Bijlage 3: concept reactiebrief aan Dagelijks Bestuur van de

gemeente Eindhoven
Retouradres Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven
Vergunningen, Toezicht & Handhaving
Behandeld door mw. A.F.M. van Beek-
Dagelijks Bestuur Omgevingsdienst ZuidoostBrabant
Postbus 8035
5601 KA EINDHOVEN
Koops
Telefoon (040) 238 62 11
Uw brief van 7 maart 2014
Uw kenmerk Z.4872/D.18420/JH/HN/LvH
Ons kenmerk
14 mei 2014
Archiefexemplaar
Betreft: Zienswijze ontwerpbegroting 2015
Geachte leden van het Dagelijks Bestuur,
Op 13 mei 2014 hebben wij op uw verzoek gesproken over de ontwerpbegroting
2015 en meerjarenraming 2016-2018 van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.
De ontwerpbegroting geeft voor ons aanleiding om enkele algemene zienswijzen te
geven die betrekking op de grote financiële uitdagingen die we als gemeente
hebben gehad en in de nabije toekomst nog zien en over de nieuwe rol van de
overheid. De specifieke zienswijzen gaan over de bezuinigingstaakstelling, risico’s,
mogelijke toename van kosten en enkele begrotingstechnische aspecten.
Onze gemeentelijke financiële uitdaging en de nieuwe rol van de overheid
Zoals bij u bekend ging de landelijke opgave om te komen tot de regionale
uitvoeringsdiensten in eerste instantie gepaard met een landelijke
bezuinigingsopgave van 100 miljoen. De achterliggende gedachten was dat met het
bundelen van taken een efficiëntieslag kon worden gemaakt. VNG en IPO waren van
mening dat deze taakstelling niet realistisch was zodat dit is omgebogen naar een
generieke oplopende korting op het gemeentefonds. Voor Eindhoven komt deze
korting in 2014 uit op circa € 1.260.000. Wij zijn van oordeel dat deze
bezuinigingstaakstelling niet volledig kan worden gedragen binnen de budgetten
voor de milieutaken op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Vanaf
dit jaar rekenen we slechts € 250.000 als bezuinigingstaakstelling toe aan deze
milieutaken en € 1.100.000 wordt opgevangen binnen andere gemeentelijke
taakvelden. En door de overdracht van taken en menskracht in 2013 naar uw
Omgevingsdienst staan we nog aan de lat om dekking te vinden voor structurele
meerkosten van circa € 200.000.
Dit is slechts één van de vele taakstellingen die we kennen en de komende jaren
worden de financiële opgaven voor onze gemeente niet kleiner als gevolg van
achterblijvende ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de nieuwe taken die we als
gemeente krijgen binnen het sociale domein.
Postadres Postbus 90150
Bezoekadres Nachtegaallaan 15
5600 RB Eindhoven
5613 CM Eindhoven
[email protected]
www.eindhoven.nl
Telefoon 14 040
Ons kenmerk
Net zoals wij heeft ook u de nodige financiële uitdagingen. Een nieuwe organisatie
opbouwen in deze tijd is zeker geen sinecure. We zullen daar zoveel mogelijk
gezamenlijk in moeten optrekken met het besef dat de tijd voorbij is van eenvoudige
uitbreiding van formatie en taken en van de zekerheid dat budgetten en
werkportefeuilles een gegarandeerde omvang behouden. De doelstelling in de
ontwerpbegroting “Samen meer waarde” sluit goed aan op de beweging die we
moeten maken. We gaan naar een andere rol van de overheid waarbij we meer aan
burgers en de markt overlaten (de wetswijziging hiervoor wordt voorzien in 2015).
Dit zal ook in gaan grijpen op de landelijke kwaliteitscriteria en de
handhavingstrategieën omdat deze nu nog gebaseerd zijn op de traditionele
verantwoordelijkheden van de overheid.
Onze eerste zienswijze op de ontwerpbegroting is dat te veel wordt uitgegaan van
het traditionele denken door toe te werken naar een organisatie die alle disciplines
en taakvelden in eigen huis moet hebben. Als voorbeelden worden genoemd de
beschreven rol van de ODZOB binnen de regionale thema’s, de uitbreiding van
formatie met milieuboa’s en de inhuur om inhoudelijke leemtes op te vullen. In plaats
daarvan kan beter de samenwerking met de deelnemers worden opgezocht voor
inzet van expertise en capaciteit. Zeker in deze fase nu de veranderende rol van de
overheid steeds meer vorm gaat krijgen.
Onze tweede zienswijze richt zich op het feit dat onvoldoende rekening wordt
gehouden dat wij, en wellicht meerdere deelnemers, niet in staat zijn om voor
aanvullende dekking te zorgen als kosten voor de collectieve taken (bijvoorbeeld
uitbreiding met 3 milieuboa’s) toenemen of als kosten stijgen doordat door
onvoldoende sturing de productiviteit achter blijft. Met de richting die deze
ontwerpbegroting voorstaat wordt geen/onvoldoende uitvoering gegeven aan de
opdracht van het POHO in de oprichtingsfase (besluit oktober 2012) dat de
omgevingsdienst besparingen moet bevorderen zodat het kostenniveau per
deelnemer op termijn zal afnemen.
Bezuinigingstaakstelling
Zoals hierboven aangegeven kennen wij voor de milieutaken een
bezuinigingstaakstelling van € 250.000. Deze bezuinigingstaakstelling kan worden
gerealiseerd door de invoering van systeeminnovatie zoals invoering
Ondernemingsdossier en vanuit principe high-trust-high-penalty toezicht over laten
aan branches/marktpartijen. Wij zijn in Nederland trendsetter op dit gebied en we
ervaren dat met deze vernieuwende aanpak goedkoper effectieve resultaten worden
behaald. Wij willen onze ervaringen graag met u delen want ook uw
omgevingsdienst kan deze procesinnovaties doorvoeren.
Grotendeels aansluitend bij uw regionale taakstelling zien wij de opbouw van onze
taakstelling als volgt:
2
Ons kenmerk
b
b
Gemeente Eindhoven € 99.000 te bereiken vanaf 2017
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant € 151.000 te bereiken vanaf 2018. Dit
betekent dat naast de taakstelling die nu is opgenomen in uw ontwerpbegroting
(totaal 9%) er voor 2018 een aanvullende taakstelling voor onze gemeente is van
4% (totaal 13%)
In uw ontwerpbegroting beschrijft u in paragraaf 5.10 hoe u de
bezuinigingstaakstelling voor 2015 gaat realiseren. Het voorstel wat u doet levert per
saldo geen bezuiniging op.
Met onze derde zienswijze geven wij aan dat dit onacceptabel is want hierdoor
behaalt u niet uw taakstelling voor Eindhoven in 2015 van € 37.000. Wij verwachten
dat u maatregelen treft om de bezuinigingstaakstelling van 3% in 2015 en de
aanvullende taakstelling in 2018 te realiseren.
Risico’s
In de ontwerpbegroting wordt een opsplitsing gemaakt tussen de verplichte
basistaken en de verzoektaken. Daaruit blijkt dat de omvang van de verplichte
basistaken ongeveer de helft is van de verzoektaken. Met name in de verzoektaken
schuilt het financiële risico. Een risico dat nu onvoldoende belicht wordt omdat in de
ontwerpbegroting geen onderscheid wordt gemaakt tussen structurele en
incidentele verzoektaken, met andere woorden verzoektaken met lager en hoger
financieel risico.
Met onze vierde zienswijze willen wij u verzoeken in de begroting deze opsplitsing
toe te voegen. We willen graag zicht hebben op de mogelijke risico’s.
We vinden het verder ongewenst dat in de ontwerpbegroting bij de risico’s een
gekwantificeerde analyse ontbreekt. Wij verzoeken u zo spoedig mogelijk deze
analyse uit te voeren en ons inzicht te geven in de mogelijke financiële risico’s per
deelnemer. Terzijde merken we op dat het “scheiden in de administratie van de basisen verzoektaken” geen risico vormt zoals u wel vermeld in uw begroting.
In het kader van de genoemde bezuinigingstaakstellingen en risico's brengen wij ook
de wendbaarheid van de organisatie onder de aandacht. Conform uw opgave in de
ontwerpbegroting streeft u naar een flexibele personele schil van uw organisatie van
20%, dit terwijl de verzoektaken, waarover risico wordt gelopen in verhouding van
grotere omvang zijn. Wij vinden het belangrijk dat de vaste formatie aansluit bij de
structurele taken en de flexibele schil bij de incidentele taken zodat het risico wordt
beperkt.
Een financieel tekort wordt op grond van de gemeenschappelijke regeling verrekend
via een verdeelsleutel die gebaseerd is op omzet. Doordat op 1 januari 2014 taken en
bevoegdheden van de provincie zijn overgedragen naar de gemeenten, is ons
aandeel in een risico toegenomen. Onze omzet is namelijk gestegen en die van de
provincie gedaald.
3
Ons kenmerk
Wij vragen u dan ook zoveel als mogelijk te sturen op de grootte van de flexibele schil
bij zowel de directe formatie als de overhead. Wij benadrukken dat ook de overhead
moet kunnen "meeademen” om zo het risico te beperken.
De vijfde zienswijze heeft betrekking op het uitgangspunt dat het volume van de
ingebrachte werkzaamheden en de daarmee gepaard gaande budgetten in 2015 ev
ongewijzigd blijft. Al met de eerste begroting in 2013 is hierover een bestuurlijke
discussie gevoerd waaruit bleek dat veel deelnemers aangaven een
bezuinigingstaakstelling te hebben of afbouw van verzoektaken zien als gevolg van
de aanhoudende effecten van de crisis. Nu, met de werkprogramma’s 2014, blijkt dat
inderdaad het werk bij de verzoektaken afloopt. In de ontwerpbegroting wordt dit
effect opgevangen door een post op te nemen “raming deelnemers buiten
werkprogramma” met een omvang van ruim € 1 miljoen. Onbekend is of dit een
realistische oplossing is. Wij vragen u zoveel mogelijk te sturen op de te behalen
inkomsten dan wel maatregelen te treffen om (personele) kosten te besparen.
U geeft aan vanwege de afgegeven werkgarantie SBK-afspraken het
personeelsbestand niet te kunnen inkrimpen maar wij vragen u wel te sturen op niet
invullen van vacatures en afbouw van formatie door het begeleiden van mensen in
werk-naar werk trajecten. Van belang is dat deze trajecten voor 1 januari 2015
worden opgestart zodat afscheid kan worden genomen aan het einde van de SBKafspraken.
Begrotingstechnische aspecten
De zesde zienswijze heeft betrekking op een aantal technische aspecten van de
ontwerpbegroting waarover onduidelijkheid bestaat.
Wij merken het volgende op
b
b
b
In de kapitaallasten is conform de toelichting op de investeringen ruimte van
ongeveer €0,2 miljoen voor het opvangen van nieuwe investeringen.
Daadwerkelijk is een investering van €75.000 geraamd voor 2015. Deze
investering vertegenwoordigt geen kapitaalslasten van € 0,2 miljoen. Over de
resterende investeringen dienen separate besluiten te worden genomen door
het Algemeen Bestuur.
Indien u opdrachten van derden aanneemt, bijvoorbeeld ten aanzien van de post
"externe kosten ad € 100.000" bij de collectieve taken, maar deze niet zelf kunt
uitvoeren met de beschikbare capaciteit en dus moet uitbesteden, heeft dit
consequenties voor uw liquiditeit. Wij vragen u aandacht te hebben voor een
juiste match (in tijd weggezet) tussen de inkomsten en uitgaven zodat dit effect
minimaal is.
U geeft aan drie milieuboa's te willen inzetten binnen de collectieve taken. Wij
verzoeken u pas uitvoering te geven aan deze eventuele collectieve taak zodra
het Algemeen Bestuur daarover heeft besloten. De financiële impact op
deelnemersniveau moet onderdeel uitmaken van dit besluit.
4
Ons kenmerk
b
b
Wij missen in de opgenomen tabellen de realisatie over 2013 zodat een vergelijk
van de opgenomen kosten en baten kan plaatsvinden. Wij vragen u dit toe te
voegen.
In 2013 is besloten om €1 opslag te hanteren op de uurtarieven vanwege het
afdekken van de eenmalige projectkosten in 2013 die in navolgende jaren
terugverdiend dienden te worden. De opslag van €1 is nu ook gehanteerd in de
begroting 2015. Uit de voorlopige cijfers van de jaarrekening 2013 blijkt dat over
2013 een positief resultaat wordt behaald. Terugverdienen van de eenmalige
kosten in komende jaren is daarmee niet aan de orde. Door het hanteren van de
opslag zal de algemene reserve van de omgevingsdienst toenemen. Het
Algemeen Bestuur dient hierover nog een standpunt in te nemen.
Wij vertrouwen er op dat u onze zienswijzen betrekt bij de verwerking in de
definitieve begroting en hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De raad van de gemeente Eindhoven,
, voorzitter.
, griffier.
5