Dyslexiebeleid Houtens December 2011 Herzien

Dyslexiebeleid Houtens
December 2011
Herzien oktober 2014
Hilleke Steenveld
Roeliene van Steinvoorn
Indien u dit document wilt gebruiken voor uw eigen instelling, graag contact opnemen met de school en het intellectueel
eigendom respecteren. [email protected]
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
1
Inleiding
Dit document is geschreven met doel alle betrokkenen rondom leerlingen van
Houtens met dyslexie duidelijkheid te geven over wat Houtens biedt aan begeleiding
en wat er verwacht wordt van leerlingen met dyslexie, hun ouders(s) en/of
verzorger(s), vakdocenten, mentoren, de RT’er en de directie.
Houtens is een school waar een groot deel van de leerlingen dyslexie heeft (ca.
20%). Houtens streeft ernaar elke leerling op het onderwijsniveau dat hij aankan te
laten functioneren.
In dit document leest u dat leerlingen van Houtens met een dyslexieverklaring in het
eerste leerjaar allemaal een signaleringstoets maken, (deel 1) zodat de school een
goed beeld krijgt van het instapniveau van elke leerling. Deze toets is voor de
leerlingen met dyslexie de start voor het begeleidingstraject dat in de eerste en
tweede klas van hun schoolloopbaan aangeboden wordt. Voordat er gesproken
wordt over de begeleiding wordt expliciet aandacht besteed aan de betrokken
personen rondom een leerling met dyslexie en wat de verantwoordelijkheden van
deze personen zijn. In deel 4, 5 en 6 leest u over de begeleiding die geboden wordt
op Houtens. Op Houtens wordt begeleiding zowel binnen als buiten de reguliere
lessen aangeboden. Denk hierbij aan aanpassingen die een docent kan doen binnen
zijn eigen les, zodat de leerling met dyslexie de les goed kan volgen, denk ook aan
aangepaste beoordeling van toetsen en taken. De begeleiding buiten de reguliere
lessen is specifiek voor lezen en/of spellen. Ook is er buiten de les tijd en aandacht
voor sociaal-emotioneel welbevinden.
Houtens is een school waar al veel met ICT gewerkt wordt, zo heeft elke leerling een
laptop. In deel 7 leest u wat Houtens al aanbiedt om leerlingen met dyslexie te
ondersteunen. Ook leest u wat Houtens nog niet aan kan bieden en wat ouder(s)
en/of verzorger(s) kunnen faciliteren voor de leerling met dyslexie.
Deel 8 gaat in op de mogelijkheid om voor de leerling met dyslexie een aangepaste
invulling en eventueel vrijstelling voor het vak Duits of Frans aan te vragen. In dit deel
treft u de meest recente regels rondom dit onderwerp geformuleerd door het
ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap.
Dit document is geschreven met ondersteuning van de directie van Houtens,
docenten Nederlands van Houtens, dyslexiecoaches van College de Heemlanden en
het Seminarium voor Orthopedagogiek te Utrecht.
Overal waar hij staat kan ook zij gelezen worden.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
2
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 1
Deel 1. Definitie van dyslexie .................................................................................................................. 5
Deel 2. Van signalering naar begeleiding. ............................................................................................... 6
Signalering + analyse ........................................................................................................................... 6
Extra faciliteitenkaart .......................................................................................................................... 6
Vermoeden van dyslexie ..................................................................................................................... 6
Deel 3. Betrokkenen & verantwoordelijkheden...................................................................................... 8
Leerling ................................................................................................................................................ 8
Ouders ................................................................................................................................................. 8
Mentor................................................................................................................................................. 9
Remedial teacher ................................................................................................................................ 9
Vakdocent............................................................................................................................................ 9
Deel 4. Begeleiding in de les. ................................................................................................................. 10
Algemene begeleiding (model directe instructie) ............................................................................. 10
Deel 5. Toetsen en beoordelen ............................................................................................................. 11
Algemeen........................................................................................................................................... 11
Voor Nederlands: .............................................................................................................................. 11
Moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans): ................................................................................ 12
Deel 6. Begeleiding buiten de les. ......................................................................................................... 13
Technisch lezen ................................................................................................................................. 13
Spellen ............................................................................................................................................... 13
Sociaal-emotioneel ............................................................................................................................ 14
Deel 7. ICT-ondersteuning. .................................................................................................................... 15
Algemeen........................................................................................................................................... 15
Al gerealiseerd ................................................................................................................................... 15
Toekomst ........................................................................................................................................... 15
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
3
Deel 8. Vrijstelling voor één vreemde taal. ........................................................................................... 16
Regelgeving ....................................................................................................................................... 16
Aanvragen, procedure. ...................................................................................................................... 17
Literatuur ............................................................................................................................................... 20
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
4
Deel 1. Definitie van dyslexie
Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het
aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op
woordniveau.
De oorzaak ligt in de celstructuur van de hersenen. Dyslectische leerlingen in het VO
hebben problemen met: lezen en/of spellen op woordniveau, het snel en accuraat
lezen van teksten, het snel en accuraat spellen bij functioneel schrijven (bij alle
vakken). Niet alle problemen dienen zich (in gelijke mate) bij een individuele leerling
voor. Ook dyslectische leerlingen verschillen van elkaar. Dyslexie is niet te
verhelpen, maar een leerling met dyslexie kan wel leren omgaan met zijn lees- en
spellingsstoornis.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
5
Deel 2. Van signalering naar begeleiding.
Signalering + analyse
Wat
Wie betreft het
Wanneer
Wie organiseert
het
RT + mentor
Signalering
Spellen (dictee, wonderlijke
weer)
Lezen (leestoets, De
Tekenbeet)
Kwantitatieve analyse dictee
Analyse tekst
Start begeleiding
- Lezen
- Spellen
- studievaardigheden
Signalering leerlingen met
vermoeden van dyslexie
Leerlingen met
dyslexieverklaring
Lesweek 4
Buiten de
reguliere les
RT
Lesweek 5
RT
Leerlingen +
begeleiders
Lesweek 10
RT
Leerlingen + RT +
mentor
November
Februari
RT
Om het instapniveau van de leerlingen met dyslexie in beeld te krijgen wordt aan het
begin van het jaar een spelling- en leestoets afgenomen.
Spelling:
In kaart brengen of de leerling meer dan gemiddeld veel fouten maakt voor het
onderwijsniveau waarop onderwijs gevolgd wordt.
De leerling met dyslexie maakt, als hij lager dan gemiddeld scoort, aanvullend de
diagnostische toets van Muiswerk. A.d.h.v. het resultaat van de diagnostische toets
wordt een programma samengesteld.
Lezen:
In kaart brengen of de leerling in staat is om een tekst vlot te lezen en in staat is om
spontaan informatie te onthouden.
Extra faciliteitenkaart
Leerlingen die in klas 3 en 4 zitten krijgen een kaart waarop alle faciliteiten vermeld
zijn. Deze kaart geeft bij het maken van (PTA)toetsen recht op o.a. 20%
tijdverlenging en eventueel het gebruik van ondersteunende software. De leerling
dient deze kaart altijd bij zich te hebben wanneer hij een toets maakt. Voor de
surveillant geeft dit overzicht van alle afspraken.
Vermoeden van dyslexie
Als een mentor, docent of ouder vermoedt dat een leerling dyslexie heeft worden de
volgende stappen aangehouden:
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
6
1. De mentor inventariseert bij de docenten (met name de talen) of de leerling
opvallend veel spellingfouten maakt die passen bij dyslexie.
2. De mentor inventariseert bij de docenten (met name de talen) of de leerling
moeite heeft met lezen. (Langzaam, hakkelend, spellend, voorspellend).
3. De leerling wordt via de mentor opgegeven voor de signaleringstoets.
4. Indien de leerling uitvalt:
a. De RT checkt het dossier van de basisschool wat er bekend is over
spelling en leesproblematiek en een eventueel vermoeden van
dyslexie.
b. Er worden aanvullende toetsen afgenomen
5. De RT’er schrijft een brief aan ouders en verwijst de leerling eventueel door
naar een orthopedagoog of psycholoog. (Psychologen groep Utrecht
www.pgutrecht.nl). Kosten voor het dyslexie onderzoek zijn voor rekening van
ouder(s) en/of verzorger(s).
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
7
Deel 3. Betrokkenen & verantwoordelijkheden.
Houtens heeft verplichtingen naar de leerling met dyslexie, school probeert zo goed
als mogelijk de leerling te ondersteunen. Houtens verwacht ook dat de leerling en
zijn ouders(s) en/of verzorger(s) hun verantwoordelijkheden naar school toe
nakomen. Hieronder een overzicht van de betrokken personen en hun
verantwoordelijkheden.
Leerling
 De leerling heeft een actieve en positieve houding.
 De leerling is zelf verantwoordelijk, hij heeft contact met de mentor over zijn
ondersteuningsbehoeften.
 De leerling heeft (vanaf lj. 3 de extra faciliteitenkaart altijd bij zich en zichtbaar
wanneer hij een toets maakt).
 De leerling volgt de begeleidingslessen die in zijn persoonlijke plan vallen.
 De leerling toont initiatief naar docenten en andere betrokkenen.
 De leerling gebruikt ondersteunende software actief
Voorbeelden hiervan zijn: Muiswerk, overhoorprogramma’s (wrts) en methode
websites.
 De leerling gebruikt de aangeleerde strategieën thuis en op school. Dit geldt
voor alle gebieden.
Voorbeelden hiervan zijn: spellingstrategieën, leesstrategieën en
leerstrategieën.
Indien ouders ondersteunende software gefaciliteerd hebben dient de leerling deze
actief te gebruiken. De inspectie voor onderwijs stelt dat leerlingen minstens een jaar
met compenserende software moeten hebben gewerkt om deze op het CSE te
kunnen toepassen.
! Bij misbruik van de compenserende faciliteiten vervallen deze per direct.
Ouders
Van ouders verwacht Houtens dat zij hun kinderen stimuleren zelf verantwoordelijk te
zijn voor hun eigen leren en zo meedenken aan oplossingen.
Houtens werkt samen met de leerling en hun ouders om het beste voor het kind te
bereiken. Daarom verwachten we van ouders een ondersteunende, positieve en
actieve houding. Het is van groot belang dat zij hun eigen kinderen aanmoedigen en
ondersteunen bij het zelfstandig lezen. Ouders staan achter de begeleiding die op
school aangeboden wordt (en ook verplicht is).
Zij nemen contact op met de mentor wanneer zij problemen ervaren en hebben een
actieve houding bij het oplossen daarvan. Op reguliere ouderavonden is er
gelegenheid om de voortgang van de leerling te bespreken.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
8
Mentor
 De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de leerling en zijn ouders.
 Bij specialistische vragen neemt de mentor contact op met de remedial
teacher.
 De mentor stuurt zijn leerlingen aan de begeleiding te volgen.
 De mentor werkt nauw samen met de RT’er.
Remedial teacher
 De remedial teacher is het kennisorgaan en coördineert de
dyslexiebegeleiding.
 Aansturen en uitvoeren begeleiding
 Informatie verschaffen aan mentoren
 Specialistische vragen beantwoorden
 Aanvragen aangepaste invulling en eventueel vrijstelling moderne vreemde
talen beantwoorden en organiseren
 Contact met schoolleiding over faciliteiten
Vakdocent
De vakdocent ondersteunt de leerling waar en wanneer hij kan. De vakdocent wacht
initiatief / de hulpvraag van de leerling af en werkt actief mee om de leerling zo goed
als hij kan te ondersteunen.
De afspraken geformuleerd in Magister zijn bindend, de vakdocent organiseert zijn
les zo dat de afspraken zo goed mogelijk uitgevoerd worden.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
9
Deel 4. Begeleiding in de les.
Als vakdocent is het belangrijk om te weten waar de persoonlijke kansen en
mogelijkheden van de leerling met dyslexie liggen. Elke docent kan door simpele
kleine maatregelen veel betekenen voor de leerling, deze maatregelen zijn met name
bedoeld om de leerling zelfvertrouwen te geven en succeservaringen op te laten
doen. Wanneer een kind met dyslexie bijvoorbeeld een tekst moet voorlezen tijdens
de les, is het voor deze leerling fijn om deze tekst van te voren aangeleverd te
krijgen. Zo kan de leerling thuis oefenen en zal hij zich zelfverzekerder voelen in de
les.
Het is belangrijk voor de leerling dat de docent zijn leesproblemen erkent. Maak de
problemen bespreekbaar door er open mee om te gaan. Door in gesprek te gaan met
de leerling komt de docent erachter waar de leerling bij het vak behoefte aan heeft.
Zo kunnen afspraken gemaakt worden en verwachtingen worden uitgesproken. De
leerling zorgt met de docent dat er positieve en realistische verwachtingen geschetst
worden.
Algemene begeleiding (model directe instructie)
Tijdens de les kan een docent een aantal faciliteiten bieden afhankelijk van de
onderwijsbehoefte van de leerling.
Hieronder volgt een overzicht waar een leerling met dyslexie behoefte aan kan
hebben:
Hier geldt dat de leerling initiatief toont en ondersteuning vraagt bij de docent.
- Extra tijd bij het maken van opdrachten (maximaal 20%)
- Zorgen dat er van eigen fouten geleerd wordt.
o Werkboek / schrift checken
o Regelmatig nakijken
o Hand-out aantekening
o Hulp bij het maken van aantekeningen
o Overzichtelijke en sobere lay-out
o Tijd geven om tekst rustig door te lezen
- Wisselende werkvormen zodat de leerling zijn sterke kant kan laten zien
- Mondelinge instructie kort en krachtig
o Helder taalgebruik hanteren
- Huiswerk en opdrachten op het bord.
- Leerwerk in stukken verdelen
De docent houdt in zijn lessen zoveel mogelijk het model directe instructie aan.
1. Terugblik op de vorige les
2. Doelen voor deze les of lessen serie
3. Presentatie (uitleg)
4. Begeleide inoefening
5. Zelfstandig werken + verlengde instructie voor wie dat nodig heeft
6. Afronden + terugblik op de les (doelen evalueren)
Het model directe instructie biedt structuur waar een leerling met dyslexie veel
profijt van kan hebben.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
10
Deel 5. Toetsen en beoordelen
Op Houtens zijn specifieke afspraken gemaakt rondom toetsen en beoordelen van
taken van een leerling met dyslexie. Deze gelden in de onder- en bovenbouw van de
school. Niet elk beschreven punt is bij elke beoordeling van toepassing.
Algemeen
-
-
-
-
Lettertype: Arial 12
Lay-out: overzichtelijk
Extra tijd bij schriftelijk werk, indien nodig/gewenst. Bij so´s, repetities en
toetsen voor het schoolexamen is dit 20 procent. Op het CSE is de verlenging
standaard een half uur.
Dictaten, indien nodig/gewenst, controleren.
Bij andere vakken dan de talen spelfouten niet (of, afhankelijk van de fout,
minder zwaar) meetellen. Als het antwoord van de leerling herkenbaar is,
wordt het goed gerekend (bij bijvoorbeeld mens en maatschappij, mens en
zorg of kunst en cultuur).
Als er door niet leerstofgebonden fouten niet meer te controleren is of de
leerling de leerstof wel of niet begrijpt, kan er mondeling overhoord worden.
Mondeling toetsen is toegestaan bij Frans en Duits, indien dit is vermeld in
Magister, maar wordt zoveel mogelijk beperkt. Bij reproductie (woorden,
zinnen, werkwoorden) is mondeling toetsen toegestaan. Bij productie
(grammatica toepassen, specifieke schrijftaken) is mondeling toetsen niet
toegestaan. Bij toetsen over inzicht (met name bij de zaakvakken) is
mondeling toetsen toegestaan (digitaal toetsen wordt aangeraden), omdat het
lezen en/of schijven meer moeite kan kosten dan het verwoorden van het
antwoord.
Digitaal toetsen is toegestaan, indien dit specifiek vermeld is in Magister Bij
toetsen waar veel gelezen en/of geschreven moet worden (zaakvakken) is
digitaal toetsen toegestaan. Hiervoor geldt dat het scherm van de laptop
zichtbaar moet zijn voor de docent. Bij misbruik vervalt deze maatregel direct
voor alle vakken gedurende de rest van de schoolloopbaan. Gebruik van
spellingcontrole is tijdens het maken van toetsen en opdrachten (voor een
cijfer) toegestaan, tenzij het om een opdracht gaat waar spelling getoetst
wordt.
Voor Nederlands:
De docent beoordeelt vanuit eigen deskundigheid wanneer een fout getypeerd kan
worden als een dyslectische fout.
- Fouten m.b.t. leerbare regels worden wel fout gerekend (alles wat volgens het
leerboek tot dan toe geleerd moet zijn).
- Als een woord fonetisch (zoals het uitgesproken wordt) wordt geschreven,
wordt dit niet fout gerekend.
- Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties (duer) worden niet
fout gerekend.
- Fouten m.b.t. (mede)klinkerverdubbeling worden niet fout gerekend (koopen,
verekt).
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
11
-
-
Bij schrijftoetsen mag een schema voor spelling van werkwoorden gebruikt
worden.
De toetsen in leerjaar 3 en 4 die binnen het PTA vallen, worden beoordeeld op
de zelfde wijze als het CSE.
Bij kijk- en luistertoetsen wordt bij voorkeur de “dyslexieversie” van het CITO
gebruikt. Indien dit niet mogelijk is wordt er als compensatie extra leestijd
gegeven tussen de vragen.
De docent heeft een adviserende rol bij de boekenkeuze, indien gewenst.
Moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans):
De docent beoordeelt vanuit eigen deskundigheid wanneer een fout getypeerd kan
worden als een dyslectische fout.
- Fouten m.b.t. leerbare regels worden wel fout gerekend (toelichting: alles wat
volgens het leerboek tot dan toe geleerd moet zijn. Denk aan werkwoord en
grammaticale spelling).
- Als een woord fonetisch wordt geschreven, wordt dit niet fout gerekend (met
uitzondering van de grammaticale fouten).
o Als een woord daarbij door verkeerde spelling een andere betekenis
krijgt, wordt dit fout gerekend.
- Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties worden niet fout
gerekend.
o (Engels.:’ huose’; Frans.:’ puor’, ‘juene’; Duits:’Truam’)
- Specifiek voor het vak Duits:
o als een Umlaut is behandeld en foutief wordt toegepast, geldt dit als
een fout (uitzondering: het woord is fonetisch “goed” geschreven, bijv.
fahrt wordt fehrt)
o verkeerd gebruik van de hoofdletters wordt fout gerekend.
o fouten m.b.t (mede)klinkerverdubbeling worden niet fout gerekend ( bijv.
‘Monat’ /’Monnat’).
o In overleg met de leerling wordt bij kijk- en luistertoetsen de
“dyslexieversie” van het CITO gebruikt. Indien dit niet mogelijk is wordt
er als compensatie extra leestijd gegeven tussen de vragen.
- Specifiek voor het vak Frans:
o Fouten m.b.t. (mede)klinkerverdubbeling worden niet fout gerekend (
‘comencer ‘/’commencer’, ‘sooleil’ /’ soleil’ ).
o Spelfouten binnen een woord, accenten en de stomme e (de e die je
niet hoort maar wel schrijft) worden niet fout gerekend.
o In overleg met de leerling wordt bij kijk- en luistertoetsen de
“dyslexieversie” van het CITO gebruikt. Indien dit niet mogelijk is wordt
er als compensatie extra leestijd gegeven tussen de vragen.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
12
Deel 6. Begeleiding buiten de les.
Technisch lezen
De begeleiding op het gebied van lezen wordt aangeboden op
basis van het Interventieprogramma Nederlands voor het
Voortgezet Onderwijs
www.masterplandyslexie.nl
Het Interventieprogramma Nederlands voor het Voortgezet
Onderwijs is gericht op leerlingen met hardnekkige lees- of
spellingproblemen en dyslexie. Doel is dat leerlingen hun
functionele lees- en schrijfvaardigheid verbeteren en dat ze
goed leren omgaan met dyslexie.
Het interventieprogramma voorziet in een geïntegreerde aanpak van de volgende
trainingen:
- Leesvloeiendheidstraining volgens RALFI-principes ter bevordering van een
snelle en accurate woordherkenning
- Training van leesstrategieën
- Sociaal-emotionele ondersteuning zodat leerlingen oplossingsgericht met de
gevolgen van de hardnekkige lees- en spellingproblemen leren omgaan
Spellen
De begeleiding op het gebied van basisspelling wordt aangeboden d.m.v. Muiswerk,
een online trainingsmethode.
www.muiswerk.nl
Het basisprincipe van de Muiswerkprogramma's is dat diagnostische toetsen
uitzoeken welke gebieden de leerling onvoldoende beheerst. Vervolgens selecteert
het programma de oefeningen die daarbij aansluiten. Leerlingen werken op die
manier alleen aan hun zwakke plekken. Ook Muiswerk Basisspelling is zo
gestructureerd.
Muiswerk Basisspelling behandelt alle belangrijke basisregels van de Nederlandse
spelling. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de vorm van veel voorkomende
woorddelen en aan technieken voor het inprenten van moeilijke woorden. De stof
wordt voor de leerling uitgelegd in de uitlegschermen met voorbeelden. Deze vormen
altijd het begin van de oefeningen. Tijdens het oefenen kan de uitleg op elk gewenst
moment opnieuw nagelezen worden.
In Muiswerk Basisspelling wordt aandacht besteed aan de belangrijkste spellingstof
waarin men in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs een
beheersingsniveau bereikt moet hebben.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
13
-
lettercombinaties
voor- en achtervoegsels
verdelen in lettergrepen
een of twee letters
ie of i
verlengingsregel
verkleinwoorden
meervouden
-
bijvoeglijk naamwoord
tussen letter e(n)
tussenletter s
hoofdletters
aaneenschrijven
inprentwoorden
buitenlandse woorden
Sociaal-emotioneel
Tijdens de begeleidingslessen lezen en spelling zal er veel aandacht zijn voor het
welbevinden van de leerlingen. Mocht de leerling behoefte hebben aan extra
ondersteuning kan hij altijd terecht bij zijn mentor.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
14
Deel 7. ICT-ondersteuning.
Op Houtens heeft elke leerling een eigen laptop / tablet waar hij mee op internet kan
via het school- of thuis netwerk. Er is een elektronische leeromgeving (ELO):
Magister. Leerlingen en ouders zijn in staat om hun voortgang digitaal te volgen. Een
aantal vakken werkt geheel digitaal met eigen lesmateriaal of een online lesmethode.
Bij de vakken waar geen gebruik wordt gemaakt van digitaal lesmateriaal, wordt veel
gebruik gemaakt van digitale ondersteuning (leerprogramma’s e.d.).
Houtens is niet in staat voor elke leerling met dyslexie compenserende software aan
te schaffen, wel ondersteunt Houtens leerlingen waar mogelijk wanneer de leerling
privé ondersteunende software aanschaft. Omdat onze lees- en spellingtraing goede
resultaten oplevert, adviseert Houtens alleen gebruik van compenserende
programma’s voor leerlingen met zeer ernstige dyslexie met een leestempo van
minder dan 100 woorden per minuut. Wanneer de leerling een leestempo van meer
dan 170 woorden per minuut bereikt, is gebruik van de software niet (meer) nodig.
Algemeen
Houtens faciliteert het installeren van hulpmiddelen aangeschaft door ouders. De
leerling werkt thuis zoveel mogelijk met deze hulpmiddelen en op school waar
mogelijk (wanneer de inhoud van het vak het toelaat).
Voorbeelden:
- Audioboeken (Dedicon)
- Daisy speler
- Compenserende software (voor lezen, spelling en studeren)
- Lettertype (Arial 12)
- www.lexima.nl
Al gerealiseerd
Houtens ondersteunt al:
- Alle leerlingen op Houtens ontvangen een laptop of tablet
- Mogelijkheid spellingcorrector
- Toetsen eventueel digitaal maken
- Online oefenen
o Methode gebonden websites
o Wrts
o Magister
o Overig oefenmateriaal
Toekomst
In de toekomst onderzoekt Houtens de mogelijkheid om meet expliciete ICTondersteuning voor leerlingen met dyslexie in te zetten binnen school.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
15
Deel 8. Vrijstelling voor één vreemde taal.
Regelgeving
VMBO in de eerste twee leerjaren (Inrichtingsbesluit WVO, artikel 22)
Behalve voor leerlingen die naar de verwachting van het bevoegd gezag
doorstromen naar de basisberoepsgerichte leerweg, is in het vmbo in de eerste twee
leerjaren Frans of Duits als tweede moderne vreemde taal verplicht. Scholen mogen
zelf kiezen welke van deze twee zij aanbieden, maar mogen ook beide talen
aanbieden. Voor het volgen van alleen Frans of alleen Duits is geen ontheffing
nodig.
Vrijstelling voor Frans én Duits is niet mogelijk voor dyslectische leerlingen.
Wel kan de school in de eerste twee leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs
in de tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen
kerndoelen zijn voor de moderne vreemde talen. De school moet hierbij wel rekening
houden met de doorstroommogelijkheden van de leerling.
Alleen in een aantal specifieke gevallen - en dan gaat het niet alleen om leerlingen
met dyslexie - zijn er wel mogelijkheden om ontheffing te krijgen voor Frans én Duits.
Dit geldt voor:
 Leerlingen die Spaans, Arabisch of Turks volgen;
 Leerlingen die buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs hebben gevolgd, en
daarbij geen of te weinig onderwijs in Frans of Duits hebben gekregen.
Leerlingen kunnen via deze regel alleen ontheffing krijgen van de tweede moderne
vreemde taal wanneer zij voor de eerste maal tot een school voor vbo of mavo zijn
toegelaten en zijn geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste.
Bovenbouw vmbo (Inrichtingsbesluit WVO, artikel 26n)
In de bovenbouw van het vmbo zijn er weinig mogelijkheden tot ontheffingen
geregeld, omdat er in de verschillende sectoren veel keuzevrijheid is; het probleem
kan meestal worden omzeild door een vak eenvoudigweg niet te kiezen. De
ontheffingsmogelijkheden concentreren zich daarom op de sector economie.
Leerlingen die in de eerste twee leerjaren ontheffing hebben gehad voor Frans of
Duits kunnen in die sector ontheffing krijgen voor Frans of Duits, en in plaats daarvan
kiezen voor Arabisch, Turks, Spaans, maatschappijleer II, geschiedenis en
staatsinrichting of aardrijkskunde. Deze bepaling geldt ook voor leerlingen die
onderwijs gaan volgen in de basisberoepsgerichte leerweg, en die in het schooljaar
daarvoor LWOO volgden.
De leerling in de basisberoepsgerichte leerweg, die in de onderbouw geen Frans of
Duits heeft gehad omdat hij naar verwachting deze leerweg ging volgen, volgt in de
sector economie van de basisberoepsgerichte leerweg in plaats hiervan in de
bovenbouw Arabisch, Turks, Spaans, maatschappijleer II, geschiedenis en
staatsinrichting of aardrijkskunde.
Bron: www.masterplandyslexie.nl
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
16
Aanvragen, procedure.
Op Houtens is zowel Duits als Frans onderdeel van het curriculum en daarom
verplicht. Bij hoge uitzondering kan een leerling aangepaste invulling van het vak, of
vrijstelling krijgen voor één van de twee talen. De procedure die gevolgd wordt om
een aangepaste invulling of een vrijstelling aan te vragen is hieronder beschreven.
Deze aanvraag kan gevolgen hebben voor de vervolgopleiding.
Om voor een aangepaste invulling of vrijstelling voor het vak Duits of Frans in
aanmerking te komen geldt een aantal voorwaarden:
- De leerling toont goede inzet
- De leerling vraagt actief om hulp
- De leerling toont initiatief
- De leerling heeft laten zien dat hij alles geprobeerd heeft om goede resultaten
te halen
Indien er een aangepaste invulling of vrijstelling verleend wordt, worden de afspraken
verwerkt in Magister
Op de volgende bladzijdes ziet u een stroomdiagram met de stappen die gevolgd
worden bij het aanvragen van een aangepaste invulling of eventueel een vrijstelling
voor het vak Duits of Frans.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
17
Aangepaste invulling van het vak Frans of Duits:
Als vuistregel geldt dat het vak zoveel mogelijk volgens het gestelde curriculum
gevolgd wordt, eventueel met aangepaste faciliteiten of afspraken.
Ouders sturen een beargumenteerde aanvraag per email naar Houtens, t.a.v. de remedial teacher
Deze aanvraag bevat argumenten en concrete ideeën
voor opvulling van de tijd.
De remedial teacher doet navraag bij de mentor
en docent(en) Frans en/of Duits over:
1. Inzet
2. Motivatie
3. Genomen maatregelen
Is er genoeg informatie
beschikbaar?
Nee
Ja
Remedial teacher doet
vervolgonderzoek.
Kunnen er maatregelen getroffen
worden om het vak succesvol af te
sluiten?
Ja
Nee
Maatregel afspreken
Bijvoorbeeld:
- mondeling toetsen
- deeltoetsen
- pre-teaching
- inzet
- etc.
Aangepaste invulling
+ beoordeling afstemmen
met vakdocent
Remedial teacher neemt contact
op met ouders over het genomen
besluit
Remedial teacher verwerkt
afspraken in Magister
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
18
Vrijstelling van het vak Frans of Duits:
Als vuistregel geldt dat het vak zoveel mogelijk volgens het gestelde curriculum
gevolgd wordt, eventueel met aangepaste faciliteiten of afspraken. Voordat een
vrijstelling toegekend wordt is eerst geprobeerd het vak met een aangepaste invulling
succesvol af te ronden, blijkt dat dit voor de leerling niet haalbaar is kan besloten
worden een vrijstelling te geven. Hiervoor zal de directeur toestemming moeten
geven.
Ouders sturen een beargumenteerde aanvraag per post naar
[email protected]
Deze aanvraag bevat argumenten en concrete ideeën voor
opvulling van de tijd.
Volgt de leerling een programma
met aangepaste invulling?
Start procedure
aangepaste invulling
Nee
Ja
De remedial teacher doet navraag bij de mentor en docent(en) Frans
en/of Duits en Engels over:
1. Gevolgen aangepaste invulling Frans of Duits
2. Wensen vakdocenten inzet bij andere vreemde talen
3. Zijn de concrete ideeën leerling en ouders beschreven in de
aanvraag toepasbaar?
Is er genoeg informatie beschikbaar?
Nee
Ja
Remedial teacher
doet
vervolgonderzoek.
Remedial teacher formuleert voorstel (het
programma over de invulling van de tijd)
en communiceert dit aan de directeur.
Directeur akkoord?
Nee
Ja
Remedial teacher neemt contact
op met ouders over het genomen
besluit.
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
Remedial teacher verwerkt
afspraken in Magister
19
Literatuur
Hajer, m. & Meestringa, T. (2009). Handboek taalgericht vakondewijs. Coutinho:
Bussum.
Hennemans, K., Kleijnen, R. & Smits, A. (2004). Protocol Dyslexie Voortgezet
Onderwijs, deel 1 - Achtergronden, beleid en implementatie. ‘s-Hertogenbosch: KPC
Groep.
Hennemans, K., Kleijnen, R. & Smits, A.(2004). Protocol Dyslexie Voortgezet
Onderwijs, deel 2 - signalering, diagnose en begeleiding. ‘s-Hertogenbosch: KPC
Groep.
Kleijnen, r., Steenbeek-Planting E. & Verhoeven, L. (2008). Toetsen en Interventies
bij Dyslexie in het Voortgezet Onderwijs. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.
Leenders, Y., Naafs, F., Van den Oord, I. (2002) Effectieve instructie. Drukkerij Wilco:
Amersfoort.
Pameijer N., van Beukering T. & De Lange S. (2009). Handelingsgericht werken: een
handreiking voor het schoolteam. Leuven: Acco.
Steenbeek-Planting, E., Kleijnen, R. & Verhoeven, L. (2006). Interventieprogramma
Nederlands voor het Voortgezet Onderwijs. Begeleiding voor leerlingen met
leesproblemen en dyslexie. Nijmegen: Experticecentrum Nederlands.
Vernooy, K. (2010). Als VO-leerlingen niet goed lezen. Remediaal(2) 3-9
Dyslexiebeleid Houtens
oktober 2014
20