School Ondersteunings Profiel bekijken

1
Schoolondersteuningsprofiel
Passend Onderwijs
2011-2015
Basisonderwijs
CBS De Parel (05xb)
Directeur: Harry Messchendorp
IB-er: Annemieke Rietveld
Datum: augustus 2012
Update: augustus 2014
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel - 05 XB
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: de School CBS De Parel In Muntendam ............................................................... 4
1.1
Inleiding ............................................................................................................... 4
1.2
Uitgangspunten voor Passend Onderwijs ................................................................... 6
1.2.1
Gezamenlijke verantwoordelijkheid ................................................................... 7
1.2.2
De onderwijsbehoeften staan centraal ............................................................... 7
1.3
Reflectie op zorgbeleid in de afgelopen periode.......................................................... 7
1.4
De School – actuele gegevens ................................................................................. 8
1.5
Het toelatingsbeleid van onze school ........................................................................ 9
1.6
VVE, doorstroming van de peuterspeelzalen naar CBS de Parel en SpraakMakend. ........ 10
Hoofdstuk 2: Visie op zorg en begeleiding ............................................................................. 13
2.1
Visie op zorg en begeleiding ................................................................................... 13
2.2
Visie en onderwijsconcept van CBS De Parel ............................................................ 14
2.3
Visie en missie van het samenwerkingsverband 1.04 Veendam e.o. ............................ 16
Hoofdstuk 3: De ondersteuningsstructuur .............................................................................. 16
3.1
Zorgniveau 1: de Basisondersteuning in onze school ................................................. 16
3.1.1
Organisatie van de zorg in de groepen .............................................................. 16
3.1.1.1.
Directe instructie model. ................................................................................. 18
3.1.2
Taak van de groepsleerkracht bij ondersteuning .............................................. 188
3.1.3
Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij ondersteuning ........................ 198
3.1.4
Taakomschrijving onderwijsassistent bij ondersteuning..................................... 198
3.1.5
Deskundigheidsbevordering onderwijsassistent bij ondersteuning ...................... 198
3.1.6
Taakomschrijving Intern Begeleider.................................................................. 20
3.1.7
Deskundigheidsbevordering Intern Begeleider ................................................... 21
3.1.8
Het Leerlingvolgsysteem en de toetskalender .................................................... 21
3.1.9
Protocol leesproblemen en dyslexie .................................................................. 22
3.1.10
Organisatie van het ondersteuningoverleg op school .......................................... 22
3.1.11
Handelingsgericht werken en plannen van de ondersteuning ............................... 25
3.1.12
De procedure bij doorstroom en uitstroom ........................................................ 26
3.1.13
Consultatie in de leerlingbegeleiding ............ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.8
3.1.14
Diagnostiek en aanvullend onderzoek en observatie ........................................... 28
3.1.15
Werken met Individueel handelingsplan ............................................................ 28
3.1.16
Werken met Individueel handelingsplan ............................................................ 28
3.1.17
Aanmelding voor ambulante begeleiding van het expertisecentrum
…
29
3.1.18
Aanmelding bij bovenschools zorg adviesteam(ZAT)/verwijsindex zorg ............ Fout!
Bladwijzer niet gedefinieerd.0
3.1.19
Aanmelding bij instelling voor jeugdzorg ........................................................... 30
3.1.20
Organisatie van de ambulante begeleiding in school .............. Fout! Bladwijzer niet
gedefinieerd.0
3.1.21
Voorbereiding terugplaatsing vanuit speciale basisschool ....... Fout! Bladwijzer niet
gedefinieerd.1
3.1.22
Aanvraag extra ondersteuning in de vorm van een arrangement
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
3
3.1.23
3.2
Het profiel van de basisondersteuning op onze school
31
Zorgniveau : De extra ondersteuning in onze school
32
Definitie ................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.2
3.2.1
3.2.2
Toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal (basis) onderwijs
gedefinieerd.2
. Fout! Bladwijzer niet
3.2.3
Handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren .... Fout! Bladwijzer niet
gedefinieerd.2
3.2.4
Werken met een ontwikkelingsperspectief .... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.3
3.2.5
Voorbereiding aanvraag arrangement .......... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.4
Hoofdstuk 4: Kwaliteit en borging ......................................................................................... 37
4.1
Instrument voor kwaliteitszorg – zorg en begeleiding ................................................ 37
4.2
Archivering leerlingengegevens en dossiervorming .................................................... 37
Hoofdstuk 5: Samenwerking met anderen in de ondersteuning ................................................ 38
5.1
Samenwerking met ketenpartners in de zorg ............................................................ 38
5.2
Samenwerking met onderwijspartners ..................................................................... 39
Hoofdstuk 6: Ouders en zorgplicht ........................................................................................ 41
6.1
Contact met ouders............................................................................................... 41
6.2
Zorgplicht Passend Onderwijs ................................................................................. 41
Bijlagen:
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Formulier verslag oudergesprekken
Formulier groepsoverzicht
Formulier groepsplan
Formulier individueel handelingsplan
Werkwijze bij eigen leerlijn
Formulier uitstroom/ ontwikkelingsperspectief
Formulier verslag leerlingenbespreking
Formulier verslag groepsbespreking
Dyslexieprotocol
Doorstroom of overgangsprotocol inclusief PO-VO overgang
Document archivering leerling-gegevens/dossier
Toetskalender LVS
Stappenplan zorg van het WSNS samenwerkingsverband
Protocol Medisch Handelen
Protocol toelating, schorsing en verwijdering
Inschrijfformulier CBS De Parel
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
17
18
19
20
21
22
Terugplaatsingsprotocol SWV
Formulier eigen leerlijn
Beroepsstandaard interne begeleider
Aanmeldingsformulier PCL
Format doublures
Format en handleiding interventie(formulieren)
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
4
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
5
Hoofdstuk 1: de School
1.1
Inleiding
In dit Onderwijsondersteuningsprofiel geeft de school aan hoe de organisatie van de ondersteuning
op de school eruit ziet en welk aanbod van onderwijs en ondersteuning aan alle leerlingen bij ons
op school geboden kan worden.
Zoals in het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs staat is de school verplicht een
Onderwijsondersteuningsprofiel op te stellen dat deel uitmaakt van een dekkend regionaal
onderwijszorgaanbod. Het referentiekader bevat een aantal uitspraken en uitgangspunten die
kaderstellend zijn voor besturen.
Ons Onderwijsondersteuningsprofiel hebben wij deels al gebaseerd op het referentiekader Passend
Onderwijs (eindversie 2012).
Referentiekader passend
Onderwijs
Wet
RICHTEN
Passend Onderwijs
Overheid/Samenleving
Ondersteuningsplan
INRICHTEN
Passend Onderwijs
Schoolbesturen
School-
VERRICHTEN
ondersteuningsprofiel
Professionals onderwijs
In de diverse notities en discussie over Passend Onderwijs worden de begrippen
basisondersteuning en extra ondersteuning gehanteerd.
Scholen moeten minimaal voldoen aan een door het samenwerkingsverband Passend Onderwijs
vastgesteld niveau van basisondersteuning. Naast basisondersteuning worden in het
referentiekader aspecten van meer intensieve of specialistische ondersteuning voor specifieke
doelgroepen genoemd.
Basisondersteuning beperkt zich tot scholen voor basisonderwijs en wordt vastgesteld door de
samenwerkende zorgplichtige schoolbesturen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
6
Het begrip basisondersteuning is direct gerelateerd aan het begrip basiskwaliteit waarop het
onderwijstoezicht van de inspectie is geënt.
Ons Onderwijsondersteuningsprofiel voldoet aan de in het samenwerkingsverband Passend
Onderwijs Groningen overeengekomen definitie van “basisondersteuning” en tevens wordt
aangegeven welke externe partners betrokken worden bij de ondersteuning in en om de school.
Onze school maakt deel uit van het bovengenoemd regionaal samenwerkingsverband Passend
Onderwijs. In dit regionaal samenwerkingsverband is een dekkend aanbod onderwijsondersteuning
aanwezig (zie het “Onderwijsondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend
Onderwijs Groningen 20.01).
Het document waarin dit Onderwijsondersteuningsprofiel is beschreven maakt onderdeel uit van
ons schoolplan 2011-2015. In het schoolplan 2011-2015 wordt hier ook naar verwezen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
7
1.2
Uitgangspunten voor Passend Onderwijs
Voor een adequate uitvoering van de zorg en begeleiding van alle leerlingen hanteren wij de
volgende uitgangspunten:








Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van:
o Methodeonafhankelijke toetsen Leerlingvolgsysteem
o Methodeonafhankelijke eindtoetsing
o Methodegebonden toetsen
Systematisch analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling;
Extra zorg voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose,
handelingsplanning, evaluatie;
Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning;
Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen;
Toepassing van afgesproken procedures en protocollen;
Centrale opslag van leerlingengegevens in leerling-dossier;
Gestructureerde en planmatige zorg en begeleiding voor leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften zonodig in een eigen leerlijn/ ontwikkelingsperspectief:
In de organisatie van de ondersteuningsstructuur van onze school gaan we uit van de twee
ondersteuningsniveaus: Basis Ondersteuning en Extra Ondersteuning.
Niveau 1: Basisondersteuning:
Het onderwijs en de ondersteuningsvoorzieningen van de school zelf. De basisondersteuning is het
aanbod van onderwijs en ondersteuning die de school zelf in en om de groepen leerlingen binnen
de eigen schoolorganisatie kan bieden aan alle leerlingen. De kern van basisondersteuning wordt
uitgevoerd in de groep. Hieronder vallen ook maatregelen voor alle leerlingen zoals werken in
differentiatiegroepen, onderwijsassistenten, remedial hulp, en coaching door interne begeleiders en
andere deskundigen van de school (taal- en reken specialisten, leerlingbegeleiders, logopedisten,
vertrouwenspersonen ).
Onder de basisondersteuning valt ook het onderwijs en de ondersteuning met behulp van externe
voorzieningen om de school heen.
De school blijft zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijs aan de leerlingen, maar
schakelt daarbij de hulp in van externe deskundigen. Om de school heen hebben wij een vangnet
van hulpbronnen: ambulante begeleiders, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg,
jeugdzorg, tijdelijke opvangplekken.
Onze Basiszorg heeft een permanent karakter en is bestemd voor alle leerlingen.
Niveau 2: Extra ondersteuning:
Dit is het aanbod aan onderwijsondersteuning in de vorm van arrangementen dat zowel in onze
eigen school als in gespecialiseerde voorzieningen zoals die in het samenwerkingsverband in de
regio aanwezig is (bijv.: speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs). Bij een verwijzing naar
speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs draagt de school de verantwoordelijkheid voor de
leerling over aan deze voorziening. Extra ondersteuning is op onze school aan de orde indien onze
basisondersteuning ontoereikend is op één of meer van de volgende aspecten:
 Aandacht en tijd;
 Deskundigheid;
 Methoden en materialen;
 Inrichting van het schoolgebouw;
 Samenwerking met ketenpartners. Welke grens er is aan de zorg op school. Wanneer een
verwijzing overwogen wordt en hoe deze verloopt wordt hier beschreven.
Om te komen tot een transparant en niet bureaucratisch proces van arrangeren dicht bij de school
waardoor de extra ondersteuning snel ingezet kan worden kunnen drie fasen worden
onderscheiden: vaststellen, bepalen en toewijzen (zie par. 3.2.10 ).
Extra ondersteuning kan zowel permanent als tijdelijk van aard zijn en is bestemd voor leerlingen
met complexe speciale onderwijszorgbehoeften.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
8
Wij nemen als CBS De Parel onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Dit
betekent dat wij elkaar informeren en helpen. Daarbij leren we van elkaar en vergroten op deze
manier onze deskundigheid. Wij evalueren onze eigen rol om ervan te leren.
Binnen de groepen staat het handelen van de leerkracht centraal. “Wat heb ik nodig om dit kind te
kunnen helpen?” is onze basisvraag. Externe hulp zal zich richten op deze vraag om van daaruit de
leerlingen te kunnen ondersteunen in hun leerproces. Dit leerproces gebeurt onder
verantwoordelijkheid van de leerkracht zoveel mogelijk in de groep. De leerkracht krijgt hierbij
ondersteuning van onze interne begeleider en de directie.
Daarnaast is er ondersteuning mogelijk van de intern begeleider door de consultatief
leerlingbegeleider van de VCO-MOG.
Wij informeren de ouders over het leerproces van hun kind(eren). De voortgang van het leerproces
leggen we vast en de ouders weten wat daar staat. We vragen van de ouders om mee te denken
en te spreken, zodat we samen verantwoordelijk zijn voor het leerproces van het kind.
1.2.1.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Wij nemen als CBS De Parel (directie, interne begeleider en groepsleerkrachten) gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Dit betekent dat wij elkaar informeren en helpen. Daarbij
leren we van elkaar en vergroten op deze manier onze deskundigheid. Wij evalueren onze eigen rol
om ervan te leren.
Binnen de groepen staat het handelen van de leerkracht centraal. “Wat heb ik nodig om dit kind te
kunnen helpen?” is onze basisvraag. Externe hulp zal zich richten op deze vraag om van daaruit de
leerlingen te kunnen ondersteunen in hun leerproces. Dit leerproces gebeurt onder
verantwoordelijkheid van de leerkracht zoveel mogelijk in de groep. De leerkracht wordt hierbij
ondersteund door de interne begeleider. De voortgang van het onderwijsleerproces wordt dagelijks
gevolgd en vastgelegd.
Wij informeren de ouders over het leerproces van hun kind(eren). We vragen van de ouders om
mee te denken en te spreken, zodat we samen verantwoordelijk zijn voor het leerproces van het
kind.
1.2.2.
De onderwijsbehoeften staan centraal.
Wij werken op CBS De Parel met groepsplannen1. De leerkracht in de groep werkt
handelingsgericht op basis van een didactisch groepsoverzicht, waarin ook de onderwijsbehoeften
van de leerlingen in kaart zijn gebracht met behulp van:







het dagelijks volgen van het onderwijsleerproces (bijv. m.b.v. logboek of journaal);
methodeonafhankelijke toetsen;
methodegebonden toetsen;
observaties;
signaleringslijsten;
gesprekken met leerlingen;
gesprekken met ouders.
Op basis van de onderwijsbehoeften van de kinderen wordt het groepsplan opgesteld.
1.3
Reflectie op zorgbeleid in de afgelopen periode
Onze school is een school in ontwikkeling. Het team is zich met elkaar aan het professionaliseren.
Het team wil daarbij ook de leerlingen betrekken in het zelfverantwoordelijk zijn en tot verdere
uitwerking van zelfstandig werken en biedt dat aan via verschillende leerstrategieën. Daarbij
ontwikkelen wij ons op het gebied van het ‘Handelingsgericht werken’ en volgen wij de invoering
van de 1-Zorgroute die op bovenschools niveau wordt ingevoerd en begeleid.
Mede door de invoering van handelingsgericht werken verandert onze kijk op leerlingen. Het accent
in de zorg gaat steeds meer verschuiven van het geven van remedial teaching aan individuele
leerlingen, naar het meedenken met de leerkracht over een adequate aanpak van zorgleerlingen in
de groep. De vragen van leerkrachten, ouders en leerlingen zijn het uitgangspunt van de zorg
geworden.
1
Zie bijlage 3: Formulier groepsplan CBS De Parel.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
9
We zijn voortdurend cyclisch bezig onze onderwijskwaliteit te verbeteren. Voor elk verbetertraject
maken we een plan van aanpak. Als instrumenten hierbij gebruiken we de Kwintookaarten (ook wel
kwaliteitskaarten genoemd). Zicht hebben op onze zorg en de kwaliteit op zorg verbeteren is één
van onze prioriteiten. Hiervoor hebben wij een plan van aanpak met verbeterpunten in de zorg en
begeleiding opgesteld. De verbeteritems zijn opgenomen in ons schoolplan en schooljaarplan
1.4
De School – actuele gegevens
In deze paragraaf geven we de meest actuele kengetallen die betrekking hebben op de
ondersteuning in de school. De gegevens zijn tevens van belang voor het ontwikkelen van beleid
op niveau van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Ieder jaar worden de kengetallen
opnieuw geïnventariseerd. Jaarlijks worden deze kengetallen in het schooljaarverslag gepubliceerd.
 Welke leerlingen zitten er op de school/ wat is hun sociale context
 Aantal leerlingen op school/ evt. de prognose komende jaren;
 Aantal leerlingen met een arrangement ( ambulante begeleiding, logopedische hulp,
remedial teaching e.d.));
 Aantal verwijzingen naar sbo /so;
 Meest voorkomende aard van problematiek bij de zorgleerlingen
 Deskundigheid van personeel in de school t.b.v. extra ondersteuning
 Arrangementen qua inrichting en hulpmiddelen voor leerlingen met specifieke beperkingen;
 Gegevens van het samenwerkingsverband waar de school deel vanuit maakt.
Aantallen per 1-10-2011
Aantallen
School
Leerlingenaantallen
94
Leerlingen met gewichtscore
17
leerlingen met rugzak
1
SWV
Deskundigheid
School
Orthopedagoog/psycholoog
Aantal of aantal uur per
week
0
Schoolmaatschappelijk werk en/of
Jeugdverpleegkundige GGD
0
Logopedie
0
Motorische remedial teaching
0
Sociaal emotionele ontwikkeling-
0
SWV
Gedragsdeskundige
Specialist Hoogbegaafdheid
0
Rekenspecialist
2
Taal/leesspecialist
0
Er wordt ( 2011-2012 ) door het zorgplatform aan deskundigheid 2.0664 ingezet worden in de basis scholen
van het gehele SWV ( 38 scholen). Omgerekend zou dit globaal iets minder dan 2 uur per school op weekbasis
zijn.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
10
Het gaat hierbij om consultatieve leerling begeleiding en ambulante begeleiding. Inzet orthopedagogen en
administratie en coördinatie van het SWV zijn hierin niet meegerekend.
zorgvoorzieningen
School
Hulp in RT ruimte
Is aanwezig
Hulpmiddelen slechtziende leerling
Is niet aanwezig
Hulpmiddelen slechthorende leerling
Is niet aanwezig
Plusklas
Is niet aanwezig
Time out opvanggroep
Is niet aanwezig
Voor- en Vroegschoolse Educatie
Is aanwezig
1.5
SWV
Het toelatingsbeleid van onze school
Binnen het bestuur van VCO Midden- en Oost Groningen is een gezamenlijke procedure
afgesproken rond de aanmelding, inschrijving en toelating van de leerlingen.
Zodra een kind 3 ½ jaar is kan hij/zij worden ingeschreven op school. De ouders ontvangen dan
een inschrijfformulier2, een intakegesprek en een schoolgids. Hierin staat het toelatingsbeleid
beschreven.
Van de peuterspeelzaal ontvangen wij een overdrachtformulier met gegevens van de betreffende
leerling. De gegevens van de intake- en overdrachtformulieren gaan naar de leerkracht van groep
1/2 en worden in de dossierkast opgeslagen.
Bij aanmelding voert de directeur van de school een kennismakingsgesprek, geeft informatie en
laat de school zien. De kennismakingsperiode beslaat meerdere dagdelen nadat het kind drie jaar
en 9 maanden is geworden.
Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs in werking getreden. Deze wet
maakt mogelijk, dat ouders van leerlingen met een extra onderwijsbehoeften hun kind kunnen
aanmelden bij onze basisschool. Wij hebben in dat geval gedurende een periode van 6 weken de
tijd om na te gaan of het kind kan worden toegelaten op de school. Wij kunnen zo nodig deze
periode eenmalig met 4 weken verlengen. Indien wij besluiten dat het kind niet kan worden
toegelaten treedt de zorgplicht in werking en zijn wij er aan gehouden om een passende
onderwijsplaats voor het kind te vinden.
Onze school heeft zorgplicht in het kader van deze wet en wij hechten grote waarde aan het belang
van de betrokken leerling en de ouders.
Het schoolbestuurlijk beleid is vastgelegd in de notitie: “Toelating, verwijdering en schorsing”.
Daarin staat de uitgebreide procedure beschreven. Deze is op de website van het schoolbestuur te
vinden ( zie www.vco-middenenoostgroningen.nl)
2
Zie bijlage 3: “Inschrijfformulier CBS De Parel”
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
11
1.6 VVE, doorstroming van de peuterspeelzalen naar CBS De Parel en
het project SpraakMakend.
De letters VVE staan voor Voor- en Vroegschoolse educatie
Het VVE beleid wil zeggen dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan taalprogramma’s met als
doel zonder taalachterstand aan de basisschool te kunnen beginnen. Als kinderen goede aansluiting
vinden bij het onderwijs zal dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en een goede carrière
vergroten. Het programma begint bij de peuterspeelzaal en loopt door in groep 1 en 2.
Spraakmakend
SpraakMakend is een pilotproject van het ministerie van OCW, de provincie Groningen, en de
gemeenten Bellingwedde, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde.
Het pilot is gestart in 2008 en is geëindigd in de zomer van 2011.
SpraakMakend heeft als doel het opheffen en voorkomen van achterstanden in de taalontwikkeling
van alle doelgroepkinderen in de 7 Oost-Groninger gemeenten, zodat deze kinderen een goede
start in groep 1 van de basisschool kunnen maken.
De uitvoerende partner is de GGD Groningen. De GGD Groningen heeft vanaf de geboorte ‘alle
kinderen in zicht’. Zij kan selectiecriteria hanteren om de doelgroep daaruit te benoemen en te
registreren.
De GGD heeft mogelijkheden om toegang te krijgen tot deze gezinnen om zodoende de factoren
die een goede taalontwikkeling belemmeren te helpen verminderen en zij kan kinderen toe leiden
naar voorschoolse voorzieningen.
Subdoelen



Factoren die het opvoeden negatief beïnvloeden tijdig opsporen en verbeteren door middel
van interventies.
Gezond gedrag bevorderen bij de doelgroepgezinnen.
Versterken van samenwerkingsverbanden met andere instellingen die een rol hebben op
het gebied van opvoedingsondersteuning en taal- en leesbevordering van jonge kinderen
Om dit te bereiken is ingezet op een integrale aanpak op 6 speerpunten.
Het voorkomen en opheffen van taalachterstand bij alle doelgroeppeuters wordt nagestreefd
middels 6 speerpunten:
1. Realiseren van een 100% doelgroepbereik, gekoppeld aan een goede screening
2. Realiseren derde en waar mogelijk vierde dagdelen voor doelgroeppeuters.
3. Optimaliseren van een hoog professioneel niveau van de peuterspeelzalen door verdere
investeringen in erkende VVE-programma’s, scholing en materialen
4. Versterken van het aanbod voor 0-4 jarigen en hun ouders door middel van een bewezen
taal/leesprogramma (Boekenpret) in combinatie met een nieuw programma (Leesmeter),
gekoppeld aan de huidige VVE-programma’s.
5. Realiseren van een professionele begeleidingsstructuur in en rond de peuterspeelzalen door
middel van een netwerk van interne begeleiders, ondersteund door consultatieve
begeleiding
6. Meten van de effectiviteit van bovengenoemde speerpunten
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
12
De activiteiten die de GGD wil inzetten zijn gebaseerd op een model van signalering,
interventie en verwijzing.
Signalering
In de zuigelingenleeftijd wordt via een brede signalering met het programma Samen Starten
systematisch aandacht besteed aan het functioneren van gezinnen op verschillende domeinen. De
basis wordt gevormd door het DMO-gespreksprotocol, dat gehanteerd wordt tijdens de consulten
op het consultatiebureau. Dit gespreksprotocol wordt toegepast bij alle kinderen tijdens de
consulten.
Met het protocol wordt tijdens de consulten systematisch de opvoedingssituatie en veranderingen
daarin gevolgd, waardoor het steeds aangrijpingspunten biedt voor interventies. Onderwerpen die
besproken worden zijn de competentie van de ouder, rol van de partner, sociale steun, obstakels
(zoals financiële situatie) en welbevinden van het kind.
Op het consultatiebureau wordt de taalontwikkeling op vaste momenten gemeten. Op de leeftijd
van 2jr, 3jr en 3jr,9maanden wordt bij alle kinderen de taalontwikkeling gemeten met behulp van
het screeningsinstrument SNEL. Met dit screeningsinstrument wordt een goed beeld verkregen
van taalproductie en taalbegrip
Interventie
In de zuigelingenleeftijd van 6 weken tot 1,5 jaar biedt het programma Stevig Ouderschap
ondersteuning aan gezinnen met een verhoogd risico op opvoedingsproblematiek.
De gezinnen met een verhoogd risicoprofiel krijgen een ondersteuningsprogramma aangeboden,
dat bestaat uit 6 huisbezoeken door een tot SO-interventieverpleegkundige opgeleide
wijkverpleegkundige en een telefonisch contactmoment. Doel van dit programma is het voorkomen
van ernstige opvoedingsproblemen.
In de peuterleeftijd wordt het programma Peuter in zicht aangeboden. Peuter in zicht is een
oudercursus die aan ouders van doelgroepkinderen wordt aangeboden als onderdeel van het
consultschema. In de cursus Peuters in zicht! leren ouders drie hoofdvaardigheden:



Steunen, ouders realiseren zich dat hun peuter zich ontwikkelt vanuit de veilige basis die
zij bieden.
Stimuleren, ouders leren hoe zij hun kind op een goede manier kunnen stimuleren
zelfstandiger te worden.
Sturen, ouders leren om duidelijke regels en grenzen aan te geven, vanuit een positieve
opvoedingshouding.
Licht Pedagogische Hulpverlening is één van de mogelijkheden om de opvoedkundige competentie
van ouders te vergroten. In alle 9 Oost-Groninger gemeenten wordt dit in het kader van
SpraakMakend aangeboden. Ouders van kinderen van 0-4 jaar met lichte opgroei- en
opvoedproblemen kunnen deelnemen.
Verwijzing
De ouders van alle kinderen worden attent gemaakt op het belang van de PSZ. Bij ouders van
doelgroepkinderen wordt er extra aandacht aan besteed middels de mogelijkheid tot het brengen
van motiverende huisbezoeken.
Actief verwijzen op consult
Tijdens het consult van 18 maanden worden alle ouders actief benaderd door de
wijkverpleegkundige met de vraag of hun kind deel gaat nemen aan de PSZ.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
13
Actief verwijzen middels extra huisbezoek
Ouders van doelgroepkinderen die niet zelf of via het consultatiebureau te motiveren zijn om hun
kind naar PSZ te laten gaan wordt een extra huisbezoek aangeboden door de wijkverpleegkundige.
In dit huisbezoek wordt het belang van peuterspeelzaalbezoek toegelicht.
Extra overleg met PSZ
Intensiveren van contact tussen wijkverpleegkundige JGZ en PSZ om regelmatig gebruik van PSZ
te volgen en signalering en ondersteuning te verbeteren.
JGZ gaat per gemeente in overleg met coördinatoren PSZ om te bespreken hoe dit per gemeente
uitgevoerd kan worden. En wie vanuit de PSZ aanwezig is bij dit overleg, leidster PSZ of de intern
begeleider. Met alle coördinatoren PSZ is afgesproken om aan te sluiten bij het samenwerkingsconvenant dat peuterspeelzalen en JGZ hebben. Lokaal worden afspraken gemaakt of ook
kinderopvang in deze extra overleggen wordt betrokken.
Helaas is door bezuinigingen de IB’er van de Peuterspeelzaal niet meer als zodanig werkzaam.
Het VVE-beleid wordt ingezet in 2013; zie schoolplan 2011-2015
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
14
Hoofdstuk 2: Visie op ondersteuning
2.1
Visie op zorg en begeleiding
VCO Midden- en Oost Groningen heeft als visie het onderwijs zo inclusief mogelijk te geven, in
scholen waarin alle kinderen en hun ouders welkom zijn.
Onderwijs dat zo inclusief mogelijk is of wel Passend Onderwijs gestalte willen geven door de
uitgangspunten van de 1-zorgroute, zoals in grote lijnen opgesteld door WSNS in het kader van
Handelingsgericht werken uit te voeren.
Een algemene visie op Passend Onderwijs staat in het werkdocument: “Passend Onderwijs en het
referentiekader voor de zorgplicht” (Harten, 28 juni 2010). Daarin wordt Passend Onderwijs
ingekaderd zoals in onderstaand schema is samengevat.
Alle leerlingen
succesvol op school
Leerlingen zijn
gezond
Alle leerlingen
volgen het
onderwijs dat bij
hen past
2
1
Er is specialistische
en toegankelijke
ondersteuning voor
leerlingen die dat
nodig hebben
Het onderwijs op de
scholen is van goede
kwaliteit
Leerlingen voelen
zich veilig
3
Er zijn voldoende
fysieke voorzieningen
van goede kwaliteit
In dit schema wordt de relatie gelegd tussen de maatschappelijke doelstelling- alle leerlingen zijn
succesvol op school- en de domeinen gezondheid en veiligheid.
Hiermee wordt aangegeven dat de doelstelling van passend onderwijs niet zonder deze
voorwaarden gerealiseerd kan worden. Er is daarvoor ook samenwerking nodig met andere
(zorg)instellingen in de omgeving van de school: de z.g. ketenpartners. Om succesvol te zijn op
school is meer nodig dan alleen een passend onderwijsaanbod. Leerlingen moeten gezond zijn en
zich veilig voelen op school en thuis.
Alle leerlingen zijn succesvol op school wanneer zij onderwijs volgen dat bij hen past.
Dat vereist ook onderwijsvoorzieningen die van goede kwaliteit zijn en toegankelijke onderwijszorg
voor leerlingen die dat nodig hebben. Ook hiervoor is samenwerking met andere gespecialiseerde
onderwijsvoorzieningen in de regio noodzakelijk. De vereiste samenwerking realiseert de school op
het niveau van het samenwerkingsverband.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
15
Bij het streven naar succesvol zijn op school en onderwijs bieden dat past bij elke leerling hanteren
wij de volgende uitgangspunten:



Passend onderwijs is zo regulier/normaal mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zoveel mogelijk
in partnerschap met de ouders van het kind;
Passend onderwijs sluit aan bij de leer- en ontwikkelingsbehoefte die de leerlingen hebben;
Het onderwijsaanbod en de arrangementen zijn passend als zij gericht zijn op en bijdragen
aan een ononderbroken ontwikkeling van het kind.
Bij het streven naar succesvol en passend onderwijs willen wij in de school het handelen door de
leerkrachten op basis van onderwijsbehoeften bevorderen. Daarbij verandert onze manier waarop
wij naar leerlingen kijken. Het accent in de ondersteuning verschuift van het geven van hulp aan
individuele leerlingen, naar het meedenken met de leerkracht over een adequate aanpak van met
extra ondersteuning in de groep. We noemen dit het handelingsgericht werken in de groep en het
handelingsgericht begeleiden van leerlingen.
Bij het handelingsgericht werken gaan we uit van de leerling met zijn totale ontwikkeling. De
leerling-kenmerken worden zo volledig mogelijk onderzocht en beschreven. Daarbij gaan we juist
niet uit van de zwakke kanten van de leerling, maar van zijn /haar sterke punten. Daarmee kunnen
wij de onderwijsbehoefte van iedere leerling positief benoemen waardoor het leer- en
ontwikkelingproces van het kind wordt gestimuleerd.
2.2
Visie en onderwijsconcept van CBS De Parel
Ons onderwijsconcept
Bij de inrichting van het onderwijs op onze school laten wij ons leiden door een aantal principes:







Gezamenlijke missie;
Nadruk op basisvaardigheden, met name voor taal/leesonderwijs;
Hoge verwachtingen van leerlingen en het stellen van heldere doelen;
Systematische evaluatie van leerlingprestaties;
Ordelijk schoolklimaat en schoolomgeving met veel aandacht voor structuur en regels;
Effectieve besteding leertijd
Centrale rol voor de leerkracht als regisseur van het onderwijsleerproces
Op CBS De Parel proberen we een goed evenwicht te vinden in het overbrengen van kennis, het stimuleren
van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden.
We hanteren op school het leerstofjaarklassensysteem, wat betekent dat we per jaar of
leeftijdsgroep een vaste leerinhoud overbrengen. Dit noemen we de basisstof. Daarbinnen geven
we zoveel mogelijk aandacht aan de individuele leerling, rekening houdend met alle verschillende
niveaus. Elke leerling wordt zo gevolgd in zijn ontwikkeling. Daarnaast vinden we de ontwikkeling
van sociale vaardigheden van groot belang. De kinderen leren met elkaar om te gaan en
verdraagzaam te zijn.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
16
Verder willen we een school zijn:
- waar kinderen met plezier naar toe gaan
- waar kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen: ontwikkeling van hoofd (verstandelijk), hart
(sociaal-emotioneel) en handen (creatief).
- waar kinderen worden gestimuleerd naar hun beste kunnen te presteren. En dan niet alleen bij
lezen, rekenen en schrijven, maar ook op andere gebieden: samenwerken, elkaar helpen, iets
moois maken, iets organiseren, goed naar anderen kunnen luisteren en zelf je gedachten kunnen
verwoorden.
- waar aandacht is voor de basisbehoeften van kinderen, zoals: zorg voor hun gezondheid,
beweging, structuur en duidelijkheid, veiligheid, geaccepteerd zijn, de behoefte aan uitdaging en
creativiteit.
De leerlingen op onze school worden ingedeeld in jaargroepen, de 4/5 jarigen vormen groep 1, de
5/6 jarigen groep 2 enz. Leerlingen die extra hulp behoeven, worden dan ook in principe door de
eigen groepsleerkracht geholpen. De taak van deze IB er bestaat uit het organiseren van het
systeem voor de reguliere ondersteuning en voor de extra ondersteuning voor de hele school.
De inhoud en organisatie van ons onderwijs wordt voor een groot deel bepaald door de
onderwijsleermethodes die we gebruiken. De keuze van die methodes is dan ook erg belangrijk. Bij
de aanschaf van een nieuwe methode letten we er op, of de methode qua inhoud voldoet aan het
gestelde in de kerndoelen, of het geschikt is voor combinatiegroepen en of kinderen er zelfstandig
mee kunnen werken. Ook letten we erop, of de methode past bij de christelijke identiteit van onze
school. In onze school wordt door de leerlingen een groot deel van de tijd besteed aan het bezig
zijn met de eigen weektaak. Bepaalde opdrachten worden ook door kinderen samen of in overleg
uitgevoerd. De bedoeling is dat kinderen leren samen te werken en leren verantwoordelijkheid te
dragen voor eigen werk.
Het zelfstandig werken hebben wij als organisatievorm door de hele school ingevoerd. De kinderen
in groep 1 en 2 werken met een planbord, waarop de dagindeling en de verschillende taken staan.
Vanaf groep 3 werken we met taakbrieven.
Visie
De school van vandaag is al niet meer de school van morgen.
Ons onderwijs is geen confectieartikel. Er is geen sprake van een standaard leermodel, waar alle
kinderen en leerkrachten zich naar moeten voegen. Vanuit ons leerstofaanbod en didactisch
handelen, leveren wij maatwerk. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met verschillen tussen
kinderen. Kinderen worden niet afgestemd op het onderwijs, maar wij stemmen ons
onderwijsaanbod waar nodig en waar mogelijk af op de kinderen. Dat is voor ons een voortdurend
leerproces dat nooit af is.
Tenslotte moet de school voor een kind een plaats zijn, waar het zich thuis voelt en waar het zich
veilig voelt. De relatie tussen leerkracht en kind moet zo open zijn, dat het kind weet dat het altijd
bij de leerkracht terecht kan. De leerkrachten zorgen voor voldoende toezicht, zodat ze op de
hoogte zijn van problemen tussen kinderen.
Onze school wil een lerende organisatie zijn. Dat betekent dat we vanuit onze visie op kinderen en
onderwijs voortdurend aan het leren zijn. We leren van en met elkaar en dat we proberen ons
onderwijs voortdurend aan te passen. Omgekeerd betekent het eveneens dat we onze visie op
kinderen en onderwijs niet voor de eeuwigheid vastligt. Ook die verandert van tijd tot tijd en
passen we die aan.
Vernieuwing is voor ons geen doel op zich, maar gericht op continue verbetering.
Wat dit voor ons in de praktijk betekent, staat vastgelegd in onze schoolgids.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
17
Vanuit dit inzicht hebben wij onze visie opgesteld:
CBS De Parel is een (protestants) christelijke school die vanuit Gods liefde kinderen wil onderwijzen en
begeleiden in hun cognitieve ontwikkeling en persoonlijke groei naar eigen
verantwoordelijkheid, zelfstandigheid goede sociale vaardigheid.
Dit leren vindt plaats in een veilige omgeving waar ruimte is voor zorg en structuur en waar
rekening wordt gehouden met individuele verschillen.
Hoofdstuk 3: De ondersteuningsstructuur
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de ondersteuningsstructuur op CBS De Parel georganiseerd is.
De beschrijving van de ondersteuningsstructuur is grotendeels gebaseerd op het handelingsgericht
werken zoals in de 1-zorgroute is ontwikkeld. (A. Clijsen, 2007)
Zorgniveaus
Op CBS de Parel werken we op basis van convergente differentiatie met 4 zorgniveaus per groep:
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
1:
2:
3:
4:
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
die
die
die
die
het reguliere aanbod volgen (A-leerlingen)
met extra instructie en ondersteuning het reguliere aanbod volgen (B-leerlingen);
méér aan kunnen (C-leerlingen);
zijn losgekoppeld van het reguliere programma (D-leerlingen).
Op basis van deze 4 niveaugroepen zijn onze groepsplannen per vak uitgewerkt.
3.1
Zorgniveau 1: de Basisondersteuning in onze school
3.1.1 Organisatie van de zorg in de groepen
De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht. Dit doen wij door middel van groepsplannen.
Centraal staat: de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkracht verzamelt systematisch
gegevens van alle leerlingen door middel van dagelijkse observaties, analyses, schriftelijke
opdrachten, methode gebonden toetsen, methodeonafhankelijke toetsen, gesprekken met
leerlingen, leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders en vragenlijsten. Deze gegevens worden
geordend en systematisch bijgehouden in het groepsoverzicht per vakgebied. Groepsoverzichten 3
worden bewaard in een groepsmap/zorgmap. De toetsgegevens worden vastgelegd in het
gestandaardiseerde leerlingvolgsysteem (ParnasSys) van de school.
Groepsplannen zijn afgeleid van het schoolplan. In het schoolplan staan de leergebieden
beschreven op basis van de kerndoelen (op termijn referentieniveaus). Voor alle leergebieden geeft
de school aan welke methodes en materialen gebruikt worden en hoe de leergebieden in niveaus
ingedeeld gedurende de hele basisschoolperiode aan bod komen. Leerkrachten die samen met een
interne begeleider een groepsplan maken, bepalen op grond van de leerlingengegevens welk deel
van het schoolplan voor zijn of haar leerlingen geschikt is in een gegeven periode. De leerkracht
maakt in overleg met de interne begeleider uit het totale onderwijsaanbod een selectie voor
zijn/haar groep. Per jaar wordt er minimaal twee keer een nieuw groepsplan opgesteld door de
groepsleerkracht. Per periode van een groepsplan wordt er tussentijds geëvalueerd.
3
Zie bijlage 2: “Formulier groepsoverzicht CBS De Parel”.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
18
Differentiatie binnen de groep
In de groep zijn er soms (grote) verschillen tussen de leerlingen. Deze verschillen uiten zich in
verschillende onderwijs- en instructiebehoeften. In het groepsplan kan dan voor een deel van de
groep leerlingen een aangepaste doelstelling, instructiewijze en verwerkingswijze worden
aangegeven. Deze clustering van groepjes leerlingen vindt meestal plaats in een beperkt aantal
niveaus in dezelfde jaargroep (maximaal 3).
Convergente differentiatie
De school werkt volgens de uitgangspunten van de convergente differentiatie. Dat betekent:







Voor alle leerlingen, uitgezonderd leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn,
geldt dat aan hen in principe de leerstof t/m eind groep 8 wordt aangeboden;
Dit heeft als consequentie dat in principe aan álle leerlingen van een bepaalde groep de
leerstof voor de betreffende groep (leerjaar) wordt aangeboden;
Voor de “basisgroep” geldt dat aan hen het reguliere aanbod voor de betreffende groep
wordt aangeboden;
Voor “plusleerlingen” geldt eventueel een extra / aanvullend / verdiepend aanbod. Aan hen
worden ook hogere eisen gesteld wat betreft het verwachte resultaat op de toets;
Voor “risicoleerlingen” geldt dat extra instructies / begeleiding nodig zijn om het doel van
het betreffende leerjaar te halen. Aan hen worden wat lagere eisen gesteld wat betreft het
resultaat op de toets. Voor deze categorie leerlingen worden interventies geschreven;
Differentiatie houdt dus in:
o differentiatie t.a.v. instructie (pre-teaching, verlengde instructie, geen instructie);
o begeleiding (pedagogische aanpak, begeleiding bij werkhouding en concentratie);
o minimumaanbod dat voldoet aan de kerndoelen (referentieniveaus) van de
betreffende groep;
Leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn hebben een eigen leerdoel, dat
afwijkt van het leerdoel van de groep. Ditzelfde kan eventueel ook gelden voor
hoogbegaafde leerlingen. (M.Balvert, 2010)
Om de organisatie van de zorg op verschillende niveaus in de groep mogelijk te maken heeft de
school het systematisch leren van zelfstandig werken ingevoerd in alle groepen. Hierdoor krijgt de
leerkracht de mogelijkheid om te differentiëren (instructie, verlengde instructie, pre-teaching )
Bij de aanpak in combinatiegroepen wordt ook met drie groepen per klas gewerkt, de praktische
uitvoering hiervan vraagt andere organisatievaardigheden van de leerkracht en kan per
groepssituatie aangepast worden.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
19
Kort samengevat:
Convergente differentiatie
Binnen de vier zorgniveaus waarmee wij werken passen wij de convergente differentiatie toe. Dit
betekent voor ons:
1.
Basisstof
Dat het basis leerstofaanbod van CBS De Parel wordt aangeboden tot en met eind groep 8 op basis
van de kerndoelen (met uitzondering van leerlingen in zorgniveau 4, de D-leerlingen);
2.
1F-niveau
Dat de beheersing van de referentieniveaus voor Taal en Rekenen minimaal op het fundamenteel 1F
niveau ligt voor de leerlingen in de zorgniveaus 1, 2 en 3;
3.
1S-niveau
Dat de beheersing van de referentieniveaus voor Taal en Rekenen minimaal op het Streefniveau 1S ligt
voor de leerlingen in zorgniveau 1 en 2;
4.
Basisstof voor alle leerlingen
Dat in beginsel in elke groep de basisleerstof voor de betreffende groep wordt aangeboden aan alle
leerlingen;
5.
Extra aanbod
Dat wij in elk geval voor leerlingen in zorgniveau 2 (B-leerlingen) binnen ons leerstofaanbod extra
aanbod hebben en aanbieden voor verdieping en verrijking;
6.
Differentiatie
Gedifferentieerde instructie (geen instructie, voorinstructie/preteaching, extra instructie) en
gedifferentieerde verwerking in alle groepen.
3.1.1.1.
Directe instructie model.
Instructie in de groep vindt plaats op basis van het “directe instructie model”. Dit model bevat de
elementen die noodzakelijk zijn voor effectieve instructie, het leren bevorderen en leerwinst
oplevert. Uit onderzoek is tevens gebleken dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de
meeste voortgang boeken als zij zo lang mogelijk bij het programma van hun basisgroep worden
gehouden, waar nodig met extra oefening en instructie.
Vandaar dat wij op CBS De Parel deze zogenoemde “convergente differentiatie” schoolbreed
toepsassen. Onze methoden zijn hierop zoveel mogelijk afgestemd door het “basisstof-,
herhalingsstof-, verrijkingsstofmodel en directe instructie model.
3.1.2 Taak van de groepsleerkracht bij ondersteuning
De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijke voor het signaleren van welke leerlingen extra
aandacht nodig hebben. Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken
werkwijzen in de school:














4
Observeren van leerlingen
Hanteren van registratie- en signaleringslijsten
Afnemen en registreren van methodegebonden toetsen
Afnemen van toetsen van leerlingvolgsysteem
Analyseren van observatie- en toetsgegevens van alle leerlingen
Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties
Opstellen van groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen)
Opstellen van groepsplannen en individuele handelingsplannen
Bespreken van de groepsoverzichten en groepsplannen tijdens de groepsbesprekingen met
de interne begeleider.
Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen
Bijwonen van groep- en leerling-besprekingen
Inbreng van leerlingen in leerling-besprekingen
Voeren van oudergesprekken4
Werken met diverse protocollen (zoals hoogbegaafdheid, dyslexie)
Zie bijlage 1: “Formulier oudergesprekken CBS De Parel”.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
20
3.1.3 Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij ondersteuning
De school gebruikt zowel interne als externe deskundigen ter ondersteuning van de uitvoering van
zorg en begeleiding in de groepen. Groepsleerkrachten kunnen hun deskundigheid en vaardigheden
vergroten door middel van:





Scholing (zowel individueel als op teamniveau)
Bijhouden van vakliteratuur
Collegiale consultatie
Coachen door de interne begeleider
Adviseren en coachen door extern deskundigen
De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in
het schooljaarplan en Schooljaarverslag.
3.1.4 Taakomschrijving onderwijsassistent bij ondersteuning
Onze school beschikt over een onderwijsassistent. De taak van de onderwijsassistent is het
assisteren van de groepsleerkracht. De onderwijsassistent kan hulp geven aan individuele
leerlingen maar kan ook werken met kleine groepjes/ groepen leerlingen. Er is een
taakomschrijving van de onderwijsassistente aanwezig.
3.1.5 Deskundigheidsbevordering onderwijsassistent ondersteuning
Onderwijsassistenten kunnen hun deskundigheid en vaardigheden vergroten door middel van:




Scholing
Bijhouden van vakliteratuur
Coachen door de interne begeleider
Collegiale consultatie
Onderwijsassistenten laten zich soms ook bijscholen op het gebied van specifieke voorzieningen en
technische hulpmiddelen voor leerlingen met beperkingen.
De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in
het schooljaarplan en Schooljaarverslag.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
21
3.1.6 Taakomschrijving intern Begeleider
De interne begeleider is verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van alle zorg,
ondersteuning en begeleiding binnen de school. De taken van de interne begeleider zijn hier
verdeeld aan de hand van een vijftal taakgebieden. Deze zijn afgeleid van de matrix “competenties
van de interne begeleider”.
1. Beleidstaken ondersteuning:

Opstellen en bewaken van de procedures in het ondersteuningssysteem van de school.

Opstellen en evalueren van de beslissingscriteria t.a.v. ondersteuningsniveaus ( o.a.
doorstroom protocol).

Opstellen van jaaroverzicht kengetallen ondersteuning.

Bewaken van de kwaliteit zorgverbreding op schoolniveau.
2. Taken m.b.t. vernieuwing en kennisverbreding betreffende de ondersteuning:






Initiëren en ondersteunen van expertise in de school m.b.t. ondersteuning.
Actief stimuleren van deskundigheidsontwikkeling bij leerkrachten en onderwijsassistenten
Actief stimuleren van collegiale consultaties, op school- en verenigingsniveau
Opbouwen en onderhouden van relatienetwerk binnen het Samenwerkingsverband.
Opbouwen en onderhouden van relaties met onderwijsbegeleiding en nascholingsinstituten
op gebied van ondersteuning.
Onderhouden van contacten en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen m.b.t. het
voortgezet onderwijs in samenwerking met leerkracht groep 8.
3. Coördinatie en beheerstaken:






Opstellen en bewaken jaarplanning ondersteuningsactiviteiten (zorgcyclus).
Coördinatie leerlingvolgsysteem (waaronder de toetskalender).
Opstellen roosters en coördinatie van de groep- en leerlingenbesprekingen.
Beheer van de leerlingendossiers.
Beheer van de orthotheek.
In samenwerking met leerkrachten van groep 8 de activiteiten rondom de eindtoets
bewaken, plannen, uitvoeren en evalueren.
4. Taken als coach:





Opzetten en leidinggeven aan groep- en leerlingenbesprekingen.
Uitvoeren van klassenconsultaties met als aandachtspunt het leraargedrag in de groep.
Geven van advies aan leraren t.a.v. ondersteuning in de groep.
Het coachen van leraren.
Inwerken van nieuwe leerkrachten m.b.t. de ondersteuningsstructuur van de school.
5. Leerling-gerichte taken:






Intakegesprekken met ouders van nieuwe leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.
Uitvoeren van diagnostisch onderzoek: observaties, pedagogisch didactisch onderzoek
(PDO)
Overleg met de leerkracht en/of de remedial teacher (over o.a. externe onderzoek/hulp
met externe deskundigen).
Gesprekken met ouders ( o.a. voorlichting en ondersteuning bij arrangementen).
Gesprekken met externe deskundigen (consultatief leerlingbegeleider, ambulant
begeleiders).
Begeleiden bij het proces van arrangeren.
Voor een uitvoerige functieomschrijving, de bekwaamheidseisen en de ethische code van de
interne begeleider verwijzen wij naar de beroepsstandaard Interne begeleider PO5 zoals wij die
hanteren.
5
Zie bijlage 19 “Beroepsstandaard interne begeleider”.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
22
3.1.7 Deskundigheidsbevordering Intern Begeleider
De interne begeleider(s) vergroten hun deskundigheid door gebruik te maken van:





Scholing.
Bijhouden van vakliteratuur.
Collegiale consultatie en intervisie met intern begeleiders binnen de VCO en in het SWV.
Consultatieve gesprekken met de consultatief begeleidster van de VCO
Na extern onderzoek gesprekken met de orthopedagoog of psycholoog van de
onderwijsbegeleidingsdienst.
Participeren in bestaande en nieuw op te zetten netwerken.


Binnen de samenwerkingsverbanden worden jaarlijks studiebijeenkomsten georganiseerd voor alle
intern begeleiders van de scholen.
Concrete scholing en deskundigheidsbevordering wordt benoemd in het schooljaarplan en
verantwoord in het schooljaarverslag van elke school.
3.1.8 Het leerlingvolgsysteem en de toetskalender
De school maakt gebruik van een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor
het volgen van de prestaties en ontwikkeling van alle leerlingen. Onder leiding van de interne
begeleider stellen de leerkrachten van groep 1 t/m 8 twee keer per jaar (zie voor het tijdstip van
afnemen de toetskalender6 de groepsresultaten vast aan de hand van de landelijk genormeerde
methodeonafhankelijke toetsen. Wij gebruiken hiervoor de volgende CITO LOVS -toetsen.
Overzicht LOVS toetsen:
Toetsen
Naam van de toets
Ruimtelijke oriëntatie en getalbegrip
CITO Rekenen voor kleuters
Beginnende geletterdheid
Screening beginnende geletterdheid CITO
Taal voor kleuters
Cito Taal voor kleuters
Woordenschat
Cito Woordenschat
Technisch lezen
DMT/AVI
Begrijpend lezen
CITO begrijpend lezen (2010)
Spelling
CITO spelling (2010)
Rekenen
CITO rekenen en wiskunde (2010 ) en 3.0
Sociaal emotionele ontwikkeling
ZIEN
Studievaardigheden
Studievaardigheden groep 7 en 8.
Eindtoets
CITO eindtoets
De resultaten van de toetsen worden binnen twee weken na het afnemen van de toetsen
vastgelegd in ParnasSys. Dit gebeurt door de leerkracht. We gebruiken daarnaast ook CITO LVS
voor alle toetsen om de trends goed te kunnen maken.
De Intern Begeleider zorgt voor opslag en bewaart de gegevens in de zorgmap. Voor leerlingen
met extra ondersteuningsbehoefte worden door de Intern Begeleider ook de individuele profielen
uitgedraaid. Deze gegevens bewaart de Intern Begeleider in het leerlingendossier.
De verslagen, handelingsplannen en evaluaties worden bewaard in de map Groepsplannen bij de
6
Zie bijlage: 12 “Toetskalender CBS De Parel”.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
23
desbetreffende groep.
Verslagen van gesprekken met ouders en externen worden bewaard in ParnasSys.
3.1.9 Protocol leesproblemen en dyslexie
Onze school werkt met het protocol ‘leesproblemen en dyslexie7’. (Dit zijn 4 boeken).
Het protocol is vernieuwd in 2010. Zie bijlage 9.
Meer informatie is te vinden op:
http://www.masterplandyslexie.nl
http://www.dyslexieroute.nl
http://www.steunpuntdyslexie.nl/dyslexie-op-school/protocollen-dyslexie
3.1.10 Organisatie van het ondersteuningsoverleg op school
Het ondersteuningsoverleg bij ons op school is volledig gebaseerd op de cyclus van het
handelingsgericht werken en plannen van de zorg conform het model van de 1-zorgroute. (Balvert,
2010)
Werkwijze CBS De Parel.
Algemeen:
Zorgcyclus CBS de Parel
Cyclus schooljaar
Tijdens de eerste 3 `a 4 weken van het schooljaar worden de eerste groepsplannen gemaakt.
Het groepsplan (voorkant kruisjesformulier/groepsoverzicht (didactisch en qua
onderwijsbehoeften), met daarachter de groepsplannen) wordt opgesteld en door de
groepsleerkrachten in het mapje van de computer gestopt (bureaublad account leerkracht). In
oktober vinden de groeps- en leerlingbesprekingen8 plaats. Deze worden uitgevoerd door de IB-er
en groepsleerkracht van de betreffende groep. Alle leerlingen worden besproken. De afspraken en
uitkomsten worden vermeld in ParnaSsys (bij notities). Informatie uit de leerlingbespreking die het
team moet weten, worden door de IB-er tijdens een teamvergadering teruggekoppeld. De
7
8
Zie bijlage 9: “Dyslexieprotocol”
Zie bijlage 7: “Formulier verslag leerlingbespreking”
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
24
leerlingen die langer en uitgebreider moeten worden besproken, worden besproken met een
teamvergadering. (B.v. middels intervisie).
In nov/dec vindt er een tussentijdse evaluatie plaats. De leerkracht vult van tevoren de
tussentijdse evaluatie in. De IB-er maakt met de groepsleerkrachten afspraken om de evaluatie te
bespreken. Tevens worden de uitslagen van de methodegebonden toetsen besproken. Ben je met
je huidige groepsplan op koers, of moeten er interventies worden gepleegd? In februari vindt er
een algemene evaluatie plaats n.a.v. de CITO’s. Vanaf februari t/m juli herhalen we deze
activiteiten. Op deze manier hopen we een goede structuur neer te zetten om de voorwaarden te
creëren om handelingsgericht te kunnen werken in onze groepen.
Daarnaast zal de IB-er begeleiding geven in de groepen t.a.v. HGW (groepsplan is de basis) d.m.v.
coaching en klassenbezoeken. Ook stemmen we de klassenconsultaties hierop af. (Bij elkaar in de
groepen kijken).
Oktober (groeps9- en leerlingbespreking):
De IB-er houdt met de groepsleerkracht(en) een groeps- en leerlingbespreking. Tijdens deze
bespreking is het groepsplan de basis en wordt het sociale groepsbesprekingsformulier besproken.
Daarnaast ook alle leerlingen. Tijdens de groeps- en leerlingbespreking staat centraal:
-
-
Het (didactisch) groepsplan staat centraal.
Het didactisch groepsoverzicht.
Alle leerlingen worden (kort) besproken. (didactisch, maar ook sociaal-emotioneel).
Leerlingen, waarbij er meer tijd nodig is, worden door de IB-er genoteerd voor de
leerlingbespreking. (Wordt besproken tijdens een teamvergadering)
Tijdens de groeps- en leerlingbespreking worden er afspraken gemaakt (b.v. over het
schrijven van interventies, handelingsplannen.
De resultaten van de methode gebonden toetsen.
Voor alle leerlingen komen de afspraken en bijzonderheden in ParnasSys te staan.
N.B. Leerlingbesprekingen:
 Gebeurt middels intervisie (b.v. wanneer je met een leerling vastloopt, of hulp zoekt)
 Met de IB-er wordt per bespreking overlegd, of er leerlingen zijn die op teamniveau moeten
worden besproken.. In sommige situaties kan dit noodzakelijk zijn.
 Altijd een terugkoppeling plaatsen in ParnasSys.
 Naast de teamvergaderingen zijn er diverse andere leerlingbesprekingen, zoals CLB, LGFgesprekken, gesprekken met ambulante begeleiders, oudergesprekken e.d.
November/december (tussentijdse evaluatie):
De leerkracht vult van tevoren de tussentijdse evaluatie in (format: zie documenten leerkracht).
De IB-er maakt met de groepsleerkrachten afspraken om de evaluatie te bespreken. Tevens
worden de uitslagen van de methodegebonden toetsen besproken. Ben je met je huidige
groepsplan op koers, of moeten er interventies worden gepleegd? Indien nodig worden de plannen
bijgesteld. (verschuivingen binnen het groepsplan/nieuwe leerlingen b.v.)
Opmerking: eventueel kan het bekijken van de methodegebondentoetsen en de evaluaties ook in 2
groepen besproken worden tijdens een teamvergadering.
Tip bij evaluatie B-leerlingen van het groepsplan; kopieer (knippen/plakken) de evaluatie
uit de interventieformulieren naar de format voor de tussentijdse evaluatie.
Na deze evaluaties is er contactavond gepland. We hebben daarmee alle leerlingen zo goed
mogelijk in beeld.
Januri/februari (CITO moment 1 & algemene evaluatie groepsplannen)
Na de CITO’s worden meteen de nieuwe plannen geschreven.
We houden als team een margemiddag, waarin we de CITO’s per groep bekijken en
gezamenlijke conclusies trekken, waarbij we de cyclus van het afgelopen half jaar
evalueren, waarbij bespreken hoe we verder gaan.
Februari t/m juli: zelfde cyclus als september t/m januari. Uiteindelijk: de warme
overdracht.
9
Zie bijlage 8: “Formulier verslag groepsbespreking CBS De Parel”.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
25
Doel van de leerlingbespreking is het inventariseren van een complexe hulpvraag van de leerkracht
met als mogelijke uitkomsten;
 Noodzaak tot verdere diagnostiek
 Aanpassen van het zorgniveau
 Bijstellen van het groepsplan/ individuele handelingsplanning/leerlijn.
 Inschakelen van externe zorg/ voorbereiding verwijzing.
Overdrachtsbespreking einde schooljaar
We evalueren de groepsplannen met de huidige leerkracht en ontvangende leerkracht en op basis
van deze gegevens wordt in het nieuwe schooljaar door de nieuwe leerkracht een nieuw groepsplan
opgesteld. De interventies worden door de huidige leerkracht geschreven voor de eerste 3 weken
van het nieuwe schooljaar. Het uitgangspunt is dat we in het nieuwe schooljaar direct kunnen
beginnen met het lesprogramma en dat we alle leerlingen goed in beeld hebben. De
onderwijsbehoeften staan centraal. Ook zijn alle plannen en interventieformulieren geëvalueerd.
In schema het zorgoverleg op school
Groepsbespreking 3
Evalueren groepsplan
Bijstellen groepsoverzicht
Overdracht naar volgende
groepsleerkracht.
(Eventueel concept
groepsplan volgende groep
opstellen)
(Bouw)team
zorgvergade
ring
Mei/juni
September
Leerlingbespreking
Leerlingbespreking
februari
Groepsbespreking 2
Evalueren groepsplan
Opstellen groepsplan
Nieuwe periode
Groepsbespreking 1
Opstellen groepsplan
Uitvoeren
november
(Bouw)team
zorgvergade
ring
Leerlingbespreking
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
Gedurende
het
schooljaar
steeds
aanvullen van
groepsoverzicht en
evt. doelen
bijstellen in
groepsplan
26
3.1.11
Handelingsgericht werken en plannen van de onderwijsondersteuning
In de uitvoering op school hanteren we de planningscyclus van het handelingsgericht werken zoals
in het project 1-zorgroute (WSNS +, NTO-Effekt, KPC) is weergegeven.
Daarin wordt het onderwijs gepland middels onze groepsplannen. Deze worden op een
systematische wijze gedurende het schooljaar steeds bijgesteld door de groepsleerkrachten aan de
hand van behaalde resultaten en de doelstellingen van het betreffende onderwijsleergebied. De
afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt hiermee zichtbaar vastgelegd. De
interne begeleider bespreekt met de groepsleerkrachten de specifieke onderwijsondersteunings
behoefte van leerlingen en de aanpak van de leerkracht daarbij.
Welke aanpak heeft succes en welke doelstellingen zijn in de volgende periode haalbaar voor deze
leerlingen. De stappen die bij het opstellen van een groepsplan worden doorlopen zijn:
1) evalueren voorgaande groepsplan en verzamelen van leerling-gegevens
2) vaststellen doelen voor de hele groep voor nieuwe groepsplan
3) selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
4) benoemen van specifieke onderwijsbehoeften
5) clusteren van leerlingen met gelijke specifieke onderwijsbehoeften
6) opstellen van het groepsplan
7) uitvoeren van het groepsplan
In het groepsoverzicht worden de stappen 1 t/m 4 verwerkt.
Voorafgaand aan de opstelling van het groepsplan wordt door de leerkracht de onderbouwing van
dit plan nauwkeurig vastgesteld aan de hand van de LVS gegevens, observaties en gesprekken met
leerlingen en ouders en weergegeven in een (groep)overzicht.
In onderstaand schema is aangegeven hoe deze planningscyclus iedere periode eruit ziet.
De basisondersteuning is het gedeelte links: Hier zien we de cyclus van waarnemen -begrijpenplannen en realiseren van het onderwijsaanbod (6 stappen). De groepsleerkracht is hier
verantwoordelijk voor. Hierbinnen vindt ook individuele ondersteuning plaats naar aanleiding van
signalen die allereerst aan bod komen in de groepsbesprekingen, daar wordt besloten of er een
individuele aanpak nodig is met evt. specialistische ondersteuning in de groep. De blauwe kolom
aan de rechterkant van het schema. geeft dit weer. Hier werkt de groepsleerkracht samen met de
interne begeleider en eventueel andere specialisten in de school.
De extra ondersteuning zit onderin het schema. De interne begeleider is hier verantwoordelijk voor
het goed doorlopen van alle processen en communicatie met alle betrokken partners.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
waarnemen
27
6) Uitvoeren
groepsplan
Intern handelen
(Niveau 1 en 2)
1) Groepsoverzicht/evalueren
Groepsbespreking
2) Signaleren van
leerlingen met
leerlingen
specifieke onder-
realiseren
wijsbehoeften
5) Opstellen
begrijpen
Oudergesprek
groepsplan
4) Clusteren
vergelijkbare
onderwijsbehoeften
plannen
leerlingen met
Zorgteam
school
3) Benoemen
onderwijsbehoeften
Individueel
handelingsplan
Melding
verwijsindex
15
Oudergesprek
ZAT
Externe zorg (Niveau 3)
Extern handelen (Niveau 3)
Handelingsgericht
begeleiden
3.1.12
Handelingsgerichte
diagnostiek
Zorg
Verwijzing
De procedure bij doorstroom en uitstroom
Tijdens de schoolloopbaan van leerlingen constateren leerkrachten soms dat een leerling met een
vertraagde ontwikkeling gebaat is bij een leerjaarverlenging en andere leerlingen met een snelle
ontwikkeling gebaat zijn met een leerjaarversnelling. De procedure voor doorstroom en uitstroom
hebben wij hiervoor vastgelegd in ons overgangsprotocol.
In het overgangsprotocol willen wij duidelijk richtlijnen afspreken met betrekking tot de overgang,
leerjaarverlenging en leerjaarversnelling evenals de overgang naar het voortgezet onderwijs.
Het overgangsprotocol is in samenwerking met het team en de MR tot stand gekomen.
Een samenvatting van het overgangsprotocol staat in de schoolgids.
In de bijlagen is het gehele overgangsprotocol10 beschreven.
Ook hebben we als CBS De Parel een formulier ‘doubleren’ 11, die moet worden ingevuld voor de
zittenblijvers.
Inhoudsopgave overgangsprotocol
Voorwoord
1.Algemeen en uitgangspunten
2.Toelichting leerjaarverlenging (afspraken en procedure)
3.Toelichting Leerjaarversnelling (afspraken en procedure)
4.Leerjaarverlenging, overgang en leerjaar-versnelling groep 1(criteria groep 1)
5.Leerjaarverlenging, overgang en leerjaar-versnelling groep 2 (criteria groep 2)
6.Leerjaarverlenging, overgang en leerjaar-versnelling groep 3 (criteria groep 3)
7.Leerjaarverlenging, overgang en leerjaar-versnelling groep 4 t/m 8 (criteria overgang
naar groep 5 t/m 8)
8. Overgang naar het Voortgezet Onderwijs (procedure en advies school)
9. Werken met een handelingsplan (procedure en criteria)
10. Werken met een eigen leerlijn (procedure en criteria)
10
11
1.
Overgang naar het voortgezet
2.
Werken met handelingsplan
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
(procedure en criteria)
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
Werken met een eigen leerlijn
(procedure en criteria)
Zie bijlage 10: “Overgangsprotocol”
onderwijs (procedure en advies school)
Zie bijlage 21: “Format doublure CBS De Parel”
3.
28
Het profiel van de basiszorg op onze school
Het profiel van de basiszorg op school komt overeen met de beschrijving van organisatie en
uitvoering van de zorg aan alle leerlingen zoals in de paragrafen 3.1.1 t/m 3.1.12 staat vermeld.
Wij streven ernaar dat alle leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel van het schoolteam
deze beschrijving kennen en kunnen toepassen. De procedures en afspraken zoals die in de
basiszorg op school aanwezig zijn moeten zij allemaal kunnen uitvoeren. Leerkrachten kunnen
daarbij wel verschillen qua deskundigheid en ervaring. Leren van elkaar is voor ons een belangrijk
uitgangspunt in de ontwikkeling binnen de school. De interne begeleider heeft een coördinerende
en coachende taak als het gaat om de leervragen van het team met betrekking tot de basiszorg.
Wij hebben als school het programma “Kind op de gang12” gevolgd. We hebben als team met
elkaar vastgelegd aan de hand van kindprofielen en casuïstiek welke zorgkwaliteiten wij in huis
hebben.
3.1.13
Consultatie in de leerlingbegeleiding
Uit de leerlingenbespreking kan naar voren komen dat aanvullende expertise van een extern
deskundige nodig is. Hiervoor is het mogelijk op VCO-niveau de consultatief leerlingbegeleiderster
in te schakelen. Ook kan een beroep gedaan worden op de expertise van het SWV. Voor een
consultatie met de orthopedagoog/ psycholoog van de schooladviesdienst legt de interne
begeleider het contact nadat toestemming is verkregen van de ouders/verzorgers van de
leerling(en). NB: het is ook mogelijk dat de school een orthopedagoog van het SWV/binnen het
bestuur raadpleegt.
3.1.14
Diagnostiek en aanvullend onderzoek en observatie
Soms is het nodig om aanvullend onderzoek uit te voeren om de specifieke onderwijsbehoeften van
de leerling goed in beeld te krijgen. Het kan dus zijn dat voor een verheldering van de
probleemanalyse een kindgericht onderzoek/observatie nodig is. Een dergelijk psychologisch en/of
didactisch onderzoek is onderdeel van een handelingsgerichte diagnostiek. De consultatieve
leerlingbegeleider (CLB) van de schooladviesdienst voert deze onderzoeken uit. Deze
schooladviesdienst heet binnen onze vereniging: het kwaliteitsnetwerk.
3.1.15
Werken met Individueel handelingsplan13
Indien blijkt dat een leerling, op welke wijze dan ook, een achterstand opbouwt in de cognitieve
ontwikkeling en/of de sociaal emotionele ontwikkeling kan extra ondersteuning door het werken
met een individueel handelingsplan gegeven worden. Individuele handelingsplanning geeft aan
waarin de aanpak voor deze leerling afwijkt van de eerder in het groepsplan gestelde aanpak.
Bijvoorbeeld: een bepaalde leerling heeft anders dan de andere leerlingen, na de groepsinstructie,
1 op 1 instructie nodig. Dat gaat alleen op voor deze leerling en het wordt dan ook genoteerd in
een individuele handelingsplanning. Zo is het individueel handelingsplan in feite een
verbijzondering van het groepsplan. Namelijk beschrijvend datgene dat van het groepsplan afwijkt
en datgene wat nader gepreciseerd wordt voor een bepaalde leerling.
In de handelingsplanning moet duidelijk zijn onderbouwd welke onderwijs aanpak nodig is, moet
duidelijk zijn wat het doel is, hoe dit wordt bereikt en op welke wijze er wordt getoetst of het doel
is bereikt en wat het vervolg is van deze evaluatie. Bijvoorbeeld alleen vermelden dat een leerling
een E of D score heeft als onderbouwing is niet voldoende. Er moet worden aangegeven hoe de
leerontwikkeling is geweest en welke interventies zijn gedaan door de groepsleerkracht. In het
groepsoverzicht worden de vorderingen en leerling kenmerken regelmatig bijgehouden door de
groepsleerkracht.
Tot slot zullen de ouders altijd geïnformeerd moeten worden. In het geval van een individuele
handelingsplanning (bijvoorbeeld de 1 op1 instructie) is er wettelijk gezien alleen sprake van
informatieplicht naar de ouders.
3.1.16. Taken ondersteuningsspecialisten op school
Wij hebben op school een schoolondersteuningsteam dat bestaat uit de intern begeleider en de
directeur (als eindverantwoordelijke voor zorg en begeleiding), aangevuld met een deskundige
met diagnostische expertise (multidisciplinaire ondersteuning in de basisondersteuning. Een
medewerker van het CJG kan het ondersteuningsteam aanvullen wanneer signalen over de
12
Zie bijlage 23: “Kind op de gang – CBS De Parel 2009”
13
Zie bijlage 4: Formulier individueel handelingsplan CBS De Parel”
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
29
ontwikkeling van een leerling daartoe aanleiding geven. Integrale afstemming en ondersteuning
wordt daarmee mogelijk(één kind, één plan).
Soms wordt de onderwijsassistent specifiek ingezet bij de individuele begeleiding van leerlingen
met een arrangement.
In de ondersteuning van de leerlingen op onze school beschikken we over de volgende
Voorbeeld
specialisten:








Logopedist; via logopediepraktijk Totaal. Zij huren een dag in de week
werkruimte bij ons op school.
Dyslexie (taal- lees) specialist
Rekenspecialist (dyscalculie)
Ambulant begeleider (SB / REC cluster 2,3 of 4)
Gedragsdeskundige
Schoolmaatschappelijk werk (CJG)
Schoolverpleegkundige (GGD)
Orthopedagoog/psycholoog
Taken remedial teacher / IB-er
Groepsniveau
Schoolniveau
Bovenschool niveau
Diagnostiek
Remediëring
Ondersteuning
groepsorganisatie en
differentiatie
Organiserende taken
bij toets afname LVS
Overleg collega’s RT
Scholing en deskundigheid
bevordering
Het inzetten van de interne specialistische onderwijszorg en begeleiding binnen de school behoort
tot de basisondersteuning van de school. Inzet van deze deskundigen vindt plaats nadat de vraag
van de leerkracht in de groep- en leerlingenbespreking aan de orde is geweest. De hulp en
begeleiding van de specialist kan zowel gericht zijn op de leerkracht als op de leerling. De
werkzaamheden van sommige ondersteuningsspecialisten richten zich ook op de preventie van
problemen en op ondersteuning van leerkrachten. De ondersteuningsspecialisten werken nauw
samen met de groepsleerkrachten en intern begeleider en werken uiteindelijk onder
verantwoordelijkheid van de directeur van de school.
3.1.17. Aanmelding voor ambulante begeleiding van het expertisecentrum
De interne begeleider en de groepsleerkracht kunnen in overleg met de orthopedagoog/psycholoog
of consultatief leerlingbegeleider (CLB) besluiten om een externe deskundige in te zetten als
ambulant begeleider vanuit een aanwezig expertisecentrum van het schoolbestuur of het
samenwerkingsverband. De ambulante begeleiding ondersteunt de leerkracht bij het
handelingsgericht werken aan de mogelijkheden om binnen de eigen groepssituatie tegemoet te
kunnen komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen.
Ambulante begeleiding kan bijvoorbeeld gaan over:




Lees- spelling- en rekenproblemen
Hoogbegaafdheid bij leerlingen
Werkhouding problemen
Sociaal-emotionele problemen
De procedure die gevolgd moet worden bij een aanvraag voor ambulante begeleiding is op het
niveau van het schoolbestuur vastgesteld.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
30
3.1.18. Aanmelding bij bovenschools zorg adviesteam (ZAT)/verwijsindex zorg
Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben worden allereerst door de leerkracht
gesignaleerd. Extra ondersteuning kan zich voordoen op het gebied van het leren, de
werkhouding, het sociaal emotioneel functioneren of de thuissituatie van de leerling. Als de
leerkracht en de interne begeleider vinden dat er sprake is van een onveilige en ongezonde
thuissituatie van de leerling dan kan de interne begeleider de leerling inbrengen in het
casusoverleg van het bovenschools zorg adviesteam (ZAT). Hiervoor dient de school
toestemming van de ouders te vragen. Het bovenschools ZAT kan onafhankelijk en
multidisciplinair adviseren over wat de leerlingen nodig hebben in hun ontwikkeling. In de
minimale opzet participeren in het bovenschools ZAT de volgende instellingen/functionarissen:
 Jeugdgezondheidszorg (schoolarts/ schoolverpleegkundige)
 De leerplichtambtenaar
 (school)maatschappelijk werk
 Jeugdzorg
In het zorgadviesteam gaat het om een maximale inzet van expertise van zowel de onderwijs- als
de gezinskant. Een consultatief leerlingbegeleider kan namens de school deel uitmaken van het
zorgadviesteam, als onafhankelijke deskundige.
Het zorgadviesteam (ZAT) kan als een loket functioneren voor leerkrachten, intern begeleiders
en ouders waarin afspraken zijn gemaakt voor de samenwerking van professionals achter de
voordeur van de school. Doel van deze samenwerking is: krijgen leerlingen wat ze nodig hebben,
zijn de lijnen kort, loopt er niemand meer van loket naar loket (kastje naar de muur)?
In het referentiekader van de zorgplicht is opgenomen dat iedere school de beschikking heeft
over of is aangesloten bij een ZAT waarin alle relevante disciplines op het terrein van onderwijs,
gezondheid en veiligheid zijn vertegenwoordigd. Voor basisscholen kan dit goed geregeld zijn op
het niveau van de schoolbesturen in de gemeente of de regio.
Regionale Verwijsindex Zorg
In alle gemeenten in de provincie Groningen is er een regionale verwijsindex zorg voor jeugd
ingesteld. Deze functioneert als een loket waar scholen meldingen kunnen inbrengen over
leerlingen over wie zorgvragen leven. In sommige gemeenten In sommige gemeenten heeft de
verwijsindex de functie en taken van het bovenschools zorgadvies team overgenomen.
Namens de school kan een vertegenwoordiger of directielid aangewezen worden als melder voor de
verwijsindex.
3.1.19. Aanmelding bij instelling voor jeugdzorg
Een directe aanmelding voor hulp vanuit de jeugdzorg kan alleen gedaan worden door de ouders
zelf. Hier kan de school dus alleen verwijzen naar het bureau voor jeugdzorg. Op verzoek van de
ouders kan de school wel informatie verstrekken aan jeugdzorg over de leerling. De interne
begeleider bespreekt de mogelijkheden met de ouders en adviseert deze om jeugdzorg in te
schakelen.
3.1.20. Organisatie van de ambulante begeleiding in school
Na bijvoorbeeld de toekenning van extra ondersteuning in de vorm van arrangement wordt de
extra begeleiding voor de leerling gestart. Voor deze extra begeleiding kan de school de hulp van
externe ambulante begeleiders krijgen. Bij meerdere arrangementen is het voor de uitvoering van
deze extra ondersteuning gebruikelijk een speciale zorgleerkracht of een ondersteuningsteam op
school aan te stellen.
Vanuit de VCO MOG zijn aangepaste LGF budgetten voor schooljaar 2014-2015 vastgesteld (zie
directiemail).
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
31
Een leerkracht van het ondersteuningsteam gaat met de leerlingen aan het werk. Er zijn intensieve
contacten met de ambulante begeleider, die is aangesteld vanuit het regionaal expertisecentrum
om de school te begeleiden. Gemiddeld 1 maal per 6 weken komt deze ambulante begeleider op
school. De ambulante begeleider observeert het kind, voert gesprekken met de ouders en de
groepsleerkracht. Samen stippelen zij een strategie uit om dit specifieke kind zo goed mogelijk te
begeleiden. Daarbij staat het welbevinden van het kind centraal. Alleen als een kind zich veilig
voelt zal het tot optimale prestaties komen. Dit geldt voor alle leerlingen, maar zeker bij leerlingen
met een beperking. Hun speciale wensen en behoeften zijn niet altijd vanzelfsprekend. Zij hebben
nog meer een op het kind gerichte aanpak nodig om goed te kunnen functioneren op school.
Op de geplande leerlingenbesprekingen van de interne begeleider met de groepsleerkracht en de
zorgleerkracht en op de algemene vergadering van het hele team over de ondersteuning wordt de
ontwikkeling van deze leerlingen besproken. Daar wordt ook aandacht besteed aan de noodzakelijke randvoorwaarden binnen de school bij de ondersteuning voor deze leerlingen.
3.1.21 Voorbereiding terugplaatsing vanuit speciale basisschool
Voor een terugplaatsing van een eerder verwezen leerling dient de speciale(basis)school contact op
te nemen met de interne begeleider of via de directeur van de basisschool. Hiervoor dienen de
ouders toestemming te geven.
Indien uit de leerlingenbespreking op de speciale (basis)school blijkt dat de leerling in aanmerking
komt voor regulier basisonderwijs zullen de ouders op de hoogte worden gebracht door de interne
begeleider van de SBO/SO school. De ouders zullen hun kind moeten aanmelden op de
basisschool. Zij zullen moeten instemmen met het traject terugplaatsing. Op schoolbestuurlijk
niveau is een procedure “terugplaatsing naar regulier basisonderwijs” opgesteld die de scholen
hierbij dienen te volgen.
Indien uit de leerlingenbespreking op de speciale (basis)school blijkt dat de leerling in aanmerking
komt voor regulier basisonderwijs zullen de ouders op de hoogte worden gebracht door de interne
begeleider van de SBO/SO school. De ouders zullen hun kind moeten aanmelden op de
basisschool. Zij zullen moeten instemmen met het traject terugplaatsing. Op schoolbestuurlijk
niveau is een procedure “terugplaatsing naar regulier basisonderwijs” opgesteld die de scholen
hierbij dienen te volgen.
3.1.22. Aanvraag extra ondersteuning in de vorm van een arrangement
Onze school streeft ernaar om ook leerlingen met extra onderwijsbehoeften een plek te geven.
Er zijn bijvoorbeeld leerlingen op school met een aandachtstoornis, een stoornis in het autistisch
spectrum, een gehoorprobleem of een spraaktaalstoornis.
Deze leerlingen hebben vaak veel extra ondersteuning van de leerkracht nodig.
Ook het groepsproces is belangrijk bij de ondersteuning van deze leerlingen.
Om goed tegemoet te kunnen komen aan de specifieke (onderwijs) behoeften van deze leerlingen
en om de leerkracht te ondersteunen vraagt de school in samenwerking met de ouders een
arrangement aan.Hoe dit in zijn werk gaat staat beschreven in hfdst. 3.2. : Extra ondersteuning.
3.1.23. Het profiel van de basisondersteuning op onze school
Het profiel van de basisondersteuning op school komt overeen met de beschrijving van organisatie
en uitvoering van de ondersteuning aan alle leerlingen zoals in de paragrafen 3.1.1 t/m 3.1.22
staat vermeld. Wij streven ernaar dat alle leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel van
het schoolteam deze beschrijving kennen en kunnen toepassen. De procedures en afspraken zoals
die in de basisondersteuning op school aanwezig zijn moeten zij allemaal kunnen uitvoeren.
Leerkrachten kunnen daarbij wel verschillen qua deskundigheid en ervaring. Leren van elkaar is
voor ons een belangrijk uitgangspunt in de ontwikkeling binnen de school.
De interne begeleider heeft een coördinerende en coachende taak als het gaat om de leervragen
van het team met betrekking tot de basisondersteuning.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
32
3.2
Zorgniveau 2: De extra ondersteuning in onze school
3.2.1. Definitie
Extra ondersteuning definiëren we als volgt:
‘ alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen’
Wanneer de basisondersteuning ontoereikend is om het te verwachten en onderbouwde ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau van een leerling te realiseren, is extra ondersteuning mogelijk .
De bekostiging hiervoor komt van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen 20.01.
De extra ondersteuning kan plaatsvinden:
1. In de basisschool (licht)
2. In een tijdelijke setting (medium)
3. In het SBO (medium) SO of VSO (zwaar).
Extra ondersteuning moet maatwerk zijn, toegesneden op de vraag:
 Wat heeft deze leerling nodig?
 Wat heeft de leerkracht nodig?
 Wat heeft de school nodig?
 Welke ondersteuning hebben de ouders nodig?
3.2.2. Toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal (basis)onderwijs
De schoolbesturen in het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen hebben afgesproken dat de toekenning van de extra ondersteuning handelingsgericht is en uitgaat van wat de
leerling/ de leerkracht/ de school of de ouders nodig hebben om ervoor te zorgen dat het
verwachte uitstroomniveau gerealiseerd kan worden.
Voor extra ondersteuning in het SBO/SO is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) wettelijk verplicht.
Het is eveneens wettelijk verplicht dat een commissie van advies (CvA) het bestuur van het
samenwerkingsverband adviseert over het afgeven van een TLV. Deze commissie moet minimaal
bestaan uit twee deskundigen, waaronder een orthopedagoog/ GZ- psycholoog.
De schoolbesturen die deel uit maken van samenwerkingsverband hebben besloten dat het Vraag
Profiel Instrument (VPI) ingevuld moet worden door de school (leerkracht )van een leerling waarvoor een TLV voor het SBO/SO is aangevraagd. Dit instrument maakt de ondersteuningsbehoefte
van de leerling duidelijk.
3.2.3. Handelingsgericht werken en handelingsgericht arrangeren
Om te bepalen welke extra ondersteuning nodig is en om hierin te komen tot maatwerk hanteren
wij de handelingsgerichte werkwijze zoals we hebben beschreven in par. 3.1.11. Op basis hiervan
kunnen we vervolgens vaststellen welk arrangement nodig is en waarbij we concreet kunnen
beschrijven wat er nodig is aan:






Aandacht en tijd
Deskundigheid
Methoden en materialen
Inrichting van het schoolgebouw
Samenwerking met ketenpartners
Wat is er nodig?
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
33
Ieder arrangement past in een matrix die bestaat uit vijf velden (zie schema). Deze velden zijn
ontleend aan het instrument ‘Indiceren vanuit onderwijsbehoeften’(IVO).
knoppen
leerling
leerkracht
schoolteam
ouders
Aandacht en tijd
Specifieke deskundigheid
methoden en materialen en
faciliteiten
Inrichting schoolgebouw
Samenwerking
ketenpartners
Uiteraard worden alleen de vlakken ingevuld die wezenlijk zijn voor het uitvoeren van de extra
ondersteuning omdat zij van invloed zijn op het ontwikkelingsproces van de leerling. De aspecten
in de linker kolom zijn de knoppen waarmee arrangementen op maat kunnen worden gemaakt.
Het proces van arrangeren leidt tot het ontwerpen van arrangementen die flexibel zijn qua duur,
omvang en intensiteit.
Om het verwachte ontwikkel- en uitstroomniveau van de leerling te realiseren stellen we vooraf
een ontwikkelingsperspectief op.
3.2.4.Werken met een ontwikkelingsperspectief
In het schoolplan staat het leerstofaanbod van alle vakgebieden van groep 1 t/m 8 beschreven. Via
het leerstofaanbod wordt verwezen naar kerndoelen en referentieniveaus. Leerlijnen zijn
beschreven door middel van de leerdoelen die de leerlingen doorlopen in een vast aantal niveaus.
Voor taal en rekenen gelden de landelijk beschreven referentieniveaus.( zie
http://www.slo.nl/downloads/2009/referentiekader-taal-en-rekenen-referentieniveaus.pdf)
Voorbeeld van een leerdoel is: het uit het hoofd kunnen splitsen, optellen en aftrekken van getallen
onder de 100. Voordat leerlingen dit kunnen is er veel gebeurd in het onderwijs.
De stappen die leerlingen moeten zetten op de leerlijn moeten voor leerkrachten duidelijk zijn. De
leerkracht plaatst zijn/haar leerlingen ergens op de leerlijn bij het opstellen van het groepsplan.
Onder het werken met een ontwikkelingsperspectief verstaan we dat het kind werkt op zijn/haar
eigen niveau en in een eigen tempo vorderingen maakt. Vooraf is aangegeven wat de te
verwachten uitstroombestemming zal zijn en de onderbouwing daarvan. Het werken met een
ontwikkelingsperspectief is alleen mogelijk bij de vakgebieden rekenen, spelling, schrijven en
technisch en begrijpend lezen.
De leerkrachten zorgen ervoor dat de volgende elementen in het ontwikkelingsperspectief
beschreven staan:


De te verwachten uitstroombestemming van de leerling; dit is de uitstroom naar één van
de reguliere vormen van voortgezet onderwijs dan wel uitstroom naar een van de
uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs.
De onderbouwing van de verwachte uitstroombestemming van de leerling. Deze
onderbouwing bevat de samenhangende argumenten die relevant zijn voor het onderwijs
en die daarmee de keuze onderbouwen voor een uitstroombestemming. Daarbij wordt
rekening gehouden met de mogelijkheden van de leerling in relatie tot de voor de
uitstroombestemming vereiste kennis en vaardigheden. De onderbouwing bevat tenminste
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
34


een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het
onderwijs aan de leerling (zowel kindgebonden als omgevingsfactoren). Wanneer het
bevoegd gezag het ontwikkelingsperspectief voor de eerste keer na inschrijving vaststelt ,
zal de onderbouwing een weergave zijn van de voor de uitstroombestemming relevante
gegevens in de beginsituatie van de leerling.
In het ontwikkelingsperspectief dient ook de te bieden ondersteuning en begeleiding
opgenomen te worden en, indien aan de orde, de afwijkingen van het onderwijsprogramma.
Het ontwikkelingsperspectief speelt een centrale rol in het cyclisch proces van planmatig
handelen bij het onderwijs. Gedurende het onderwijsleerproces wordt de ontwikkeling van
de leerling nauwkeurig gevolgd. Tenminste jaarlijks evalueert het bevoegd gezag met de
ouders het ontwikkelingsperspectief. Op basis van deze evaluatie treft het bevoegd gezag ,
indien nodig, extra maatregelen om de leerling op de koers richting uitstroombestemming
te houden of stelt het ontwikkelingsperspectief bij.
De ouders hebben instemmingsbevoegdheid in het ontwikkelingsperspectief van hun kind.
3.2.5. Voorbereiding aanvraag arrangement
Wanneer de uitkomsten van een traject binnen de basisondersteuning ontoereikend blijken te zijn
en de school de ondersteuningsvraag onvoldoende kan beantwoorden, besluit de school in overleg
met de ouders tot het aanvragen van extra ondersteuning. We onderscheiden daarbij drie fasen:
vaststellen, bepalen en toewijzen.
1. Het schoolondersteuningsteam (bestaande uit de intern begeleider, de directeur en een
deskundige met diagnostische expertise) stelt op basis van beschikbare gegevens uit het
LOVS, observatie- en onderzoeksverslagen en de evaluatie van de HGW- cyclus vast dat
de leerling extra ondersteuning nodig heeft omdat de ondersteuningsbehoefte de
basisondersteuning die het bestuur van SWV 20.01 PO heeft vastgesteld en de
mogelijkheden van de school (schoolondersteuningsprofiel) overstijgt;
2. Het schoolondersteuningsteam bepaalt handelingsgericht wat de leerling nodig heeft aan
tijd en aandacht, deskundigheid, materialen en middelen, ruimtelijke omgeving en
samenwerken met andere instanties.
3. Ook geeft het team aan hoe en waar de extra ondersteuning kan worden gerealiseerd, in
de eigen reguliere basisschool, in een andere basisschool of elders. Zo is er sprake van
handelingsgericht arrangeren, dit mondt uit in een arrangement of de aanvraag van een
toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. In de
twee laatste gevallen is een onderbouwing d.m.v. het ingevulde Vraag Profiel Instrument
(VPI) nodig.
Het ondersteuningsteam betrekt de ouders bij de drie fasen in bovengenoemd proces. Indien
noodzakelijk zullen ouders toestemming moeten geven voor nader onderzoek en observatie of de
aanvraag van een TLV.
Onderstaand Schema geeft voorbeelden van extra ondersteuning in de school vanuit de vier
clusters van de Regionale expertisecentra.
Cluster 1
visueel
Handicap
Blind
Centrale belemmering
Autonomie
Zelfstandig eten en
drinken
Bewegingsvrijheid
Competentie
Belemmeringen in de
informatieverwerving
Door wegvallen van
het visuele kanaal is
de leerling vooral
aangewezen op het
gehoor
relatie
Als gevolg van de
Pedagogisch-didactische
tips
Praktisch
organisatorisch
De leerling snel
zelfstandig leren
werken (omdat de
leerling maar
gedeeltelijk met het
klassikale verloop
mee kan doen)
Oefenen met
specifieke
vaardigheden
Extra concreet
materiaal gebruiken
Vaste opstelling in
de klas
Vaste plaats voor
persoonlijke spullen
en hulpmiddelen
Aanbrengen van
gidslijnen op de
vloer
Gebruik van
computer met
braille leesregel
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
35
handicap kunnen
emotionele
problemen optreden
die op relationeel
vlak hun uitwerking
hebben
Cluster 2
Auditief en taal/spraak
Handicap
Slechthorendheid
(hoge gehoordrempel 35dB tot 85dB)
En vaak vervorming van het geluid
Een slechthorend kind kan niet
goed selecteren tussen omgevingsgeluid
en het signaal zelf.
Hoortoestellen versterken
het geluid wel maar leiden niet tot
volledige reconstructie van het
oorspronkelijk geluid.
Centrale belemmering
Pedagogisch-didactische
tips
Praktisch
organisatorisch
Autonomie /
Competentie
Belemmeringen in
informatieverwerving
Belemmerende
taalontwikkeling
De gehoorbeperking
is belastend
Concentratie is soms
een probleem
Relatie:
Slechthorendheid
belemmert de
communicatie en
interactie met
anderen; emotionele,
gedragsproblemen
kunnen het gevolg
zijn (onzekerheid,
achterdochtigheid).
Leerling snel
zelfstandig leren
werken.
Veel individueel
oefenen
Gebruik van beamer
Leerkracht altijd met
gezicht naar de klas
Geven van extra
uitleg
N.b. oppassen dat
lkr. qua cognitie de
leerling niet moet
onderschatten.
Houdt er rekening
mee dat de leerling
niet tegelijkertijd kan
spraakafzien en
lezen of schrijven.
De zichtbaarheid
van de leerkracht is
zeer belangrijk
i.v.m. spraakafzien.
Goede akoestiek;
voorkomen van
extra geluid van
gekuch en
schuifelende
voeten door extra
wand,
vloer- en
plafondbekleding is
wenselijk om te
voorkomen dat het
geluid van vallende
voorwerpen door
het gehoorapparaat
veel te hard wordt.
Soloapparatuur en
ringleiding.
Cluster 3
Lichamelijk en verstandelijk
Langdurig ziek
Centrale belemmering
Pedagogisch-didactische
tips
Praktisch
organisatorisch
Lichamelijke handicaps
Bijvoorbeeld:
Spina bifida
Spasticiteit
Spierziekten
(niet)aangeboren hersenletsel
Aangeboren afwijkingen van
Armen en benen
Autonomie
Vaak belemmering bij
algemeen dagelijkse
levensverrichtingen
(ADL), zindelijkheid.
Zelfstandig eten en
drinken, aankleden
bij gymnastiek
Vaak is er sprake van
therapie tijdens
onderwijstijd: leidt
tot minder lestijd
In een aantal
gevallen gaat het om
normaal begaafde
leerlingen die over
redelijke
leervoorwaarden
beschikken. In die
gevallen is geen
aangepaste didactiek
nodig. Het accent ligt
vaak op extra
begeleiding en
specifieke didactiek
bij (fijn)motorische
vaardigheden zoals
leren schrijven.
Bij leerlingen met
ook verstandelijke
beperking geldt:
extra 1 op 1
Deze leerlingen
hebben vaak apart
meubilair nodig
(aangepaste stoel,
tafel met schuin
werkblad
verstelbaar.
Rolstoelvriendelijke
maatregelen
Aangepast toilet
Ruimte voor
verzorging en
therapie
Competentie
Vaak beperkingen
t.a.v. motorische
vaardigheden (fijn en
grof)
Problemen met
concentratie en
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
36
werkhouding
Soms ook sprake van
(lichte)
verstandelijke
beperking.
Relatie
Als gevolg van
handicap ontstaan
vaak sociale en
emotionele
problemen
Cluster 4
Gedrag en psychiatrie
Residentiële opvang
Handicap
ADHD
Pervasieve ontw.stoornis
(autisme, asperger)
PDD-NOS
NLD (niet verbale leerstoornis)
in de onderwijssituatie is het onderscheid
tussen ‘internaliserend’ en
‘externaliserend’ relevant.
instructie
Veel aandacht aan
acceptatie in de klas
Veel accent op
structuur
(uitgebreide
voorinstructie/kleine
stapjes/enkelvoudige
opdrachten/ veel tijd
voor individueel
inoefenen)
N.B. oppassen voor
valkuil om te lage
(geen) eisen te
stellen zowel
cognitief als t.a.v.
zelfredzaamheid
Centrale belemmering
Pedagogisch-didactische
tips
Praktisch
organisatorisch
Autonomie
Bij psychosomatische
Problemen kan sprake zijn
van ernstige
belemmeringen.
Ook los van
psychosomatische
problematiek is vaak sprake
van grote angsten.
Competentie
Vaak stoornissen in het
verbeeldend vermogen eenzijdige interesses,
Vaag onderscheid tussen
werkelijkheid en fantasie,
opgaan in eigen sensaties
en fantasie, snel afgeleid,
onlogische angsten,
gefragmenteerd denken en
moeite met generaliseren.
Ook vaak sprake van
informatieverwerkingStoornissen en
taalproblemen.
Relatie
Gebrek aan sociale cognitie,
vaak is sprake van
stoornissen in de
communicatie en in de
sociale wederkerigheid;
leerlingen zijn kwetsbaar
voor pesten.
Kleinschalige setting
Eerst 1-op-1 interactie
daarna pas in de klas en
andersom.
Veiligheid en structuur.
Veel voorstructureren;
bijzondere
gebeurtenissen
voorbespreken en
voorspelbaar maken.
Accent op enkelvoudige
opdrachten.
Hanteerbaar en concrete
instructies, taalgebruik.
Verwachtingen leerstof
zoveel mogelijk
visualiseren (picto’s)
Veel voordoen en
herhalen omdat
leerlingen moeite
hebben met
generaliseren.
Gedrag van leerlingen
begrenzen (stopregels).
Gebruik van dag en
weekschema’s met
overzicht van taken en
activiteiten als hulp bij
zelfstandig werken.
Visualisering van
abstracte begrippen,
beeldverhalen.
Structurering d.m.v.
agenda’s, schriftjes,
memobriefjes e.d.
Prikkelarme omgeving,
hoek met schotten,
opgeruimde klas,
Materialen op vaste
plekken in de klas.
Bron: Samenvattend overzicht vier clusters INFORMATIEPAKKET beleidsplan Zorg : Met de rugzak naar school,
wsns swv 2.10 feb. 2002.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
37
Hoofdstuk 4: Kwaliteit en borging
4.1
Instrument voor kwaliteitszorg – zorg en begeleiding
In het referentiekader voor de zorgplicht- Passend Onderwijs wordt het volgende aangegeven:
“De school bewaakt de kwaliteit van de onderwijsondersteuning en het onderwijsondersteuningsprofiel en betrekt ouders bij de beoordeling daarvan”. Het bevoegd gezag stelt vast aan welke
kwaliteitseisen het onderwijsondersteuningsprofiel moet voldoen en op welke wijze daarop wordt
toegezien (intern toezicht).
De rol van ouders op school in het kader van het onderwijsondersteuningsprofiel komt aan bod in
hoofdstuk 6.
In onze kwaliteitskaart Zorg & begeleiding (08-03-2012) is vastgesteld aan welke kwaliteitseisen
het beleid op het gebied van ondersteuning en begeleiding van leerlingen moet voldoen. Wij
gebruiken daarvoor het KWINTOO kwaliteitszorginstrument. Een keer in de vier jaar worden alle
domeinen van beleid systematisch beoordeeld en worden waar nodig verbeteringen gepland en
uitgevoerd. Ook het domein Zorg & Begeleiding wordt eens in de vier jaar beoordeeld door het
team. De ouders/verzorgers worden eens in de twee jaar geënquêteerd over de verschillende
aspecten van de schoolorganisatie. Ook het domein zorg en begeleiding komt daarbij aanbod. De
resultaten daarvan worden gebruikt bij de planning van nieuw schoolbeleid, middels de cyclus van
jaarplanning en jaarverslaglegging.
4.2
Archivering leerlingengegevens en dossiervorming
In het document: ”Archivering leerlingengegevens” is beschreven hoe de school gebruik maakt van
leerlingendossiers. Uitgangspunt is dat er van alle leerlingen een overzichtelijk en actueel
leerlingendossier is.
Doel hiervan is dat alle leerkrachten en overige teamleden weten hoe de leerlingendossiers zijn
samengesteld en wat van wie verwacht wordt bij het actueel houden van de leerlingendossiers.
Het document “Archivering Leerlingengegevens’ beschrijft de volgende aspecten:






Hoe zien de leerlingendossiers eruit?
Wie hebben inzicht in de dossiers?
Waar worden de leerlingendossiers bewaard?
Hoe lang worden de leerlingengegevens bewaard?
Hoe is de indeling van de mappen?
Bijzondere aanvullingen
Bij het werken met groepsoverzichten en groepsplannen is een goede dossiervorming belangrijk.
Geadviseerd wordt om alle groepsoverzichten en groepsplannen digitaal te archiveren. Bij het
ontstaan van ondersteuningsvragen over leerlingen moet de geschiedenis van de handelingsplanning van een individuele leerling snel voorhanden zijn. In digitale overzichten kan snel en
efficiënt een individuele leerling in beeld gebracht worden door middel van het knippen en plakken
van de groepsplanning waar deze leerling aan heeft deelgenomen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
38
Hoofdstuk 5: Samenwerking met anderen in de
ondersteuning
5.1
Samenwerking met ketenpartners in de zorg
Zoals in hoofdstuk 2 bij de visie op Passend Onderwijs is aangegeven kan het uitgangspunt: ‘Alle
leerlingen succesvol op school’ niet gerealiseerd worden zonder dat er sprake is van een veilig en
gezond school- en thuismilieu. Met het begrip “ondersteuning in en om de school” wordt voor het
reguliere onderwijs in het algemeen bedoeld de preventieve inzet van hulpverlening en
(gezondheids-)zorg. In het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs wordt hier ook de
instandhouding van multidisciplinaire zorgadviesteams en de beschikbaarheid van achterliggende
en aanvullende voorzieningen genoemd.
Doelstelling hiervan is te komen tot een sluitende aanpak voor overbelaste en in hun veiligheid
en gezondheid bedreigde leerlingen en jongeren.
In dit kader zijn voor de scholen twee andere wetgevingstrajecten van belang:
1. De vorming van Centra voor Jeugd en Gezin.
2. De wettelijke borging van zorgadviesteams (ZAT).
In de samenwerking met ketenpartners in de ondersteuning in en om de school kunnen de
volgende aspecten beschreven worden.
Schoolniveau
o
o
o
o
Is er maximale expertise vanuit de kant van de gezinsondersteuning beschikbaar?
Hoe is de communicatie met het centrum voor Jeugd en Gezin geregeld?
Hoe is het overleg met Jeugdzorg geregeld?
Is er (school)maatschappelijk werk beschikbaar voor de school? Zo ja, hoeveel en welke
inzet is afgesproken?
Bovenschoolniveau
o
o
o
o
Is er een bovenschools ZAT of loketfunctie die onafhankelijk adviseert over wat leerlingen
nodig hebben voor hun ontwikkeling en tevens handelingsgericht kan functioneren, d.w.z.
besluitvorming over inzet door één van de deelnemende voorzieningen/instelling is
gefaciliteerd.
Wie participeren in het ZAT/ loketfunctie? Minimaal Jeugdzorg, leerplicht,
jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk.
Zijn de lijnen kort, loopt er niemand meer van loket naar loket?
Zijn de routes voor ouders, leerkrachten en intern begeleiders voor het hele traject van
signaleren tot vaststellen en toewijzen van zorg duidelijk voor iedereen?
Lokaal of regionaal niveau
o
o
o
o
o
o
o
Is er een lokaal of regionaal educatief overleg (LEA/ REA) waar de onderwijspartners
overleg hebben met de gemeente en andere instellingen (kinderopvang, peuterspeelzalen,
gezondheidszorg en welzijn).
Zijn agendapunten zoals doorgaande lijn voorschoolse educatie naar basisonderwijs,
onderwijsachterstanden, leerlingenvervoer, bevorderen integratie/ segregatie tegengaan
aan de orde?
Zijn er sluitende afspraken als het gaat om de aansluiting van het onderwijs op het
Centrum voor Jeugd en Gezin op schoolniveau?
Zijn er sluitende afspraken voor de aanpak en samenwerking gericht op risico gezinnen?
Zijn er structurele afspraken over de inzet van de zorgpartners (jeugdzorg,
maatschappelijk werk, jeugd gezondheidszorg, MEE-zorgorganisatie voor ondersteuning bij
leven met een beperking) in het onderwijs eventueel via het Centrum voor Jeugd en Gezin?
Zijn er afspraken over de inzet van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in het onderwijs?
Wordt er al gewerkt met een integraal kader van toewijzing van zorg van jeugdzorg en
speciaal onderwijs?
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
39
5.2
Samenwerking met onderwijspartners
Elke onderwijssector kent zijn eigen wetten en regels en ook een eigen taal. Passend Onderwijs zal
ook moeten bevorderen dat de overgang naar een andere onderwijssector voor ieder leerling
zonder obstakels en onnodige drempels kan plaatsvinden. Daarover staat in het referentiekader
voor de zorgplicht opgenomen: ‘Iedere school waarborgt voor alle leerlingen een effectieve
overdracht van en naar een andere school of sector’.
Met de onderwijspartners in de regio worden in ieder geval afspraken gemaakt over de te volgen
procedure bij de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs. Het in te vullen
onderwijskundig rapport bij de overdracht naar een ander schooltype en de aanmeldingsprocedure
en criteria voor toewijzing van speciale onderwijszorg aan leerlingen.
Voorbeeld uit de provincie Groningen voor de overgang van primair naar voortgezet onderwijs.
Bron: Informatiebrochure voor de toelatingsprocedure van
Basisonderwijs en Speciaal Basis Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs
in de provincie Groningen voor het cursusjaar 2010 – 2011
In deze brochure willen we basisscholen informeren over de aanmeldingsprocedure voor
leerlingen die in aanmerking komen voor plaatsing in het Voortgezet Onderwijs (VO) in de
provincie Groningen. Deze informatie wordt sinds lange tijd weer gezamenlijk in de provincie
Groningen (inclusief de stad) uitgevoerd.
Alle samenwerkingsverbanden PO en VO in de gehele provincie hebben overeenstemming
bereikt over de te volgen procedure en de formulieren die daarbij gebruikt worden.
We hebben ervoor gekozen om de folder uitsluitend per e-mail naar alle contactadressen te
verzenden. Aan de coördinatoren van de samenwerkingsverbanden, de intern begeleiders in
het PO en de zorgcoördinatoren van de VO scholen wordt/is gevraagd de brochure op deze
wijze te verspreiden.
Op aanvraag kunt u bij de SWV coördinatoren een uitgebreidere procedure, criteria en
richtlijnen toegestuurd krijgen.
De regionale samenwerkingsverbanden VO 2.01, VO 2.02 en VO 2.03
In de bestaande of onlangs opgeheven regionale netwerken voor Passend Onderwijs zijn
onderwijspartners met elkaar in gesprek gegaan over de uitgangspunten en visies op Passend
Onderwijs in de eigen regio. Aspecten die daarbij aan de orde kwamen zijn o.a.:
o
o
o
o
Afspraken met de regionale expertisecentra cluster 2,3 en 4 over de inzet van ambulante
begeleiding in de scholen.
Welke bijdrage kan het (voortgezet) speciaal onderwijs leveren aan de realisering van de
loketfunctie. Welke samenwerking rondom de zorg voor leerlingen is mogelijk en wat
betekent dit voor de trajectbegeleiding vanuit het regionale expertisecentra en de
preventieve ambulante begeleiding?
Afspraken met de Commissie indicatie zorg (CIZ) en de commissies verwijzing
indicatiestelling van de regionale expertisecentra ( REC’s clusters 2,3 en 4 ) voor de
gevallen waarin een combinatie met een persoonsgebonden budget nodig is ( 1 loket
functie )?
Good practice voorbeelden van afspraken over een gecombineerde inzet van zorg en
(speciaal) onderwijs in onderwijszorg arrangementen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
40
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs
Benoem in deze paragraaf het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen PO 20.01
waar de school deel van uitmaakt.
Ook afspraken over samenwerking en gemeenschappelijke procedures die gevolgd worden en
betrekking hebben op de overgang van de eigen school naar een andere school/sector kunnen hier
vermeld worden.
Verwijs naar het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
Subregio Zuid-Oost
Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Groningen PO 20.01 is verdeeld in vier subregio’s,
waarbinnen de schoolbesturen nadere afspraken maken over de uitwerking van de zorgplicht. Ons
schoolbestuur neemt deel aan het schoolbestuurlijk overleg in de regio Zuid-Oost.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
41
Hoofdstuk 6: Ouders en zorgplicht
6.1
Contact met ouders
In school zijn de contacten met ouders op vaste momenten in het schooljaar gepland. In februari
en juni na de rapporten worden de ouders geïnformeerd over de vorderingen van hun kind. Er
wordt uitgelegd op welke manier hun kind wordt gevolgd d.m.v. de methodetoetsen en het
leerlingvolgsysteem. Ouders krijgen uitleg over de inhoud van het onderwijsaanbod, de
groepsplannen en op welke manier de leerkrachten de evaluatie uitvoeren.
Ouders krijgen ook de gelegenheid het welbevinden van hun kind te bespreken met de
groepsleerkracht. Tussentijds kunnen ouders altijd de vorderingen van hun kind met de leerkracht
bespreken en het is ook mogelijk dat de leerkracht de ouders uitnodigt hiervoor. Indien er tijdens
deze gesprekken afspraken worden gemaakt worden deze vastgelegd door de leerkracht in een
verslag (formulier oudergesprek). Het verslag wordt door de ouders getekend.
Indien er sprake is van een ondersteuningsvraag en de leerling besproken wordt in de
leerlingenbespreking worden de ouders direct (en voorafgaand aan de leerlingenbespreking) op de
hoogte gebracht door de leerkracht. Bij leerlingen met extra ondersteunngsbehoeften is er sprake
van meer contact met de ouders. Leerkracht en de interne begeleider bespreken met de ouders de
ondersteuningsvraag en de eventuele individuele handelingsplanning. Alle afspraken worden
schriftelijk vastgelegd en door zowel de ouders als de leerkracht ondertekend.
Wanneer het gaat om een ontwikkelingsperspectief en een daaraan gekoppeld arrangement
hebben ouders instemmingsbevoegdheid.
Ouders kunnen te allen tijde de gegevens van hun kind inzien. De leerkracht voegt relevante
informatie van de ouders toe aan het leerlingendossier. Bij gesprekken met ouders wordt het totale
functioneren van het kind altijd besproken. Als er aanvullende maatregelen nodig zijn, worden deze
altijd in vanaf het eerste moment in samenspraak met de ouders genomen.
Voorbeeld formulier verslag oudergesprek
Verslag Oudergesprek
Naam van de Leerling:
Datum gesprek:
Verslag opgesteld door:
Deelnemers aan het gesprek:
Aanleiding of doel van het gesprek:
Gesprekspunten vanuit de school:
Gesprekspunten vanuit de ouders:
Relevante informatie uit het gesprek:
Gemaakte afspraken:
Handtekening voor akkoord:
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
42
6.2
Zorgplicht Passend Onderwijs
Ouders zijn bij Passend Onderwijs direct belanghebbenden. Een belangrijk nevendoel van Passend
Onderwijs is de positie van ouders te verstevigen zowel op individueel als collectief niveau.
Op Individueel niveau geldt dat ouders ondersteuning kunnen krijgen als zij met school verschillen
van mening over de passendheid van het onderwijsaanbod voor hun kind. Eventueel kunnen zij
daarbij een beroep doen op bemiddeling door een onafhankelijke partij. In het uiterste geval
kunnen ouders terecht bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. De uitspraken van
de geschillencommissie zijn bindend. Wie is de contactpersoon of meldpunt waar ouders terecht
kunnen op school voor vragen over onderwijs en zorg voor hun kind kan hier vermeld worden. Ook
een vermelding in de schoolgids op nemen. De school heeft een klachtenregeling en is aangesloten
bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. (hier kan een verwijzing naar de
klachtenregeling van de school of schoolbestuur worden opgenomen).
Bij de voorbereiding van aanmelding, indicatiestelling en toewijzing van onderwijsondersteuning
kunnen de ouders ondersteund worden. Op school zal de interne begeleider hier zorg voor dragen.
Op school is voorlichtingsmateriaal (folders en formulieren) voor ouders beschikbaar en zonodig
kunnen ouders geholpen worden bij het invullen van deze formulieren. Vermeld eventuele tijden
waarop hulp aanwezig is op school.
Op collectief niveau geldt dat ouders er belang bij hebben om mee te kunnen beslissen over het
onderwijsondersteuningsprofiel van de school en de kwaliteit daarvan door de school. Ook over de
toewijzing van extra onderwijszorg middelen geldt dat ouders medezeggenschap hebben conform
de wet medezeggenschap. Onderwerpen van medezeggenschap van ouders in het kader van de
Zorgplicht Passend Onderwijs zijn:
o
o
o
o
o
o
Het onderwijsondersteuningsprofiel van de school
Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, waarin staan vermeld:
Dekkend aanbod van onderwijszorg
Inzet van onderwijszorg middelen
Bewaking van kwaliteit
Communicatie
Het schoolbestuur bepaalt hoe de medezeggenschap geregeld wordt- bovenschools en/of
bovenbestuurlijk.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
43
Voorbeeld overzicht Bijlagen bij het Onderwijsondersteuningsprofiel
Bijlage 1
Formulier verslag oudergesprekken
Bijlage 2
Formulier groepsoverzicht
Bijlage 3
Formulier groepsplan
Bijlage 4
Formulier individueel handelingsplan
Bijlage 5
Plan van aanpak eigen leerlijn
Bijlage 6
Formulier uitstroom/ ontwikkelingsperspectief
Bijlage 7
Formulier verslag leerlingenbespreking
Bijlage 8
Formulier verslag groepsbespreking
Bijlage 9
Dyslexieprotocol
Bijlage 10
Doorstroom of overgangsprotocol inclusief PO-VO overgang
Bijlage 11
Document archivering leerling-gegevens/dossier
Bijlage 12
Toetskalender LVS
Bijlage 13
Stappenplan zorg van het WSNS samenwerkingsverband
Bijlage 14
Bijlage 15
Bijlage 16
Gebruikte Bronnen:
Algemene Vereniging van Schoolleiders. (sd). Kind op de Gang. Utrecht: AVS.
M. Balvert:Informatie begeleiding Passend Onderwijs en invoering
handelingsgerichtwerken volgens 1-zorgroute, CEDIN, Drachten december 2010.
M. Balvert en N. Kooiker: Opbrengstgericht werken met groepsplannen, CEDIN
december 2010
A. Clijsen,W.Gijzen,S.de Lange,G. Spaans: 1-zorgroute naar
Handelingsgerichtwerken, WSNS+, 2007.
Harten, D. R. (28 juni 2010). Passend Onderwijs en het Referentiekader voor de Zorgplicht.
Utrecht: PO-raad, VO-raad, WEC-raad. AOC Raad en MBO Raad.
C. Hoffmans; Het Onderwijszorgprofiel Primair Onderwijs, Hoffmans&HeegstraPartners in Ontwikkeling, 2010.
OBS Bontebok; Zorgplan OBS Bontebok, Bontebok, november 2009
N. Pameijer, T. Beukering en S. de Lange; Handelingsgericht werken: een handreiking voor het
schoolteam, Leuvern/Den Haag 2009.
Samenwerkingsverband Westerkwartier Roden; Stappenplan Leerlingenzorg,
september 2010.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb
44
Overzicht bijlagen (achterin de blauwe map) bij het Schoolondersteuningsprofiel
Bijlage 1
Formulier verslag oudergesprekken
Bijlage 2
Formulier groepsoverzicht
Bijlage 3
Formulier groepsplan
Bijlage 4
Formulier individueel handelingsplan
Bijlage 5
Werkwijze bij eigen leerlijn
Bijlage 6
Formulier uitstroom/ ontwikkelingsperspectief
Bijlage 7
Formulier verslag leerlingenbespreking
Bijlage 8
Formulier verslag groepsbespreking
Bijlage 9
Dyslexieprotocol
Bijlage 10
Doorstroom of overgangsprotocol inclusief PO-VO overgang
Bijlage 11
Document archivering leerling-gegevens/dossier
Bijlage 12
Toetskalender LVS
Bijlage 13
Stappenplan zorg van het WSNS samenwerkingsverband
Bijlage 14
Protocol Medisch Handelen
Bijlage 15
Protocol toelating, schorsing en verwijdering
Bijlage 16
Inschrijfformulier CBS De Parel
Bijlage 17
Terugplaatsingsprotocol SWV
Bijlage 18
Formulier eigen leerlijn
Bijlage 19
Beroepsstandaard interne begeleider
Bijlage 20
Aanmeldingsformulier PCL
Bijlage 21
Format doublures
Bijlage 22
Format en handleiding interventie(formulieren)
Vco
Vco
Vco
vco
voorbeeld
voorbeeld
Vco
Vco
Gebruikte Bronnen:
Algemene Vereniging van Schoolleiders. (sd). Kind op de Gang. Utrecht: AVS.
M. Balvert:Informatie begeleiding Passend Onderwijs en invoering
handelingsgerichtwerken volgens 1-zorgroute, CEDIN, Drachten december 2010.
M. Balvert en N. Kooiker: Opbrengstgericht werken met groepsplannen, CEDIN
december 2010
A. Clijsen,W.Gijzen,S.de Lange,G. Spaans: 1-zorgroute naar
Handelingsgerichtwerken, WSNS+, 2007.
Harten, D. R. (28 juni 2010). Passend Onderwijs en het Referentiekader voor de Zorgplicht.
Utrecht: PO-raad, VO-raad, WEC-raad. AOC Raad en MBO Raad.
C. Hoffmans; Het Schoolondersteuningsprofiel Primair Onderwijs,
Hoffmans&Heegstra-Partners in Ontwikkeling, 2010.
OBS Bontebok; Zorgplan OBS Bontebok, Bontebok, november 2009
N. Pameijer, T. Beukering en S. de Lange; Handelingsgericht werken: een handreiking voor het
schoolteam, Leuvern/Den Haag 2009.
Samenwerkingsverband Westerkwartier Roden; Stappenplan Leerlingenzorg,
september 2010.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015
CBS De Parel – Muntendam – 05xb