LETTER of COOPERATION LNG VOOR MOBILITEIT

6
LNG VOOR MOBILITEIT
Rotterdam neemt een unieke plaats in voor
vloeibaar aardgas (LNG) in mobiliteitstoepassingen. Met de aanlanding van LNG op de
Maasvlakte ontstaat de mogelijkheid voor
ontwikkeling van een complete LNG-infra­
structuur in Nederland en omringende landen,
om in de toenemende vraag naar schonere
transportbrandstoffen in het vrachtverkeer,
binnen- en kustvaart te voorzien.
Rotterdam is vanaf de ondertekening van de
Green Deal één van de voortrekkers van een
LNG-infrastructuur. Zo is Rotterdam de eerste
Europese haven met wet- en regelgeving voor
LNG. Deltalinqs vertegenwoordigt Rotterdam in
het Nationaal LNG Platform. Toepassing en
uitrol van LNG in de logistieke sector wordt
sterker met steun van het Centraal Bureau voor
de Rijn- en Binnenvaart en Transport en
Logistiek Nederland.
Nationaal LNG Platform
De rol van het Nationale LNG Platform is het
organiseren, stimuleren en faciliteren van
uitbreiding (vulpunten op tankstations),
ontwikkelingen (techniek) en toepassingen
(gebruikers). Daarbij is het van belang in te
haken op internationale en Europese (stimulerings)plannen. Deelnemers aan het LNG
Platform komen uit de energie, industrie en
logistieke sector.
Binnen het platform zijn vier werkgroepen actief
met deelnemers uit overheden, bedrijven en
kennisinstellingen. Zij richten zich op snelle
introductie van LNG door wet- en regelgeving,
ketenanalyse, omgevingsmanagement en
bio-LNG. Nieuwe issues worden direct door de
werkgroepen opgepakt. Een voorbeeld is de
succesvolle lobby die afgelopen jaar werd
gevoerd tegen een ongewenste accijns­
verhoging.
Doelstellingen
Rijden op LNG in plaats van op brandstoffen uit
olie biedt voordelen op het gebied van emissieen geluidsreductie. Het draagt dus bij aan
leefbaarheid, duurzaamheid en klimaat. Om de
uitstoot van broeikasgassen bij schepen te
verbeteren, is wel nodig dat er eisen worden
gesteld aan methaanemissies. Bij stabiele
accijnzen wordt de concurrentiepositie van
Rotterdam als vestigingsplaats, van de Nederlandse scheepvaart en van de binnenstedelijke
en internationale transportsector vergroot. Voor
de nationale economie wordt daarom een
significante toename van het BNP en groei van
de werkgelegenheid ingeschat. Het doel voor
2015 (het jaar dat de Green Deal eindigt):
50 kustvaartschepen, 50 binnenvaartschepen
en 500 vrachtwagens op LNG.
LETTER of COOPERATION
Activiteiten 2014 - 2018
•
Bevorderen van de LNG-infrastructuur voor
wegvervoer en scheepvaart, in binnen- en
buitenland. Denk hierbij aan bouwen van
bunkers, pompstations etc. Het LNG-Platform ontwikkelt business cases voor de
verschillende transportmodaliteiten.
•
Voortgang van (inter)nationale afstemming
over vergunningverlening, normering, plaats
in de brandstoffenmix en accijns. Dit gebeurt
door contacten op internationaal vlak (o.a.
via het Centraal Bureau voor de Rijn- en
Binnenvaart).
•
Onderzoek naar invoering van LNG in de
binnenstedelijke transportsector in samenwerking met Transport en Logistiek
Nederland.
•
Onderstrepen van belang voor stabiel
belastingregime om de toepassing van LNG
nu en in de toekomst structureel mogelijk te
maken.
•
Ontwikkelen veiligheidsrichtlijnen voor
transport en toepassing van LNG. In 2013
zijn de PGS 33, deel 1 en 2, gereedgekomen.
De PGS-reeks beschrijft de stand der
techniek voor het ontwerpen, bouwen en
functioneren van LNG-tankstations. De
nieuwe richtlijn versnelt de realisatie van een
LNG-tankinfrastructuur, doordat voor alle
betrokken partijen duidelijk is aan welke
eisen een tankstation moet voldoen.
•
Versnellen van introductie van bio-LNG,
waarbij de focus ligt op stroomlijning van de
regelgeving rond LNG. Dit moet de overgang
naar LNG uit hernieuwbare bronnen
bespoedigen, evenals nuttige toepassingen
van reststromen uit biomassa.
•
Ontwikkelen van infrastructuur en markt
voor LNG. Om de uitstoot van broeikasgassen bij schepen te verbeteren, is nodig
dat er eisen worden gesteld aan methaan­
emissies, waarbij het Nationaal LNG
Platform inspraak heeft.
•
Dialoog onderhouden met natuur- en
milieuorganisaties voor zorgvuldige weging
van de milieuvoordelen die LNG als fossielgeoriënteerde brandstof biedt.
•
Opzetten van een LNG-kenniscentrum, om
de verzamelde informatie beschikbaar te
stellen een interne en externe stakeholders,
zoals VNG en IPO.
Ambassadeur Deltalinqs Energy Forum Task Force:
Ernest Groensmit, Koninklijke Vopak N.V.
Robert Kasteel, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart