Wat heeft dit van doen met digitale service, het thema van deze editie? Alles, want met de opkomst van digitale service - via PC, tablet of smartphone – verandert het klantcontact via de bemande kanalen van omvang, en belangrijker nog, ook van aard. Twee soorten klantcontact In het contact tussen uw klant en uw organisatie is meestal sprake van twee componenten: een transactionele en een relationele component. Als u wilt dat de klant het gedrag vertoont dat in lijn is met de doelstelling van uw organisatie, dan moeten in deze interactie beide elementen in de juiste verhouding aanwezig zijn, net als bij twee componentenlijm. Het resultaat van het contact moet klantgedrag zijn dat klopt met wat u wilt bereiken. Concreet: de klant accepteert de aangedragen oplossing, doet een herhaalaankoop of is ambassadeur van uw dienst of product. Transactioneel Transactioneel contact is sterk gericht op “u vraagt, wij draaien”. Dit zijn de contacten waarvan er dertien in een dozijn passen. “Kunt u mij een kopie afschrift sturen?”, “Ik wil graag mijn meterstand doorgeven”, “Wanneer wordt mijn pakketje bezorgd?”, “Ik heb schade aan mijn lease-auto” en zo kunnen we nog tientallen voorbeelden bedenken. Uw medewerkers zijn uitermate bedreven in het afhandelen van deze vragen. 34 ccm - jaargang 20 - nr 5 2014 34-37-CCM05-2014-KSI.indd 34 16-10-14 12:01 DOSSIER DIGITAL SERVICE TEKST JAN VAN DER WEIJDEN, BESTUURSLID STICHTING ITO EN WERKZAAM ALS ZELFSTANDIG PROJECT- EN INTERIM MANAGER, EN HANS KARDOL, MANAGING CONSULTANT KSI ONDERZOEK & ADVIES DEAL! Misschien kent u die reclame van die supermarkt wel: vrouwlief verwent manlief met een kopje koffie en gooit nog het aanbod in de strijd van een warm bad met een drankje en wat verleidelijke lingerie. Tegenprestatie: manlief doet de volgende ochtend de boodschappen, zodat vrouwlief dan haar relaxmomentje pakt met een lekker bad. Superdeal! Waarom slaagt ze in haar opzet? Omdat ze een langere relatie heeft met deze man (mag je vermoeden) en daarmee weet wat hem drijft, én omdat ze de transactie met voor beiden een goed resultaat kan afsluiten. Het is duidelijk dat dergelijke vragen zich bij uitstek lenen voor selfservice. Liefst in een online omgeving via PC, tablet of app op de smartphone. relaTioneel Relationeel contact is sterk gericht op ‘de relatie’. Dat kan zijn omdat de klant behoefte heeft aan persoonlijke interactie, bijvoorbeeld uit onzekerheid. Denk hierbij aan vragen als “Ik heb zitten kijken naar jullie voorwaarden. Kunnen jullie me uitleggen….”, “Ik weet het niet zeker maar …..”. Dat kan ook zijn omdat de procedures niet voorzien in een dergelijke vraag. De online omgeving schiet tekort en ook de medewerker aan de telefoon kan niet terugvallen op de routine van het transacti- onele gesprek. Hoewel er in deze gesprekken natuurlijk ook sprake is van een inhoudelijke component, geeft de wijze waarop de klant de vraag stelt, aanleiding voor een ‘goed gesprek’ en dat gaat verder dan het feitelijke, inhoudelijke aspect. De klant wil bevestiging, is onzeker, of stelt een vraag waar de organisatie niet vaak mee wordt geconfronteerd. Kortom, de klant wil iets wat, in ieder geval vanuit het perspectief van de organisatie minder scherp definieerbaar is. De kern bij deze klantgesprekken zit in de vaardigheid om het gesprek goed te voeren, veel minder in de inhoudelijke component. Noem het de focus op de soft- in plaats van de hardskills. Een voorbeeld: bij een waterleidingbedrijf belt een jonge moeder met de vraag wat te doen omdat er lichtbruin water uit de kraan komt. De procedure schrijft voor dat moet worden nagegaan of dit probleem voor (verantwoordelijkheid waterleidingbedrijf) of na de watermeter (voor de klant) wordt veroorzaakt. Transactioneel los je dit simpel op: de klant laat een loodgieter komen om het te controleren. Relationeel omzeil je de procedure en stuur je er onmiddellijk iemand van de buitendienst naartoe, zodat binnen een paar uur er weer helder water beschikbaar is voor de pasgeboren baby, ook al is bruin water niet gevaarlijk. DiGiTale serVice? Wat is dan de juiste stap naar digitale service? Uit de geschetste voorbeelden is duidelijk dat transactionele vragen en >> ccm - jaargang 20 - nr 5 2014 35 34-37-CCM05-2014-KSI.indd 35 16-10-14 12:01 2 co M Po ne nT en li JM >> contacten zich perfect lenen voor digitale service. De uitdaging zit in relationele contacten. Meer specifiek in de contacten die vanuit klantperspectief relationeel van aard zijn, maar voor de organisatie primair transactioneel zijn. Natuurlijk kun je online de klant een groot deel tegemoet komen door dienstverlening op maat aan te bieden. Dit kan zijn door personalisatie in een-op-een-maatwerk of meer generiek door goed rekening te houden met het klanttype (zie CCM artikel vorig jaar). Maar echt relationeel contact? Via een digitale omgeving? Daar moeten we misschien de kanttekening bij plaatsen dat we er tot nu toe vanuit gaan dat digitale service altijd een vorm van selfservice is. Dit hoeft natuurlijk niet altijd. Denk aan de volgende voorbeelden: de klant meldt een schadegevalletje, paaltje geraakt bij inparkeren. Bij de meeste verzekeringsen leasemaatschappijen kan de klant dit doorgeven via een app. Tot zover kan het via selfservice worden afgehandeld. Maar wat als het verhaal complexer is, persoonlijk contact noodzakelijk is en via een app enkel de ondersteunende informatie aan te leveren is? Bijvoorbeeld omdat bij het raken van het paaltje zo veel schade is ontstaan, dat de kentekenplaat eraf ligt en er niet meer gereden mag worden? Het regelen van een vervangauto via een app? Op dat moment is de digitale service ondersteunend aan het persoonlijke contact, bijvoorbeeld doordat de app ook een GPS-positie doorgeeft. Dan ontstaat in het persoonlijke contact de mogelijkheid de relationele aspecten af te dekken. En daar raken we de kern van onze boodschap: digitale service is hele mooie service als het aankomt op het afhandelen van transactionele contacten tussen de klant en de organisatie. De businesscase is aan de batenkant vaak te maken, doordat dure arbeidskrachten deze simpele taken niet meer voor de klant hoeven uit te voeren. Ooit heb ik een manager horen zeggen: ‘Het klantcontactcenter is een pratende website’. Dat is heel goed mogelijk als in zijn organisatie blijkt dat klanten alleen maar transactioneel contact hebben. Twee coMPonenTen In de inleiding geven we aan dat afhankelijk van de klant en de context er altijd sprake is van een bepaalde verhouding waarin 36 ccm - jaargang 20 - nr 5 2014 34-37-CCM05-2014-KSI.indd 36 16-10-14 12:01 DOSSIER DIGITAL SERVICE toch nog voor de telefoon? Is dat omdat het antwoord inhoudelijk ontbreekt op de site (transactioneel?) of omdat de site tekortschiet op het relationele aspect? Een op de vijf geeft het expliciet aan: ‘Ik vind het prettig om met iemand van het bedrijf te kunnen praten’. Bijna een derde pakt alleen de telefoon als het echt niet anders kan, terwijl een vijfde alleen belt voor de laatste puntjes op de i. Bijna één op de drie pakt de telefoon als het probleem direct om een oplossing vraagt. aFHankeliJk Van De klanT en De conTeXT is er alTiJD sPrake Van een BePaalDe VerHoUDinG waarin De coMPonenTen ‘TransacTie’ en ‘relaTie’ aanweZiG ZiJn de componenten ‘transactie’ en ‘relatie’ aanwezig zijn. Zelfs in de meest basale ‘transactionele’ vragen speelt de relatie wel een rol. Zo kunnen de aard en de kwaliteit van de relatie bepalen of de klant de afweging maakt ‘zelf iets uit te zoeken’ of ‘het voor zich te laten regelen’. En wat als blijkt dat de klant bij een op het eerste gezicht transactionele vraag de behoefte heeft aan een persoonlijke interventie? In hoeverre bent u dan in staat om via digitale service de klant goed te bedienen en ook aandacht te besteden aan de relationele component? Recent onderzoek van Mtel onder consumenten laat zien dat 40 procent van de klanten voordat ze bellen eerst al op internet hebben gekeken. Waarom kiezen ze dan Voelt u hem aankomen? Er belt een klant met de vraag: ‘Wanneer komt mijn pakketje?’ De context waarbinnen de klant deze vraag stelt speelt dus een belangrijke rol in hoe de medewerker dit gesprek gaat voeren. Inhoudelijk zal de uitkomst van de transactie niet anders zijn: ‘De klant weet het moment van aflevering.’ Maar relationeel heeft deze context wel degelijk impact: • Stel het is iemand die het persoonlijke contact gewoon prettig vindt. In dat geval kun je hier in het gesprek aandacht aan schenken en is het goede marketing om te benadrukken dat de klant bij u altijd kan bellen waarmee je impliciet zegt dat dit bij de concurrentie niet kan. Om de vooroordelen maar uit de weg te gaan: het zijn lang niet alleen de digibeten die hiervoor kiezen omdat ze hun weg niet vinden op internet. • Stel het is een klant ‘waarbij het echt niet anders kan’. Waarom heeft de klant deze beleving? Was de track & trace-oplossing op de site niet duidelijk? Werkte de code niet? En welke impact heeft dat op het vertrouwen van de klant in een goede afloop? Weet de medewerker dit vertrouwen dan te herwinnen? En welk afbreukrisico zit er als de medewerker een andere boodschap communiceert dan de online module? • Stel het gaat om de laatste puntjes op de i: welke detailniveau zoekt de klant, bijvoorbeeld qua tijdstip van aflevering en waarom is dit voor die klant relevant? Welke verzekering zoekt de klant ten opzichte van de al via zijn app te raadplegen informatie? wilT U oPscHUiVen naar relaTioneel? Digitale service is een ‘fact of life’ en daarmee verschuiven onherroepelijk ook de aard en inhoud van de persoonlijke contacten. De vraag is of u bereid bent in de persoonlijke contacten het relationele centraal te stellen en niet alleen de inhoud. Het zijn vaak de ’moments of truth’ als er persoonlijk contact nodig is. Kiest u er dan voor om de klant een unieke ervaring op te laten doen of werkt u hem transactioneel af? Dat vraagt ook wat van de samenstelling van de tweecomponentenlijm die we CRM noemen: de wijze waarop organisaties de klant aan zich weten te binden. Daarmee komt in de businesscase voor digitale service een andere post op de proppen. Niet alleen moeten we kijken naar de baten die het oplevert als we de inzet van ‘dure’ mensen weten te besparen. Daar staat tegenover dat de contacten die overblijven meer aandacht vragen op het gebied van: • Een integraal klantbeeld zodat de medewerker beter weet in welke context de klant zich bevindt en wat de klant eventueel online al heeft gezien of gedaan; • Marketing om te bepalen op welke wijze rond alle transactionele interactie ook ruimte wordt gegeven aan het opbouwen van een relatie; • De ontwikkeling van medewerkers die voor de meer relationele gesprekken andere vaardigheden en mogelijk ook vrijheden nodig hebben dan voor de meer transactionele gesprekken. Deal Terug naar de commercial van de supermarkt. We dagen u uit om uzelf de volgende vragen te stellen: • Kennen we met alle digitale interactie onze klant goed genoeg, zodat we hem kunnen verleiden de volgende ochtend de boodschappen te doen? • Zijn mijn medewerkers, die toch nog dat persoonlijke contact hebben, in staat om op het juiste moment het kopje koffie, het warme bad, of zelf de verleiding in de strijd te gooien om tot die deal te komen? Als u daarop positief antwoordt, dan nemen wij de uitdaging graag aan om te kijken waar en hoe hier voor u nog verder winst is te halen. Want dat is service met twee componenten: voor klanten die blijven plakken! ccm - jaargang 20 - nr 5 2014 37 34-37-CCM05-2014-KSI.indd 37 16-10-14 12:01
© Copyright 2024 ExpyDoc