Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken 1. Page 1/29 1311-v8 april 2014 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml Eén ml van het concentraat voor oplossing voor infusie bevat 20 mg irinotecanhydrochloridetrihydraat, overeenkomend met 17,33 mg irinotecan. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Concentraat voor oplossing voor infusie. Een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing, pH 3,0 - 3,8 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml is bestemd voor de behandeling van patiënten met gevorderd colorectaal carcinoom: in combinatie met 5-fluorouracil en folinezuur bij patiënten zonder voorafgaande chemotherapie voor de ziekte in dit gevorderde stadium als monotherapie bij patiënten bij wie een gangbaar behandelingsschema waarin 5-fluorouracil was opgenomen, faalde. Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in combinatie met cetuximab is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker met expressie van epidermale-groeifactorreceptor (EGFR) met KRASwildtype die niet eerder zijn behandeld voor gemetastaseerde kanker, of na falen van cytotoxische therapie met irinotecan (zie rubriek 5.1). Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in combinatie met 5-fluorouracil, folinezuur en bevacizumab is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gemetastaseerd colon- of rectumcarcinoom. Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in combinatie met capecitabine met of zonder bevacizumab is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom. Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken 4.2 Page 2/29 1311-v8 april 2014 Dosering en wijze van toediening Uitsluitend voor volwassenen. Na verdunning dient Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml oplossing voor infusie in een perifere of centrale ader te worden geïnfundeerd. Aanbevolen dosering: Bij monotherapie (bij eerder behandelde patiënten): De aanbevolen dosering van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml is 350 mg/m2 iedere drie weken toegediend als intraveneuze infusie in 30 tot 90 minuten, (zie hieronder "Wijze van toediening", en rubriek 4.4 en 6.6). Bij combinatietherapie (bij nog niet eerder behandelde patiënten): De veiligheid en de werkzaamheid van irinotecan in combinatie met 5-fluorouracil (5FU) en folinezuur (FA) zijn vastgesteld volgens het volgende schema (zie rubriek 5.1): - Irinotecan plus 5FU/FA in een tweewekelijks schema De aanbevolen dosering van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml is 180 mg/m2 eenmaal per 2 weken als intraveneuze infusie toegediend in 30 tot 90 minuten, gevolgd door een infusie met folinezuur en 5-fluorouracil. Raadpleeg voor de dosering en wijze van toediening van gelijktijdige behandeling met cetuximab de productinformatie van dat geneesmiddel. Normaal wordt dezelfde irinotecandosis toegediend als in de laatste cycli van het voorgaande irinotecanbevattende regime. Irinotecan dient niet eerder dan 1 uur na het beëindigen van het cetuximabinfuus te worden toegediend. Zie de samenvatting van de productkenmerken van bevacizumab voor de dosering en wijze van toediening van bevacizumab. Zie voor de dosering en wijze van toediening van een combinatie met capecitabine rubriek 5.1 en raadpleeg de betreffende rubrieken in de samenvatting van de productkenmerken van capecitabine. Dosisaanpassingen: Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml dient te worden toegediend nadat alle bijwerkingen afdoende zijn teruggebracht tot NCI-CTC-graad 0 of 1 (NCI-CTC: National Cancer Institute Common Toxicity Criteria) en wanneer behandelingsgerelateerde diarree volledig is verdwenen. Bij de start van een volgende infuusbehandeling dient de dosering van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml en indien nodig van 5FU te worden verminderd in overeenstemming met de ernstigste graad van bijwerkingen die was waargenomen tijdens de voorgaande infusie. De behandeling dient 1 tot 2 weken te worden Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 3/29 1311-v8 april 2014 uitgesteld om herstel van aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen te laten plaatsvinden. Bij de volgende bijwerkingen dient een dosisreductie van 15 tot 20% te worden toegepast voor Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml en/of 5FU indien van toepassing: - hematologische toxiciteit (neutropenie graad 4, febriele neutropenie (neutropenie graad 3-4 en koorts graad 2-4), trombocytopenie en leukopenie (graad 4)); - niet-hematologische toxiciteit (graad 3-4). Aanbevelingen voor het aanpassen van de dosering van cetuximab, indien toegediend in combinatie met irinotecan, dienen overeenkomstig de productinformatie van dit geneesmiddel te worden opgevolgd. Raadpleeg de samenvatting van de productkenmerken van bevacizumab voor het aanpassen van de dosering van bevacizumab, indien toegediend in combinatie met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA. Voor patiënten van 65 jaar en ouder wordt voor een combinatie met capecitabine een verlaging van de aanvangsdosis capecitabine tot tweemaal daags 800 mg/m2 aanbevolen, in overeenstemming met de samenvatting van de productkenmerken van capecitabine. Raadpleeg ook de aanbevelingen voor dosisaanpassingen in combinatieschema's die in de samenvatting van de productkenmerken van capecitabine staan beschreven. Duur van de behandeling: Behandeling met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml dient te worden voortgezet totdat een objectieve ziekteprogressie of een onaanvaardbare toxiciteit optreedt. Speciale patiëntengroepen Patiënten met een verminderde leverfunctie: Bij monotherapie: Bilirubinespiegels (tot 3 maal de bovengrens van de normaalwaarde (ULN)) bij patiënten met performance status 2 dienen de startdosering van Irinotecan HCl3-water Sandoz 20 mg/ml te bepalen. Bij deze patiënten met hyperbilirubinemie en een protrombinetijd groter dan 50% neemt de klaring van irinotecan af (zie rubriek 5.2) en daarom is het risico op hematotoxiciteit verhoogd. Daarom moet het bloedbeeld van deze patiënten wekelijks gecontroleerd worden. Bij patiënten met een bilirubinegehalte tot 1,5 maal de bovengrens van de normaalwaarde (ULN) is de aanbevolen dosering van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml 350 mg/m2. Bij patiënten met een bilirubinegehalte van 1,5 tot 3 maal de ULN is de aanbevolen dosering van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml 200 mg/m2. Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 4/29 1311-v8 april 2014 Patiënten met een bilirubinegehalte van meer dan 3 maal de ULN dienen niet met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml behandeld te worden (zie rubriek 4.3 en rubriek 4.4). Er zijn geen gegevens beschikbaar van patiënten met een verminderde leverfunctie die behandeld zijn met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml als combinatietherapie. Patiënten met een verminderde nierfunctie: Het gebruik van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml wordt niet aanbevolen bij patiënten met een verminderde nierfunctie, aangezien bij deze populatie geen onderzoek is uitgevoerd (zie rubriek 4.4 en rubriek 5.2). Ouderen: Bij ouderen is geen specifiek farmacokinetisch onderzoek uitgevoerd. Voor deze patiënten dient echter de dosering zorgvuldig te worden gekozen omdat zij frequenter verminderde biologische functies hebben, met name de leverfunctie. Deze patiënten dienen intensiever te worden bewaakt (zie rubriek 4.4). Kinderen: Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml dient niet gebruikt te worden bij kinderen. Wijze van toediening Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml is cytotoxisch. Voor informatie over de verdunning en speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies zie rubriek 6.6. Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml mag niet worden toegediend als een intraveneuze bolus of een intraveneuze infusie korter dan 30 minuten of langer dan 90 minuten. Duur van de behandeling: De behandeling met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml dient te worden voortgezet totdat er een objectieve progressie van de aandoening of een onaanvaardbare toxiciteit optreedt. 4.3 Contra-indicaties Chronische darmontsteking en/of darmobstructie (zie rubriek 4.4) Geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor irinotecanhydrochloridetrihydraat of voor één van de hulpstoffen van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml Borstvoeding (zie rubriek 4.4 en rubriek 4.6) Bilirubinegehalte > 3 maal de bovengrens van de normaalwaarde (zie rubriek 4.4) Ernstige vermindering van de functie van het beenmerg WHO performance status > 2 Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 5/29 1311-v8 april 2014 Gelijktijdig gebruik van Sint-janskruidpreparaten (zie rubriek 4.5). Voor additionele contra-indicaties voor cetuximab of bevacizumab, zie de productinformatie van deze geneesmiddelen. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Het gebruik van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml dient beperkt te worden tot afdelingen die gespecialiseerd zijn in de toediening van cytotoxische chemotherapie en toediening dient alleen plaats te vinden onder supervisie van een arts die gekwalificeerd is voor het gebruik van chemotherapie bij de behandeling van kanker. Gezien de aard en frequentie van ongewenste effecten moet Irinotecan HCl-3water Sandoz 20 mg/ml in de volgende gevallen alleen worden voorgeschreven na afweging van de te verwachten voordelen tegen de aanwezige risico's: - patiënten die een risicofactor vertonen, met name indien de WHO performance status = 2. - in de zeldzame gevallen waarin het niet aannemelijk is dat de patiënten de richtlijnen voor het omgaan met bijwerkingen in acht zullen nemen (noodzaak van onmiddellijke en langdurige behandeling van diarree, in combinatie met een overvloedige inname van vocht bij het begin van late diarree). Strikt toezicht in het ziekenhuis wordt voor deze patiënten aanbevolen. Indien Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml wordt gebruikt als monotherapie, wordt het gewoonlijk voorgeschreven volgens het driewekelijkse doseringsschema. Echter, het wekelijks doseringsschema (zie rubriek 5.1) kan worden overwogen voor patiënten bij wie een intensievere begeleiding nodig is of die een verhoogde kans hebben op ernstige neutropenie. Late (uitgestelde) diarree Patiënten dienen te worden gewezen op het risico van vertraagde diarree die meer dan 24 uur na toediening van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml en op elk moment vóór de volgende cyclus kan optreden. Tijdens monotherapie was de vijfde dag de mediaan van het tijdstip waarop, na de infusie van Irinotecan HCl-3water Sandoz 20 mg/ml, de eerste vloeibare ontlasting optrad. Als dit gebeurt, dienen de patiënten hun arts snel op de hoogte te stellen en onmiddellijk met gepaste therapie te beginnen. Patiënten met een verhoogde kans op diarree zijn zij die in het verleden radiotherapie van buik of bekken hebben gehad, patiënten die al voor aanvang van de therapie een hyperleukocytose hadden, patiënten met een WHO performance status 2 en vrouwen. Als de diarree niet op de juiste wijze wordt behandeld, kan deze levensbedreigend zijn, vooral als de patiënt tevens een neutropenie heeft. Direct nadat de eerste dunne ontlasting optreedt, dient de patiënt te beginnen met het drinken van grote hoeveelheden elektrolythoudende dranken en moet Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 6/29 1311-v8 april 2014 onmiddellijk met een geschikt geneesmiddel tegen diarree worden gestart. Dit geneesmiddel tegen diarree wordt voorgeschreven door de afdeling waar Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml werd toegediend. Na ontslag uit het ziekenhuis dienen de patiënten de voorgeschreven geneesmiddelen in bezit te krijgen, zodat zij de diarree kunnen behandelen zodra deze optreedt. Bovendien moeten zij hun arts, of de afdeling die Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml toedient, op de hoogte stellen wanneer/als diarree optreedt. De huidige aanbevolen behandeling tegen diarree bestaat uit hoge doses loperamide (4 mg bij de eerste inname en daarna elke 2 uur 2 mg). Deze behandeling dient te worden voortgezet tot 12 uur na de laatste vloeibare ontlasting, en mag niet worden gewijzigd. Loperamide mag in geen geval langer dan 48 uur achtereen in deze doseringen worden toegediend, vanwege het risico van paralytische ileus, en ook niet gedurende minder dan 12 uur. Een profylactische therapie met een oraal breedspectrumantibioticum dient toegevoegd te worden aan de behandeling van de diarree als de diarree gepaard gaat met ernstige neutropenie (neutrofielen < 500/mm3). Naast de behandeling met antibiotica wordt opname in het ziekenhuis voor behandeling van diarree aanbevolen in de volgende gevallen: - Als de diarree gepaard gaat met koorts - Als de diarree ernstig is (als intraveneuze hydratatie nodig is) - Als de diarree langer dan 48 uur aanhoudt, na juiste behandeling met hoge doses loperamide. Loperamide dient niet als preventieve behandeling te worden gegeven, zelfs niet aan patiënten bij wie tijdens eerdere cycli late diarree optrad. Bij patiënten die ernstige diarree hadden, wordt tijdens de volgende cycli een lagere dosis aanbevolen (zie rubriek 4.2). Hematologie Het is raadzaam tijdens de behandeling met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml het bloedbeeld wekelijks te controleren. Patiënten dienen zich bewust te zijn van de kans op neutropenie en de betekenis van koorts. Febriele neutropenie (temperatuur > 38 °C en een neutrofielentelling van ≤ 1.000 cellen/mm³) dient met spoed in het ziekenhuis te worden behandeld met intraveneuze breedspectrumantibiotica. Bij patiënten die ernstige hematologische bijwerkingen vertoonden, wordt een dosisreductie aanbevolen voor de volgende toediening (zie rubriek 4.2). Er bestaat een verhoogde kans op infecties en hematologische toxiciteit bij patiënten met ernstige diarree. Bij patiënten met ernstige diarree dient een volledige controle van het bloedbeeld te worden uitgevoerd. Leverfunctiestoornis Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 7/29 1311-v8 april 2014 Leverfunctietesten dienen te worden uitgevoerd bij aanvang van de therapie en vóór elke cyclus. Wekelijkse controle van het bloedbeeld dient te worden uitgevoerd bij patiënten met bilirubinespiegels tussen de 1,5 en 3 maal de ULN, vanwege de verminderde klaring van irinotecan (zie rubriek 5.2) en daarmee het verhoogde risico op hematotoxiciteit in deze patiëntengroep. Irinotecan mag niet worden toegediend aan patiënten met een bilirubinegehalte van > 3 maal ULN (zie rubriek 4.3). Misselijkheid en braken Een profylactische behandeling met een anti-emeticum wordt aanbevolen voorafgaande aan elke behandeling met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml. Misselijkheid en braken zijn vaak gemeld. Patiënten die braken tijdens late diarree, dienen zo snel mogelijk voor behandeling in een ziekenhuis te worden opgenomen. Acuut cholinergisch syndroom Als zich een acuut cholinergisch syndroom voordoet (gedefinieerd als vroegtijdige diarree en andere tekenen en symptomen zoals zweten, buikkramp, miosis en speekselvloed), dient atropinesulfaat (250 microgram subcutaan) toegediend te worden, tenzij daar een klinische contra-indicatie voor bestaat (zie rubriek 4.8). Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met astma. Bij patiënten bij wie zich een acuut en ernstig cholinergisch syndroom voordeed, wordt het preventieve gebruik van atropinesulfaat aanbevolen bij de volgende toedieningen van Irinotecan HCl-3water Sandoz 20 mg/ml. Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Interstitiële longaandoeningen zich uitend als pulmonaire infiltraties komen soms voor tijdens behandeling met irinotecan. Interstitiële longaandoeningen kunnen dodelijk zijn. Risicofactoren mogelijk geassocieerd met de ontwikkeling van interstitiële longaandoeningen zijn onder andere pneumotoxische geneesmiddelen, stralingstherapie en kolonie stimulerende factoren. Patiënten met risicofactoren dienen zorgvuldig gecontroleerd te worden op respiratoire symptomen voor en tijdens behandeling met irinotecan. Extravasatie Hoewel van irinotecan niet bekend is dat het blaren zou veroorzaken, is voorzichtigheid geboden om extravasatie te voorkomen. De plaats van de infusie moet gecontroleerd worden op tekenen van ontsteking. Mocht extravasatie optreden, dan wordt geadviseerd de plaats te spoelen en ijs aan te brengen. Ouderen Omdat bij ouderen vaker sprake is van verminderde biologische functies, met name van de lever, dient de dosis Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml bij deze groep extra voorzichtig te worden vastgesteld (zie rubriek 4.2). Chronische inflammatoire darmziekte en/of darmobstructie Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 8/29 1311-v8 april 2014 Deze patiënten mogen niet met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml behandeld worden totdat de darmobstructie weer is opgeheven (zie rubriek 4.3). Patiënten met een verminderde nierfunctie Bij deze groep is geen onderzoek uitgevoerd (zie rubriek 4.2 en rubriek 5.2). Hartaandoeningen Myocardiale ischemische voorvallen zijn waargenomen na behandeling met irinotecan, voornamelijk bij patiënten met een onderliggende hartaandoening, andere bekende risicofactoren voor hartaandoeningen of eerdere cytotoxische chemotherapie (zie rubriek 4.8). Daarom dienen patiënten met bekende risicofactoren nauwgezet te worden gevolgd en dienen maatregelen te worden genomen om te proberen alle risicofactoren die kunnen worden beïnvloed (bijv. roken, hypertensie en hyperlipidemie) te minimaliseren. Immunosuppressie-effecten/Verhoogde gevoeligheid voor infecties Toediening van levende of levende-verzwakte vaccins bij patiënten met een door chemotherapeutische middelen, waaronder irinotecan, verlaagde afweer, kan leiden tot ernstige of dodelijke infecties. Vaccinatie met levend vaccin dient te worden vermeden bij patiënten die irinotecan krijgen. Gedood of geïnactiveerd vaccin mag worden toegediend; de respons op dergelijke vaccins kan echter wel kleiner zijn. Overige Patiënten met zeldzame, erfelijke, fructose-intolerantie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis en is dus in wezen "natriumvrij". Zeldzame gevallen van nierinsufficiëntie, hypotensie of circulatoire insufficiëntie zijn waargenomen bij patiënten die periodes doormaakten van dehydratie die verband hield met diarree en/of braken, of sepsis. Tijdens en tot ten minste drie maanden na de beëindiging van de therapie dienen anticonceptiva te worden gebruikt. Gelijktijdig gebruik van irinotecan met een sterke remmer (bijv. ketoconazol) of induceerder (bijv. rifampicine, carbamazepine, fenobarbital, fenytoine, Sintjanskruid) van CYP3A4 kan het metabolisme van irinotecan beïnvloeden en dient vermeden te worden (zie rubriek 4.5). 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Interactie tussen irinotecan en neuromusculairblokkerende middelen wordt niet uitgesloten geacht. Omdat Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml anticholinesterase-activiteit bezit, kunnen geneesmiddelen met een anticholinesterase-activiteit de neuromusculaire blokkade door suxamethonium Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 9/29 1311-v8 april 2014 verlengen en de neuromusculaire blokkade van niet-depolariserende relaxantia antagoneren. Meerdere studies hebben aangetoond dat gelijktijdig gebruik van CYP3A4 inducerende anticonvulsieve middelen (bijv. carbamazepine, fenobarbital of fenytoïne) leidt tot een verlaagde blootstelling aan irinotecan, SN-38 en SN-38glucuronide en een verminderd farmacodynamisch effect. De effecten van dergelijke anticonvulsiva werden weerspiegeld door een afname in de AUC van SN-38 en SN-38-glucuronide van 50% en meer. Naast de inductie van cytochroom P450 3A enzymen kan verhoogde glucuronidering en verhoogde biliaire uitscheiding een rol spelen in een verminderde blootstelling aan irinotecan en haar metabolieten. Een studie heeft aangetoond dat gelijktijdig gebruik van ketoconazol resulteerde in een afname van de AUC van APC met 87% en een toename van de AUC van SN38 met 109% in vergelijking met irinotecan alleen. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten die gelijktijdig geneesmiddelen gebruiken waarvan bekend is dat zij drug-metabolisme door cytochroom P450 3A4 remmen (bijv. ketoconazol) dan wel induceren (bijv. rifampicine, carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne). Gelijktijdige toediening van irinotecan met een remmer/induceerder van dit enzym kan het metabolisme van irinotecan beïnvloeden en dient vermeden te worden (zie rubriek 4.4). In een kleine farmacokinetische studie (n=5), waarbij irinotecan 350 mg/m2 tegelijk werd toegediend met Sint-janskruid (Hypericum perforatum) 900 mg, werd een afname van de plasmaspiegels van de actieve metaboliet van irinotecan (SN-38) van 42% gezien. Sint-janskruid verlaagt de plasmaspiegels van SN-38 (zie rubriek 4.3). Daarom dient Sint-janskruid niet gelijktijdig met irinotecan gebruikt te worden. Gelijktijdige toediening van 5-fluorouracil/folinezuur in het combinatieschema brengt geen veranderingen teweeg in de farmacokinetiek van irinotecan. Atazanavirsulfaat. Gelijktijdige toediening van atazanavirsulfaat, een remmer van CYP3A4 en UGT1A1, kan de systemische blootstelling aan SN-38, de actieve metaboliet van irinotecan, verhogen. Artsen dienen hier rekening mee te houden wanneer zij deze geneesmiddelen gelijktijdig toedienen. Interacties die bij alle cytotoxische middelen voorkomen: Antistollingsmiddelen worden vaak gebruikt vanwege het verhoogde risico van trombotische voorvallen bij tumorziekten. Indien vitamine K-antagonisten als antistollingsmiddel zijn geïndiceerd, moet de INR (International Normalized Ratio) vaker worden gemonitord vanwege de smalle therapeutische index van deze middelen, de hoge intra-individuele variabiliteit van bloedtrombogeniciteit en de mogelijke interactie tussen orale antistollingsmiddelen en chemotherapie bij kanker. Gelijktijdig gebruik gecontra-indiceerd: Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken - Page 10/29 1311-v8 april 2014 Vaccin tegen gele koorts: risico op fatale, gegeneraliseerde reactie op vaccins. Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen Verzwakte, levende vaccins (met uitzondering van gele koorts): risico op systemische, mogelijk fatale ziekte (bijv. infecties). Dit risico is verhoogd bij personen met een al verzwakt afweersysteem als gevolg van hun onderliggende ziekte. Wanneer een geïnactiveerd vaccin bestaat (poliomyelitis), moet dat worden gebruikt. Fenytoïne: Risico op exacerbatie van convulsies als gevolg van de afname van digestieve absorptie van fenytoïne door cytotoxische geneesmiddelen of risico op verhoogde toxiciteit als gevolg van een verhoogd levermetabolisme door fenytoïne. Gelijktijdig gebruik waarmee rekening moet worden gehouden - Ciclosporine, Tacrolimus: Excessieve immunosuppressie met risico op lymfoproliferatie. Het is niet bewezen dat het veiligheidsprofiel van irinotecan door cetuximab wordt beïnvloed of vice versa. In een studie (AVF2107g), waren de irinotecanconcentraties bij patiënten, die een bolus kregen toegediend met alleen Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA (125 mg/m2 irinotecan, 500 mg/m2 5FU en 20 mg/m2 leucovorin, gegeven in herhaalde cycli van 6 weken die bestonden uit een wekelijkse toediening gedurende 4 weken, gevolgd door 2 weken rust), en bij patiënten die dit in combinatie met bevacizumab kregen. Plasmaconcentraties van SN-38, de actieve metaboliet van irinotecan, werden geanalyseerd in een subgroep van patiënten (ongeveer 30 per behandelingsarm). SN-38 concentraties waren gemiddeld 33% hoger bij patiënten die Irinotecan/5FU/FA in combinatie met bevacizumab kregen in vergelijking met alleen bolus Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA. Vanwege een hoge variabiliteit tussen patiënten en een beperkte monstername, is het niet zeker of de waargenomen toename van SN-38 spiegels te wijten is aan bevacizumab. Er was een geringe toename van diarree en leukopenie te zien. Meer verlagingen van de dosering van irinotecan werden gerapporteerd bij patiënten, die Irinotecan HCl-3water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA in combinatie met bevacizumab kregen. Bij patiënten die ernstige diarree, leukopenie of neutropenie ontwikkelen door de combinatie van bevacizumab met irinotecan, dient de dosering van irinotecan te worden aangepast zoals gespecificeerd in rubriek 4.2. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Vruchtbaarheid Er zijn geen gegevens beschikbaar over het effect van irinotecan op de vruchtbaarheid bij mensen. Bij dieren zijn de bijwerkingen van irinotecan met betrekking tot de vruchtbaarheid van nakomelingen beschreven (zie rubriek 5.3). Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 11/29 1311-v8 april 2014 Zwangerschap Er zijn geen gegevens over het gebruik van irinotecan bij zwangere vrouwen. Het is gebleken dat irinotecan embryotoxisch en teratogeen is in dieren (zie rubriek 5.3). Op basis van de resultaten uit dieronderzoek en het werkingsmechanisme van irinotecan mag deze stof niet tijdens de zwangerschap (en voornamelijk tijdens het eerste trimester) worden gebruikt, tenzij dit duidelijk noodzakelijk is. De voordelen van behandeling dienen in elk individueel geval te worden afgewogen tegen het mogelijke risico voor de foetus. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd/Bevruchting Vrouwen in de vruchtbare leeftijd die Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml krijgen toegediend, moet afgeraden worden zwanger te worden; indien dit toch mocht gebeuren, dienen zij de behandelend arts hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd en ook mannelijke patiënten moeten effectieve contraceptie gebruiken tijdens en tot minstens drie maanden na stopzetting van de behandeling. Borstvoeding Het is niet bekend of irinotecan wordt uitgescheiden in de moedermelk bij de mens. Bij zogende ratten is 14C-gelabeld irinotecan in melk gedetecteerd. Bijgevolg is borstvoeding tijdens behandeling met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml gecontra-indiceerd wegens de mogelijke bijwerkingen voor de zuigeling (zie rubriek 4.3). 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen De patiënten moeten gewaarschuwd worden voor mogelijke duizeligheid of visusstoornissen die binnen 24 uur na de toediening van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml kunnen optreden; hun dient te worden afgeraden een voertuig te besturen of machines te bedienen als deze symptomen optreden. 4.8 Bijwerkingen De in deze rubriek beschreven bijwerkingen hebben betrekking op irinotecan. Het is niet bewezen dat het veiligheidsprofiel van irinotecan door cetuximab wordt beïnvloed of vice versa. De van de combinatie met cetuximab gemelde additionele bijwerkingen waren zoals verwacht dezelfde als die van cetuximab (zoals acneachtige huiduitslag, 88%). Raadpleeg voor informatie over bijwerkingen van irinotecan in combinatie met cetuximab uitsluitend de samenvatting van de productkenmerken van cetuximab. Zie de samenvatting van de productkenmerken van bevacizumab voor informatie over bijwerkingen van de combinatie met bevacizumab. De volgende bijwerkingen werden gemeld bij patiënten die werden behandeld met capecitabine in combinatie met irinotecan, in aanvulling op de bijwerkingen die werden gezien met capecitabine als monotherapie, of werden in een hogere Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 12/29 1311-v8 april 2014 frequentiecategorie gezien dan bij capecitabine als monotherapie: Zeer vaak voorkomende bijwerkingen van alle graden: trombose/embolie; Vaak voorkomende bijwerkingen van alle graden: overgevoeligheidsreactie, cardiale ischemie/hartinfarct; Vaak voorkomende bijwerkingen van graad 3 en 4: febriele neutropenie. Raadpleeg voor volledige informatie over bijwerkingen van capecitabine de samenvatting van de productkenmerken van capecitabine. De volgende bijwerkingen van graad 3 en 4 werden gemeld bij patiënten die werden behandeld met capecitabine in combinatie met irinotecan en bevacizumab, in aanvulling op de bijwerkingen die werden gezien met capecitabine als monotherapie, of werden in een hogere frequentiecategorie gezien dan bij capecitabine als monotherapie: Vaak voorkomende bijwerkingen van graad 3 en 4: neutropenie, trombose/embolie, hypertensie en cardiale ischemie/hartinfarct. Raadpleeg voor volledige informatie over bijwerkingen van capecitabine en bevacizumab de betreffende samenvattingen van de productkenmerken van capecitabine en bevacizumab. Bijwerkingen die mogelijk of waarschijnlijk waren gerelateerd aan de toediening van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/mln, zijn geconstateerd binnen een groep van 765 patiënten behandeld met de aanbevolen dosering van 350 mg/m2 tijdens monotherapie en in een groep van 145 patiënten die werd behandeld met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in combinatietherapie met 5FU/FA bij toediening elke twee weken in de aanbevolen dosering van 180 mg/m2. De vaakst voorkomende bijwerkingen zijn: vroege en vertraagde diarree, neutropenie, anemie, trombocytopenie, alopecia, en koorts in afwezigheid van infectie. Toxiciteit die dosisverlaging vereist en ernstige bijwerkingen waarvoor directe medische hulp nodig is, zijn: vroege en vertraagde diarree die ernstig en persistent is, neutropenie, misselijkheid en/of braken en ademhalingsmoeilijkheden. De bijwerkingen zijn gerangschikt naar orgaansysteemklasse, MedDRA termen en frequentie, de frequentie van bijwerkingen is als volgt gerangschikt: Zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100, <1/10), soms (≥1/1.000, <1/100), zelden (≥1/10.000, <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000) en niet bekend (kan met de schikbare gegevens niet worden bepaald). Infecties en parasitaire aandoeningen Soms: Nierinsufficiëntie, hypotensie en cardiocirculatoir falen zijn waargenomen bij patiënten bij wie sepsis optrad. Bloed- en lymfestelselaandoeningen Neutropenie is een dosisbeperkend toxisch effect. Neutropenie was reversibel en niet cumulatief, de mediane tijd tot het dieptepunt (nadir) bedroeg 8 dagen, zowel bij gebruik als monotherapie als in combinatietherapie. Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 13/29 1311-v8 april 2014 In monotherapie: Zeer vaak: Neutropenie werd waargenomen bij 78,7% van de patiënten en was bij 22,6% van de patiënten ernstig (neutrofielentelling < 500 cellen/mm3). Van de evalueerbare cycli had 18% een neutrofielentelling van minder dan 1.000 cellen/mm3, waaronder 7,6% met een neutrofielentelling < 500 cellen/mm3. Totaal herstel werd doorgaans bereikt op dag 22. Anemie werd gemeld bij ongeveer 58,7% van de patiënten (8% met hemoglobine < 80 g/l en 0,9% met hemoglobine < 65 g/l) Episoden van infecties traden op bij ongeveer 10,3% van de patiënten (2,5% van de cycli). Vaak: Koorts met ernstige neutropenie werd gemeld bij 6,2% van de patiënten en 1,7% van de cycli. Bij ongeveer 5,3% van de patiënten (1,1% van de cycli) waren deze geassocieerd met ernstige neutropenie en ze leidden in 2 gevallen tot overlijden. Trombocytopenie (< 100.000 cellen/mm³) werd waargenomen bij 7,4% van de patiënten en 1,8% van de cycli, waaronder 0,9% van de patiënten en 0,2% van de cycli met plaatjestellingen van ≤ 50.000 cellen/mm³. Bijna alle patiënten vertoonden op dag 22 herstel. In combinatietherapie: Zeer vaak: Neutropenie werd waargenomen bij 82,5% van de patiënten en was bij 9,8% van de patiënten ernstig (neutrofielentelling < 500 cellen/mm3). Van de evalueerbare cycli had 67,3% een neutrofielentelling van minder dan 1.000 cellen/mm3, waaronder 2,7% met een neutrofielentelling < 500 cellen/mm3. Totaal herstel werd doorgaans binnen 7 – 8 dagen bereikt. Anemie werd gemeld bij 97,2% van de patiënten (2,1% met hemoglobine < 80 g/l). Trombocytopenie (< 100.000 cellen/mm³) werd waargenomen bij 32,6% van de patiënten en 21,8% van de cycli. Er werd geen ernstige trombocytopenie (< 50.000 cellen/ mm3) waargenomen. Vaak: Koorts met ernstige neutropenie werd gemeld bij 3,4% van de patiënten en 0,9% van de cycli. Episoden van infecties traden op bij ongeveer 2% van de patiënten (0,5% van de cycli). Bij ongeveer 2,1% van de patiënten (0,5% van de cycli) waren deze geassocieerd met ernstige neutropenie en ze leidden in 1 geval tot overlijden. Zeer zelden: Er is één geval van perifere trombocytopenie met antistoffen tegen trombocyten gemeld. Immuunsysteemaandoeningen Soms: Milde allergische reacties. Zelden: Anafylactische/anafylactoïde reacties. Zenuwstelselaandoeningen Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 14/29 1311-v8 april 2014 Zeer zelden: Voorbijgaande spraakstoornis geassocieerd met infusie van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml. Hartaandoeningen Zelden: hypertensie tijdens of na de infusie. Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Soms: Interstitiële longziekte, zich manifesterend als longinfiltraten. Vroege effecten zoals dyspneu zijn gemeld (zie rubriek 4.4). Maagdarmstelselaandoeningen: Laat optredende diarree Diarree (die meer dan 24 uur na toediening optreedt) is een dosislimiterende toxiciteit van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml. Tijdens monotherapie: Zeer vaak: ernstige diarree bij 20% van de patiënten die de aanbevelingen voor de behandeling van diarree volgen. Bij 14% van de evalueerbare cycli wordt ernstige diarree gezien. De mediane tijd die verliep tot het moment waarop de eerste vloeibaar-dunne ontlasting ontstond, was de vijfde dag na de Irinotecan HCl-3water Sandoz 20 mg/ml-infusie. Tijdens combinatietherapie: Zeer vaak: Ernstige diarree bij 13,1% van de patiënten die de aanbevelingen voor de behandeling van diarree volgen. Bij 3,9% van de evalueerbare cycli wordt ernstige diarree gezien. Soms: Pseudomembraneuze colitis, waarvan één melding bacteriologisch is onderbouwd (Clostridium difficile). Misselijkheid en braken Tijdens monotherapie: Zeer vaak: Ernstige misselijkheid en braken bij ongeveer 10% van de patiënten die met anti-emetica werden behandeld. Tijdens combinatietherapie: Vaak: Een lagere incidentie van ernstige misselijkheid en braken werd geconstateerd (respectievelijk 2,1% en 2,8% van de patiënten). Dehydratie Vaak: Perioden van dehydratie die gewoonlijk verband houden met diarree en/of braken. Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 15/29 1311-v8 april 2014 Soms: Gevallen van nierinsufficiëntie, hypotensie of cardiocirculair falen zijn waargenomen bij patiënten die perioden doormaakten van dehydratie die verband hielden met diarree en/of braken. Overige maagdarmstelselaandoeningen Vaak: Constipatie in verband met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml en/of loperamide, verdeeld over: in monotherapie: bij minder dan 10% van de patiënten in combinatietherapie: bij 3,4% van de patiënten Soms: Darmobstructie, ileus of gastro-intestinale bloeding; Zelden: Colitis, inclusief tyflitis, ischemische en ulceratieve colitis, intestinale perforatie. Gevallen van symptomatische of asymptomatische pancreatitis zijn in verband gebracht met irinotecantherapie. Andere milde verschijnselen omvatten anorexie, abdominale pijn en mucositis. Huid- en onderhuidaandoeningen Zeer vaak: Reversibele alopecia. Soms: Milde cutane reactie. Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Zelden: Er zijn vroege effecten zoals spiercontractie of –kramp en paresthesie gemeld. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Zeer vaak: Koorts in afwezigheid van infectie en zonder gelijktijdige ernstige neutropenie trad op bij 12% van de patiënten die werden behandeld met monotherapie. Vaak: Acuut cholinergisch syndroom: Ernstig, voorbijgaand, acuut cholinergisch syndroom werd waargenomen bij 9% van de patiënten die werden behandeld met monotherapie en bij 1,4% van de patiënten met combinatietherapie. De belangrijkste symptomen werden gedefinieerd als vroege diarree en verscheidene andere symptomen, zoals buikpijn, conjunctivitis, rinitis, hypotensie, vasodilatatie, transpireren, koude rillingen, malaise, duizeligheid, visusstoornissen, myosis, tranenvloed en verhoogde speekselvorming, optredend tijdens of binnen de eerste 24 uur na de infusie van irinotecan. Deze symptomen verdwijnen na toediening van atropine (zie rubriek 4.4). Asthenie was ernstig bij minder dan 10% van de patiënten die werden behandeld met monotherapie en bij 6,2% van de patiënten met combinatietherapie. Een Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 16/29 1311-v8 april 2014 causaal verband met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml is niet duidelijk vastgesteld. Koorts in afwezigheid van infectie en zonder gelijktijdige ernstige neutropenie trad op bij 6,2% van de patiënten die werden behandeld met combinatietherapie. Soms: Milde reacties op de plaats van de infusie zijn gemeld. Onderzoeken Zeer vaak: in combinatietherapie is een tijdelijke stijging van de serumspiegels (graad 1 en 2) van SGPT, SGOT, alkalische fosfatase en bilirubine waargenomen bij respectievelijk 15%, 11%, 11% en 10% van de patiënten zonder progressieve levermetastasen. Vaak: Bij monotherapie zijn voorbijgaande en milde tot matige stijgingen van de serumconcentraties van transaminases, alkalische fosfatase of bilirubine waargenomen bij respectievelijk 9,2%, 8,1% en 1,8% van de patiënten, in afwezigheid van progressieve levermetastasen. Voorbijgaande en milde tot matige stijgingen van de serumconcentraties van creatinine zijn waargenomen bij 7,3% van de patiënten. Bij combinatietherapie zijn voorbijgaande stijgingen van de serumconcentraties van bilirubine van graad 3 waargenomen bij 1% van de patiënten. Graad 4 is niet waargenomen. Zelden: Hypokaliëmie en hyponatriëmie, meestal verband houdend met diarree en braken. Zeer zelden: Toename van amylase en/of lipase. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (website: www.lareb.nl). 4.9 Overdosering Er is melding gemaakt van overdosering die fataal kan verlopen, na toediening van doses tot ongeveer tweemaal de aanbevolen therapeutische dosis. De meest significante bijwerkingen die zijn gemeld, waren ernstige neutropenie en diarree. Er is geen antidotum voor Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml bekend. Maximale ondersteunende zorg dient te worden ingesteld om dehydratie als gevolg van diarree te voorkomen en om iedere infectieuze complicatie te behandelen. Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Page 17/29 1311-v8 april 2014 Farmacotherapeutische categorie: andere antineoplastische middelen. ATC-code: L01XX19. Experimentele gegevens Irinotecan is een semisynthetisch derivaat van camptothecine. Dit oncolyticum werkt als een specifieke remmer van DNA topoisomerase I. Het wordt in de meeste weefsels door carboxylesterase tot SN-38 gemetaboliseerd, dat actiever bleek dan irinotecan in zuivere topoisomerase I en meer cytotoxisch dan irinotecan voor diverse soorten muriene en humane tumorcellijnen. De remming van DNA topoisomerase I door irinotecan of SN-38 veroorzaakt één-strengs DNA laesies die de replicatievork van het DNA blokkeren en verantwoordelijk zijn voor de cytotoxiciteit. Deze cytotoxische werking bleek tijdsafhankelijk te zijn en was specifiek voor de S-fase. In vitro bleken irinotecan en SN-38 niet significant door het P-glycoproteïneMDR herkend te worden, en lieten ze een cytotoxisch effect zien op cellijnen die resistent zijn voor doxorubicine en vinblastine. Bovendien heeft irinotecan een brede antitumorwerking in vivo in muriene tumormodellen (PO3 adenocarcinoom van de ductus pancreaticus, MA16/C adenocarcinoom van de mammae, C38 en C51 adenocarcinomen van het colon), en tegen menselijke xenotransplantaties (Co-4 adenocarcinoom van het colon, Mx1 adenocarcinoom van de mammae, ST-15 en SC-16 adenocarcinomen van de maag). Irinotecan is ook actief tegen tumoren die de P-glycoproteïne MDR tot expressie brengen (vincristine- en doxorubicineresistente P388 leukemie). Naast de antitumorwerking van irinotecan is het meest relevante farmacologische effect de remming van acetylcholinesterase. Klinische gegevens In combinatietherapie voor de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom Bij combinatietherapie met folinezuur en 5-fluorouracil Een fase III onderzoek is uitgevoerd bij 385 eerstelijns patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom die werden behandeld met het tweewekelijkse behandelingschema of het wekelijkse behandelingsschema (zie rubriek 4.2). In het tweewekelijkse schema wordt op dag 1 de toediening van 180 mg/m2 Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml eenmaal per twee weken gevolgd door een folinezuurinfuus (200 mg/m2 in een intraveneus infuus gedurende 2 uur) en 5-fluorouracil (400 mg/m2 als intraveneuze bolusinjectie, gevolgd door 600 mg/m2 gedurende 22 uur per intraveneus infuus). Op dag 2 worden folinezuur en 5-fluorouracil volgens dezelfde doseringsschema's toegediend. In het wekelijkse Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 18/29 1311-v8 april 2014 schema wordt de toediening van 80 mg/m2 Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml gevolgd door een infuus van folinezuur (500 mg/m2 in een intraveneus infuus gedurende 2 uur) en vervolgens door 5-fluorouracil (2300 mg/m2 in een 24uurs intraveneus infuus) gedurende 6 weken. In het onderzoek van de combinatietherapie waarbij beide schema's zoals hierboven beschreven werden toegepast, werd de effectiviteit van Irinotecan HCl3-water Sandoz 20 mg/ml geëvalueerd bij 198 behandelde patiënten: Combinatietherapie Wekelijks Tweewekelijks (beide doseringsschema doseringsschema doseringsschema's) (n=50) (n=148) (n=198) Irinotecan 5FU/FA Irinotecan 5FU/FA Irinotecan 5FU/FA HCl-3HCl-3HCl-3water water water Sandoz Sandoz Sandoz 20 mg/ml 20 mg/ml 20 mg/ml + 5FU/FA + 5FU/FA + 5FU/FA Responspercentage (%) p-waarde Mediane tijd tot progressie (maanden) p-waarde Mediane duur van de respons (maanden) p-waarde Mediane duur van de respons en stabilisatie (maanden) p-waarde Mediane tijd tot het falen van de therapie (maanden) p-waarde Mediane overleving (maanden) p-waarde 40,8* 23,1* p<0,001 6,7 28,6* p=0,045 4,4 p<0,001 9,3 51,2* 7,2 NS 6,5 8,9 6,2 p<0,001 5,3 p=0,0014 16,8 p=0,028 5FU: 5-fluorouracil FA: folinezuur NS: Niet significant *: Als per protocol populatieanalyse 8,3 6,7 3,7 9,3 9,5 8,5 5,6 NS 6,7 NS p=0,003 3,8 5,4 14,0 NS 19,2 NS 6,5 p=0,001 p=0,043 8,6 21,6* p=0,005 NS 8,8 37,5* 5,0 14,1 5,1 p<0,001 15,6 p=0,041 3,0 13,0 Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 19/29 1311-v8 april 2014 Bij het wekelijkse doseringsschema was de frequentie van ernstige diarree 44,4% bij patiënten behandeld met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in combinatie met 5FU/FA en 25,6% bij patiënten behandeld met alleen 5FU/FA. De frequentie van ernstige neutropenie (aantal neutrofielen <500/mm3) was 5,8% bij de patiënten behandeld met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in combinatie met 5FU/FA en 2,4% bij patiënten behandeld met alleen 5FU/FA. Bovendien was in de groep behandeld met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml combinatietherapie de mediane tijd tot blijvende achteruitgang van de performance status significant langer dan in de groep behandeld met alleen 5FU/FA (p=0,046). Voor het vaststellen van de kwaliteit van het leven werd in deze fase III studie gebruik gemaakt van de EORTC QLQ-C30 vragenlijst. De tijd tot blijvende achteruitgang was consequent later in de irinotecangroepen. De ontwikkeling van de Global Health Status/Quality of Life was enigszins beter in the irinotecancombinatiegroep. Hoewel dit verschil niet significant was, laat het zien dat effectiviteit van irinotecan in combinatietherapie kan worden bereikt zonder de kwaliteit van het leven aan te tasten. Combinatietherapie met bevacizumab In een gerandomiseerde, dubbelblinde, actief gecontroleerde klinische fase-III studie is de combinatie van bevacizumab met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA voor de eerstelijns behandeling van gemetastaseerd colon- of rectumcarcinoom geëvalueerd (studie AVF2107g). Het toevoegen van bevacizumab aan de combinatie van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA resulteerde in een statisch significante toename van de totale overleving. Het klinische voordeel, gemeten als totale overleving, werd gezien in alle van tevoren gespecificeerde patiëntsubgroepen, waaronder degenen die gekenmerkt worden door leeftijd, geslacht, performance status, locatie van de primaire tumor, het aantal betrokken organen en de duur van de gemetastaseerde ziekte. Zie ook de samenvatting van de productkenmerken van bevacizumab. De resultaten met betrekking tot de werkzaamheid van studie AVF2107g zijn in onderstaande tabel samengevat. AVF2107g Aantal patiënten Arm 1 Arm 2 Irinotecan HCl-3water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA + Placebo Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml /5FU/FA + Avastina 411 402 15,6 20,3 Totale overleving Mediane tijd (maanden) Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken 95% Betrouwbaarheidsinterval Hazard ratio Page 20/29 1311-v8 april 2014 14,29 – 16,99 b 18,46 – 24,18 0,660 p-waarde 0,00004 Progressievrije overleving Mediane tijd (maanden) 6,2 10,6 Hazard ratio 0,54 p-value < 0,0001 Totale responspercentage Percentage (%) 34,8 44,8 95% betrouwbaarheidsinterval 30,2 – 39,6 39,9 – 49,8 p-waarde 0,0036 Duur van de respons Mediane tijd (maanden) 7,1 10,4 25–75 percentiel (maanden) 4,7 – 11,8 6,7 – 15,0 a b 5 mg/kg elke 2 weken. Relatief ten opzichte van de controle-arm. In combinatietherapie met cetuximab EMR 62 202-013: In dit gerandomiseerde onderzoek bij patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker, die niet eerder waren behandeld voor gemetastaseerde ziekte, werd de combinatie cetuximab en irinotecan plus infusie van 5-fluoro-uracil/folinezuur (5FU/FA) (599 patiënten) vergeleken met alleen diezelfde chemotherapie (599 patiënten). Het percentage patiënten met tumoren met KRAS-wildtype bedroeg in de patiëntenpopulatie waarin de KRAS-status kon worden vastgesteld 64%. De gegevens met betrekking tot de werkzaamheid die in deze studie werden verkregen, staan samengevat in de onderstaande tabel. Totale populatie Populatie met KRAS wild-type Variabele/statistiek Cetuximab plus FOLFIRI (N = 599) ORR FOLFIRI (N = 599) Cetuximab plus FOLFIRI (N = 172) FOLFIRI (N = 176) % (95%CI) 38,7 (34,8; 42.8) 59,3 (51,6; 66,7) 0,0025 43,2 (35,8; 50,9) p-waarde PFS 46,9 (42,9; 51,0) 0,0038 Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Hazard Ratio (95% CI) p-waarde Page 21/29 1311-v8 april 2014 0,85 (0,726; 0,998) 0,68 (0,501; 0,934) 0,0479 0,0167 BI = Betrouwbaarheidsinterval; FOLFIRI = Irinotecan plus infusie van 5-FU/FA; ORR = patiënten met complete respons of gedeeltelijke respons (Objective Response Rate); PFS = Progressievrije overlevingstijd (Progression-Free Survival time). In combinatietherapie met capecitabine Gegevens uit een gerandomiseerd, gecontroleerd fase III-onderzoek (CAIRO) ondersteunen het gebruik van capecitabine met een aanvangsdosis van 1000 mg/m2, eenmaal per drie weken gedurende 2 weken, in combinatie met irinotecan, voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. 820 patiënten werden gerandomiseerd om ofwel sequentiële behandeling (n = 410), ofwel combinatietherapie (n = 410) te krijgen. Sequentiële behandeling bestond uit een eerstelijnsbehandeling met capecitabine (1250 mg/m2, tweemaal daags gedurende 14 dagen), als tweede lijn irinotecan (350 mg/m2 op dag 1) en als derde lijn een combinatie van capecitabine (1000 mg/m2, tweemaal daags gedurende 14 dagen) en oxaliplatine (130 mg/m2 op dag 1). Combinatietherapie bestond uit een eerstelijnsbehandeling met capecitabine (1000 mg/m2, tweemaal daags gedurende 14 dagen) gecombineerd met irinotecan (250 mg/m2 op dag 1) (XELIRI) en als tweede lijn capecitabine (1000 mg/m2, tweemaal daags gedurende 14 dagen) plus oxaliplatine (130 mg/m2 op dag 1). Alle behandelcycli werden met intervallen van 3 weken toegediend. In de eerstelijnsbehandeling was de mediane progressievrije overleving in de intention-to-treatpopulatie 5,8 maanden (95% BI; 5,1 – 6,2 maanden) voor capecitabine als monotherapie en 7,8 maanden (95% BI; 7,0 – 8,3 maanden) voor XELIRI (p = 0,0002). Gegevens uit een tussentijdse analyse van een gerandomiseerd, gecontroleerd, multicenter fase II-onderzoek (AIO KRK 0604) ondersteunen het gebruik van capecitabine met een aanvangsdosis van 800 mg/m2, eenmaal per drie weken gedurende 2 weken, in combinatie met irinotecan en bevacizumab, voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. 115 patiënten werden gerandomiseerd voor behandeling met capecitabine in combinatie met irinotecan (XELIRI) en bevacizumab: capecitabine (800 mg/m2, tweemaal daags gedurende twee weken, gevolgd door een rustperiode van 7 dagen), irinotecan (200 mg/m2, als infusie over 30 minuten op dag 1, eenmaal per drie weken) en bevacizumab (7,5 mg/kg, als infusie over 30 tot 90 minuten op dag 1, eenmaal per 3 weken); in totaal werden 118 patiënten gerandomiseerd voor behandeling met capecitabine gecombineerd met oxaliplatine plus bevacizumab: capecitabine (1000 mg/m2, tweemaal daags gedurende twee weken, gevolgd door een rustperiode van 7 dagen), oxaliplatine (130 mg/m2, als infusie over 2 uur op dag 1, eenmaal per drie weken) en bevacizumab (7,5 mg/kg, als infusie over 30 tot 90 minuten op dag 1, eenmaal per 3 weken). De progressievrije overleving na 6 maanden was in de intention-to-treatpopulatie 80% (XELIRI plus bevacizumab) versus 74% (XELOX plus bevacizumab). De ORR (complete respons plus gedeeltelijke respons) bedroeg 45% (XELOX plus bevacizumab) versus 47% (XELIRI plus bevacizumab). Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 22/29 1311-v8 april 2014 In monotherapie voor de tweedelijnsbehandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom Klinische fase II/III-onderzoeken met het driewekelijkse doseringsschema werden uitgevoerd met meer dan 980 patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker, bij wie een eerder 5-FU-schema had gefaald. De werkzaamheid van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml werd beoordeeld met 765 patiënten die bij opname in het onderzoek gedocumenteerde progressie bij 5-FU hadden. Progressievrije overleving na 6 maanden (%) Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml versus ondersteunende zorg Irinotecan Supportive care HCl-3water Sandoz 20 n = 90 p-waarden mg/ml Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml versus 5-FU Irinotecan 5-FU HCl-3water Sandoz 20 n = 129 p- waarden mg/ml n = 183 n = 127 Nvt Nvt 33,5* 26,7 p = 0,03 Phase III Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml versus ondersteunende zorg Irinotecan Ondersteun ende HCl-3water Sandoz 20 n = 90 p-waarden mg/ml Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml versus 5-FU Irinotecan 5-FU HCl-3water Sandoz 20 n = 129 p-waarden mg/ml n = 127 n = 183 Progressievrije overleving na 6 maanden (%) Overleving na 12 maanden (%) Mediane overleving (maanden) Nvt Nvt 36,2* 13,8 9,2* 6,5 33,5* 26,7 p = 0,03 p = 0,0001 44,8* 32,4 p = 0,0351 p = 0,0001 10,8* 8,5 p = 0,0351 Nvt: Niet van toepassing *: Statistisch significant verschil In fase II-onderzoeken, die werden uitgevoerd met 455 patiënten met het driewekelijkse doseringsschema, bedroeg de progressievrije overleving na 6 maanden 30% en de mediane overleving 9 maanden. De mediane tijd tot progressie was 18 weken. Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 23/29 1311-v8 april 2014 Daarnaast werden niet-vergelijkende fase II-onderzoeken uitgevoerd met 304 patiënten die werden behandeld met een wekelijks doseringsschema, met een dosis van 125 mg/m2 die als intraveneuze infusie over 90 minuten werd toegediend gedurende 4 opeenvolgende weken, met daarna een rustperiode van 2 weken. In deze onderzoeken bedroeg de mediane tijd tot progressie 17 weken en de mediane overleving 10 maanden. Een vergelijkbaar veiligheidsprofiel werd waargenomen bij het wekelijkse doseringsschema met 193 patiënten en een aanvangsdosis van 125 mg/m2 in vergelijking met het driewekelijkse doseringsschema. Het mediane tijdstip waarop de ontlasting voor het eerst vloeibaar was, was op dag 11. In combinatie met cetuximab na falen van irinotecan – met inbegrip van cytotoxische therapie De werkzaamheid van de combinatie van cetuximab met irinotecan is in twee klinische studies onderzocht. In totaal werd de combinatietherapie gegeven aan 356 patiënten met gemetastaseerd colorectale kanker met expressie van EGFR, bij wie irinotecan, met inbegrip van cytotoxische therapie, onlangs had gefaald, en die een minimale Karnofsky-prestatiestatus van 60 hadden, maar bij de meesten was deze waarde ≥ 80. EMR 62 202-007: In dit gerandomiseerde onderzoek werd de combinatie van cetuximab en irinotecan (218 patiënten) vergeleken met cetuximab als monotherapie (111 patiënten). IMCL CP02-9923: In dit open-label onderzoek met één enkele arm werd de combinatietherapie onderzocht bij 138 patiënten. De gegevens met betrekking tot de werkzaamheid die in deze studie werden verkregen, staan samengevat in de onderstaande tabel. Onderzoek N ORR n (%) DCR PFS (maanden) 95% CI n (%) 95% CI Mediaan 95% CI OS (maanden) Mediaan 95% CI Cetuximab + irinotecan EMR 62 202-007 218 50 (22,9) 17.5; 29,1 121 (55,5) 48.6; 62.2 4,1 2,8; 4,3 8,6 7,6; 9,6 IMCLCP029923 138 21 (15,2) 9,7; 22,3 84 (60,9) 52,2; 69,1 2,9 2,6; 4,1 8,4 7,2; 10,3 111 12 (10,8) 5,7; 18,1 36 (32,4) 23,9; 42,0 1,5 1,4; 2,0 6,9 5,6; 9,1 Cetuximab EMR 62 202-007 BI = betrouwbaarheidsinterval, DCR = Patiënten met complete respons, partiële respons of stabiele ziekte gedurende minimaal 6 weken (Disease Control Rate), ORR = Patiënten met complete respons Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 24/29 1311-v8 april 2014 of gedeeltelijke respons (Objective Response Rate); OS = Totale overlevingstijd (Overall Survival time), PFS = Progressievrije overleving (Progression-Free Survival). De werkzaamheid van de combinatie van cetuximab en irinotecan was superieur over die van cetuximab als monotherapie, in termen van objectieve responspercentage (ORR), ziekte controle rate (DCR) en progressievrije overleving (PFS). In het gerandomiseerde onderzoek werden geen effecten op de totale overleving aangetoond (hazard ratio 0,91; p = 0,48). Farmacokinetische/farmacodynamische gegevens De intensiteit van de belangrijkste toxische effecten van irinotecan (bijv. neutropenie en diarree) houdt verband met de blootstelling (AUC) aan de onveranderde stof en de metaboliet SN-38. Significante correlaties zijn vastgesteld tussen hematologische toxiciteit (vermindering van aantal witte bloedcellen en neutrofielen tot nadir) of hevigheid van diarree en de AUC-waarden van zowel irinotecan als de metaboliet SN-38 tijdens monotherapie. Patiënten met verminderde UGT1A1-activiteit: Urinedifosfaatglucuronosyltransferase 1A1 (UGT1A1) is betrokken bij de metabole inactivering van SN-38, de actieve metaboliet van irinotecan, naar inactief SN-38glucuronide (SN-38G). Het UGT1A1-gen is zeer polymorf, wat een grote variëteit in metabole capaciteit tussen personen tot gevolg heeft. Een specifieke variatie van het UGT1A1-gen betreft een polymorfisme in de promotorregio, genaamd de UGT1A1*28-variant. Deze variant en andere congenitale deficiënties in de expressie van UGT1A1 (zoals het syndroom van Crigler-Najjar en het syndroom van Gilbert) worden geassocieerd met een verminderde activiteit van dit enzym. Gegevens uit een meta-analyse laten zien dat personen met het syndroom van Crigler-Najjar (typen 1 en 2) en personen die homozygoot zijn voor het UGT1A1*28-allel (syndroom van Gilbert) een verhoogd risico hebben op hematologische toxiciteit (graad 3-4) na toediening van irinotecan in gemiddelde of hoge doses (>150 mg/m2). Een verband tussen het UGT1A1-genotype en het optreden van door irinotecan veroorzaakte diarree werd niet aangetoond. Patiënten waarvan bekend is dat ze homozygoot zijn voor UGT1A1*28 dienen de standaard geïndiceerde aanvangsdosis irinotecan te krijgen. Deze patiënten moeten echter gecontroleerd worden op hematologische toxiciteit. Een verlaagde aanvangdosis irinotecan moet overwogen worden voor patiënten bij wie tijdens eerdere behandeling hematologische toxiciteit is opgetreden. De exacte verlaging van de aanvangsdosis voor deze patiëntpopulatie is niet vastgesteld en verdere dosisaanpassingen moeten bepaald worden op basis van de verdraagbaarheid van de behandeling door de individuele patiënt. (Zie rubrieken 4.2 en 4.4.) Op dit moment zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar om een conclusie te kunnen trekken over het klinische nut van UGT1A1-genotypering. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 25/29 1311-v8 april 2014 In een fase I studie bij 60 patiënten met een doseringsschema van een 30 minuten durende intraveneuze infusie van 100 tot 750 mg/m2 elke drie weken vertoonde irinotecan een bifasisch of trifasisch eliminatieprofiel. De gemiddelde plasmaklaring was 15 l/h/m2 en het verdelingsvolume tijdens de steady state (Vss) was 157 l/m2. De gemiddelde plasmahalfwaardetijd in de eerste fase van het trifasische model was 12 minuten, in de tweede fase 2,5 uur en in de laatste fase was de halfwaardetijd 14,2 uur. SN-38 vertoonde een bifasisch eliminatieprofiel met een gemiddelde terminale eliminatiehalfwaardetijd van 13,8 uur. Aan het eind van de infusie met de aanbevolen dosis van 350 mg/m2 waren de gemiddelde plasma piekconcentraties van irinotecan en SN-38 respectievelijk 7,7 g/ml en 56 ng/ml en de gemiddelde waarden van de AUC (area under the curve) respectievelijk 34 g.h/ml en 451 ng.h/ml. Een grote interindividuele variatie in farmacokinetische parameters wordt in het algemeen bij SN-38 aangetroffen. Een farmacokinetische analyse van irinotecan is uitgevoerd bij 148 patiënten met gemetastaseerd colorectaal kanker die met verschillende schema's en verschillende doses werden behandeld in fase II studies. Farmacokinetische parameters, berekend met een drie-compartimentenmodel, kwamen overeen met de waarden zoals gevonden in fase I studies. Alle studies hebben aangetoond dat blootstelling aan irinotecan (CPT-11) en SN-38 proportioneel toeneemt met de toegediende CPT-11-dosis; hun farmacokinetiek is onafhankelijk van het aantal voorafgaande cycli en het toedieningsschema. In vitro was de plasma-eiwitbinding van irinotecan en SN-38 respectievelijk ongeveer 65% en 95%. Metabolisme studies met 14C-gelabeld middel hebben aangetoond dat meer dan 50% van een intraveneus toegediende dosis irinotecan in ongewijzigde vorm wordt uitgescheiden, met 33% in de feces voornamelijk via de gal en 22% in de urine. Twee metabole routes, die elk ten minste 12% van de dosis voor hun rekening nemen, zijn aangetoond: hydrolyse tot de actieve metaboliet SN-38 door carboxylesterases. SN-38 wordt voornamelijk uitgescheiden door glucuronidatie, en verder door gal en renale excretie (minder dan 0,5% van de irinotecandosis).Het SN-38glucuronide wordt vervolgens waarschijnlijk gehydrolyseerd in de darmen oxidatief metabolisme aan de terminale piperidine ring door cytochroom P450 3A enzymen resulterend in een aminopentanoïnezuurderivaat (APC) en een primair aminederivaat (NPC) (zie rubriek 4.5). Ongewijzigd irinotecan is de meest voorkomende vorm in het plasma, gevolgd door APC, SN-38-glucuronide en SN-38. Alleen SN-38 heeft significante cytotoxische activiteit. De irinotecanklaring is met ongeveer 40% afgenomen bij patiënten met bilirubinemie tussen 1,5 en 3 maal de bovengrens van de normaalwaarde. In deze patiënten leidt een dosis van 200 mg/m2 irinotecan tot blootstelling aan een Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 26/29 1311-v8 april 2014 plasmaspiegel die vergelijkbaar is met die zoals gevonden bij 350 mg/m2 in kankerpatiënten met normale leverparameters. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Irinotecan en SN-38 bleken in vitro mutageen te zijn in de test op chromosoomafwijkingen van CHO-cellen, evenals in de in vivo micronucleustest bij muizen. In de Amestest bleken ze echter geen enkele mutagene werking te hebben. Bij ratten die 13 weken lang eenmaal per week werden behandeld met de maximale dosis van 150 mg/m2 (wat minder dan de helft van de aanbevolen dosis voor mensen is), werden 91 weken na het einde van de behandeling geen tumoren waargenomen die verband hielden met de behandeling. Onderzoek naar de toxiciteit van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml na eenmalige en herhaalde toediening werd uitgevoerd bij muizen, ratten en honden. De belangrijkste toxische effecten werden waargenomen in de hematopoëtische en lymfatische systemen. Bij honden werd late diarree gemeld met atrofie en haardnecrose van de intestinale mucosa. Bij de hond werd ook alopecia gezien. De ernst van deze effecten was dosisafhankelijk en reversibel. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Sorbitol (E420) Melkzuur (E 270) Natriumhydroxide (voor aanpassing van de pH tot pH 3.5) Water voor injectie 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die welke vermeld zijn in rubriek 6.6. 6.3 Houdbaarheid Voor opening: 3 jaar Na opening: De inhoud van de injectieflacon moet meteen na opening gebruikt worden. Na verdunning: Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 27/29 1311-v8 april 2014 Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product direct na verdunnen te worden gebruikt. Indien het verdunde product niet direct wordt gebruikt, is de gebruiker/toediener verantwoordelijk voor de gehanteerde gebruikstermijn en conditie voor toediening. Normaliter is de termijn in dit laatste geval niet langer dan 24 uur bij 2-8ºC, tenzij het verdunnen heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden. De chemische en fysische “in use” stabiliteit is aangetoond gedurende 28 dagen bij 2-8 ºC en bij kamertemperatuur (20-25 ºC) bij bescherming tegen licht en gedurende 48 uur zonder bescherming tegen licht. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Voor de bewaarcondities van het geneesmiddel na verdunning, zie rubriek 6.3. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Amberkleurige glazen injectieflacon (type I), met een rubberen stop (fluorpolymeer omhulde broombutyl rubberen stop) met of zonder een beschermend plastic omhulsel (Onco-Safe). De Onco-Safe komt niet in contact met het geneesmiddel en zorgt voor additionele bescherming tijdens het transport. Hierdoor wordt de veiligheid voor het medisch en farmaceutisch personeel vergroot. De injectieflacons zijn afgesloten met een aluminium krimpdop. Verpakkingsgrootten: 40 mg/2 ml: 1 injectieflacon, 5 injectieflacons, 10 injectieflacons 100 mg/5 ml: 1 injectieflacon, 5 injectieflacons, 10 injectieflacons 150 mg/7,5 ml: 1 injectieflacon, 5 injectieflacons, 10 injectieflacons 300 mg/15 ml: 1 injectieflacon 500 mg/25 ml: 1 injectieflacon Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Bereiding Net als andere antineoplastische stoffen moet Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml met voorzichtigheid bereid en verwerkt worden. Het verdunnen dient onder aseptische omstandigheden door speciaal opgeleid personeel te worden uitgevoerd in daarvoor aangewezen ruimtes. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om contact met de huid en slijmvliezen te vermijden. Instructies voor verdunnen Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml is bestemd voor de intraveneuze infusie, alleen na verdunning. Deze verdunning moet voorafgaand aan de toediening met Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 28/29 1311-v8 april 2014 de aanbevolen oplossingen, namelijk 0,9 % natriumchloride oplossing voor infusie of 5 % glucose oplossing voor infusie, plaatsvinden. Zuig de vereiste hoeveelheid Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml aseptisch op uit de injectieflacon met een gekalibreerde injectiespuit en injecteer in een infuuszak of -fles van 250 ml. De infusie dient daarna grondig gemengd te worden door deze met de hand te roteren. Indien een neerslag wordt waargenomen in de injectieflacons of na reconstitutie, dient het product te worden vernietigd volgens standaardprocedures voor cytotoxische stoffen. Instructies ter bescherming bij de bereiding van Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, oplossing voor infusie 1. Gebruik een beschermende kast, beschermende handschoenen en beschermende kleding. Als er geen beschermende kast beschikbaar is, moeten een mondmasker en een bril gebruikt worden. 2. Geopende containers, zoals injectieflacons en infuusflessen en de gebruikte canules, spuiten, catheters, slangen en residuen van cytostatica moeten als gevaarlijk afval beschouwd worden en moeten verwijderd worden in overeenstemming met de lokale richtlijnen zoals die gelden voor gevaarlijk afval. 3. Volg bij morsen de hieronder beschreven instructies: - draag beschermende kleding - gebroken glas moet verzameld worden en in een container met gevaarlijk afval gedaan worden. - gecontamineerde oppervlaktes moeten goed gespoeld worden met grote hoeveelheden koud water. - het gespoelde oppervlak moet dan grondig geveegd worden en de materialen voor het vegen moeten als GEVAARLIJK AFVAL vernietigd worden. 4. Als Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in contact met de huid komt, moet het gebied met veel stromend water gewassen worden en dan gewassen worden met water en zeep. Als irinotean in contact komt met de slijmvliezen, was dan het betreffende gebied grondig met water. Als u zich niet goed voelt, neem dan contact op met een arts. 5. Als Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in contact met de ogen komt, was de ogen dan grondig met een ruime hoeveelheid water. Neem onmiddellijk contact op met een oogarts. Afvalverwerking Alle materialen die voor bereiding, toediening of op een andere manier met Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml in contact zijn geweest, moeten verwijderd worden in overeenstemming met de standaardprocedures van het ziekenhuis zoals die gelden voor cytotoxische stoffen. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Sandoz B.V. Veluwezoom 22 Sandoz B.V. ® Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie RVG 33076 1.3.1.1 Samenvatting van de Productkenmerken Page 29/29 1311-v8 april 2014 1327 AH Almere Nederland 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Irinotecan HCl-3-water Sandoz 20 mg/ml, concentraat voor oplossing voor infusie, is geregistreerd onder nummer: RVG 33076 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 28 augustus 2008 Datum van hernieuwing: 30 januari 2012 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke wijziging betreft de rubrieken: 4.4, 5.1 en 9: 26 maart 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc