Diabetes in de

Diabetes
in de
familie
Diabetes heeft ook invloed
op de mensen in je directe
omgeving. Een zus en een zoon
vertellen.
Tekst Rianne Marijs, Antoinette
van ELk Fotografie Dirk Jansen, Eveline van Elk
Voluit leven met diabetes diabc
13
Zijn moeder vraagt aan Ronald Henry
geregeld advies. ‘Ik kan niet op de stoel van
haar dokter gaan zitten.’
‘De dubbelrol als
zoon en dokter is
soms lastig’
“S
Wie Ronald Henry (43)
Beroep onderzoekt als
internist-onderzoeker bij
MaastrichtUMC+ waarom de
ene persoon wel diabetes
ontwikkelt en de ander niet
Zoon van Norma Tonch
(diabetes type 2)
Markant ‘Ik leer veel van mijn
moeder’
2014 mei
oms vraag ik me af of mijn
moeder niet beter af is met
insulinetherapie. Maar ze wil er
niet aan en ik kan niet op de stoel
van haar dokter gaan zitten. In de
behandeling van een patiënt moet
één kapitein op het schip staan
en ik wil haar vertrouwen in haar
eigen arts niet ondermijnen. Hij
heeft als professional vast ook een
goed plan. Bovendien moet je niet
met je eigen moeder gaan dokteren.
Dat komt veel te dichtbij. Voor een
goede arts-patient relatie is ook
enige emotionele afstand noodzakelijk. Maar het is een spanningsveld.”
“Die dubbelrol van zoon en dokter
is soms lastig. Ik weet natuurlijk
veel van diabetes, heb altijd wel
ergens een mening over. En omdat
ik haar goed ken, heb ik een informatievoordeel ten opzichte van
haar arts. Daarom help ik haar
vragen te formuleren als ze naar
hem toegaat en controleer ik altijd
haar uitslagen, ook omdat zij dat
prettig vindt.”
“Het is natuurlijk onvermijdelijk
dat ze mij om advies vraagt. Alleen
al vanwege het feit dat ze mij váker
spreekt. Maar ik kan er evengoed
naast zitten in mijn adviezen. Zo
klaagde ze enkele weken geleden
over vage klachten van cholesterolverlagers. Volgens haar arts
moest ze het nog even aankijken
en ook ik dacht: mam, zeur niet
zo, neem die tabletten. Maar daar
bleek ze uiteindelijk toch niet goed
tegen te kunnen. Of ik me dan
schuldig voel? Nee. Ik zou mijn
eigen patiënten met een te hoog
cholesterol hetzelfde hebben geadviseerd en het even aanzien.”
“Voor mijn moeder moet zo’n
beetje het einde nabij zijn als je
aan de insuline gaat. Haar tante
had ook diabetes en zij ging pas
insuline spuiten toen haar benen
geamputeerd moesten worden.
Dan kan ik praten tot ik een ons
weeg, ze doet wat ze zelf wil. Wat
dat betreft leer ik veel van mijn
moeder: je kunt als arts wel van
alles voorschrijven, maar als
patiënten ergens andere ideeën
over hebben, trekken ze toch hun
eigen plan. Toen mijn opa was
mei 2014
Ronald Henry (43)
14 Voluit leven met diabetes diabc
Wie Norma Tonch (74)
Diabetes 20 jaar diabetes type 2
Moeder van Ronald Henry
(internist-onderzoeker)
Markant ‘Ik wil niet alleen maar
over ziekte praten’
De Maastricht Studie is een onderzoek onder de
Zuid-Limburgse bevolking naar het voorkomen,
de oorzaken en de behandeling van type
2 diabetes, hart- en vaatziekten en andere
chronische aandoeningen. Deelnemers aan
De Maastricht Studie worden aan het begin van
de studie en over 5 jaar uitgebreid medisch
onderzocht. Centraal staat de vraag waarom de
ene persoon wel type 2 diabetes ontwikkelt en
de andere niet?
Bent u tussen de 40 en 75 jaar oud en woont
u in de gemeente Maastricht, Meerssen,
Valkenburg of Eijsden-Margraten? Dan komt
u mogelijk in aanmerking voor deelname
aan het onderzoek! Kijk voor meer info op
demaastrichtstudie.nl. Zie ook dvn.nl/diabc
voor een eerder verschenen artikel over dit
onderzoek.
2014 mei
overleden, vonden we een kast
vol pillen die hij nooit geslikt had.
En laatst ontdekte ik dat een patiënt zijn cholesterolverlagers niet
nam, omdat ik had gezegd dat hij
ze ’s avonds rond tien uur moest
innemen. Bleek dat hij dan op z’n
werk zit en het een gedoe vond om
die pillen mee te nemen. Mensen
zeggen dat niet uit zichzelf. Ze
knikken braaf ja als ik vraag of ze
het begrepen hebben. Daarom probeer ik nu beter door te vragen en
sámen met mensen te bespreken
wat voor hun werkbaar is. Door
mijn moeder ben ik een betere arts
geworden.”
Norma Tonch vindt het een veilig idee dat haar
zoon veel over diabetes weet. ‘Mijn uitslagen laat
ik altijd door Ronald controleren.’
‘Ik kan Ronald
gewoon even
bellen’
Norma Tonch (74)
“A
ls ik me niet goed voel of
ergens twijfels over heb,
bespreek ik dat makkelijker met
Ronald dan met mijn eigen arts.
Ik ben toch bang dat mijn huisarts
denkt: daar heb je die zeurkous
weer. Als je wat ouder wordt, denken mensen dat al snel. Hij stelt
ook altijd dezelfde vragen: eet u
wel goed? Wandelt u wel genoeg?
Man, ik ben toch niet achterlijk.
Ronald vraagt dat soort dingen
niet, hij weet wat ik allemaal doe.
En met hem hoef ik niet eerst een
afspraak te maken, ik kan gewoon
even bellen als ik iets wil weten.
Zo las ik laatst iets over een nieuw
medicijn, dan ben ik benieuwd of
dat iets voor mij kan zijn. Die korte
lijn is dan wel zo prettig. Maar ik
heb het bewust niet altijd over diabetes als ik hem spreek. Ik wil niet
zo’n moeder zijn die alleen maar
over haar ziekte kan praten.”
Mijn uitslagen laat ik altijd door
Ronald controleren. Dat vind ik een
veilig idee. Vaak zegt hij: mama,
dat moet echt lager! Dan ben ik
een tijdje weer wat strenger voor
mezelf. Als ik afval, worden mijn
waardes vaak vanzelf beter. Maar
dat eeuwige opletten is niks voor
mij. Ik heb het jarenlang volgehouden hoor, maar ik ging er zo
krampachtig mee om. Na zoveel
jaar ontstaat er een soort dieetmoeheid. En ik doe genoeg. Ik heb
misschien een klein beetje overgewicht, maar ik snoep amper en ben
beslist geen couchpotato (bankhanger). Ronald weet dat en zal
daar nooit over zeuren. Hij is niet
het betuttelende type. Mijn dochter
kan wel overbezorgd zijn, zij kan
bijvoorbeeld vragen of ik niet wat
moet eten als we later avondeten.
Maar dat is haar karakter. Ronald
is rationeler.”
“Een paar weken geleden zei mijn
diabetesverpleegkundige dat ik
nog een extra tablet moest slikken.
Maar dat wilde ik niet, want ik slik
al zoveel. Op dat soort momenten
bel ik Ronald, hij is mijn second
opinion. Volgens Ronald hebben
ook veel mensen met diabetes type
2 goede ervaringen met insuline,
maar daar moet ik niet aan denken.”
mei 2014
Over de Maastricht Studie