Uitgebreide beschrijving - Kennissite MKB en Ondernemerschap

M ar kt s tr uc tuu r 20 1 3
Structuur van het Nederlandse MKB
Zoetermeer, april 2014
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap
(www.ondernemerschap.nl)
Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
w ww.panteia.nl
HU
UH
+31 79 322 22 00
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers
en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan
mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke
vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke
toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM. Quoting numbers or
text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No
part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or
stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM.
Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
1
Structuurbeeld MKB
In deze rapportage wordt een beknopt beeld geschetst van de structuur van het
MKB in de marktsector 1 in 2013. Daarbij wordt onder andere de structuur van
F
F
het MKB afgezet tegen die van het grootbedrijf. Als eerste volgt een algemene
beschrijving van de structuur van het MKB. Daarna komen achtereenvolgens d e
volgende onderwerpen aan bod: het aantal ondernemingen, de afzetmarkten en
de bruto toegevoegde waarde van het MKB, werkgelegenheid, arbeidsproductiv iteit en inkomensvorming in het MKB en de investeringen in het MKB. Genoemde
onderwerpen komen verderop in dit rapport uitgebreider aan de orde, waarbij de
recente ontwikkelingen centraal staan.
1.1
Algemeen beeld van het MKB
Tot het midden- en kleinbedrijf (MKB) behoren alle actieve ondernemingen uit
het bedrijfsleven met minder dan 250 werknemers. De volgende s ectoren maken
deel uit van het bedrijfsleven:
 industrie
 bouwsector
 groothandel
 detailhandel
 autosector
 horeca
 transport
 informatie- en communicatiesector
 financiële diensten
 zakelijke diensten
 persoonlijke dienstverlening
 overige marktsectoren 2
F
In Nederland zijn ongeveer 1.200.000 ondernemingen actief in de marktsector 3 .
F
F
Het merendeel van deze ondernemingen is actief binnen het MKB (zie tabel 1.1).
Ruim 99% van alle ondernemingen in het bedrijfsleven behoort tot het MKB, b edrijven met minder dan 250 werknemers. Circa 2.000 bedrijven worden tot het
grootbedrijf gerekend. Het MKB heeft een belangrijk aandeel in de totale afzet,
bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid. In 2013 was het MKB goed voor
ruim 54% van de totale afzet van het bedrijfsleven en voor 60% van de totale
bruto toegevoegde waarde. In het MKB zijn ongeveer 4,1 miljoen personen wer kzaam. Dit is 70% van de totale werkgelegenheid in het bedrijfsleven. De a rbeidsproductiviteit van het MKB ligt met 64.000 euro lager dan de arbeidspr oductiviteit voor het totale bedrijfsleven. De winst van het MKB is (na corre ctie
van de beloning van de zelfstandigen) aanmerkelijk lager dan de winst van b e-
1
De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector.
2
Tot de overige sectoren worden gerekend landbouw en visserij en nutsbedrijven.
3
De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector.
5
drijven uit het grootbedrijf. Het MKB is goed voor ongeveer 53% van de totale
investeringen door het bedrijfsleven.
Tabel 1.1
Kerngegevens van het MKB in vergelijking met de totale marktsector* in 201 3
MKB
grootbedrijf
totaal
1.193
2
1.195
afzet (in mld. €)
504
420
924
w.v. buitenland
130
175
305
binnenland
374
245
619
217
141
358
arbeidsvolume (x 1.000)
3.378
1.370
4.747
aantal werkenden (x 1.000)
4.122
1.808
5.930
895
0
895
arbeidsproductiviteit (in 1.000 €)
64
103
75
winst na correctie beloning zelfstandigen (mld. €)
21
38
59
investeringen (mld. €)
27
24
51
ondernemingen per 31-12-2013 (x 1.000)
bruto toegevoegde waarde (fk) (mld. €)
w.v. zelfstandigen
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
1.2
Ondernemingen
In Nederland waren op 1 januari 2014 ongeveer 1.200.000 ondernemingen actief
in het MKB. Tabel 1.2 laat zien dat ruim 99% van deze bedrijven deel uitmaakt
van het kleinbedrijf. Dit zijn bedrijven met minder dan 50 werknemers. Het m erendeel van deze bedrijven heeft minder dan 10 werknemers. Het grootbedrijf
(250 werknemers en meer) bestaat uit ongeveer 2.000 bedrijven.
6
Tabel 1.2
Aantal actieve ondernemingen in de marktsector* per 1-1-2014 naar grootteklasse (x 1.000)
aantal
MKB
1.193
- kleinbedrijf (<50)
1.184
waarvan <10
1.133
- middenbedrijf (50-249)
10
grootbedrijf (≥250)
2
totale marktsector
1.195
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
Veruit de grootste groep ondernemingen uit het MKB is actief in de zakelijke
diensten (zie tabel 1.3). Een kwart van de actieve ondernemingen in het bedrijfsleven behoort tot deze sector. Deze sector herbergt een breed scala aan
bedrijven, zoals de administratiekantoren, ingenieurs- en architectenbureaus en
schoonmaakbedrijven. Ook in de bouw, de detailhandel en de persoonlijke
dienstverlening zijn relatief veel ondernemingen actief. Samen zijn deze vier sectoren goed voor 63% van het aantal actieve ondernemingen in het bedrijfsleven.
Tabel 1.3
Aantal actieve ondernemingen in de marktsector* per 1-1-2014 naar sector en
grootteklasse (x 1.000)
sectoren
MKB
industrie
grootbedrijf
totaal
53,0
0,4
53,5
144,9
0,1
145,0
groothandel
75,5
0,1
75,6
detailhandel
99,4
0,1
99,5
autosector
28,8
0,0
28,8
horeca
46,3
0,2
46,5
transport
31,4
0,0
31,5
informatie en communicatie
64,3
0,1
64,4
financiële diensten
74,4
0,1
74,5
zakelijke diensten
311,8
0,4
312,2
persoonlijke dienstverlening
200,7
0,1
200,7
63,1
0,1
63,1
bouw
overige marktsectoren
totale marktsector
1.193,5
1,8
1.195,3
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
7
1.3
A fzet
0B
In totaal is het MKB goed voor 55% van de totale afzet (tabel 1.4). Binnen het
MKB heeft het kleinbedrijf meer afzet dan het middenbedrijf. Gezien het feit dat
ruim 99% van alle bedrijven in het MKB behoort tot het kleinbedrijf (zie 'Onde rnemingen') betekent dit dat bedrijven uit het middenbedrijf gemiddeld (veel)
meer afzet genereren dan bedrijven uit het kleinbedrijf. Dezelfde argumentatie
gaat op voor het grootbedrijf. Minder dan 1% van alle bedrijven is grootbedrijf
en toch heeft deze laatste categorie 45% van alle afzet in handen.
Tabel 1.4
Afzet in 2013 naar grootteklasse
x mld. euro
MKB
- kleinbedrijf (<50)
waarvan <10
- middenbedrijf (50-249)
in procenten
504
55
310
34
159
17
194
21
grootbedrijf (≥250)
420
45
totale marktsector*
924
100
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
8
Tabel 1.5 toont dat de afzet binnen de sectoren van het MKB ongelijk verdeeld
is. De industrie behaalt de meeste afzet, daarop volgt de zakelijke dienstensector. De afzet van de detailhandel, de autosector en de horeca is relatief g ering.
Tabel 1.5
Afzet in 2013 naar sector en grootteklasse, in mld. euro
sectoren
MKB
grootbedrijf
totaal
industrie
122,6
184,6
307,2
bouw
52,5
18,5
71,0
groothandel
57,9
26,8
84,7
detailhandel
15,4
11,3
26,7
autosector
12,6
2,2
14,8
horeca
14,4
4,2
18,6
transport
27,0
28,9
55,9
informatie en communicatie
32,7
16,6
49,3
financiële diensten
36,2
46,1
82,3
zakelijke diensten
78,5
31,5
109,9
persoonlijke dienstverlening
17,9
4,4
22,3
overige marktsectoren
36,1
44,9
81,0
503,7
419,9
923,6
totale marktsector*
overige sectoren
278,6
totale Nederlandse economie
1.202,2
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffenwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
De afzetstructuur van het MKB wijkt duidelijk af van de afzetstructuur van het
grootbedrijf. Figuur 1.1 maakt dit duidelijk. Het MKB is sterk gericht op de binnenlandse markt. Het grootbedrijf realiseert een groot deel van de afzet op bu itenlandse markten 1 . Ruim 40% van de totale afzet komt bij het grootbedrijf voor
F
F
rekening van leveringen aan het buitenland. Bij het MKB is dit een kwart.
1
De export vindt plaats door de onderneming zelf of via intermediairs. Zo wordt een groot deel
van de MKB-afzet verzorgd door de groothandel.
9
Figuur 1.1 Verdeling van de afzet naar binnenlandse afzet en buitenlandse afzet en naar
grootteklasse* in 2013 (in procenten)
42
grootbedrijf
58
26
MKB
0
74
25
50
export
75
100
binnenland
*
Het MKB bestaat uit bedrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met
250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
Binnen het MKB verschilt het belang van de binnenlandse en de buitenlandse a fzet sterk per sector. In de industrie, de groothandel en de transportsector komt
een belangrijk deel van de MKB-afzet tot stand uit exportactiviteiten.
De bouw, de detailhandel, de horeca en de persoonlijke dienstverlening zijn
(vrijwel) geheel op de binnenlandse markt georiënteerd.
1.4
B ruto toegevoegde waarde
1B
De som van de bruto toegevoegde waarde van het bedrijfsleven en de ove rheid
tezamen wordt ook wel aangeduid als het Nationaal Inkomen in Nederland. In
2013 bedroeg het Nationaal Inkomen ongeveer 540 miljard euro. De bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten is in de totale marktsector in 2013 ongeveer 360 miljard euro. Hiervan komt ongeveer 60% voor rekening voor het MKB.
Het kleinbedrijf heeft een bruto toegevoegde waarde van 144 miljard euro en het
middenbedrijf heeft een bruto toegevoegde waarde van 73 miljard euro.
10
Tabel 1.6
Bruto toegevoegde waarde (factorkosten) in 2013 naar grootteklasse
x mld. euro
MKB
- kleinbedrijf (<50)
waarvan <10
- middenbedrijf (50-249)
in procenten
217
61
144
40
78
22
73
20
grootbedrijf (≥250)
141
39
totale marktsector*
358
100
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit bedrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
11
Tabel 1.7 geeft weer dat de bruto toegevoegde waarde per sector onderling verschilt. De zakelijke diensten nemen binnen het MKB ongeveer een vijfde van de
bruto toegevoegde waarde voor hun rekening. Ook de industrie, de bouw en de
groothandel hebben relatief veel bruto toegevoegde waarde. De detailha ndel, de
autosector en de horeca zijn de drie sectoren in het MKB met de minste toegevoegde waarde.
Tabel 1.7
Bruto toegevoegde waarde (factorkosten) in 2013 naar sector en grootteklasse,
in mld. euro
sectoren
MKB
grootbedrijf
totaal
industrie
31,4
36,0
67,4
bouw
19,1
6,5
25,7
groothandel
35,6
9,5
45,2
detailhandel
7,6
6,4
14,0
autosector
5,3
1,0
6,3
horeca
7,1
2,2
9,2
transport
11,9
11,8
23,7
informatie en communicatie
14,9
9,3
24,2
financiële diensten
20,5
25,5
46,0
zakelijke diensten
41,4
18,0
59,4
persoonlijke dienstverlening
10,4
0,9
11,4
overige marktsectoren
11,7
13,7
25,4
216,9
140,9
357,8
totale marktsector*
overige sectoren
179,9
totale Nederlandse economie
537,7
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
12
1.5
W erkgelegenheid
2B
Het aantal werkenden in de totale marktsector in Nederland kwam in 2013 uit op
ongeveer 6 miljoen. Hiervan komt 70% voor rekening van het MKB. Het kleinb edrijf is goed voor ruim 50% en het middenbedrijf voor 17% van de werkgelege nheid.
Tabel 1.8
Aantal werkenden (personen)in 2013 naar grootteklasse
x 1.000
MKB
- kleinbedrijf (<50)
waarvan <10
- middenbedrijf (50-249)
in procenten
4.122
70
3.111
52
1.922
32
1.011
17
grootbedrijf (≥250)
1.808
30
totale marktsector*
5.930
100
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
Binnen het MKB neemt de sector zakelijke diensten met 944.000 werkzame personen de meeste werkgelegenheid voor zijn rekening (tabel 1.9). Ook de industrie, de detailhandel en de groothandel zijn met respectievelijk 496.000,
438.000 en 427.000 werkenden belangrijk voor de werkgelegenheid in het MKB.
In de autosector, de horeca, de persoonlijke dienstverlening (onder meer ka ppers, schoonheidsspecialisten e.d.), de bouw en de groothandel is het aandeel
van MKB-bedrijven in de werkgelegenheid relatief hoog. Deze sectoren zijn over
het algemeen kleinschalig.
13
Tabel 1.9
Aantal werkenden (x 1.000) naar sector en grootteklasse in 2013
sectoren
MKB
grootbedrijf
totaal
industrie
496
329
826
bouw
368
81
448
groothandel
427
91
518
detailhandel
438
337
775
autosector
121
19
140
horeca
288
43
330
transport
217
181
399
informatie en communicatie
199
62
261
financiële diensten
117
132
249
zakelijke diensten
944
419
1.363
persoonlijke dienstverlening
298
46
344
overige marktsectoren
208
68
277
4.122
1.808
5.930
totale marktsector*
overige sectoren
2.379
totale Nederlandse economie
8.309
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
Een vijfde van de werkzame personen in het MKB is zelfstandig ondernemer. Het
aandeel van zelfstandigen in de werkgelegenheid in het MKB verschilt per sector
(figuur 1.2). Vooral in de persoonlijke dienstverlening en de bouw zijn veel zelfstandigen werkzaam. De zelfstandigen in de persoonlijke dienstve rlening nemen
40% van de werkgelegenheid in deze sector voor hun rekening. Zij zijn veelal
werkzaam als zelfstandig werkende kappers, schoonheidsspecialisten, voetve rzorgers e.d. De werkgelegenheid in de bouw wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van veel zelfstandigen zonder personeel. De zelfstandigen in deze sect oren hebben een aandeel van ruim een kwart in de werkgelegenheid. In de ind ustrie, de groothandel en de financiële diensten zijn, met een aandeel van rond de
10%, naar verhouding weinig zelfstandigen te vinden.
14
Figuur 1.2 Aandeel zelfstandigen in het MKB naar sectoren in 2013 (in procenten van het
aantal werkenden)
industrie
10
bouw
35
groothandel
12
detailhandel
23
autosector
18
horeca
18
transport
15
communicatie
17
financiële diensten
6
zakelijke diensten
20
persoonlijke dienstverlening
40
overige marktsectoren
55
totale marktsector*
22
0
10
20
30
40
50
60
70
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven , zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffenwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
1.6
A rbeidsproductiviteit
3B
De arbeidsproductiviteit 1 bedraagt in het MKB ongeveer 64.000 euro. De arF
F
beidsproductiviteit is afhankelijk van schaalgrootte en van de sector. Zo ligt de
arbeidsproductiviteit bij kleinere bedrijven doorgaans lager. Maar ook in sectoren
zoals de detailhandel en de horeca ligt de arbeidsproductiviteit lager.
Het kleinbedrijf heeft een gemiddelde arbeidsproductiviteit van 57.000 euro en
loopt daarmee flink achter op het middenbedrijf, waar de arbeidsproductiv iteit
85.000 euro bedraagt. In het grootbedrijf is de gemiddelde arbeidsproductiv iteit
met 103.000 euro aanzienlijk hoger.
1
De arbeidsproductiviteit wordt gemeten als bruto toegevoegde waarde tegen facto rkosten per
arbeidsjaar.
15
Tabel 1.10 Arbeidsproductiviteit in 2013 naar grootteklasse
x 1.000 euro
MKB
64
- kleinbedrijf (<50)
57
waarvan <10
52
- middenbedrijf (50-249)
85
grootbedrijf (≥250)
103
totale marktsector*
75
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB be staat uit bedrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
Het MKB scoort in de sectoren financiële diensten en de groothandel de hoogste
arbeidsproductiviteit (zie figuur 1.3). De horeca, de persoonlijke dienstverlening
en de detailhandel blijven hierbij ver achter. Overigens wordt de gemiddelde a rbeidsproductiviteit in de detailhandel gedrukt door de aanwezigheid van detailli sten die actief zijn uit overwegingen van hobby of liefdadigheid (zoals o.a. de Wereldwinkels). Deze ondernemers zijn niet of nauwelijks afhankelijk van het ink omen dat in hun bedrijf gevormd wordt. Wel verlagen zij de gemiddelde arbeid sproductiviteit.
Figuur 1.3 Arbeidsproductiviteit in het MKB naar sectoren in 2013 (in euro's)
industrie
70.250
bouw
56.500
groothandel
96.250
detailhandel
25.250
autosector
52.000
horeca
41.000
transport
62.750
communicatie
82.500
financiële diensten
190.000
zakelijke diensten
53.250
persoonlijke dienstverlening
47.250
overige marktsectoren
68.750
totale marktsector*
64.250
0
20.000
40.000
60.000
80.000 100.000 120.000 140.000 160.000 180.000 200.000 220.000
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
16
1.7
W instgevendheid
4B
Er zijn verschillende methoden om een oordeel te geven over wat er in het MKB
verdiend wordt in vergelijking met het grootbedrijf. De meest voor de hand liggende variabele om de inkomensvorming te meten is de winst. De winst wordt
opgemaakt uit de kostenstructuur van ondernemingen uit het MKB.
K os t ens tr uc tuu r va n h et M KB en h et g ro ot be d ri j f
6B
Tabel 1.11 geeft een overzicht van de kostenstructuur in het MKB en het grootbedrijf. Door verschillen in de kostenstructuur kan de ontwikkeling van de kosten
per eenheid product tussen het MKB en het grootbedrijf uiteenlopen. De tabel
laat zien dat het aandeel van de winst voor belasting in het MKB, met 12%, iets
hoger is dan in het grootbedrijf (9%). In de winst van het MKB is echter de beloning voor de arbeid van zelfstandigen en voor meewerkende gezinsleden inb egrepen, want een vergoeding voor deze geleverde arbeid is immers niet opg enomen in de loonkosten. Panteia/EIM heeft daarom een gewaardeerd loon voor
zelfstandigen berekend. Als de winst hiervoor wordt gecorrigeerd, blijkt dat de
winst in het midden- en kleinbedrijf slechts 4% bedraagt van de brutoproductie
en daarmee lager is dan de winst in het grootbedrijf (9%). De winst bij de bedrijven met minder 10 werkzame personen, met naar verhouding veel zelfstand igen, is met een negatief resultaat van 1% vanzelfsprekend nog ongunstiger.
Tabel 1.11 Kostenstructuur in procenten van de brutoproductie in 2013 naar grootteklasse
brutoproductie
winst voor
winst, gecorrigeerd voor
bedrijfskosten
belasting
loon zelfstandigen
MKB
100
88
12
4
- kleinbedrijf (<50)
100
85
15
2
100
79
21
-1
- middenbedrijf (50-249)
100
93
7
7
grootbedrijf (≥250)
100
91
9
9
totale marktsector*
100
89
11
6
waarvan <10
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
W i ns t v oo r b e la s t in g: pe r s ec to r
7B
De winst voor belasting van het MKB is 12% van de brutoproductie (zie figuur
1.4). Bij zelfstandigen maakt evenwel de beloning voor hun arbeid deel uit van
de winst. Na correctie voor het toegerekende loon voor zelfstandigen blijft er een
percentage van 4% over. Het winstniveau per MKB-sector verschilt sterk. De
hoogste winstpercentages (voor belasting) worden bereikt in de groothandel (zie
figuur 1.4). Na correctie voor beloning zelfstandigen is het winstpercentage
eveneens het hoogst in de groothandel. Het laagste winstpercentage (na corre ctie voor beloning zelfstandigen) wordt gerealiseerd in de detailhandel, de communicatiesector, de financiële diensten, de zakelijke en de persoonlijke dienstverlening. Na correctie beloning zelfstandigen is het winstpercentage in deze
17
sectoren zelfs negatief. Het ongunstige winstpercentage in de detailhandel is een
gevolg van de zeer scherpe prijsconcurrentie in de detailhandel sinds 2003, ve rsterkt door de sterk gedaalde vraag als gevolg van de kredietcr isis.
Figuur 1.4 Winst voor belasting in het MKB, voor en na correctie beloning zelfstan digen
naar sectoren in 2013 (in procenten van de brutoproductie)
industrie
3
bouw
5
13
1
groothandel
22
detailhandel
7
-10
autosector
7
0
horeca
16
7
transport
6
3
communicatie
-1
financiële diensten
-1
zakelijke diensten
-1
persoonlijke dienstverlening
-1
overige marktsectoren
12
12
23
23
6
-5
totale marktsector*
12
4
-20
-10
26
0
10
20
voor correctie
30
40
50
60
na correctie
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
1.8
I nvesteringen
5B
Het MKB investeerde in 2013 27 miljard euro. Dit is meer dan het grootbedrijf
investeerde (24 miljard euro). Het kleinbedrijf neemt 34% van alle investeringsbedragen voor zijn rekening.
Tabel 1.4
Investeringen in 2013 naar grootteklasse
x mld. euro
MKB
- kleinbedrijf (<50)
waarvan <10
- middenbedrijf (50-249)
in procenten
27
53
17
34
10
20
10
19
grootbedrijf (≥250)
24
47
totale marktsector*
51
100
* De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven, zonder overheid, maar ook zonder de delfstoffe nwinning, verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. Het MKB bestaat uit b edrijven tot 250 werkenden. Het grootbedrijf bestaat uit bedrijven met 250 werkenden of meer.
Bron: Prognose kerngegevens MKB, april 2014.
18