© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 08 februari 2014 DEMENTIEZORG Weet wie je in huis haalt Eén op de vijf mensen wordt vroeg of laat dement. Wat er dan op je afkomt, ook voor partners en kinderen, weet José Grouls als geen ander. Ze is zorgtrajectbegeleider dementie bij Meander en biedt mensen die het treft uiteenlopende ondersteuning. door Serge Sekhuis N ormaal huilt Andrea van Heugten nooit, vertelt ze. Maar vandaag wel. Het is negen uur als het busje van Sevagram komt voorrijden. Om, zoals elke dinsdag, haar moeder Anne-Marie (91) naar de dagbesteding te rijden. Maar anders dan anders komt ze aan het einde van de dag niet terug naar huis. Ze verhuist vandaag naar de Buitenhof, een psycho-geriatrisch verpleeghuis. Moeder zelf weet dat nog niet. En juist dat maakt het zo moeilijk. Het voelt als verraad. „Maar het ging gewoon niet meer”, zegt Andrea. Een half jaar zorgde de Heerlense voor haar demente moeder. Als vanzelfsprekend, maar het viel haar zwaarder dan ze had gedacht. „Je krijgt er als het ware een kind bij. Ze eist alle aandacht op. Omdat je bang bent dat ze gekke dingen doet, wil je haar geen moment alleen laten. Ze stond vaak midden in de nacht op, dwaalde door het huis. Gestommel. Dan schrik je wakker. Overdag wassen, samen eten en rondjes rijden in de buurt. Met de auto of in de rolstoel. Eindeloos, daar werd ze rustig van. Net zoals van het kijken naar een optreden van André Rieu. Uren voor de tv: ‘kom eens kijken hoe mooi’, riep ze dan.” Kinderen die, uit liefde of noodzaak, zelf de zorg voor hun dementerende ouder op zich nemen, hem José Grouls (links), zorgtrajectbegeleider bij Meander, zit aan tafel bij Anne-Marie HouwmanGaluschka en haar dochter Andrea van Heugten: „Je krijgt er als het ware een kind bij, ze eist alle aandacht op”. foto Luc Lodder of haar in huis halen. „Ze realiseren zich lang niet altijd wat het eigenlijk betekent”, zo weet José Grouls, zorgtrajectbegeleider dementie bij Meander. Grouls helpt hen op weg. Geeft advies, legt uit wat ziektes als alzheimer betekenen, hoe het mensen kan veranderen en hoe je daar het best mee kunt omgaan. „Testen is pesten en vragen is plagen”, rijmt José. „Vraag iemand die dementerend is niet wat hij of zij gisteren precies heeft gedaan. Dat is pijnlijk, omdat ze het gewoon écht niet meer weten. Het geheugen hapert. Kortetermijnherinneringen worden niet meer opgeslagen. Zie het als een boekenkast waar vooral de laatste boeken uit wegvallen, de oudere blijven staan. Daarom praten dementerenden ook steeds vaker over vroeger. Stel je vragen opener: heb je lekker gegeten, of heb je een leuke dag gehad? Als je weet wat je wel of beter niet zou moeten doen, zijn er minder irritaties en voorkom je dat je elkaar ongelukkig maakt. Stel je doelen bij.” Bij Anne-Marie is de diagnose dementie pas later gesteld, nadat een radeloze Andrea uiteindelijk toch om hulp en antwoorden ging vragen bij de huisarts. Die bracht haar in contact met José. „Ik ga vaak bij de mensen thuis op bezoek. Het is horen, zien, voelen en proeven. Ik luister naar hun verhaal, beoordeel de ernst van de situatie. Waar is behoefte aan? Dat kan bijvoorbeeld dagbesteding zijn, zodat de mantelzorger wat meer tijd voor zichzelf heeft. Belangrijk: ben zuinig op jezelf. Als zorgtajectbegeleider ben je observator, coordinator, regisseur, bemiddelaar, luisterend oor en vertrouwenspersoon.” „Mooi, mooi”, wijst moeder Anne Marie naar naar de camera van onze fotograaf. Ze nipt van haar koffie, giet er voor de derde keer melk in. We vragen of ze behalve Andrea nog meer kinderen heeft? Ze weet het niet en kan niet op hun namen komen. „Frans”, souffleert Andrea. Ja, Frans. Hoe kon ze hem toch vergeten. Jaren woonde ze bij hem in. Tot ze medio vorig jaar naar Heerlen kwam. Een nieuwe omgeving. Weer aan alles wennen. Een huishouden met twee kleine kinderen ook. Dat gaf spanningen. „Ik kon mijn dochter Pauline wel uitleggen dat oma niet alles meer kan, maar waarom kan ze haar dan kennelijk wel uitschelden? Honderd keer per dag keek mamma uit het raam, om te zien of Frans’ auto eraan kwam, die haar naar ‘huis’ zou brengen. Ik wist dat het niet goed ging, maar ze is er de laatste maanden niet beter op geworden”, zegt Andrea. Doel van haar werk is dat mensen zo lang mogelijk op een veilige manier thuis kunnen blijven wonen, vertelt José. Dat brengt het gesprek op de kabinetsplannen. Ouderen die voortaan vaker een beroep moeten doen op buren en familie. Zowel José als Andrea hebben er weinig lovende woorden voor over. „Die decentralisatie, dat hele participatie-idee, is niets meer dan een forse bezuiniging, dat begrijpt toch iedereen? Ik zie mezelf niet naar de buurman lopen om te vragen of hij onze boodschappen wil doen, laat staan of hij mijn moeder onder de douche wil zetten. Ik ken hem niet eens”, zegt Andrea. „Daar komt bij, wat het kabinet wil, gebeurt toch allang”, vult José aan. „Kinderen zorgen al voor hun ouders, zo goed als ze kunnen. En ouderen zelf stellen hun zorgvraag zo lang mogelijk uit. Uit trots en loyaliteit. Ik ben bang dat die plannen leiden tot nog veel meer eenzaamheid.” Andrea slaat een arm om haar moeder heen. Vertederd. Ze heugt zich die keer dat oma van haar dochter een flesje badschuim had gekregen. Ze had een glas ingeschonken, het was zo’n mooie kleur en rook naar aardbeien. Of toen ze per ongeluk de nachtsloten op de deur deed en ik er niet meer in kon.” Het is haar allemaal vergeven. Zeker nu ze gaat verhuizen. Andrea gaat vanavond voor het eerst op bezoek in het verpleeghuis, dat ze zelf met zorg uitkoos. Ze ziet er tegenop, al weet ze dat dit het beste is. Voor allebei.
© Copyright 2024 ExpyDoc