LEERLINGENSTATUUT - PENTA college CSG Jacob van Liesveldt

LEERLINGENSTATUUT
PENTA college CSG
Jacob van Liesveldt
Vastgesteld in de vergadering van de VMR van 1 oktober 2014.
INHOUDSOPGAVE
Non scholae sed vitae discimus
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................2
PREAMBULE .....................................................................................................3
1
ALGEMEEN ...............................................................................................4
2
GRONDRECHTEN .....................................................................................6
3
ONDERWIJS ..............................................................................................7
4
TOETSING .................................................................................................8
5
RAPPORTAGE EN OVERGANG ............................................................. 11
6
INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP .................................................. 12
7
DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN ......................................................... 14
8
PROCEDURE EN GELDIGHEID.............................................................. 16
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Inhoudsopgave
pagina 2 van 16
PREAMBULE
Voor u ligt het in 2014 vernieuwde leerlingenstatuut van het PENTA college
CSG Jacob van Liesveldt. Maar wat is dat eigenlijk, zo’n leerlingenstatuut?
Het leerlingenstatuut is een voor elke school wettelijk verplicht document waarin
de rechten en plichten van de leerlingen staan. Eigenlijk betekent dit dat er
staat hoe de leerlingen, de ouders, de docenten en ander personeel, de
schoolleiding en het schoolbestuur met elkaar om moeten gaan om een voor
iedereen een zo goed leerproces en een zo fijn mogelijke schooltijd mogelijk te
maken. Welke rechten heeft een leerling bijvoorbeeld wanneer een docent een
toets te laat nakijkt? Of als je vindt dat je onterecht uit de les bent verwijderd?
Respect voor elkaar, de omgeving en voor jezelf vormen de fundering voor het
samenlevingsklimaat op onze school. Wij hopen dat het leerlingenstatuut
hieraan zal bijdragen. Het is daarbij goed te beseffen dat de houding en
omgang binnen een school niet afhankelijk mag zijn van een statuut of van
regels. Voornamelijk tolerantie en respect voor elkaar bepalen of er sprake is
van een plezierige sfeer en een goed en veilig leer- en leefklimaat. Om dat
laatste te bereiken, wordt van iedere leerling een actieve houding verwacht.
Vanuit ons standpunt staan wij voor tolerantie, respect, positiviteit en een veilige
leeromgeving, waar je elkaar met een veilig gevoel kan aanspreken op elkaars
gedrag, als je vindt dat de ander zich niet behoorlijk gedraagt.
Het is onmogelijk alle regels die op een school gelden in één document te
vermelden. Daarom zijn er ook andere plaatsen waar documenten met regels te
vinden zijn. Deze documenten dienen als bijlage van het leerlingenstatuut te
worden beschouwd. Het bevoegd gezag van Jacob van Liesveldt, het bestuur
van CVO, heeft bijvoorbeeld voor al zijn scholen een schoolreglement
opgesteld. Hierin staan de algemene formele regels voor het onderwijs. Dit
schoolreglement vindt men in het algemene deel van de schoolgids. Daar is ook
het schoolreglement te vinden van het PENTA college als geheel. Voor de
goede gang van zaken binnen de school heeft iedere vestiging een aantal
praktische regels. Deze huisregels staan in het tweede deel van de schoolgids.
Ook het ICT-reglement, de te-laatregeling, het privacyreglement, en de
klachtenregeling zijn daar te vinden.
Vragen en opmerkingen over de inhoud van het leerlingenstatuut kunnen
gesteld worden bij de conrector onderwijs, de teamleiders, of via het algemene
e-mailadres: [email protected].
Tot slot wensen wij de lezer een fijne en succesvolle tijd toe bij ons op het
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt.
Schoolleiding PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Preambule
pagina 3 van 16
1 ALGEMEEN
1.1 Betekenis
Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.
1.2 Begripsbepaling
A
In dit leerlingenstatuut worden onder de volgende begrippen verstaan:
1
BEVOEGD GEZAG: Het schoolbestuur.
2
BOVENBOUW: De leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar en
het derde leerjaar mavo.
3
CONRECTOR: Lid van de directie dat verantwoordelijk is voor onderwijs
of bedrijfsvoering.
4
DIRECTIE: Rector en conrectoren van de school.
5
DOCENTEN: Personeelsleden met een lesgevende en begeleidende taak.
6
INSPECTIE: De inspecteur(s) van de school, belast met het toezicht
(zoals bedoeld in artikel 113 van de WVO).
7
KLACHTENREGELING: Document waarin de klachtenprocedure is
omschreven (zoals bedoeld in artikel 24b van de WVO).
8
LEERLINGEN: Alle leerlingen die bij de school staan ingeschreven.
9
LEERLINGENRAAD: Het vertegenwoordigend orgaan ten behoeve van de
leerlingen (zoals bedoeld in artikel 12 van de WMO).
10 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD: Het vertegenwoordigend orgaan ten
behoeve van overleg en medezeggenschap (zoals bedoeld in artikel 4 van
de WMO). Er is een GMR voor CVO, een PMR voor het PENTA college
CSG en een VMR voor de .vestiging Jacob van Liesveldt.
11 MENTOR: Een docent aangewezen om een groep leerlingen gedurende
een schooljaar onderwijskundig en sociaal-emotioneel te begeleiden.
12 ONDERBOUW: De leerlingen van de eerste drie leerjaren, met
uitzondering van het derde jaar mavo.
13 OPDRACHT: Alles wat niet als andere vorm van toets beschouwd kan
worden, zoals turn- en spe(e)lopdrachten bij lichamelijke opvoeding en
kunstwerken gemaakt bij beeldende vorming/kubv.
14 OUDERS: Ouders, voogden en verzorgers met de juridische
verantwoordelijkheid voor de leerlingen.
15 OUDERRAAD: Het vertegenwoordigend orgaan ten behoeve van de
ouders.
16 OVERGANGSVERGADERING: Vergadering van docenten onder leiding
van een lid van de schoolleiding, waarin aan het eind van een schooljaar
besluiten over bevordering worden voorbereid.
17 OVERHORING: Een toets die slechts over een deel van een hoofdstuk
gaat en/of slechts 25 minuten duurt. Ze kunnen zowel mondeling als
schriftelijk zijn.
18 LEESVELDTJE: Een regelmatig verschijnend nieuwsblad voor de ouders
en de leerlingen.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Algemeen
pagina 4 van 16
19
B
C
PENTA COLLEGE CSG: Brede scholengemeenschap waar Jacob van
Liesveldt deel van uitmaakt.
20 PERSONEELSLEDEN: Aan de school verbonden personeel, bestaande
uit de schoolleiding, de docenten en het onderwijsondersteunend
personeel.
21 RECTOR: Eindverantwoordelijk lid van de directie van de school.
22 PROEFWERK: Een toets over een of meerdere hoofdstukken. Vormen
van proefwerken zijn repetities, lees- of luistertoetsen en deeltoetsen.
23 SCHOOL: PENTA college CSG Jacob van Liesveldt te Hellevoetsluis.
24 SCHOOLBESTUUR: Het bestuur van CVO.
25 SCHOOLLEIDING: De directie en de teamleiders van de school.
26 SCHOOLPLAN en SCHOOLGIDS: Wettelijk verplichte
kwaliteitsdocumenten (zoals bedoeld in artikelen 24 en 24a van de WVO)
waarin de school haar beleidsvoornemens en doelen aangeeft en
beschrijft hoe deze vorm en inhoud krijgen en wat de resultaten zijn.
27 TEAMLEIDER: Personeelslid dat de verantwoordelijkheid heeft voor de
organisatie van een bepaalde afdeling.en de zorg voor een bepaalde
afdeling
28 TOETS: Elke vorm van proefwerk, overhoring, werkstuk of opdracht
waarvoor een beoordeling wordt gegeven.
29 VIERKANT ROOSTER: Een week lang een combinatie van vervroegd
beginnen en nakomen, waarbij op alle dagen alle lesuren van het rooster
worden benut.
30 WERKSTUK: Een bijzondere toets, waar (vaak) thuis aan gewerkt wordt.
Een werkstuk kan een gesprek, verslag, spreekbeurt, presentatie,
practicum of praktische opdracht zijn.
In dit leerlingenstatuut worden de volgende afkortingen gebruikt:
1
BRA: BuitenRoosterActiviteiten
2
CSG: Christelijke Scholengemeenschap
3
CVO: Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en
omgeving
4
ELO: Elektronische Leeromgeving
5
GMR: Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (voor CVO)
6
LPW: Leerplichtwet
7
PMR: De medezeggenschapsraad van het PENTA college CSG.
8
PTA: Programma van Toetsing en Afsluiting
9
SOM: De website waarop de cijfers en absentie bij worden gehouden.
10 VMR: De vestigingsmedezeggenschapsraad: een deelraad van de PMR.
11 WBP: Wet Bescherming Persoonsgegevens
12 WMO: Wet Medezeggenschap Onderwijs
13 WPO: Wet op Passend Onderwijs
14 WVO: Wet op het Voortgezet Onderwijs
In dit leerlingenstatuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in de
mannelijke vorm geschreven. Daar waar mannelijke voornaamwoorden worden
gebruikt, kunnen ook vrouwelijke worden gelezen.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Algemeen
pagina 5 van 16
2 GRONDRECHTEN
2.1 Recht op gelijke behandeling
Iedereen wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld.
2.2 Recht op informatie
A
De schoolleiding zorgt ervoor dat er exemplaren van de schoolgids, het
leerlingenstatuut, het lesrooster, het examenreglement en het PTA, het
medezeggenschapsreglement en andere reglementen, die voor leerlingen van
belang zijn, ter inzage liggen op een voor iedereen toegankelijke plaats en
gepubliceerd zijn via de website.
B
De schoolleiding biedt leerlingen de gelegenheid tot het stellen van alle vragen
over het functioneren van de leerling binnen de school. De leerling kan hiertoe
na overleg met de mentor contact opnemen met de schoolleiding. De leerlingen
hebben recht op een serieuze reactie op hun vragen.
2.3 Recht op medezeggenschap
A
Leerlingen hebben het recht op medezeggenschap en inspraak in zaken
aangaande hun positie binnen de school. Dit kan op verschillende manieren,
zoals beschreven in hoofdstuk 6.
B
Leerlingen hebben het recht voorstellen te doen aan de schoolleiding over alle
zaken die betrekking hebben op hun positie in de school.
2.4 Recht op privacy
Gegevens en beeldmateriaal van leerlingen worden niet zomaar vrij gegeven.
Het recht op privacy wordt verder beschreven in het privacyreglement, wat
beschouwd moet worden als een bijlage van het leerlingenstatuut.
2.5 Recht op vergadering en bijeenkomst
A
De leerlingen hebben het recht te vergaderen en daarbij in overleg met de
schoolleiding gebruik te maken van faciliteiten van de school.
B
De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een
behoorlijke wijze te gebruiken en achter te laten.
2.6 Vrijheid van meningsuiting
Een ieder heeft de vrijheid zijn/haar mening op school te uiten, tenzij deze
discriminerend of beledigend van aard zijn.
2.7 Vrijheid van uiterlijk
A
Iedereen is vrij in zijn uiterlijk, voor zover dit niet aanstootgevend of hinderlijk is.
B
Op grond van eisen met betrekking tot identiteit, hygiëne, veiligheid en
overschrijdende fatsoensnormen kunnen bepaalde voorschriften worden
gegeven. Deze zijn te vinden in het algemene deel van de schoolgids.
C
In overleg met de docent kan de leerling gebruik maken van het recht op
lichamelijke verzorging (bijvoorbeeld toiletbezoek).
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Grondrechten
pagina 6 van 16
3 ONDERWIJS
3.1 Inhoud van het onderwijs
A
De leerlingen hebben recht op goed onderwijs en goede begeleiding. Dit
betekent onder andere dat:
B
Er les gegeven wordt in een positief en veilig pedagogisch klimaat.
C
Er sprake is van een goede verdeling van de leerstof over de beschikbare tijd.
D
Geschikte en gevarieerde werkvormen worden gebruikt.
E
Zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met verschillen tussen leerlingen en
verschillen in leerstijlen en intelligenties.
F
Toetsing regelmatig plaatsvindt en dat de toetsstof minimaal een week van
tevoren duidelijk bekend wordt gemaakt op de ELO
G
Docenten zich inzetten om kwalitatief goed onderwijs te leveren,
overeenkomstig met de bepalingen van het schoolplan.
H
Docenten, mentoren, teamleiders en remedial teachers zorgen voor een
passende begeleiding.
I
leerlingen met een beperking recht hebben op bij hen passende vormen van
onderwijs en toetsing, voor zover dat binnen de mogelijkheden van de school
ligt. (De Wet op Passend Onderwijs heeft geregeld)
J
De school zorgt naast onderwijskundige begeleiding ook voor begeleiding op
sociaal-emotioneel gebied.
3.2 Het volgen van onderwijs
A
De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces
mogelijk te maken.
B
Een leerling, die een goede voortgang van de les verstoort, is op verzoek van
de docent verplicht de les te verlaten en zich te melden bij de teamleider.
3.3 Huiswerk
A
De leerlingen zijn verplicht het opgegeven huiswerk te maken, mits dit haalbaar
is in de daarvoor gestelde tijd en de opgegeven hoeveelheid.
B
De gezamenlijke docenten van een klas of groep streven naar een
evenwichtige huiswerkbelasting. Hierbij wordt ook rekening gehouden met
proefwerken, overhoringen, werkstukken en opdrachten.
C
Elke docent maakt met zijn klas duidelijke afspraken over het huiswerk. Binnen
de school worden hierover afspraken gemaakt waarnaar de docent handelt.
D
De leerling die het huiswerk niet heeft gemaakt, is verplicht dit voor aanvang
van de les aan de docent te melden. De leerling heeft het recht te
verantwoorden waarom hij zijn huiswerk niet heeft kunnen maken.
E
Als een leerling zijn huiswerkverplichtingen niet nakomt, kan de docent
maatregelen nemen, indien de leerling deze verplichtingen zonder een goede
reden niet na is gekomen.
F
De docenten spannen zich ten volle in om het huiswerk voor het afgaan van de
bel op te geven.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Onderwijs
pagina 7 van 16
4 TOETSING
4.1 Algemeen
A
Toetsing van de vorderingen kan plaatsvinden door middel van:
1
proefwerken (repetities / lees- en kijk/luistertoetsen / deeltoetsen)
2
overhoringen (mondeling / schriftelijk)
3
werkstukken (verslagen / spreekbeurten / presentaties / practica / PO’s)
4
opdrachten (turn- en spe(e)lopdrachten / kunstwerken)
5
diagnostische toetsen
B
De docenten zijn verplicht met elkaar te zorgen voor een goede spreiding van
de toetsen over de rapportperiode.
C
Een toets die voortbouwt op een vorig werk kan slechts worden afgenomen als
dit vorig werk is besproken en de beoordeling hiervan bekend is.
D
De toets is zorgvuldig samengesteld en de vragen zijn afgestemd op de
gestelde doelen. Daarbij mag de leerling niet verrast zijn door de vorm of
inhoud.
E
Bij leerlingen van hetzelfde leerjaar en niveau wordt gestreefd naar een
gelijkwaardige toets met een gelijkwaardige normering.
F
Bij werkstukken en opdrachten moet van tevoren op papier bekend zijn
gemaakt aan welke eisen het werk moet voldoen, welke normering geldt,
wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op te laat of niet
inleveren van het opgegeven werk.
G
Na de bekendmaking van de eisen kunnen deze niet meer veranderd worden.
H
Indien een docent te laat is of er opstartproblemen zijn, wordt gekeken naar een
passende oplossing.
I
Een leerling en diens ouders hebben recht op inzage in de gemaakte toets,
nadat deze is beoordeeld. Als dit niet mogelijk is (zoals bij digitale toetsen),
wordt de leerling op een andere manier geïnformeerd over de gemaakte fouten.
J
De leerling uit de onderbouw heeft het recht het gemaakte en gecorrigeerde
werk mee naar huis te nemen. Uitzonderingen zijn mogelijk als de docent dat
besproken heeft met de teamleider en is medegedeeld aan de klas. Toetsen uit
de bovenbouw behoren tot het examendossier en zijn daardoor examenwerk
dat door de docent in bewaring wordt genomen.
4.2 Aantal
A
Een docent neemt in de onderbouw per periode minimaal zo veel toetsen af, als
het vak lesuren per week heeft. Bijvoorbeeld als je 3 uur Engels per week hebt,
dan krijg je minimaal 3 toetsen per periode voor dat vak.
B
Een leerling kan niet meer dan 1 repetitie per gewone schooldag krijgen. Voor
vakken met één lesuur per week wordt een uitzondering gemaakt.
C
Er wordt naar gestreefd een leerling niet meer dan 1 werkstuk per gewone
schooldag in te laten leveren.
D
In bepaalde omstandigheden kan van artikelen 4.2 A, B en C worden
afgeweken. Dit ter beoordeling van de schoolleiding. Dit geldt in ieder geval
voor vakken met 1 lesuur per week en tijdens herkansingen en toetsweken.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Toetsing
pagina 8 van 16
4.3 Proefwerken
A
Een proefwerk dient tenminste 5 schooldagen van tevoren te worden
opgegeven. De toetsstof, weging, ten de vorm van de toets moeten ruim van
tevoren, zowel mondeling in de klas, als digitaal op de ELO, duidelijk zijn
gemaakt.
B
Om leerlingen de kans te geven nog vragen over de toetsstof te stellen dient de
te toetsen stof minimaal drie dagen voor de toets te zijn afgerond.
4.4 Overhoringen
Een overhoring betreft de lesstof van een les of enkele lessen en kan zonder
vooraankondiging worden gehouden.
4.5 Diagnostische toetsen
Een diagnostische toets is uitsluitend bedoeld om de leerling en de docent
inzicht te geven in hoeverre de leerling de lesstof begrepen en/of geleerd heeft.
De diagnostische toets kan ook onverwacht gehouden worden. Van deze toets
wordt het cijfer niet meegeteld voor het rapport of het examendossier.
Leerlingen zijn verplicht zich serieus op een van te voren aangekondigde
diagnostische toets voor te bereiden.
4.6 Inhaaltoetsen
A
De leerling die met een aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een
toets, heeft de plicht en het recht alsnog aan de toets deel te nemen. De
leerling die van dit recht gebruik wil maken, moet onmiddellijk na terugkeer op
school met de docent en zo nodig met de teamleider hierover een afspraak
maken.
B
Leerling en docent maken samen na het missen van een toets een afspraak
betreffende de nieuwe datum van het afnemen. Het is dus niet mogelijk om een
gemiste toets zonder voorafgaande afspraak in te moeten halen, tenzij een
teamleider anders beslist.
C
Leerlingen uit de onderbouw die een toets hebben gemist, hebben het recht op
dezelfde normering als niet-inhalers uit hun klas.
4.7 Normering
A
De grootte en de zwaarte van toetsen moeten zodanig zijn dat zij binnen de
aangegeven tijd gemaakt kunnen worden.
B
Het aantal te behalen punten moet per vraag/toetsonderdeel aangegeven
worden.
C
Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen toets wordt van tevoren
de wegingsfactor bekend gemaakt. De weging is in overeenstemming met de
hoeveelheid, het belang en de moeilijkheidsgraad van de stof. Het cijfer voor
een repetitie weegt in principe zwaarder dan dat voor een overhoring. Van alle
toetsvormen moet duidelijk zijn hoe het cijfer geteld (gewogen) wordt bij het
vaststellen van een rapportcijfer.
D
Indien er een fout is gemaakt in de correctie, moet het cijfer binnen 5
schooldagen na de vaststelling van de fout gecorrigeerd worden.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Toetsing
pagina 9 van 16
4.8 Geschillen
Wie het niet eens is met de beoordeling van een toets, overlegt daarover eerst
met zijn docent en kan daarna, als hij de reactie niet bevredigend vindt,
bemiddeling vragen bij de mentor of teamleider in combinatie met een
onafhankelijke derde persoon (een andere leerkracht die dit vak geeft).
4.9 Termijnen
A
Een docent becijfert een afgenomen toets binnen 10 schooldagen. Bij de
beoordeling van praktische opdrachten en werkstukken geldt een termijn van
maximaal 20 schooldagen. Bij de uitslag worden de normen van de beoordeling
door de docent meegedeeld en zo nodig toegelicht.
B
Een toets wordt na de beoordeling binnen 10 schooldagen besproken. Een
bespreking kan in de groep of individueel plaatsvinden. De docent kan – mede
met het oog op het inhalen van de toets door andere leerlingen – het recht op
bespreking opschorten tot maximaal 20 schooldagen na de toetsafname.
C
De maandag na een vakantie van minimaal 5 dagen is toetsvrij. Deze regeling
is niet van toepassing bij toetsweken.De deadline van het inleveren van een
werkstuk mag niet binnen
4 schooldagen na een vakantie van minimaal een week zijn, tenzij deze datum
minimaal een maand van tevoren is opgegeven.
D
Toetsen dienen niet meer afgenomen te worden binnen 10 schooldagen voor
de eerst volgende toetsweek.
4.10 Schoolexamens
A
In de bovenbouw gelden het examenreglement en het PTA. Bij strijdigheid van
de regels uit het leerlingenstatuut met regels uit het examenreglement of PTA,
gaan de laatste onvoorwaardelijk voor.
B
Het examenreglement wordt opgesteld door het schoolbestuur. Dit reglement
bevat onder andere regels over de wijze waarop het examen wordt afgenomen,
de wijze waarop de cijfers worden gegeven, regels over verzuim bij examens,
examenfraude, herkansingen en herexamens en over de mogelijkheden om
tegen beslissingen betreffende het examen bezwaar te maken.
C
Het PTA bevat regels over de wijze van toetsing van de kennis en
vaardigheden van deze leerlingen, de afnamedata en -periodes en over de
wijze waarop het cijfer van het schoolexamen wordt vastgesteld.
D
Een deeltoets kan alleen worden afgenomen als dit van tevoren is vastgelegd in
het PTA. De datum van afname wordt aan het begin van de desbetreffende
periode bekend gemaakt. Ook dient er geen deeltoets meer afgenomen te
worden binnen 10 schooldagen voor de eerst volgende toetsweek.
E
Het examenreglement en PTA worden voordat een leerling met het
schoolexamen begint via de website gepubliceerd.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Toetsing
pagina 10 van 16
5 RAPPORTAGE EN OVERGANG
5.1 Onderbouw
A
Het schooljaar is voor de onderbouw verdeeld in drie perioden. Elke periode
wordt afgesloten met een rapport. Het rapportcijfer bestaat uit het
voortschrijdend gemiddelde. Dat betekent dat het gemiddelde berekend wordt
op grond van de cijfers die de leerling behaald heeft vanaf het begin van het
schooljaar.
B
Rapportcijfers hebben één cijfer achter de komma.
C
Gedurende de rapportperiodes krijgen de leerlingen regelmatig een digitaal
overzicht van alle behaalde cijfers van de betreffende periode.
D
De docenten oordelen over de bevordering naar een hoger leerjaar en over het
te volgen niveau. De basis voor deze beoordeling wordt gevormd door de
bevorderingsnormen van het PENTA college CSG (in het algemene deel van de
schoolgids). De beslissing over het bevorderen van een leerling en over
eventuele voorwaarden daarbij berust bij de schoolleiding. Hierbij wordt het
oordeel van de docenten die bij de beoordeling betrokken waren als
uitgangspunt genomen.
E
Een enkele keer kan het voorkomen dat een leerling voorwaardelijk over is.
De regels met betrekking tot voorwaardelijk bevorderen, alsmede taken en
herexamens, worden gepubliceerd in het algemene deel van de schoolgids.
5.2 Bovenbouw
A
Het schooljaar is voor de bovenbouw verdeeld in vier periodes van gemiddeld
negen weken. De toetsen worden afgenomen in de laatste week van een
periode. Na afloop van die periode krijgen de leerlingen een overzicht van de
door hen behaalde resultaten.
B
In het PTA wordt het onderscheid tussen de verschillende toetsen en de weging
van toetsen duidelijk aangegeven.
C
De overgangsregels zijn vastgelegd in de bevorderingsnormen van het PENTA
college CSG (zie het algemene gedeelte van de Schoolgids).
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Rapportage en overgang
pagina 11 van 16
6 INSPRAAK EN
MEDEZEGGENSCHAP
6.1 Verspreiden van informatie
Leerlingen kunnen in de school publicaties ophangen en verspreiden, als zij
hiervoor toestemming hebben gekregen van de schoolleiding. De publicaties
mogen niet in strijd zijn met de grondslag of doelstelling van de school en niet
discriminerend, bedreigend of beledigend van aard zijn. De schoolleiding geeft
over het algemeen geen toestemming voor commerciële publicaties.
6.2 Leerlingenraad
A
De school wil graag kennis nemen van de mening van de leerlingen over de
gang van zaken op school via een leerlingenraad.
B
De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met de schoolleiding. In dit overleg
wordt aandacht besteed aan de mening van de leerlingen over de dagelijkse
gang van zaken op school. Verder wordt in dit overleg de werking van het
leerlingenstatuut geëvalueerd.
C
De leerlingenraad is zo breed en evenredig mogelijk samengesteld en
bestaat het liefst uit twee leerlingen per leerjaar en niveau.
D
De leerlingenraad kan haar vragen, opmerkingen en wensen doorgeven aan de
schoolleiding en/of de vestigingsmedezeggenschapsraad.
E
De leerlingenraad heeft het recht gevraagd en ongevraagd advies uit te
brengen aan de schoolleiding en/of de vestigingsmedezeggenschapsraad, in
het bijzonder als de aangelegenheden de leerlingen betreffen.
F
De leerlingenraad kan, binnen de beschikbaar gestelde budgetten, gebruik
maken van drukfaciliteiten, apparatuur en andere materialen van de school,
waarbij de kosten worden betaald door de school.
G
Aan de leerlingenraad wordt zoveel mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder
geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. Deze vaste ruimte en/of
afsluitbare kast kunnen zonder begeleidend docent worden gebruikt.
H
Activiteiten van de leerlingenraad kunnen tijdens lesuren plaatsvinden. De
leerlingenraad kan de schoolleiding vragen leerlingen uit te roosteren voor
activiteiten van de leerlingenraad die tijdens lesuren plaatsvinden.
I
De informatie over onder andere de organisatie, vergaderwijzen, ledenwerving,
samenstelling, plichten en verantwoordingen van de leerlingenraad wordt
vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de leerlingenraad.
J
Een leerling mag op grond van zijn activiteiten in de leerlingenraad niet
benadeeld worden.
6.3 Vestigingsmedezeggenschapsraad
A
In de VMR zitten minimaal twee leerlingen waarvan er bij voorkeur ten minste
één uit de leerlingenraad komt.
B
Vertegenwoordigers van de leerlingen worden gekozen in de VMR op de wijze
als in de wet en het VMR-reglement voorgeschreven.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Inspraak en medezeggenschap
pagina 12 van 16
6.4 BRA-team
A
Het BRA-team is de verzamelnaam voor alle leerlingen die op de school actief
meehelpen bij de BuitenRoosterActiviteiten. Een aantal voorbeelden zijn
filmavonden, discoavonden en de Valentijnsactie.
B
Het BRA-team wordt ondersteund door een docent, die namens de
schoolleiding de leerlingen begeleidt.
6.5 Schoolkrant
A
De leerlingen hebben het recht een voor iedereen beschikbare schoolkrant uit
te geven. De redactie van de schoolkrant bestaat uit leerlingen.
B
De redactie krijgt gevraagd en ongevraagd advies van een leerkracht, die
namens de schoolleiding als begeleider van de schoolkrant optreedt.
C
De redactie van de schoolkrant stelt in overleg met de schoolleiding en na
instemming van de VMR een redactiereglement vast, waarin onder andere de
samenstelling van de redactie en de verantwoordelijkheid van de inhoud van de
schoolkrant worden geregeld.
D
De schoolleiding kan de publicatie van de schoolkrant of een deel daarvan
verbieden indien deze in strijd is met de grondslag of doelstelling van de school
dan wel een discriminerende, bedreigende of beledigende inhoud heeft.
E
De schoolkrant kan gebruik maken van faciliteiten van de school, waarbij de
kosten worden betaald door de school.
F
Een leerling mag op grond van zijn activiteiten voor de schoolkrant niet
benadeeld worden.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Inspraak en medezeggenschap
pagina 13 van 16
7 DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN
Om alles in een grote schoolgemeenschap als de onze goed te laten lopen,
kunnen we niet zonder regels. Het belangrijkste uitgangspunt bij deze regels is
respect van het personeel voor de leerlingen en andersom. Hierbij horen
natuurlijk ook respect voor de omgeving, de werksfeer en de gemaakte
afspraken. De volgende regels vloeien hier in zekere zin uit voort.
7.1 Gedragsregels
A
Leerlingen zijn verplicht zich zodanig te gedragen, dat ze bijdragen aan een
positief en veilig klimaat waarin iedereen goed kan werken en niemand wordt
gehinderd. Het beledigen, uitschelden, pesten, bedreigen, gebruiken van fysiek
geweld of op elke andere manier lastig vallen van anderen wordt niet
getolereerd. Leerlingen zijn verplicht zich actief in te zetten om zich aan de
huisregels te houden en aanwijzingen van personeelsleden op te volgen. De
huisregels worden gepubliceerd in de schoolgids.
B
Leerlingen zijn verplicht het schoolgebouw, het schoolterrein en de directe
omgeving ervan in ordelijke staat te laten. Dit betekent dat afval in de
afvalbakken wordt gedeponeerd.
C
Van leerlingen wordt verwacht dat ze (ook tijdens buitenschoolse activiteiten)
de goede naam van Jacob van Liesveldt hoog houden.
D
Leerlingen houden zich aan de regelingen die in de mediatheek en het OLC
gelden. Deze regels worden gepubliceerd in de brochure van de mediatheek.
E
Onder lestijd mag niet gegeten of worden. Ook kauwgom valt onder deze
regeling. Water is een uitzondering op deze regel, tenzij de de docent
zwaarwegende redenen heeft dat te verbieden zoals bij practica van
scheikunde, lessen in een computerlokaal enz.).
F
De regels omtrent gebruik van laptops, tablets, camera’s, mobiele telefoons en
andere elektronica zijn te vinden in het ICT-reglement.
G
Om de rust op de gangen te waarborgen is het niet toegestaan binnen school te
rennen of te schreeuwen.
H
In het gehele gebouw en op het terrein geldt een rookverbod. Leerlingen uit klas
1,2 en 3 mogen tijdens schooltijd niet roken.
I
Het in bezit hebben, gebruiken of verhandelen van wapens (of voorwerpen die
als zodanig gebruikt kunnen worden), drugs, alcohol en vuurwerk is in en om de
school ten strengste verboden.
J
In geval van voor de wet strafbare feiten zal de school altijd aangifte of melding
doen bij de politie.
7.2 Aanwezigheid
A
De leerlingen moeten de lessen en andere schoolactiviteiten volgen volgens het
voor hen geldende rooster of de gemaakte afspraken.
B
De regels betreft het melden van ziekte, het aanvragen van verlof en
ongeoorloofde aanwezigheid worden gepubliceerd in de schoolgids.
C
De regels over te laat komen zijn te vinden in de te-laatregeling.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Dagelijkse gang van zaken
pagina 14 van 16
7.3 Straffen en maatregelen
A
Leerlingen die in strijd met de bepalingen van het leerlingenstatuut,
reglementen of andere voorschriften handelen, kunnen straffen en/of
maatregelen opgelegd worden. Het moet voor de leerling duidelijk zijn voor
welke overtreding de straf/maatregel is.
B
Bij het treffen van een straf/maatregel moet er sprake zijn van een redelijke
verhouding tussen de straf/maatregel en de ernst van de overtreding. Ook dient
er zo mogelijk een samenhang te bestaan tussen de aard van de overtreding en
het soort straf/maatregel.
C
Binnen de normale schoolsituatie hebben personeelsleden de bevoegdheid
naar eigen inzicht corrigerende maatregelen te treffen. Deze worden niet gezien
als straffen. Dit zijn onder andere het geven van een waarschuwing, het
verplicht maken van huiswerk, nablijven (of vervroegd terugkomen) en uit de les
verwijderd worden.
D
Een leerling die na moet blijven moet zich tijdens dat lesuur bij de
desbetreffende docent melden om in overleg een tijd af te spreken. Het is niet
toegestaan, uitgezonderd extreme gevallen, na het negende uur na te blijven.
E
Als een leerling een les niet meer bij mag wonen (door er bijvoorbeeld uit
gestuurd te worden), moet hij zich onmiddellijk melden bij zijn teamleider. Als
die er niet is, meldt hij zich bij een andere teamleider of bij een lid van de
directie. De rest van het uur wordt doorgebracht in het OLC.
F
De bevoegdheid een straf op te leggen komt alleen toe aan de schoolleiding.
Deze bevoegdheid is niet overdraagbaar. Straffen zijn onder andere het
opgeven van een vierkant rooster, (tijdelijke) inbeslagneming van voorwerpen,
ontzegging tot bepaalde lessen, activiteiten of ruimten, uitsluiting van een
werkweek/excursie, schorsing en definitieve verwijdering van de school.
G
De regels over schorsing en definitieve verwijdering van de school zijn te vinden
in het schoolreglement van CVO.
H
Tegen een opgelegde straf kan een leerling in beroep gaan bij de
geschillencommissie. De straf wordt hangende het beroep niet opgeschort.
7.4 Schade
A
De schade die door een leerling in of aan het schoolgebouw of aan de
inventaris van de school is toegebracht, wordt hersteld op kosten van hen die
de schade veroorzaakten. Voor beschadiging of diefstal van fietsen,
kledingstukken, e.d. in en bij het schoolgebouw of tijdens een externe stage kan
de school niet aansprakelijk gesteld worden.
B
Indien een leerling voor enige schade verantwoordelijk is, stelt de school de
ouders daarvan in kennis.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Dagelijkse gang van zaken
pagina 15 van 16
8 PROCEDURE EN GELDIGHEID
8.1 Procedure
A
Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het schoolbestuur. Zij gaan niet
over tot vaststelling voordat de schoolleiding, de personeelsleden, de ouders en
de leerlingen zich over het leerlingenstatuut hebben kunnen uitspreken.
B
Voor tussentijdse wijzigingen wordt overlegd gepleegd met de VMR.
8.2 Geldigheidsduur
A
Het leerlingenstatuut treedt in werking op 1 oktober 2014 en heeft een
geldigheidsduur van twee jaar.
B
Indien de schoolleiding een maand voordat de geldigheidsduur van het
leerlingenstatuut afloopt, geen voorstel tot wijziging heeft ontvangen, zal het
leerlingenstatuut in dezelfde vorm wederom twee jaar geldig zijn.
C
Tussentijdse wijzigingen zijn mogelijk.
8.3 Publicatie
A
Het leerlingenstatuut ligt ter inzage op de school op een voor iedereen
toegankelijke plaats en wordt gepubliceerd via de website van de school.
B
Wijzigingen aan het leerlingenstatuut worden openbaar bekendgemaakt.
8.4 Toepassing
A
Het leerlingenstatuut is bindend voor alle leerlingen, ouders, personeelsleden
en het bevoegd gezag.
B
Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en -terreinen zowel
onder schooltijd als daarbuiten, bij alle activiteiten die van de school uitgaan.
C
Bij strijdigheid van de bepalingen van het leerlingenstatuut met hogere
regelingen, gaan de laatste voor.
8.5 Handhaving
A
Bij vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut,
is het in het algemeen gangbaar en raadzaam eerst bezwaar aan te tekenen bij
de betrokkene(n) en te proberen samen tot een oplossing te komen.
B
Indien dit geen bevredigende reactie oplevert, kunnen de mentor, teamleider of
vertrouwenspersoon op de hoogte worden gesteld. Zij kunnen dan een
bemiddelende rol te vervullen. Bemiddeling vindt binnen 5 schooldagen plaats.
C
Als na deze bemiddeling geen overeenstemming bereikt wordt, het gevoel van
onvrede blijft leven, of als door de aard van de klacht bemiddeling niet de
aangewezen weg is, kan men handelen naar de klachtenregeling.
8.6 Geen regeling
In gevallen waarin geen regeling voorziet, beslist de rector.
© PENTA college CSG Jacob van Liesveldt 2014.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1). Alle rechten voorbehouden.
Leerlingenstatuut 2014 (versie 1)
PENTA college CSG Jacob van Liesveldt
Procedure en geldigheid
pagina 16 van 16