Bekijk de externe kwaliteitsindicatoren DMTR

 Dutch Melanoma Treatment Registry (DMTR) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting van deze kwaliteitsindicator werd overeengekomen tijdens het overleg tussen afgevaardigden van de zorgverzekeraars, DMTR, NVMO en DICA op 4 oktober 2013 in de Domus Medica in Utrecht. Indicator DMTR Uitvraag per Over periode Inclusiecriteria DMTR Exclusiecriteria DMTR 1 1 april 2014 Patiënten die na 1 juli 2012 gestart zijn met een behandeling met ipilimumab/B-­‐RAF remmers Alle patiënten met een stadium IV of irresectabel stadium IIIc melanoom (inclusief uveaal melanoom) behandeld met ipilimumab/B-­‐RAF remmers Niet cytologisch of histologisch bewezen melanoom Aanmelding bij de DMTR Ziekenhuis is aangemeld bij de DMTR en registreerde vóór 1 april 2014 minstens één patiënt behandeld voor melanoom stadium IIIc/IV in 2012 (na 1 juli) of 2013 SONCOS indicatoren Uitvraag per 1 april 2014 Peildatum 1 januari 2014 1 Vinden er in uw ziekenhuis behandelingen plaats van patiënten met een melanoom van de huid? Antwoord: Ja/Nee 2014-­‐01-­‐27 2 3 4 5 6 Zo ‘Ja’, worden er in uw ziekenhuis ook systemische behandelingen gegeven bij patiënten met gevorderd melanoom (stadium IIIc/IV) anders dan chemotherapie (bijvoorbeeld immunotherapie, targeted therapies)? Antwoord: Ja/Nee Binnen hoeveel werkdagen kunnen patiënten met een verdenking op melanoom gezien worden op de afdeling dermatologie van uw ziekenhuis? Antwoord: binnen <aantal> werkdagen a. Is er in uw ziekenhuis een afdeling pathologie met specifieke expertise op het gebied van melanoom? Antwoord: Ja/Nee b. Zo ‘Nee’, naar welk pathologisch laboratorium wordt weefsel van patiënten met mogelijke diagnose melanoom verstuurd (evt voor second opinion)? Antwoord: PA-­‐lab: <naam> a. Worden er op uw ziekenhuislokatie schildwachtklierprocedures bij melanoom uitgevoerd? Antwoord: Ja/Nee b. Is er op uw ziekenhuislokatie een afdeling nucleaire geneeskunde die het lymfoscintigram voor de schildwachtklierprocedure bij melanoom kan uitvoeren? Antwoord: Ja/Nee c. Zo ‘Nee’, naar welk ziekenhuis worden patiënten die kiezen voor een schildwachtklierprocedure verwezen? Antwoord: <naam> Hoeveel chirurgen op uw ziekenhuislokatie hebben aantoonbare ervaring in het chirurgisch verwijderen van schildwachtklieren op lokalisaties specifiek voor melanoom? Antwoord: Chirurgen aantal <CC> a. Vinden er op uw ziekenhuislokatie uitgebreide operaties voor lymfklier uitzaaiingen van een melanoom plaats? -­‐ Okselklierdissecties Antwoord: Ja /Nee -­‐ Liesklierdissecties Antwoord: Ja /Nee -­‐ Halsklierdissecties Antwoord: Ja /Nee b. Hoeveel pelviene liesklierdissecties (iliacale/obturator klieren) voor melanoom vonden er plaats op uw ziekenhuislokatie in 2013? Antwoord: Aantal: <CC> c. Hoeveel geïsoleerde extremiteitsperfusies of –infusies vonden er plaats op uw ziekenhuislokatie in 2013? Antwoord: Aantal: <CC> 2014-­‐01-­‐27 7 8 a. Worden patiënten die in uw ziekenhuis gediagnosticeerd zijn met een gevorderd stadium melanoom (stadium III/IV) voorafgaand aan de behandeling besproken in een wekelijks multidisciplinair overleg? Antwoord: Ja, eigen ziekenhuislokatie/ Ja, in een melanoomcentrum*/ Nee b. Zijn bij dit wekelijkse multidisciplinaire overleg de volgende specialisten vertegenwoordigd: -­‐ Een Dermatoloog? Antwoord: Ja/Nee -­‐ Een NVvH gecertificeerd Chirurg-­‐oncoloog? Antwoord: Ja/Nee -­‐ Een Internist-­‐oncoloog? Antwoord: Ja/Nee -­‐ Een Radiotherapeut? Antwoord: Ja/Nee -­‐ Een Radioloog? Antwoord: Ja/Nee -­‐ Een Patholoog? Antwoord: Ja/Nee -­‐ Een gespecialiseerd verpleegkundige / casemanager? Antwoord: Ja /Nee c. Is er bij dit wekelijkse multidisciplinaire overleg de mogelijkheid tot consultatie van een vertegenwoordiger van een melanoomcentrum*? Antwoord: Ja /Nee d. Uit welke ziekenhuis is deze vertegenwoordiger van het melanoomcentrum afkomstig? Antwoord: <naam> * Door de NZA zijn in Nederland 14 ziekenhuizen aangewezen waar de behandeling van patiënten met een stadium IIIc en IV melanoom geconcentreerd is a. Worden er op uw ziekenhuislokatie behandelingen met Ipilimumab, BRAF-­‐ of MEK-­‐
remmers gegeven voor melanoom? Antwoord: Ja /Nee b. Zo ja, hoeveel internist-­‐oncologen op uw ziekenhuislokatie hebben aantoonbare expertise en ervaring met immunotherapieën en ‘targeted therapies’? Antwoord: Aantal: <CC> c. Zo ja, hoeveel patiënten met gemetastaseerd melanoom werden in 2013 op uw ziekenhuislokatie met deze middelen behandeld? Antwoord: Aantal: <CC> d. Zo nee, wordt er over iedere patiënt op uw ziekenhuislokatie gediagnosticeerd met uitzaaiingen van een melanoom (stadium IIIb, IIIc en IV) overleg gepleegd met het melanoomcentrum, conform de SONCOS kwaliteitsnormen? Antwoord: Ja /Nee 2014-­‐01-­‐27 Conclusie (automatisch gegenereerd) o U voldoet aan de gestelde normen o U voldoet niet aan de volgende normen: …….. Indien u niet aan een of meerdere normen voldoet, welke vervolgacties gaat u ondernemen? Antwoord: o Instelling stopt of en inmiddels gestopt met de betreffende behandeling, patiënten worden verwezen naar:………… o Instelling gaat door met de betreffende behandeling en de volgende acties zullen worden ondernomen om aan de normen te gaan voldoen:……….. Opmerkingen: 2014-­‐01-­‐27