark, Pijp, Willemspark) Extra incidentele inzet Impulsproject Schoon Zuidas Verfraaien openbare ruimte door bewonersinitiatief Saldo prioriteitsvoorstellen € 200.000 (S) € 1.200.000 (S) € 375.000 (I,MJ) € 176.000 (S) ** € 100.000 (I) € 2.051.000 * Afgezien van de Extra incidentele inzet Impuls Schoon, zijn bovenstaande bedragen niet voor 100% gekoppeld aan Schoon. Een deel van deze gelden kan besteed worden aan Grijs of Groen. Zie Programmabegroting 2015 p.48-49 ** In het gebied Zuidas is en wordt voor een groot deel een hoogwaardig ingerichte openbare ruimte gerealiseerd die ook onderhoud vereist op een hoogwaardig niveau (CROW A). Om dit mogelijk te maken is de afgelopen jaren met de Dienst Zuidas op incidentele basis een overeenkomst (SLA) afgesloten en stellen zij hier ook extra financiële middelen voor beschikbaar. Om dit kwaliteitsniveau voor het gehele hoogwaardig ingerichte gebied te borgen is vanaf 2015 jaarlijks € 176.000 nodig. Dit bedrag zal in de komende jaren met het uitbreiden van het areaal in gelijke mate moeten worden verhoogd. 5.2.1 Dagelijks onderhoud Eerder is beschreven dat organisatie en budgetten van het dagelijks onderhoud vooral zijn gebaseerd op historie. Om na te gaan of deze verdeling klopt met de werkelijkheid zijn in het verleden (2011 en 2012) beheerkostenonderzoeken uitgevoerd. De beheerkostenonderzoeken baseren zich op kengetallen en geven op basis daarvan een doordacht beeld. Het verzamelen van kengetallen is een arbeidsintensief proces, waarbij de uitkomsten door betrokkenen afdelingen vaak ter discussie worden gesteld. Dit was ook het geval bij de onderzoeken in stadsdeel Zuid, waardoor de uitkomsten niet zijn vertaald naar de wijkbudgetten. Beheerkostenonderzoeken zijn belangrijk voor de organisatie omdat ze een objectiever beeld van de benodigde budgetten per wijk geven. In het voorgestelde Leantraject zal daarvoor een voorzet worden gemaakt. Op dit moment worden de budgetten voor het beheer van de openbare ruimte door de centrale stad opnieuw berekend om de basis te vormen voor de begroting 2016. Naar verwachting zullen in de eerste helft van 2015 de uitgangspunten zichtbaar houden. Stadsdeel Zuid wil op basis van deze nieuwe normen en de input van wijkgericht werken de wijkbudgetten voor Schoon opnieuw vaststellen. Dit zal onderdeel zijn van de verdere doorontwikkeling van BOR. In hoofdstuk 2 is aangegeven dat de kosten om de openbare ruimte te reinigen exponentieel zullen toenemen wanneer er niet geïnvesteerd wordt in het project Samen Schoon. Dit is een belangrijk uitgangspunt van de meerjarenonderhoudsplanning Schoon. Het uitgangspunt is dat de stijging in beheerkosten voorkomen kan worden door te investeren in Samen Schoon, conform onderhavig plan. De facto betekent dit dat voor de komende 4 jaar de huidige begroting met een minimaal kwaliteitsbeeld 6 wordt gehanteerd als scenario 1. De verwachting is dat door de maatregelen samenhangend met de omslag Samen Schoon en de introductie van OAIS de jaarlijkse kosten voor dagelijks onderhoud niet zullen stijgen en gehandhaafd kunnen blijven op het niveau van 2015. Om dit mogelijk te maken zijn extra maatregelen nodig, waarvoor extra middelen zijn aangevraagd. De 29 kaderstelling vanuit de centrale stad kan dit scenario veranderen. Hierop zal dit MJOP worden aangepast indien noodzakelijk. 5.2.2 Samen Schoon In het vorige hoofdstuk zijn alle beoogde activiteiten benoemd en beschreven. Naar verwachting zal de komende jaren jaarlijks een investering van rond de €360.000 nodig zijn. Na een investering in schoolaanpak gedurende 2015 en 2016, zal in 2017 en 2018 minder inzet nodig zijn, omdat dan de basis is neergelegd. Datzelfde geldt voor de langere termijn voor hotspots. Hoewel de verwachting is dat de komende jaren gemiddeld 3 hotspots per jaar aangepakt moeten worden, zal dat aantal in de periode daarna afnemen. Medebeheer, opschoondagen en evenementen zijn jaarlijks terugkerende initiatieven, met steeds eenzelfde verwachte investering. Tenslotte de containeradoptie. Het aantal wijken met een containernetwerk is nu nog beperkt. De komende jaren komt daar met OAIS verandering in. Vandaar dat de verwachte investeringen ten aanzien van containeradoptie zullen toenemen. Daar staat tegenover dat de kosten voor het dagelijks onderhoud zullen dalen naar aanleiding van het in te voeren containernetwerk. 5.2.3 OAIS Onderdeel van Samen Schoon is het bieden van ondersteuning om te zorgen voor een goede succesvolle introductie van OAIS. Dit is noodzakelijk om er na installatie de volledige meerwaarde uit te kunnen halen; investeringen zijn nodig in voorlichting, participatie en hotspotaanpak. Deze investeringen zijn nader uitgewerkt en onderbouwd in de Eindrapportage Impuls Schoon Zuid. De beoogde investering is als volgt opgebouwd: 1. 2. 3. 4. €90.000, - jaarlijks voor de uitrol van participatie, periode 2015 - 2018; €105.000, - jaarlijks voor de aanpak van hotspots, periode 2015 - 2018; €350.000, - eenmalig t.b.v. de 1e ronde gedragsinterventie; €150.000, - eenmalig t.b.v. de 2e ronde gedragsinterventie. 5.2.4 Efficiency Door eenmalig goed te investeren in efficiency kan op de lange termijn verdiend worden. Met een doordacht Leantraject in 2015 kan de organisatie en werkwijze voor de komende jaren worden neergezet. Voor dit Leantraject is eenmalig een investering van rond de €180.000 nodig. Door daarna jaarlijks te evalueren en bij te sturen, houden we de effecten in stand. De jaarlijkse evaluatie heeft ook betrekking op Reinigen op Beeldkwaliteit. De voorwaarden daarvoor zijn al aanwezig. Daarom is geen verregaande investering nodig. Wel is het voorstel om hier een jaarlijks een terugkerend thema van maken. De beoogde begroting daarvoor bedraagt jaarlijks €10.000. De communicerende prullenbakken gaan we onderzoeken. In een pilot testen we de resultaten en gevolgen. Wanneer deze positief zijn, zal een aparte investering aanvraag worden ingediend. 30 5.3 Beoogd programma voor 2015-2018 Op grond van wensen, ambities en mogelijkheden komen we tot een beoogd programma. Dit programma bestaat uit drie kostenonderdelen, weergegeven in onderstaande tabellen. De kostenonderdelen zijn: Dagelijks Onderhoud, Samen Schoon en Efficiency. De hele openbare ruimte wordt minimaal op een 6 schoongehouden; De hele openbare ruimte wordt minimaal op een 6 onderhouden. Voor dit programma is het uitvoeren van Samen Schoon voorwaardelijk. De hele openbare ruimte schoon op minimaal en zes kan gefinancierd worden uit bestaande middelen. Er zijn prioriteiten aangevraagd om het scenario uit te kunnen voeren, maar voor alsnog is er nog geen zekerheid over het verkrijgen van de financiële middelen. Voor de voorgestelde prioriteit voor het Impulsproject Schoon is dekking aanwezig binnen de egalisatiereserve Afvalstoffenheffing. Deze reserve is overgegaan naar de centrale stad. Stadsdeel Zuid heeft aangegeven een beroep te willen doen op deze reserve. Voor de overige prioriteiten is zoals aangegeven de dekking nog niet geregeld en wordt aansluiting gezocht bij programma’s van de nieuwe Resultaat Verantwoordelijke Eenheden. Dagelijks Onderhoud Reguliere begroting Extra Museumplein Extra openbare ruimte met centrumfunctie Extra Zuidas TOTAAL 2015 € 9.200.000 € 200.000 2016 € 9.200.000 € 200.000 2017 € 9.200.000 € 200.000 2018 € 9.200.000 € 200.000 € 1.200.000 € 1.200.000 € 1.200.000 € 1.200.000 € 176.000 € 10.776.000 € 176.000 € 176.000 € 176.000 € 10.776.000 € 10.776.000 € 10.776.000 Samen Schoon Schoolaanpak (gekoppeld aan Impuls) Evenementen Hotspotaanpak (Impuls) Opschoondagen (Impuls) Containeradoptie 2015 2016 2017 2018 € 30.000 € 50.000 € 30.000 € 50.000 € 20.000 € 50.000 € 15.000 € 50.000 € 95.000 € 95.000 € 95.000 € 95.000 € 40.000 € 20.000 € 30.000 € 40.000 € 30.000 € 40.000 € 30.000 € 40.000 31 (Impuls) Medebeheer (Impuls) OAIS gedragsinterventie TOTAAL Efficiency Lean Communicerende prullenbakken Reinigen op Beeldkwaliteit (Impuls) TOTAAL 5.4 € 30.000 € 20.000 € 20.000 € 20.000 € 95.000 € 360.000 € 95.000 € 360.000 € 105.000 € 360.000 € 110.000 € 360.000 2015 € 180.000 2016 € 10.000 2017 € 10.000 2018 € 10.000 Afhankelijk € 20.000 van evaluatie € 10.000 €210.000 € 10.000 € 20.000 Afhankelijk van evaluatie € 10.000 € 20.000 Afhankelijk van evaluatie € 10.000 € 20.000 Financiële gevolgen Jaarlijks gaat er nu in het thema Schoon veel geld om. De grootste kostenpost daarin betreft de personeelskosten. Door te investeren in Samen Schoon kan op termijn worden gesneden in kosten. Daarvoor hoeven niet op voorhand banen geschrapt te worden. Wel kan er bespaard worden op inhuur. Op dit moment kunnen we aangaande de transitie die we voorstellen nog geen waterdichte cijfers voorleggen. Wel kunnen we prognoses doen t.a.v. drie grote ‘bezuiniging stromingen’: OAIS, Samen Schoon en Lean. Voorop gesteld zij dat de kosten ten aanzien van Schoon zullen blijven stijgen wanneer er niets verandert en het stadsdeel wel de ambitie heeft om minimaal een 6 te scoren in de openbare ruimte. Om die jaarlijkse kostenstijging te staven maken we een vergelijking met de afgelopen jaren: in 2013 en 2014 is er respectievelijk €1,5 miljoen en €7,5 ton extra geïnvesteerd in Schoon. Het gros van dit extra budget is besteed aan extra inzet. Dat is een kostenstijging van 16,3%, respectievelijk 8,2% ten opzichte van een begroting van €9,2 miljoen. Op grond van deze percentages mogen we de aanname doen dat er jaarlijks minimaal 5% meer zal moeten worden uitgegeven aan extra arbeid voor Schoon om hetzelfde resultaat te behalen. De berekening voor Samen Schoon ligt meer complex. Uiteindelijk zullen deze investeringen leiden tot daling van kosten, bijvoorbeeld omdat er minder inhuur nodig is om gaten te vullen. De genoemde exponentiële kostenstijging is hierbij een belangrijk gegeven. Deze exponentiële kostenstijging in het scenario niets veranderen betekent namelijk dat de investeringen in Samen Schoon dus niet zomaar afgezet kunnen worden tegen het huidige budget. Deze investeringen moeten afgezet worden tegen een virtuele exponentieel stijgende kostenlijn. Het proces van schoonmaken naar schoon houden heeft vooral effect op de lange termijn, een termijn die veel verder gaat dan de reikwijdte van dit Meerjarenonderhoudsprogramma. Om een voorbeeld te 32 noemen: voorlichting en actieve projecten op lagere en middelbare scholen zal een belangrijk, doch miniem, direct effect hebben. De snoeproutes zullen in lichte mate minder indringend zichtbaar zijn gedurende de komende vier jaren. Ze zullen zeker niet toenemen, maar ook niet geheel verdwijnen. Dat duurt veel langer. De echte structurele effecten van voorlichting en actieve projecten zullen pas tot uiting komen wanneer de jongeren die daar nu mee geconfronteerd worden zelf volwassenheid bereiken. Bovendien speelt de mens-factor de grootste rol in succes. Om de transitie te maken naar de ‘voorkantbenadering’, focus op Samen Schoon, zijn we afhankelijk van mensen. De gevolgen van gedragsbeïnvloeding zijn moeilijk in cijfers uit te drukken. Op eigen medewerkers kan de nodige invloed worden uitgeoefend, met behulp van trainingen, coaching, werkinstructies, wijziging verantwoordelijkheden etc. Invloed op en voorspelbaarheid van bewoners, bedrijven en bezoekers is lastiger. In het Impulsproject Schoon Zuid is bijvoorbeeld gebleken dat containeradoptie heel goed werkte en enorm effect had op de schoonheidsgraden in de Scheldebuurt, terwijl dezelfde aanpak in de Hercules Seghersbuurt nauwelijks resultaat opleverde. Een ander voorbeeld van de lange adem van gedragsbeïnvloeding is het gedrag van de huidige hondenbezitter. Jaren geleden vormde hondenpoep de grootste irritatie op straat. Tegenwoordig heeft men daar veel minder last van. Door jaren van campagne voeren, middelen (zakjes) ter beschikking stellen, harder handhaven en mensen aanspreken, is het gedrag van de hondenbezitter veranderd. Als we toch iets willen zeggen over rendement van investeren in Samen Schoon, dan kunnen we kijken naar drie factoren. De eerste factor is de voorspelde jaarlijkse kostenstijging bij niets doen. Wanneer we investeren in Samen Schoon, kunnen we garanderen dat deze kostenstijging niet doorgezet wordt. De tweede factor is de lange termijn. Wanneer Samen Schoon echt geïntegreerd is in werkwijze van het stadsdeel en samenwerking met bewoners, bedrijven en bezoekers, dan kan er ook nog een kostenbesparing gerealiseerd worden ten opzichte van de huidige budgetten. Bovendien moet daarvoor voldaan worden aan een aantal randvoorwaarden. De belangrijkste randvoorwaarde is commitment. De derde rendementsfactor is niet in geld uit te drukken. Deze factor heeft betrekking op leefomgeving. Wanneer wij er in slagen om meer met bewoners, bedrijven en bezoekers samen te werken, zal de belevingskwaliteit van de samenleving fors vooruit gaan. Uit de Leanscan is naar voren gekomen dat er met efficiënter werken zo’n 10% bespaard kan worden. (zie paragraaf 4.4.3). Die besparing zal vooral betrekking hebben op inhuur. Deze kostenpost bedraagt jaarlijks ongeveer €1,5 miljoen. Om de omslag mogelijk te maken is een eenmalige investering van ongeveer €1,8 ton nodig en een jaarlijkse ‘update’ van €10.000, -. Bij de waarde van een Leantraject hoeft dus niet lang te worden stil gestaan. De potentiële besparing zal na het eerste jaar optreden. 33 5.5 Programma versus Budget De ambitie is om het schoonhouden van de openbare ruimte op het huidige niveau van een minimale 6 te houden. De bedragen hiervoor staan in de prioriteitenvoorstellen in de Begroting 2015 Extra inzet gebruiksdruk museumplein Onderhoud openbare ruimte met centrumfunctie (Vondelpark, De Pijp, Willemsparkbuurt) Zuidas Om het proces Schoon zo kostenefficiënt als mogelijk is uit te voeren is een organisatiewijziging nodig waarbij een groot beroep wordt gedaan op de participatie van bewoners en ondernemers: Samen Schoon. Dit positieve gedragsveranderingstraject is alleen mogelijk met de inzet van handhaving. Voor het traject van Samen Schoon en de introductie van OAIS is financiering geregeld in de vorm van een prioriteitsaanvraag voor 2015. Voor de extra aandacht voor specifieke gebieden is ook financiering voor 2015 en verder via de prioriteitsvoorstellen aangevraagd. Daarnaast zijn binnen de organisatie van het proces Schoon aanpassingen nodig, zoals werken met beeldkwaliteit, introductie van Lean en meer samenwerken met ketenpartners. Het werken met beeldkwaliteit en een nauwere samenwerking met ketenpartners kan met de huidige middelen worden bereikt. Voor de introductie van Lean zijn aanvullende budgetten nodig, die aanwezig zijn bij BOR zelf: In 2014 is het inzamelen van blad in de herfstperiode middels een bestek op de markt gezet. Dit heeft een besparing opgeleverd van ongeveer €200.000. Voor 2015 wordt deze aanpak voortgezet waarmee de financiering van het Leantraject kan worden gefinancierd. 34 6. Aanbevelingen ontwikkeling en Borging Inleiding Bij het opstellen van dit MJOP zijn wij uitgegaan van de informatie en stand van zaken in stadsdeel Zuid. Vanuit de ervaringen daarbij hebben we een aantal aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van uw organisatie en het verder borgen van de resultaten (de “leercyclus”). Wij baseren onze constateringen en aanbevelingen op de Schijf van Vijf om te komen tot volwaardig Asset Management voor de openbare ruimte: Wat heb ik? (Asset Register) Voor Schoon in zuid is er redelijk zicht op de aanwezige arealen, werkzaamheden etc. Met behulp van het Leantraject gaan we daar nog meer inzicht in krijgen. Op basis daarvan kan een nog betere lange termijn gemaakt worden. Wat wil ik? (Doelstellingen) Binnen stadsdeel Zuid is sprake van een goed uitgekristalliseerd systeem van beeldkwaliteitsmeting (“minimaal een 6”). Er bestaat het risico dat straks stedelijk wordt gekozen voor een ander beeldkwalificatie-systeem. Aanbeveling is het eigen kwaliteitssysteem stedelijk aan te dragen. Streef stedelijk naar een vergelijkbaar (of beter) instrumentarium. Prestatiemeting en checks? Het stadsdeel laat jaarlijks en maandelijks inspecties verrichten. Dit is op zich een prima pakket. Wel is het goed om te checken of de bevindingen van al deze inspecties binnen redelijke termijn door 35 acties worden opgevolgd. Aanbeveling is dit te borgen door te benoemen wie verantwoordelijk is voor opvolgacties en jaarlijks te controleren of deze acties uitgevoerd worden. In het Leantraject en met Reinigen op beeldkwaliteit wordt dit opgepakt. Hoe doe ik het? (organisatie, systemen en processen) Stadsdeel Zuid zou nog een slag kunnen maken als de taken, activiteiten en verantwoordelijkheden in het kader van Asset Management (nog) beter worden belegd. Dit vraagt om het ondubbelzinnig toewijzen van bijvoorbeeld een Asset-owner, Asset Manager en Service Provider. Bovendien is het zaak continuïteit in kennis verder te organiseren. Advies is verder alle stappen in het proces helder te beleggen. Belangrijk is bijvoorbeeld het bijhouden van het asset-register. Zaak is het om eerst in beeld te brengen welke stappen nodig zijn, dan vast te leggen wie dat doet, daarna te controleren of het plaatsvindt. De veranderende rolverdeling tussen centrale stad en stadsdeel zorgen momenteel nog voor een tussensituatie waarin e.e.a. nog niet helder is of kan worden uitgekristalliseerd. Dat maakt de situatie nu extra kwetsbaar. Advies is wel om de hier genoemde zaken stedelijk aan te kaarten en de voortgang erin vanuit het stadsdeel (mede) te bewaken. Termijnplanning en budgetten? Het MJOP is op dit moment nog een combinatie van korte- en langetermijnplanning en budgetten. In een periode dat achterstanden moeten worden ingelopen en er sprake is van een mentaliteitsomslag, is dat een begrijpelijke en praktische keuze. Op termijn is het advies om meer te gaan sturen op elementen die ontstaan uit een volwaardig asset register, conditiemeting en programmering. 36
© Copyright 2024 ExpyDoc