Gemeente van Christus, Toen ik het verhaal over graan

Gemeente van Christus,
Toen ik het verhaal over graan en onkruid las, moest ik denken aan een ervaring uit mijn jeugd. Ik was 16
en had een vakantiebaantje bij de plantsoendienst in Harderwijk. Onkruid wieden was één van de
voornaamste dingen waar ik me toen mee bezig hield. Ik moest er aan denken toen ik de gelijkenis over
graan en onkruid las. Ik zei eens al schoffelend tegen een vaste medewerker: “onkruid vergaat niet.”
Waarop de man zei: “onkruid bestaat niet.”
Ik dacht: “hé dat is interessant” en ik vroeg hem: “Wil je uitleggen wat je bedoelt?” En dat wilde hij
uiteraard. Hij zei: “Wat jij onkruid noemt is eigenlijk kruid dat staat op een plek waar het niet hoort of waar
wij het niet wensen.” Dat was een mooie les. Ik denk trouwens dat deze man er geestelijk gezien anders
over dacht, want hij was zwaar gelovig en legde een grote nadruk op de zondigheid van de mens. Veel
onkruid dus.
De realiteit gebiedt ons te zeggen dat er zowel onkruid als kruid bestaat. Zowel in de natuur als
overdrachtelijk gezien. Wat goed is, is goed en wat slecht is, is slecht, daar kan niemand omheen. Jezus
vertelt een spiegelverhaal over die werkelijkheid van onkruid en graan, zeg maar onkruid en goed kruid.
Die twee groeien samen op. Dagelijks gebeuren er goede en kwade dingen in de wereld, zijn er goede
krachten en kwade machten actief.
Het beeld van het spiegelverhaal is helder. De werkers op het land stellen een logische vraag aan de boer:
zullen we het onkruid tussen het graan weghalen? Maar de boer zegt nee, doe dat maar niet want stel je
voor dat je het graan lostrekt terwijl je het onkruid aan het wieden bent. Het groeit zo dicht bij elkaar.
Wacht maar tot het graan is uitgegroeid en de oogsttijd daar is. Dan is het graan sterk genoeg en kun je
eerst het onkruid vernietigen.
En het graan verzamelen in mijn schuur. De vraag is: wat bedoelt Jezus met dit verhaal? Het is een verhaal
uit een serie verhalen over het koninkrijk der hemelen. Het koninkrijk van de hemel vergelijkt Jezus met
een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. De akker is de wereld. De boodschap van het koninkrijk
van de hemel wordt uitgezaaid op de akker van de wereld. Maar op die akker wordt ook allerlei ander zaad
gezaaid.
Het goede zaad wordt overdag gezaaid. Iedereen mag het zien, het goede zaad wordt in het volle licht
gezaaid, is transparant. Maar als de mensen slapen in de nacht wordt het onkruid gezaaid. De nacht staat
voor duisternis, voor stiekem, is dat wat het daglicht niet kan velen. Je kunt het zaaien van onkruid niet
voorkomen, het is een realiteit. Je kunt proberen het onkruid te verdelgen, maar het gevaar is dat je daarin
ook goed kruid meeneemt…
Met onkruid verdelgen moet volgens de gelijkenis gewacht worden tot de dag van de oogst is
aangebroken. Dat is op zich interessant om te weten, maar wat is nu het goede zaad en wat is onkruid?
Hoe onderscheidt je dat? Wie maakt uit wat goed zaad is en wat onkruid? Dat zijn spannende vragen.
Achterliggende gedachte van het uitstellen van de vernietiging van het onkruid is dat ieder mens dan kans
moet krijgen om de het goede zaad te ontvangen zodat het kan ontkiemen en vrucht dragen. Daar zit iets
van Goddelijk geduld achter. God is veel geduldiger met ons mensen dan dat wij mensen vaak met elkaar
zijn. Jezus is minder snel met oordelen en met afrekenen met mensen dan zijn leerlingen dat zijn.
Het appèl van het spiegelverhaal is: laat beiden, graan en onkruid, samen opgroeien tot de oogst. De
wortels van graan en onkruid kunnen in elkaar verstrengeld zitten en als je dan begint te trekken aan het
onkruid, kan het maar zo gebeuren dat je het goede kruid mee trekt. Het verschil tussen onkruid en graan
is de vrucht die op een bepaald ogenblik te zien is. Dat is het criterium waarop bij de oogst de zuivering
plaats vindt.
Het is niet de opdracht van het koninkrijk van God om scheiding aan te brengen tussen de mensen. Zoals
God zijn zon laat opgaan over bozen en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en
onrechtvaardigen zo zal het volk van God in de wereld moeten leren dat goeden en slechten,
rechtvaardigen en onrechtvaardigen naast elkaar leven. Het is niet de opdracht om scheiding tussen
mensen aan te brengen.
Het is wel de opdracht van het Koninkrijk om te strijden tegen onrecht en terreur en tegen oorlog en
discriminatie. Om het kwade te overwinnen door het goede. De eigenaar van de akker geeft op een
bepaald moment het sein dat de maaiers het onkruid bij elkaar moeten halen en verbranden. De oogst is
hier beeld van het oordeel dat God voltrekken zal over de volkerenwereld.
Het samen opgroeien van het goede zaad en het onkruid is een realiteit die we niet kunnen veranderen. De
openheid naar de toekomst, het geduld van de eigenaar van de akker moet de burgers van het koninkrijk
motiveren om datzelfde geduld op te brengen en het oordeel over de opposanten van het koninkrijk uit te
stellen. De knechten van de eigenaar van de akker hebben duidelijk moeite met deze opstelling van de
eigenaar.
Maar dat is de lijn die de eigenaar hanteert. Zijn zorg is gericht op het behoud van het goede zaad. Het doel
van de eigenaar is dat de vrucht die het goede zaad oplevert wordt bijeengebracht in zijn schuur op de tijd
van de oogst. De schuur zal gevuld worden ondanks teleurstelling en tegenslag. Jezus ervaart tijdens zijn
optreden vriendschap en vijandschap en de laatste verdraagt Hij maar gaat door met zijn werk.
In dat spoor neemt Hij zijn vrienden mee. Van de werkers in het koninkrijk wordt hetzelfde gevraagd. Zorg
blijven houden voor het goede zaad, zorgen dat het kan groeien en intussen verwachten dat er eens een
eind komt aan alle onrecht en duisternis, aan alle vijandschap tegen het rijk van God . Dat is de positie van
de gemeente van Christus in deze wereld. Het licht van Christus steekt helder af tegen de duisternis van de
vijand.
De moeilijkheid van dit spiegelverhaal is wel: wie maakt uit wat goed zaad is en wat onkruid is. Er gebeuren
veel goede dingen door niet christelijke en niet religieuze mensen. En helaas hebben religies naast veel
goeds ook veel kwaads aangericht in deze wereld en dat gebeurt vaak nog. Ook daarvan geldt dat het
kwade overwonnen moet worden door het goede. Het zaad, het Evangelie van Gods koninkrijk deugt wel
en dat moet gezaaid blijven worden.
De gelijkenissen van Jezus roepen vragen op. Vragen bij zijn leerlingen. Vragen om uitleg, ook hier. De
uitleg van Jezus is klip en klaar. Die het onkruid zaait is de duivel. Het onkruid zijn de kinderen van het
kwaad, die zich openstellen voor het kwaad zelf. Met hen loopt het niet goed af, hun toekomst is ellende
en tandengeknars. Daartegenover staat een toekomst voor de kinderen van het koninkrijk die zullen
stralen als de zon.
Tegenover alle duisternis aangericht door godsdienstige en niet godsdienstige mensen staat de opdracht
om het koninkrijk te blijven verkondigen in woord en daad, lofprijzing en dienst De lofzang op de Eeuwige
moet gaande blijven in heel deze wereld, die zoveel scheuren van leed vertoont. Laat het groeien, dat is de
boodschap van de gelijkenis die Jezus vertelt. Laat het goede zaad groeien tegen de verdrukking in en zorg
dat de schuren vol komen!
“Onkruid vergaat niet”, dat leert de natuur ons. “Onkruid bestaat niet” is een fabeltje. Wij laten ons
voeden door de hoop dat eenmaal het onkruid wel zal vergaan. Die hoop is een aangevochten zaak, zeker
als er dingen gebeuren als afgelopen week, het neergestorte vliegtuig in Oekraïne, het oplaaiende geweld
in Gaza en Israël. Verbijsterend, onthutsend, afschuwelijk. Toch put ik hoop uit de gelijkenis: het kwaad zal
ooit verdwijnen.
En daar leven we naar toe en is het onze roeping om aan het goede zaad van het Evangelie gehoor te
geven, te blijven doorgeven en vorm te geven in navolging van Christus en zo te bouwen aan het koninkrijk
van God, een rijk van vrede, liefde en recht. Op hoop van zegen. Amen.