Aflevering 1 De heenreis Bienvenue à Ouagadougou (Oewakadoekoe) TERNEUZEN - Kleren uitzoeken om mee te nemen voor de kinderen, loodzware koffers vol spullen, medicijnen, eten…. En dan vooraf om een visum voor Ghana, voor niks naar Brussel gereden, dan toch maar via de visum dienst. Vluchten boeken, inentingen regelen, malariatabletten, zonnebrand, antimuggenspray, klamboes…. Hanne Liefting, voorzitter van de stichting Suguru gaat nu voor het derde jaar naar Ghana. Vrijwilligerswerk bij het kindertehuis in Bugya Paala, dit keer samen met haar vriend Lorenzo van Poele. Woensdag 2 juli was het zo ver: Lorenzo en ik gingen naar Ghana. Onze reis startte in Brussel, vanaf hier vlogen we om half 6 ‘s-avonds naar Casablanca. Eenmaal aangekomen waren we in de stress of we het volgende vliegtuig zouden halen. Onze klok op onze telefoon gaf een uur later aan dan dat het daar eigenlijk was, dus dan zouden we volgens onze tijd over 20 minuten opstijgen en we moesten nog door die verschrikkelijke douane. In een lange rij wachten achter de rode lijn. Probeer er niet overheen te gaan want anders zijn de douaniers, zacht uitgedrukt, niet vrolijk. Gelukkig bleek onze klok verkeerd te staan en hadden we nog tijd over. Vanaf Casablanca vlogen we naar Ouagadougou, een langere vliegreis dan de vorige, maar het was voor ons gevoel al laat en Lorenzo lag dan ook de gehele vlucht te slapen. We waren nog niet eens opgestegen en hij lag al te slapen! Om 12 uur ’s nachts kwamen we aan op het vliegveld van Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. Hier stond een taxichauffeur te wachten met een bordje met onze namen. Goed geregeld vanuit het hotel! Het duurde zo’n 20 minuten voor we in het donker het hotel bereikten. Lorenzo wist niet waar hij kijken moest! Al die krotten en beesten die op de weg liepen. Daarnaast was er in Ouagadougou veel nachtleven, overal liepen prostituees. In Ghana had ik dat nog nooit gezien. Eenmaal in het hotel hadden we een leuke kamer, niet te luxe, maar goed genoeg voor dat ene nachtje. De volgende ochtend waren we vroeg wakker, het is hier 2 uur vroeger dan in Nederland en dat is toch even wennen. We hebben in het hotel een ontbijt genomen, vers brood met jam en een lavashkiri kaasje. Om half 1 begon de tocht, van Ouagadougou naar Walewale. Burkina Faso is een Frans sprekend land en er zijn maar enkele mensen die Engels spreken. Het was dus heel lastig communiceren. Ik heb Frans gehad op de middelbare school maar dat is al zo lang geleden! De trip van Ouagadougou naar Pô, een dorpje aan de grens van Ghana, ging op zich goed. Het was lange zit in een oude trotro maar het was te doen. Van Pô naar Paga, een dorpje in Ghana aan de grens, gingen we met een taxi. Wat we niet wisten was dat de taxi niet verder reed naar de douane omdat er allerlei onderdelen miste aan zijn wagen en waarschijnlijk ook zijn rijbewijs. We moesten een lang stuk lopen met 2 grote koffers, 2 grote rugzakken en 2 kleine rugzakken in 35 graden. Op dat moment was Lorenzo het beu, ik dacht als dat nog maar goed komt, want we zitten hier toch nog voor een maand! Eerst langs de douane van Burkina Faso onze visum laten afstempelen, vervolgens langs de douane van Ghana om het land in te kunnen. We stonden voor de keus: met een trotro naar Navrongo, vervolgens met een trotro naar Bolgatanga en daarna weer met een trotro naar Walewale, onze eindbestemming,…… of rechtstreeks een taxi pakken voor wat meer geld. Die keuze was snel gemaakt: een rechtstreekse taxi! Een rit van ongeveer 2 uur in een redelijke taxi waar een benzinelucht in hing. We kwamen aan in het hotel, maar geen Ghanese sim kaart waardoor ik Anaba John nog niet kon bereiken en Lorenzo vond het voor die dag wel even welletjes, die wilde het liefst in onze hotelkamer blijven douchen en gaan slapen. Dus dat hebben we toen ook maar gedaan, nog wel even de noedels gemaakt die mama in mijn koffer had gedaan want we moesten toch wel avondeten eten. Toch nog een beetje thuis!
© Copyright 2024 ExpyDoc