Procedure dyslexie op het Griftland College 2014- 2018 Voorwoord Sommige leerlingen hebben al op de basisschool gehoord dat zij last hebben van de leerstoornis dyslexie. Andere leerlingen ontdekken dit in het eerste jaar van de middelbare school of zelfs nog later. Zij hebben wellicht met hun intelligentie en leervermogen hun dyslexie lang kunnen “verbergen”. 2 Visie en beleid dyslexie op het Griftland College 2014-2018 Algemene visie van de school op onderwijs De doelstellingen van het Griftland College zijn kort en bondig samengevat in de Centrale Boodschap. Deze dient als uitgangspunt van onze visie op onderwijs. We hebben de Centrale Boodschap verder uitgewerkt in de volgende ‘statements’: Het Griftland College biedt goed en degelijk onderwijs. Op het Griftland College zijn de vakken daarom duidelijk herkenbaar en speelt het onderwijs zich hoofdzakelijk af in het klaslokaal. De samenhang tussen de vakken komt tot uiting in de vakoverstijgende projecten die in elk leerjaar worden georganiseerd. De leerling wordt, afhankelijk van het niveau, doeltreffend en gedegen voorbereid op het vervolgonderwijs: universiteit en het hoger of middelbaar beroepsonderwijs. Onderwijs behoort uitdagend te zijn. Daarom wordt de leerling in staat gesteld zijn eigen grenzen te ontdekken en waar mogelijk te verleggen. Omdat leerlingen van elkaar verschillen, wordt in de brugklas begonnen met een indeling in niveaugroepen. De leerling leert actief en zelfstandig te studeren en zich van de eigen verantwoordelijkheid bewust te zijn. Dit stimuleren we onder meer door het gebruiken van studiewijzers, zodat leerlingen beter leren plannen. Ook wordt ruim aandacht besteed aan studievaardigheden. De mate waarin een beroep wordt gedaan op deze verantwoordelijkheid neemt toe naarmate de leerling ouder wordt. Dit leerproces wordt bevorderd door een uitgebalanceerd systeem van leerlingbegeleiding. Daarnaast ontvangen de leerlingen die dat nodig hebben, extra trainingen om hun specifieke problemen te kunnen overwinnen. Vanuit een christelijke levensvisie levert de school een bijdrage aan de vorming van de toekomstige kritische burger, die zijn verantwoordelijkheid voor de medemens niet uit de weg gaat. In de vieringen, de reguliere lessen, tijdens vaste bezinningsmomenten aan het begin van de dag en in projecten waarin de zorg voor de aarde en de medemens centraal staat, proberen we dit doel te bereiken. Het Griftland College wil de impuls voor de culturele vorming van haar leerlingen vooral geven in de dagelijkse lessen. Door de hele school heen wordt structureel aandacht besteed aan vakken als Latijn (VWO), muziek, tekenen, handvaardigheid, Culturele en Kunstzinnige Vorming en Klassieke Culturele Vorming (VWO). Daarnaast spelen diverse naschoolse en buitenschoolse activiteiten - in alle afdelingen en voor alle leerlingen - een belangrijke rol in de stimulering en ontwikkeling van de eigen creativiteit. 3 Visie op zorg Het Griftland College wil iedere leerling de best passende en (voor leerling en school) haalbare ondersteuning bieden zodat alle leerlingen betekenisvol en uitdagend onderwijs kunnen volgen. Visie op dyslexie Het Griftland College heeft als doel dat alle leerlingen met dyslexie het onderwijs optimaal kunnen volgen met de ondersteuning die voor hen en voor school passend is. Dyslexiebeleid De leerlingen met dyslexie worden in de onderbouw in groepjes begeleid en maken kennis met de hulpmiddelen en faciliteiten die de school kan bieden. Elke leerling met dyslexie krijgt een pasje waarop de algemene faciliteiten staan vermeld. Deze faciliteiten zijn: - Tijdverlenging van 25% bij de toetsen (of schrappen van bepaalde opgaven) Indien mogelijk en zinvol repetitie (mondeling) herkansen of afmaken Inhoud en spelling apart becijferen Het streven van de school is dat leerlingen leren zelfstandig om te gaan met hun dyslexie en gebruik maken van de leerstrategieën die hen aangeboden worden. Als leerlingen baat hebben bij gesproken ondersteuning en hier gebruik van willen maken wordt dit in het zorgteam besproken. Het programma Kurzweil wordt in fasen ingevoerd in de school, te beginnen bij de brugklas (in het schooljaar 2014-2015) en bij enkele leerlingen met ernstige dyslexie in de hogere klassen. Bij het examen wordt gesproken ondersteuning (via Kurzweil of daisy cd’s) toegestaan. Hiernaast bieden de remedial teachers extra ondersteuning aan individuele leerlingen die problemen ondervinden van hun dyslexie. Dit geldt voor de onder- en de bovenbouw. Ook zorgen de remedial teachers voor scholing en coaching van docenten. Extra (wettelijke) maatregel wat betreft de keuze van de vakken: op het Vwo (vanaf het vierde jaar) en bij de Mavo in de sector economie (vanaf het derde jaar) kan het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal onder voorwaarden worden vervangen door dat in een ander vak, wanneer deze voor een leerling met dyslexie een te grote belemmering is. De ontheffing in het onderwijs werkt vanzelfsprekend door in het examen. 4 Dyslexie In de brochure van het ministerie van OC&W ‘Dyslexie, een praktische gids voor scholen voor Voortgezet Onderwijs’1 staat het begrip dyslexie omschreven als “een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen)”. Dyslexie is een complex probleem. Resultaten van toetsen kunnen flink tegenvallen ondanks het feit dat leerlingen de leerstof goed onder de knie (lijken) te hebben. Gevolgen kunnen zijn: verlies aan zelfvertrouwen, stress voor een toets, faalangstig worden of het maar gewoon opgeven. Het automatiseringsproces verloopt moeizamer, waardoor leerlingen meer tijd nodig hebben bij het leren van woordjes of begrippen. Soms ontbreekt hierbij ook een gevoel voor planning en structuur. Dit kan zich uiten in een onleesbaar handschrift of een agenda waarin al het huiswerk door elkaar staat. 1 www.rijksoverheid.nl 5 Dyslexie en VO schoolvakken Hieronder staan voorbeelden gegeven van problemen die kunnen voorkomen in het Voortgezet Onderwijs. Deze komen overigens niet in deze mate bij alle leerlingen voor. Dyslexie komt voor in alle milieus. Er zijn sterke aanwijzingen dat erfelijkheid hierbij een grote rol speelt. De mate waarin iemand dyslexie heeft kan verschillen, van zwak naar zeer ernstig. Naarmate een leerling over een meer dan gemiddelde intelligentie beschikt kan hij/zij langer de aanwezigheid van dyslexie verbloemen. Problemen die zich vooral voordoen bij de talen: Het automatiseringstekort levert in het VO problemen op bij het lezen van lange teksten en het maken van functionele schrijfopdrachten. Lange teksten kunnen verkeerd begrepen worden doordat woorden verkeerd gelezen worden of relevante informatie wordt overgeslagen. Tijdsdruk speelt hier een negatieve rol. Bij toetsing van mondelinge vaardigheden kan een leerling met dyslexie, door woordvindingsproblemen, onsamenhangend overkomen. Bij Engels geven vooral de uitspraak en schrijfwijze ( door de grote variatie aan lettercombinaties) problemen, waardoor woordbeelden lastig beklijven. De leerling valt terug op het spellend lezen, wat meer tijd vergt en het begrijpend lezen in de weg staat. Frans en Duits geven dezelfde problemen vanwege de vele nieuwe klanktekenkoppelingen. Luistervaardigheid bij de moderne vreemde talen vraagt van een leerling met dyslexie drie dingen tegelijk: luisteren, antwoorden en vooruit lezen. Door het langzaam decoderen van de vragen en het verwerken van de luistertekst vergt dit veel meer tijd. Het onthouden en toepassen van grammatica en/of logische regels kan een probleem zijn voor een leerling met dyslexie, maar dit hoeft niet het geval te zijn. Bij zaakvakken en creatieve vakken laat het automatiseringsprobleem zich zien in het moeilijk onthouden van bijvoorbeeld: jaartallen, plaatsnamen, muzieknoten, woordjes, topografie en formules. Voor een leerling met dyslexie is samenhang en context van groot belang voor het onthouden van losse, op zichzelf staande gegevens. De snelle informatieverwerking in de les kan voor een leerling met dyslexie problemen opleveren in de les. Deze leerling zal het maken van notities of het snelle nakijken van het huiswerk niet bij kunnen houden. Bij toetsen worden opdrachten onjuist gelezen en is er te weinig tijd een antwoord goed te formuleren. Bij de exacte vakken is de taligheid van de opdrachten een belemmering voor veel leerlingen. 6 Procedure Griftland College. We onderscheiden twee groepen leerlingen: 1. Leerlingen die in het PO al getest zijn en met een dyslexieverklaring het VO binnenkomen. Als een leerling met een dyslexieverklaring het Griftland College binnenkomt, wordt dit in het leerlingvolgsysteem (SOM) vermeld en worden de docenten op de hoogte gebracht. Deze leerlingen krijgen bij binnenkomst een gele dyslexiepas. Deze pas wordt in de onderbouw door de leerling goed bewaard en bij toetsen zichtbaar op de tafel gelegd. Zo kan elke docent zien, wie recht heeft op tijdsverlenging bij toetsen. Op het toetsblad wordt een duidelijke D geschreven, zodat de docent weet wie recht heeft op compenserende spellingmaatregelen. Deze maatregelen hebben de secties op papier staan, waardoor dit gelijkelijk wordt toegepast en doorgegeven aan nieuwe collega’s. Daarnaast geeft de Remedial Teaching (hierna te noemen RT) een vijftal begeleidingslesuren aan brugklasleerlingen met dyslexie. Dit vindt plaats na de Herfstvakantie. Het doel van deze bijeenkomsten ligt in de aanpak van leerleesstrategieën. In kleine groepjes maken zij kennis met elkaar en worden leer- en leestips uitgewisseld zoals die genoemd worden in het Protocol Dyslexie2. Tevens wijst de RT op het bewezen nut van gesproken ondersteuning in de vorm van ingesproken schoolboeken die besteld kunnen worden via www.dedicon.nl. Deze boeken kunnen in het programma Kurzweil en Sprint Plus voorgelezen worden. Op een PC kan dit met het gratis te downloaden programma AMIS, via de site van Dedicon. Via www.lexima.nl kunnen ouders meer informatie inwinnen rondom dyslexie en daarbij behorende hulpmiddelen. 2. Leerlingen die niet eerder getest zijn (maar bij wie later, veelal na signalen van docenten, een vermoeden van dyslexie bestaat). Alle leerlingen krijgen aan het begin van de brugklas een Spellingdictee, een Begrijpend Lezentoets en een Woordenschattoets. Scoort een leerling op deze toets zodanig dat er een vermoeden is van dyslexie, dan neemt de Remedial Teaching contact op met de mentor. Mocht er gedurende de verdere periode in het VO het vermoeden van dyslexie blijven bestaan en de behaalde resultaten geven hiervan bewijs, dan kan de mentor de leerling aanmelden bij het zorgteam dat signalerende testen vanuit het Landelijk Protocol Dyslexie2 kan afnemen. De RT evalueert de resultaten met de Zorgcoördinator van de school en brengt de mentor op de hoogte. In overleg met ouders wordt eventueel een extern (dyslexie) onderzoek geadviseerd. In alle gevallen geldt dat een leerling pas gebruik mag maken van de faciliteiten voor leerlingen met dyslexie als hij/zij beschikt over een dyslexieverklaring en 2 Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs KPC groep Nijmegen 2004 7 bijbehorende dyslexiepas. Deze verklaring geldt nooit met terugwerkende kracht op eerder behaalde toetsresultaten. De kosten die gemoeid zijn bij extern onderzoek zijn voor de ouders. Dit geldt ook voor eventuele aanschaf van een laptop / Daisy speler met daarop een programma voor gesproken ondersteuning. In het examenjaar kan de “recent” afgegeven dyslexieverklaring tot uiterlijk 1 oktober overlegd worden. Dit heeft te maken met het aanvragen van de examenfaciliteiten bij de inspectie. Examenleerlingen die in aanmerking willen komen voor deze faciliteiten kunnen dit zo kenbaar maken bij de examencoördinator van de school. In de maand september krijgen examenleerlingen met dyslexie hier een brief over. Regels/afspraken met betrekking tot compenserende maatregelen: Als een leerling in het bezit is van een dyslexieverklaring, heeft hij recht op een aantal compenserende faciliteiten. Om dit zichtbaar te maken krijgt de leerling een dyslexiepas. Onderbouw: In de onderbouw ligt de nadruk van de begeleiding van leerlingen met dyslexie op het aanleren van compenserende strategieën. Voor hen die tussentijds een dyslexieverklaring hebben gekregen kan dit ook in een later leerjaar aangeboden worden. Het doel hierbij ligt in de aanpak van huiswerk. Dit door bijvoorbeeld leerstrategieën aan te bieden bij het leren van woordjes en extra spellingtips voor de taal Engels. De vakdocenten op school geven de leerlingen met dyslexie daarnaast nuttige input over hoe zijn/haar lessen het beste geleerd kunnen worden. De leerling krijgt de vragen en opdrachten van overhoringen en toetsen op schrift. De lay-out moet duidelijk en overzichtelijk zijn. Het lettertype is voldoende groot (Arial 12). De leerling heeft recht op 20-25% extra tijdsverlenging. Per lesuur van 60 minuten heeft de leerling recht op 15 minuten extra tijd. Indien dit praktisch niet mogelijk is, heeft de leerling recht op een vermindering van het aantal opdrachten/vragen (20%). Bij problemen zal de afdelingsdirecteur hierin de beslissende rol spelen in samenspraak met de docent. De leerling heeft bij de talen recht op een andere beoordeling wat de spelling van woorden betreft. Dat wil zeggen dat de verwisseling van letters, het ontbreken van letters en de fonetische weergave van moeilijke woorden niet fout worden gerekend. Dit geldt niet voor schriftelijke overhoringen en toetsen waarbij uitdrukkelijk de spelling van woorden getoetst wordt. Fouten in de betekenis, grammaticale regels en werkwoordspelling tellen wel mee. Het gebruik van hulpkaarten / geheugenkaarten die door de docent worden uitgereikt is in de onderbouw toegestaan. De docent bepaalt of dit ook bij toetsen is toegestaan. 8 In het schooljaar 2014-2015 gaan we beginnen met een pilot wat betreft het gebruik van het computerprogramma Kurzweil in de brugklas. De brugklasleerlingen met dyslexie krijgen, wanneer ze dat willen, een account voor dit programma. Bovendien krijgt een aantal leerlingen in hogere klassen de mogelijkheid om ook van dit programma gebruik te maken. Dit gebeurt in overleg met het zorgteam. De leerlingen gebruiken dit programma voornamelijk bij het studeren, gebruik bij toetsen gaat steeds in overleg met het zorgteam. Bovenbouw: Na overleg met de betreffende docent / afdelingsleiding en met de afdeling Zorg binnen de school kan besloten worden een leerling met een ernstige vorm van dyslexie gesproken ondersteuning aan te bieden bij een schriftelijke toets. De school heeft tot op heden drie usb sticks met Sprint Plus. Dit programma biedt deze mogelijkheid. Naast Sprint Plus gebruiken we Kurzweil dat op het interne netwerk staat. Leerlingen die zelf reeds in het bezit zijn van deze programma’s kunnen in overleg met de docent en afdelingsleiding hun eigen toetsen gesproken laten ondersteunen. De betreffende docent zorgt dan voor een usb stick met de toets. In de algemene toetsweken in de Tweede Fase is er een duidelijk overzicht voor leerlingen met dyslexie wat betreft het speciale lokaal voor tijdsverlengers. Ook in de bovenbouw zorgt de leerling ervoor dat hij zijn gele dyslexiepasje bij zich heeft. Veel toetsen in de bovenbouw tellen mee voor het schoolexamen. Regels voor toegestane hulpmiddelen bij de officiële examens kunnen teruggelezen worden op www.examenblad.nl. In de bovenbouw van de mavo kan aan het einde van het derde leerjaar aan leerlingen met dyslexie ontheffing verleend worden voor Moderne Vreemde Talen. Deze ontheffing kan uitsluitend verleend worden na een verzoek door de mentor aan de afdelingsleiding. Het programma waaraan gewerkt gaat worden tijdens de wegvallende uren, moet duidelijk omschreven zijn. Daarbij laat de leerling een werkhouding zien van goede en serieuze inzet. De leerling krijgt een stempelkaart voor de wegvallende uren, die door de begeleidende mentor ondertekend wordt. In de bovenbouw van de Havo is een tweede moderne vreemde taal niet meer verplicht, behalve in het profiel Cultuur en Maatschappij. Hiervoor is geen ontheffing toegestaan. Leerlingen die doorstromen vanuit 4 mavo naar 4 havo dienen hun vrijstelling voor een taal te verwerken in hun keuze van het vakkenpakket. In de bovenbouw van het vwo kan een leerling met een NG- of NT-profiel ontheffing aanvragen voor de tweede moderne vreemde taal bij de afdelingsleiding (Latijn valt ook onder een tweede taal) mits: 9 - de leerling een dyslexieverklaring heeft of een andere moedertaal heeft dan het Nederlands of Fries of de leerling die onder het NG- of NT profiel valt voor wie het volgen van een tweede taal een succesvolle afronding van de opleiding in de weg staat. Leerlingen moeten bij een vrijstelling een ander vak kiezen uit de beschikbare examenvakken. Voor andere havo- en vwo-leerlingen bestaat deze mogelijkheid tot vrijstelling niet. Het Centraal Schriftelijk Eindexamen kan met een Daisy-cd gesproken ondersteund worden. De secretaris van de eindexamencommissie en de afdeling Zorg van de school zullen hiervoor een inventarisatie maken onder de leerlingen met dyslexie. Deze leerlingen worden door de RT uitgenodigd hiermee een tweetal keren te oefenen. Dit oefenen is verplicht. Mocht een eindexamenkandidaat de voorkeur geven aan het gebruik van Kurzweil, dan zal hij/zij aantoonbaar moeten maken, minimaal twee jaar ervaring te hebben met dit programma. Tot slot Aan het begin van elk schooljaar wordt een aparte ouderavond georganiseerd voor ouders van brugklasleerlingen met dyslexie. Op deze avond wordt informatie gegeven over dyslexie in het algemeen en wordt het dyslexiebeleid toegelicht. Zorgteam 2014 10
© Copyright 2024 ExpyDoc