Raadsvoorstel Financiering en dekking RijnlandRoute

VOORBLAD
Adviesnota aan de Raad
Registratienummer:
Datum:
4182
Soort Voorstel:
Onderwerp:
Portefeuillehouder:
Programma:
Adviesnota
Kernboodschap:
In dit voorstel wordt een advies uitgebracht over het
17 november 2014
Financiering en dekking Rijnlandroute
Wethouder Beimers
Ruimte en verkeer
voordeligste betaalmoment en wordt aandacht besteed aan de
administratieve behandeling en dekking van de gemeentelijke
bijdrage aan de provincie Zuid-Holland in relatie tot het in de
begroting 2015 geschetste meerjarig financierings- en
investeringskader.
Bijlagen:
Stukken ter inzage:
Beslispunten:
nee
nee
1.
In te stemmen met het betalen van de gemeentelijke
2.
Een krediet van € 9,0 mln. beschikbaar te stellen voor de
bijdrage per 31 juli 2015;
activering van de gemeentelijke bijdrage aan de
Rijnlandroute;
3.
De afschrijvingslasten over de jaren 2021-2024 ten laste
te brengen van de voor dit doel in te stellen bestemmingsreserve Afschrijving Rijnlandroute 2021-2024;
4.
De onder 3. genoemde bestemmingsreserve Afschrijving
Rijnlandroute 2021-2024 met een omvang van € 1,2 mln.
in te stellen ten laste van de voorziening Rijnlandroute;
5.
De voorziening Rijnlandroute op te heffen en het restant
6.
De rentelasten met ingang van 2016 te dekken door een
van € 7,8 mln. toe te voegen aan de concernreserve;
verhoging van de OZB-opbrengst en dit te verwerken in de
Kadernota 2016;
7.
De hierop betrekking hebbende wijziging van de
programmabegroting 2015 vast te stellen.
.
Blad 1
Adviesnota aan de Raad
Onderwerp
Financiering en dekking Rijnlandroute
Inleiding
Bij de behandeling op 3 oktober 2013 van het voorstel over de bestuursovereenkomst met de
provincie Zuid-Holland inzake de Rijnlandroute heeft de raad besloten ter bekrachtiging van de
schuldpositie aan de provincie Zuid-Holland een voorziening van € 9,0 mln. te treffen en uiterlijk
31 januari 2015 een keuze te maken ten aanzien van het betaalmoment. Bij de behandeling van
de begroting voor 2015 is deze datum, waarop een nadere onderbouwing van het betaalmoment
van de gemeentelijke bijdrage wordt voorgelegd, aangescherpt tot de decemberraad van dit jaar.
In dit voorstel wordt niet alleen een advies uitgebracht over het voordeligste betaalmoment maar
wordt tevens aandacht besteed aan de administratieve behandeling en dekking van de
gemeentelijke bijdrage aan de provincie Zuid-Holland in relatie tot het in de begroting 2015
geschetste meerjarig financierings- en investeringskader.
Beslispunten
1.
In te stemmen met het betalen van de gemeentelijke bijdrage per 31 juli 2015;
2.
Een krediet van € 9,0 mln. beschikbaar te stellen voor de activering van de gemeentelijke
3.
De afschrijvingslasten over de jaren 2021-2024 ten laste te brengen van de voor dit doel in
bijdrage aan de Rijnlandroute;
te stellen bestemmingsreserve Afschrijving Rijnlandroute 2021-2024;
4.
De onder 3. genoemde bestemmingsreserve Afschrijving Rijnlandroute 2021-2024 met een
omvang van € 1,2 mln. in te stellen ten laste van de voorziening Rijnlandroute;
5.
De voorziening Rijnlandroute op te heffen en het restant van € 7,8 mln. toe te voegen aan de
concernreserve;
6.
De rentelasten met ingang van 2016 te dekken door een verhoging van de OZB-opbrengst en
dit te verwerken in de Kadernota 2016;
7.
De hierop betrekking hebbende wijziging van de programmabegroting 2015 vast te stellen.
Beoogd effect
Het vaststellen van het betaalmoment en daarmee samenhangend de financiering en dekking van
de gemeentelijke bijdrage aan de provincie Zuid-Holland voor het project Rijnlandroute.
Bij de behandeling van de begroting voor 2015 is de vraag gerezen of de hoogte van de lokale
lasten nader bezien dient te worden in het licht van de financiering van de Rijnlandroute.
Omdat alle inwoners van Voorschoten belang hebben bij een ondergrondse tunnelaanleg van de
Rijnlandroute rechtvaardigt toepassing van het profijtbeginsel een omslag van de kosten via de
lokale belastingen. Tijdens de begrotingsbehandeling is in dit kader de aanduiding ‘tunneltax’
gebruikt. Juridisch is instelling van een dergelijke belasting niet mogelijk daarom wordt
voorgesteld de rentelasten te dekken door de opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen met
ingang van 2016 met eenzelfde bedrag te verhogen. Daarnaast wordt voorgesteld de zich met
ingang van 2021 voordoende niet gedekte afschrijvingslasten in de jaren 2021 tot en met 2024
ten laste te brengen van een daarvoor in te stellen bestemmingsreserve.
Blad 2
Argumenten
1.1
Aan uitstel van betaling van de bijdrage aan de provincie Zuid-Holland zijn naar
verwachting meer kosten verbonden dan met uitzetten van de Nuon Energy-gelden gerealiseerd
kan worden.
Artikel 8, lid 3 van de Bestuursovereenkomst Rijnlandroute biedt de gemeente de mogelijkheid om
de betaling later dan 31 juli 2015 doch uiterlijk in 2022 te voldoen. Over de uitgestelde betaling
wordt de IBOI-indexering (indexering Bruto Overheidsinvesteringen) toegepast die de afgelopen
10 jaar gemiddeld 1,2% heeft bedragen en waarvoor het CPB in het Centraal Economisch Plan van
april 2014 een raming van 1,25% voor 2015 noemt.
De met uitstel te behalen beleggingsopbrengst dan wel te behalen vermindering van de
financieringslasten bedraagt daarentegen maximaal slechts 0,6%. Dit betekent dat op basis van
deze laatste marktcijfers en –verwachtingen de voorkeur vanuit financieringsoogpunt duidelijk is:
betaling per 31 juli 2015 geniet de voorkeur.
2.1
Door de gemeentelijke bijdrage te activeren valt de voor betalingsverplichting
ingestelde voorziening vrij en kunnen de middelen aan het vermogen worden toegevoegd.
In het besluit van 3 oktober 2013 over de bestuursovereenkomst is de schuldpositie aan de
provincie Zuid-Holland bekrachtigd door de vorming van een voorziening. De gemeentelijke
bijdrage aan de provincie Zuid-Holland kan in termen van het Besluit Begroting en
Verantwoording gemeenten worden gezien als een bijdrage in activa in eigendom van derden en
kan daarmee als zgn. financieel vast actief worden geactiveerd en over een gebruiksduur van 30
jaar worden afgeschreven. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeentelijke vermogenspositie
direct met € 9,0 mln. wordt verminderd door afboeking van de voorziening.
3.1, 4.1 & 5.1 In het huidige meerjarenperspectief is met ingang van 2025 dekking voorhanden
door het wegvallen van de gemeentelijke bijdrage aan het Regionaal Investeringsfonds I en II.
Volgens de Nota Activabeleid wordt over activa pas afgeschreven in het jaar volgend op
oplevering/ ingebruikname. In de bestuursovereenkomst Rijnlandroute wordt vermeld dat het doel
van de provincie is de Rijnlandroute uiterlijk 2020 open te stellen voor verkeer. Dit betekent dat
op basis van een afschrijvingstermijn van 30 jaar, in 2021 voor het eerst € 300.000 van de
boekwaarde zal worden afgeschreven. Omdat zoals hiervoor vermeld pas in 2025 dekking in de
meerjarenramingen aanwezig is, wordt voorgesteld van de met de activering vrijvallende
voorziening Rijnlandroute van € 9,0 mln. vooralsnog € 1,2 mln. af te zonderen in een
bestemmingsreserve Afschrijvingen Rijnlandroute. De afschrijvingen in de jaren 2021 tot en met
2024 kunnen daarmee gedekt worden door over deze reserve te beschikken.
Het restant van de voorziening ad € 7,8 mln. valt vrij en wij stellen voor de voorziening op te
heffen en het saldo toe te voegen aan de concernreserve.
6.1
Met het activeren van de gemeentelijke bijdrage voor de Rijnlandroute per 31 juli 2015
wordt jaarlijks rente berekend over de boekwaarde per 1 januari
Door de betaling van de bijdrage en het besluit dit te activeren, wordt per 1 januari 2016 rente
toegerekend. Aan geactiveerde activa wordt rente toegerekend omdat de uitgaven gefinancierd
zijn met hetzij vreemd vermogen dan wel eigen vermogen. Volgens de nota activabeleid rekent
Voorschoten hiervoor een vaste rekenrente toe die is vastgesteld op 3,0%. Uitgaande van deze
rekenrente wordt met ingang 2016 jaarlijks € 270.000 rentelasten aan de Rijnlandroute
Blad 3
toegerekend. Voorgesteld wordt de rentelasten te dekken door de opbrengst van de onroerendezaakbelastingen met ingang van 2016 met eenzelfde bedrag te verhogen.
Communicatie
Indien in afwijking van het voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten de
gemeentelijke bijdrage op een later tijdstip dan 31 juli 2015 te willen voldoen, dient het college
van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hierover uiterlijk 31 januari 2015 geïnformeerd te
worden
Financiën
Met het besluit om de gemeentelijke bijdrage op 31 juli 2015 te voldoen en niet later tegen de
IBOI-indexering, wordt naar verwachting jaarlijks ca. € 54.000 aan lasten voorkomen.
Aan de activering van de gemeentelijke bijdrage zijn kapitaallasten verbonden. Met ingang van
2016 wordt rente toegerekend en met ingang van het jaar volgend op de ingebruikname (van
verwacht 2020) zal worden afgeschreven. Dit betekent dat de begroting met ingang van 2016 met
€ 270.000 voor de rentelasten zal worden belast en met ingang van 2021 met aanvullend
€ 300.000 voor de afschrijvingen.
Voor de dekking van de rentelasten wordt voorgesteld de OZB-opbrengst met ingang van 2016
met € 270.000 te verhogen.
De jaarlijkse afschrijvingslasten van € 300.000 worden in de periode 2021 tot en met 2024
gedekt door deze ten laste van de bestemmingsreserve Afschrijving Rijnlandroute 2021-2024 te
brengen. Daarna worden de afschrijvingen gedekt door de beschikbare dekking van € 322.240
voor de RIF II-bijdrage van € 378.412. Op de RIF II-bijdrage is in 2023 en 2024 vooralsnog sprake
van een tekort van € 56.172 maar dat wordt gedekt in de Kadernota voor 2023. Voor de
afschrijvingslasten van € 300.000 voor 2025 en verder is de structureel beschikbare dekking van
€ 322.240 toereikend.
Met vriendelijke groet,
het college van burgemeester en wethouders,
secretaris
Blad 4
burgemeester
Besluit
Registratienummer:
4182
De raad der gemeente Voorschoten;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2014,
besluit:
1.
In te stemmen met het betalen van de gemeentelijke bijdrage per 31 juli 2015;
2.
Een krediet van € 9,0 mln. beschikbaar te stellen voor de activering van de gemeentelijke
bijdrage aan de Rijnlandroute;
3.
De afschrijvingslasten over de jaren 2021-2024 ten laste te brengen van de voor dit doel in
te stellen bestemmingsreserve Afschrijving Rijnlandroute 2021-2024;
4.
De onder 3. genoemde bestemmingsreserve Afschrijving Rijnlandroute 2021-2024 met een
omvang van € 1,2 mln. in te stellen ten laste van de voorziening Rijnlandroute;
5.
De voorziening Rijnlandroute op te heffen en het restant van € 7,8 mln. toe te voegen aan
de concernreserve;
6.
De rentelasten met ingang van 2016 te dekken door een verhoging van de OZB-opbrengst
en dit te verwerken in de Kadernota 2016;
7.
De hierop betrekking hebbende wijziging van de programmabegroting 2015 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Voorschoten,
gehouden op 11 december 2014.
de griffier,
Blad 5
de voorzitter,