Gebruikersinnovatie in het MKB

Gebruikersinnovatie in het MKB
ISBN
: 978-90-371-2108-7
Rapportnummer
: A201402
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap
(www.ondernemerschap.nl)
Panteia BV
Panteia BV
Bredewater 26
P.o. box 7001
2715 CA Zoetermeer
2701 AA Zoetermeer
079 322 22 00
The Netherlands
www.panteia.nl
+31 79 322 22 00
Drs. R.M. Braaksma, drs. P. Gibcus en drs. P.Th. van der Zeijden
Zoetermeer , januari 2014
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan
mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke
vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na
schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or
text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned.
No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means,
or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia
does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
Samenvatting
5
1
Inleiding
7
1.1
1.2
1.3
1.4
Achtergrond
Meten van gebruikersinnovatie
Opzet van het onderzoek
Leeswijzer
7
7
7
8
2
Wat is gebruikersinnovatie
9
2.1
2.2
2.3
2.4
Inleiding
Producenteninnovatie
Gebruikersinnovatie
Impact van gebruikersinnovatie
3
Gebruikersinnovatie in het MKB: de praktijk
13
3.1
3.2
3.3
3.4
Inleiding
Vernieuwing voor eigen gebruik
Gebruikersinnovatie in MKB totaal en MKB topsectoren
Typen gebruikersinnovaties
13
14
15
18
4
Gebruikersinnovatie versus producentgerichte
innovatie
Bijlage 1
Bijlage 2
Literatuurlijst
Onderzoeksverantwoording
9
9
9
11
21
25
27
3
Samenvatting
Het gangbare beeld van hoe innovatie ‘werkt’, is gebaseerd op een producentgericht
model: bedrijven en kennisinstellingen ontwikkelen kennis en brengen die naar de
markt. Echter, ook gebruikers innoveren. Over deze gebruikersinnovatie zijn nog
weinig (kwantitatieve) gegevens beschikbaar. Deze rapportage geeft (cijfermatig)
inzicht in de mate van gebruikersinnovatie (aantal bedrijven dat gebruikersinnovatie
realiseert) in het midden- en kleinbedrijf (1 tot 250 werkzame personen). De
resultaten zijn gebaseerd op een meting bij circa 2.000 MKB-bedrijven.
Gebruikersinnovatie is gemeten op basis van de volgende criteria:

Er is sprake van gebruikersinnovatie als een bedrijf in de voorgaande drie jaar bestaande
technieken, apparatuur of software (substantiële) heeft aangepast om die meer geschikt
te maken voor eigen gebruik, óf in de voorgaande drie jaar geheel nieuwe technieken,
apparatuur of software heeft ontwikkeld voor eigen gebruik.

De desbetreffende aanpassing of vernieuwing kan niet kant-en-klaar op de markt worden
gekocht.
De meting heeft onder andere de volgende resultaten opgeleverd:

29% van de bedrijven in het MKB heeft in de voorgaande drie jaar bestaande
technieken, apparatuur of software substantieel voor eigen gebruik aangepast en 7%
van de bedrijven in het MKB heeft in de voorgaande drie jaar geheel nieuwe technieken,
apparatuur of software ontwikkeld voor eigen gebruik.

Een groot deel van de aanpassingen en nieuw ontwikkelde producten voor eigen gebruik
is ook op de markt te koop en is dus geen gebruikersinnovatie.

16% van de bedrijven in het MKB heeft de voorgaande drie jaar gebruikersinnovaties
gerealiseerd. Bij het grootste deel gaat het om aanpassingen van bestaande technieken,
apparatuur of software.

Onder het grotere MKB realiseren relatief meer bedrijven gebruikersinnovaties dan onder
het kleinere MKB. In de klasse 50 tot 250 werkzame personen heeft 50% van de
bedrijven in de voorgaande drie jaar gebruikersinnovaties gerealiseerd. In de klassen 10
tot 50 en 1 tot 10 werkzame personen is dat respectievelijk 44% en 12%.

In de industrie doen relatief de meeste MKB-bedrijven aan gebruikersinnovatie, gevolgd
door de financiële dienstverlening en de transportsector.

Qua aard van de gebruikersinnovaties gaat het bij de helft om software, bij 29% om
hardware en bij 18% om administratieve systemen.

Er blijkt een sterke samenhang tussen de ‘klassieke’ innovativiteit
(producenteninnovatie) en de mate van gebruikersinnovatie. ‘Klassiek’ innovatieve
bedrijven doen ook vaker aan gebruikersinnovatie.
5
1
1.1
Inleiding
Achtergrond
Ga ng ba a r b ee l d va n i nno va t i e ga a t u it va n pr od uc en tg e r ich t mo d el
Het gangbare beeld van hoe innovatie ‘werkt’, is gebaseerd op een producentgericht
model: bedrijven en kennisinstellingen ontwikkelen kennis en brengen die naar de
markt. Gebruikers zijn in dit model passief. Zij worden hoofdzakelijk geacht om
behoeften te hebben.
V e e l inn ova t i e s v i nd en p l a a ts v oo r e i ge n g e b rui k ( ge b ru ik er s inn ova t ie)
Uit onderzoek blijkt dat vele baanbrekende innovaties niet binnen de kaders van het
producentgerichte model zijn ontwikkeld. Bijvoorbeeld de gebroeders Wright voerden
de eerste onbemande vlucht uit. Hun motivatie was om zelf te vliegen. Zij hebben de
basis gelegd voor de vliegtuigindustrie. Een ander voorbeeld is Can dido Jacuzzi die de
whirlpool bedacht om de huidziekte van zijn zoon te behandelen. De voorbeelden laten
zien dat ook gebruikers innoveren. Gebruikers innoveren vanuit hun eigen problemen
of behoefte en niet vanwege een marktkans. Ze ontwikkelen vervolgens alleen of in
groepsverband (communities) een ‘doe-het-zelf’-oplossing. Vaak blijft deze oplossing
alleen binnenshuis. Commerciële exploitatie achten zij vaak niet nodig. Als de
gebruiker toch besluit de gevonden innovatie open te stellen voor anderen , dan vindt
adoptie meestal plaats via drie wegen: gratis delen van de innovatie, adoptie door een
commerciële producent of de gebruiker start zelf een eigen bedrijf.
1.2
Meten van gebruikersinnovatie
M et i ng va n d e ma t e va n g e br u ik e r si nn ova t i e on d er M KB - b ed r i jv en
Cijfermatig inzicht in gebruikersinnovatie is er nog nauwelijks. Schattingen van
percentages innoverende gebruikers in Nederland lopen uiteen van 4-6%
(consumenten) tot 15-20% (bedrijven die voor eigen gebruik innoveren) of zelfs rond
de 50% (hightech en grotere bedrijven). Betrouwbare statistieken ontbreken nog.
Met deze rapportage geven we cijfermatig inzicht over gebruikersinnovatie in het MKB.
1.3
Opzet van het onderzoek
T e le fo n isc he m et i ng ond e r MKB - be d r i jv en
Voor de meting van de mate van gebruikersinnovatie in het MKB is aangesloten bij de
‘Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB’, een enquête die Panteia/EIM
sinds 2006 jaarlijks in het voorjaar uitvoert bij een steekproef van 3.500 MKB bedrijven. Hoofddoel van deze enquête is het meten van de wijze waarop het MKB de
bedrijfsvoering organiseert. Innovatie is een van de aspecten die jaarlijks aan bod
komt. In de enquête 2013 zijn vragen opgenomen om de mate van
gebruikersinnovatie te meten. Deze vragen zijn aan circa 2.000 respondenten
voorgelegd.
MKB-bedrijven zijn gedefinieerd als bedrijven met 1-250 werkzame personen. Ook
agrarische bedrijven zijn meegenomen.
7
De ‘Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB’ is niet primair gericht op de
topsectoren. Door de aanwezigheid van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) was het
mogelijk om bedrijven in de topsectoren te kunnen onderscheiden. In het huidige
bedrijvenbeleid van het kabinet staan negen topsectoren centraal 1, namelijk Agri &
food, Chemie, Creatieve industrie, Energie, Hightech systemen en materialen, Life
sciences & health, Transport en opslag, Tuinbouw en uitgangsmaterialen en Water. De
topsectoren samen zijn goed voor meer dan een kwart van de toegevoegde waarde
van Nederland. Van de negen topsectoren neemt de sector hightech systemen en
materialen bijna een kwart van de gezamenlijke toegevoegde waarde voor zijn
rekening. Vier topsectoren zijn relatief klein: Life sciences & health, Tuinbouw en
uitgangsmaterialen, Water en Creatieve industrie. 2
A na l ys e en ra p po rta ge
In de analyse is gekeken naar de mate van gebruikersinnovatie en de vraag in
hoeverre gebruikersinnovatie complementair is aan het traditionele, producentgerichte
innovatiemodel dat draait om productontwikkeling en R&D. Daarbij is steeds het totale
MKB vergeleken met het MKB in de topsectoren. Waar mogelijk is ook onderscheid
gemaakt naar de verschillende (top)sectoren. Aangezien de celvulling niet voor alle
topsectoren voldoende was om in de analyses te onderscheiden, zijn de topsectoren
Chemie, Energie, Life sciences & health en Water niet apart onderscheiden in deze
rapportage, maar zijn ze wel meegenomen in de totalen van de topsectoren . In de
rapportage zijn de volgende topsectoren onderscheiden:
1.4

Agri & food

Creatieve industrie

Hightech systemen en materialen

Transport en opslag

Tuinbouw en uitgangsmaterialen.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat nader in op wat gebruikersinnovatie is en wat daar inmiddels uit
eerdere onderzoeken over bekend is. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens ingegaan op de
praktijk van gebruikersinnovatie. Op basis van een enquête onder circa 2.000
bedrijven in het MKB wordt inzicht gegeven in de mate en aard van
gebruikersinnovatie in het MKB. Hoofdstuk 4 gaat in op de relatie met ‘klassieke’
innovativiteit van bedrijven. Zo veel mogelijk wordt onderscheid gemaakt tussen het
gehele MKB en het MKB in de topsectoren.
1
2
8
Kamerbrief ‘Naar de top: Het bedrijvenbeleid in actie(s)’. 13 september 2011.
Bangma, K.L., A. Bruins en D. Snel, Topsectoren: beeld en ontwikkeling Update oktober 2013, Panteia,
Zoetermeer, oktober 2013.
2
2.1
Wat is gebruikersinnovatie
Inleiding
Innovatie is een drijvende kracht achter de economische ontwikkeling. Het zorgt voor
groei en werkgelegenheid, voor het oplossen van maatschappelijke problemen en voo r
toename van de welvaart. Traditioneel wordt in de literatuur en in statistieken vooral
gekeken naar producenteninnovatie. Over gebruikersinnovatie is minder bekend. Dit
hoofdstuk geeft een korte impressie van wat tot nog toe in de literatuur bekend is
over gebruikersinnovatie. Daarbij wordt gestart bij het traditionele model: het
producentgerichte innovatiemodel.
2.2
Producenteninnovatie
H e t p ro duc e ntg e r ic ht e m o de l
Het klassieke antwoord op de vraag hoe innovaties tot stand komen, is dat bedrijven,
universiteiten en researchinstituten kennis ontwikkelen tot innovaties, die vervolgens
de markt bereiken: het producentgerichte model (zie figuur 2.1). Producenten
bedienen veel gebruikers en kunnen hun kosten dus spreiden, net als het
afbreukrisico.
figuur 2.1
Het producentgerichte innovatiemodel
Bron: Jong, J.P.J. de, Gebruikers en communities, De donkere materie van innovatie, Panteia/EIM en RSM
Erasmus Universiteit, Zoetermeer, november 2012 (report A201210).
2.3
Gebruikersinnovatie
D o e -h et -z e lf i nn ova t i e
Een belangrijke alternatieve bron van innovatie is de doe-het-zelfvariant:
gebruikersinnovatie. Particuliere en zakelijke gebruikers ontwikkelen nieuwe
toepassingen. Zij lopen aan tegen een probleem of een tekortkoming waarvoor de
markt geen oplossing heeft (een standaard apparaat doet net niet precies wat zij
willen) of zij hebben ineens een brainwave die een idee voor een product of een
verbetering oplevert.
9
Voorbeeld van gebruikersinnovatie: De boorhulp 3
Van Dorp Installaties uit Zoetermeer ontwikkelde in 2006 zelf een boorhulp. Installateurs moeten vaak
langere tijd boven hun hoofd boren in plafonds en houden daar klachten in de schouders aan over,
soms zelfs invaliderende klachten. De eigen gebruikersinnovatie bestaat uit een bestaande
boormachine en een bestaande steiger, gecombineerd met de zelf ontwikkelde boorhulp. Op basis van
een schets werd een ontwerp gemaakt en vervolgens geproduceerd door een constructiebedrijf en na
een paar tests in gebruik genomen door de installateurs. Het ontwerp is grati s beschikbaar en kan
verder worden verbeterd en op de markt worden gebracht door wie dat wil.
H e t ge b ru ik e rs ge r ic ht e i n nova t i emo d e l
In het gebruikersgerichte model ontwikkelen individuele gebruikers toepassingen, in
eerste instantie doorgaans uitsluitend voor eigen gebruik. Maar die innovaties blijken
in een aantal gevallen bruikbaar voor een grotere groep gebruikers en worden dan
naar de markt gebracht, gekocht of overgenomen door een ander bedrijf. Langs die
weg leveren zij hun eigen bijdrage aan de vernieuwing van producten en processen en
daarmee aan groei en welvaart. In figuur 2.2 is een schematische voorstelling van het
gebruikersgerichte innovatiemodel weergegeven: een doe-het-zelfoplossing, in eerste
instantie voor eigen gebruik, vindt vervolgens zijn weg naar andere gebruikers, via
vermarkting door de innovator zelf of door een ander bedrijf dat koopt of overneemt,
dan wel door het zonder vergoeding met anderen te delen.
figuur 2.2
Het gebruikersgerichte innovatiemodel
Bron: Jong, J.P.J. de, Gebruikers en communities, De donkere materie van innovatie, Panteia/EIM en RSM
Erasmus Universiteit, Zoetermeer, november 2012 (report A201210).
V e r sch i l l en tu ss en p r odu ce nt ge r ic ht e en g e br u ik e rsg e r ic ht e in no va t i e
De belangrijkste verschillen tussen producent- en gebruikersgerichte innovatie zijn
samengevat in tabel 2.1.
3
10
Jong, Jeroen de, Wynand Bodewes en Ro Braaksma, De Innovatieve ondernemer, Zoetermeer, 2009,
blz. 148-150.
tabel 2.1
Kenmerken van innovatie door producenten versus innovatie door gebruikers
Producenteninnovatie
Gebruikersinnovatie
Motivatie
Marktkans, gat in de markt
Eigen behoefte, noodzaak
Inbreng
Vakkennis, marktkennis, techniek
Kennis van behoefte
Soort innovatie
Vooral incrementeel
Nieuwe functionaliteit
Verspreiding
Door verkoop, licenties, spillovers
Door gratis delen, zelf vermarkten,
verkopen/overdragen
Bron: De Jong, 2012.
2.4
Impact van gebruikersinnovatie
W e l va a r ts ef fe ct en va n g e b ru ik er s inn ova t ie s
Gebruikersinnovaties dienen om te beginnen de individuele behoefte van de
individuele gebruiker. Dat neemt niet weg dat ook andere gebruikers er baat bij
kunnen hebben. Diffusie door gratis beschikbaar stellen aan anderen (zie de boorhulp
voor installateurs), commercialiseren van de vinding of adoptie door de producent van
een aangepast standaardproduct draagt bij aan variatie van het aanbod en betere
afstemming op de behoefte van gebruikers. De kosten zijn per saldo bovendien een
stuk lager: eenzelfde productdifferentiatie naar allerlei niches zou voor de producent
van het oorspronkelijke (standaard)product alleen mogelijk zijn tegen (onhaalbaar)
hoge extra kosten voor productie en distributie. 4
Voor gebruikersinnovaties van bedrijven geldt dat 20% tot 25% door andere bedrijven
wordt overgenomen: in de vorm van adoptie voor intern gebruik of om de innovatie
als product op de markt te brengen. 5 Weliswaar is het merendeel dus uitsluitend voor
eigen gebruik, maar een fors aantal blijkt toch ook waardevol voor anderen te zijn.
De welvaartseffecten van gebruikersinnovatie zijn positief. In veel gevallen zijn ze een
aanvulling op innovaties van producenten. Dergelijke complementaire innovaties
verhogen de gebruikswaarde van standaardproducten. Als gebruikersinnovaties
alternatieven of substituten zijn voor bestaande commerciële producten en die dus
concurrentie aandoen, krijgt de consument een keuze. Doorgaans is die keuze: gemak
en betrouwbaarheid van het standaardproduct tegen een hoge(re) prijs versus een
lage(re) prijs waar minder gebruiksgemak en een groter beroep op eigen kennis
tegenover staan. Concurrentie van gebruikersinnovaties bezorgt gevestigde
producenten in elk geval extra prijsdruk. Waar consumenten meer keuze krijgen,
zorgt de beschikbaarheid van alternatief aanbod voor een toenemend
consumentensurplus. Het effect op het producentensurplus is onduidelijk. Enerzijds
vermindert prijsdruk hun winst, anderzijds kunnen zij ook hun productpalet aanvullen
met goedkope of gratis geadopteerde gebruikersinnovaties. Zo besparen zij op R&D en
profiteren ze van de grotere markt die het gevolg is van het gestegen
consumentensurplus. 6
4
5
6
Henkel, J. en E. von Hippel, art. “Welfare implications of user innovation”, in: Journal of technology transfer,
2005, 30 (1/2), blz. 73-87.
Jong, J.P.J. de, Gebruikers en communities. De donkere materie van innovatie, Panteia/EIM en RSM Erasmus
Universiteit, Zoetermeer, 2012. Betreft verwijzing naar een in 2013 uitkomende publicatie (De Jong, 2013):
zie blz. 19.
Raasch, C. en E. von Hippel, Modeling interactions between user and producer innovation: user-contested and
user-complemented markets, http://ssrn.com/abstract=2079763, 2012.
11
G e br u ik er s inn ova t ie d oo r c ons um ent en en on de r ne m er sch a p
Het zelf commercialiseren van een gebruikersinnovatie door een onderneming te
starten, is ook een optie voor particulieren. Als andere bedrijven, gebruikers, buren,
vrienden en kennissen er ook wel oren naar hebben, maakt de nieuwe onderneming
een vliegende start: het product is al ontwikkeld en de markt dient zich aan. 7 Een
mooi voorbeeld is Jacuzzi die voor zijn zoontje een bubbelbad bedacht en maakte, ter
verlichting van diens reumatoïde artritis. Dat bubbelbad bleek een hit in zijn directe
omgeving, waarop hij zijn eigen bedrijf startte. Uiteindelijk werd het product een
wereldsucces en zijn naam letterlijk een begrip.
Van gebruikersinnovaties door particulieren loopt ook ‘statistisch’ een lijn naar
ondernemerschap, zo blijkt uit onderzoek: bij zulke innovatoren is het aandeel dat
voor zichzelf denkt te beginnen of al bezig is met de start van een bedrijf , twee tot
drie maal zo groot als bij de Nederlandse beroepsbevolking in zijn totaliteit . 8
R a d i ca le g e br u ik er s inn ova t ie s
Innoverende individuen spelen een grote rol in de beginfase van productvernieuwing:
zij bedenken en maken iets geheel nieuws vanuit eigen behoefte en belangstelling. Zij
zijn de trendsetters/‘lead users’ van wat in een aantal gevallen uitgroeit tot een
nieuwe trend of zelfs tot een nieuwe bedrijfstak. 9 Het is dan nog onzeker of er
überhaupt een markt is en welke producten daar moeten worden aangeboden. Voor
gevestigde producenten is toetreden dan nog een moeilijk te peilen risico. Sporten
zoals kitesurfen en mountainbiken zijn ooit begonnen met liefhebbers/doe-het-zelvers.
Gevestigde bedrijven stapten in na de doorbraak. Maar ook een deel van de
oorspronkelijke innovatoren startte een bedrijf dat het nieuwe product
doorontwikkelde en de productie opschaalde.
7
8
9
12
Shah, S.K en M. Tripsas, art. “The accidental entrepreneur: the emergent and collective process of user
entrepreneurship”, in: Strategic Entrepreneurship Monitor, 2007 nr. 1, blz. 123-140.
Jong, J.P.J. de, Uitvinders in Nederland, EIM, Zoetermeer 2011 (report A201105).
Hippel, E. von, art. ”Lead users: a source of novel product concepts, in: Management Science 32, 1986, nr. 7,
blz. 791-805.
3
3.1
Gebruikersinnovatie in het MKB: de praktijk
Inleiding
D e ‘ on z ic ht ba a r he i d ’ va n g e br u ik e r si nn ova t i es
Gebruikersinnovaties blijven in de officiële statistieken die innovaties en innovatie inspanningen beschrijven, grotendeels buiten beschouwing: die registreren uitsluitend
uitgaven aan R&D, formeel gerealiseerde innovaties en dergelijke. In het producent gerichte model vertegenwoordigt ook de zakelijke gebruiker alleen de vraagkant:
gebruikers hebben behoeften en producenten moeten proberen daar in te voorzien.
B es ta a n de c i jf e rs e n inz i ch t en ov e r g e b ru ik er si n nova t i e in h et MKB
Metingen van het aandeel MKB-bedrijven dat is te rekenen tot de innoverende
gebruikers, leveren percentages van 15% tot 20% op, maar dat aandeel kan sterk
variëren, afhankelijk van het soort bedrijven en hun omvang. Bij hightech bedrijven in
Nederland was het bijvoorbeeld 54%, volgens een onderzoek uit 2009. 10 Een ander
onderzoek stelde vast dat van de bedrijven met minder dan 10 werkzame personen
18% ten minste één bedrijf gebruikersinnovatie had gerealiseerd in de voorgaande
drie jaar. Bij bedrijven met 50 tot 100 werkzame personen was dit 37%. 11 En zoals te
verwachten gezien de aard van de productie, ligt het percentage in de industrie een
stuk hoger dan bijvoorbeeld in de horeca: respectievelijk 37% tegen 10%. 12
I n ge b ru ik er s inn ova t ie w o rd t su bsta nt i ee l g e ïnv es t ee r d
Met gebruikersinnovaties door het bedrijfsleven zijn alles bij elkaar opgeteld grote
bedragen gemoeid. Die bedragen zijn in de bestaande statistieken van investeringen
in R&D niet of nauwelijks terug te vinden. Onderzoek bij MKB-ondernemingen in het
Verenigd Koninkrijk wees uit dat die gemiddeld £44.500 in hun gebruikersinnovatie
steken (loon- en out-of-pocketkosten). Het jaartotaal voor het hele land komt
daarmee op £1,7 miljard. Ter vergelijking: MKB-ondernemingen in het Verenigd
Koninkrijk hebben in dezelfde periode £2,6 miljard besteed aan ‘officiële’ R&D.
M et i ng va n d e ma t e va n g e br u ik e r si nn ova t i e in h et MKB
Zoals aangegeven zijn er nog nauwelijks gegevens bekend over de mate van
gebruikersinnovatie in het MKB. In een enquête onder circa 2.000 ondernemers in het
Nederlandse MKB zijn vragen gesteld om een schatting te kunnen maken van de mate
van gebruikersinnovatie in het MKB, waarbij het MKB in de topsectoren wordt
vergeleken met het totale MKB. In de enquête is gemeten in hoeverre er in het MKB
sprake is geweest van gebruikersinnovatie in de voorgaande drie jaar.
C r it er ia v oo r d e me t ing va n d e ma t e va n g eb rui k er s inn ova t ie
Voor de meting van gebruikersinnovatie zijn de volgende criteria gehanteerd:

Er is sprake van gebruikersinnovatie als een bedrijf in de voorgaande drie jaar bestaande
technieken, apparatuur of software (substantiële) heeft aangepast om die meer geschikt te maken
voor eigen gebruik, óf in de voorgaande drie jaar geheel nieuwe technieken, apparatuur of software
heeft ontwikkeld voor eigen gebruik.

De desbetreffende aanpassing of vernieuwing kan niet kant-en-klaar op de markt worden gekocht.
10
Jong, J.P.J. de en E. von Hippel, art. “Transfers of user process innovations to producers: a study of Dutch
high-tech firms”, in: Research Policy 38(7), 2009 (blz. 1181-1191).
Jong, J.P.J. de en E. von Hippel, User innovations in SMEs: incidence and transfer to producers, EIM, 2008
(SCALES working paper H200814).
12
Jong, J.P.J. de en E. von Hippel, 2008.
11
13
Op basis van de resultaten van de enquête onder MKB -bedrijven wordt in het vervolg
van dit hoofdstuk inzicht gegeven in de mate en de aard van gebruikersinnovatie in
het MKB. Daarbij wordt onder andere onderscheid gemaakt naar MKB totaal en MKB
topsectoren en naar bedrijfsgrootte.
3.2
Vernieuwing voor eigen gebruik
V e e l b e dr i jv e n in h et M K B pa s se n t ec hn i ek en a a n v oo r e ig en g e br u ik
In het totale MKB heeft 29% van de bedrijven in de afgelopen drie jaar bestaande
technieken, apparatuur of software aangepast aan de behoefte van het eigen bedrijf.
Kijken we alleen naar het MKB in de topsectoren, dan is dat met 27% van de
bedrijven nagenoeg gelijk. Het zelf ontwikkelen van nieuwe technieken, apparatuur of
software voor eigen gebruik vindt veel minder plaats. In het gehele MKB heeft 7% van
de bedrijven de afgelopen drie jaar nieuwe technieken, apparatuur of software voor
eigen gebruik ontwikkeld. In het MKB in de topsectoren is dat 8% (zie figuur 3.1).
figuur 3.1
Aanpassing en nieuwe ontwikkeling van technieken, apparatuur of software voor eigen gebruik1,
aantal bedrijven in procenten, MKB totaal versus MKB topsectoren
35%
30%
29%
27%
25%
20%
15%
10%
8%
7%
5%
0%
Aanpassing
Nieuw ontwikkeld
MKB totaal
1)
Aanpassing
Nieuw ontwikkeld
MKB topsectoren
Mate waarin bedrijven in het MKB in de voorgaande drie jaar bestaande technieken, apparatuur of
software substantieel voor eigen gebruik hebben aangepast (Aanpassing) en mate waarin bedrijven in het
MKB in de voorgaande drie jaar geheel nieuwe technieken, apparatuur of software hebben ontwikkeld
voor eigen gebruik (Nieuw ontwikkeld).
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB, 2013.
14
E en g ro ot d e e l va n d e a a n pa s s in ge n is o ok op d e ma rk t t e k oo p
Het feit dat bedrijven technieken, apparatuur of software aanpassen of nieuw
ontwikkelen voor eigen gebruik, betekent nog niet dat er sprake is van
gebruikersinnovatie. Van gebruikersinnovatie is namelijk sprake wanneer de
aangepaste of nieuw ontwikkelde technieken, apparatuur of software niet ook op de
markt te krijgen zijn. In figuur 3.2 zijn de percentages uit figuur 3.1 uitgesplitst naar
de mate waarin de aanpassingen of vernieuwingen ook op de markt te koop zijn.
Vooral veel eigen aanpassingen blijken ook op de markt te koop te zijn. Nieuw
ontwikkelde technieken, apparatuur of software voor eigen gebruik blijken veel minder
beschikbaar te zijn op de markt. Uit de figuur blijkt dat ruim de helft van de eigen
aanpassingen niet op de markt te koop is en dus kan worden gekwalificeerd als
gebruikersinnovatie. Circa driekwart van de eigen ontwikkelingen is niet op de markt
te koop en kan dus worden gekwalificeerd als gebruikersinnovatie.
figuur 3.2
Mate waarin de aangepaste en nieuw ontwikkelde technieken, apparatuur of software voor eigen
gebruik al dan niet te koop zijn op de markt, aantal bedrijven in procenten, MKB totaal versus
MKB topsectoren
35%
30%
29%
27%
2%
20%
Onbekend
3%
25%
Wel op de markt te koop
Niet op de markt te koop
12%
10%
15%
10%
15%
5%
8%
7%
1%
14%
2%
6%
6%
0%
Aanpassing
Nieuw ontwikkeld
MKB totaal
Aanpassing
Nieuw ontwikkeld
MKB topsectoren
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB , 2013.
3.3
Gebruikersinnovatie in MKB totaal en MKB topsectoren
G e br u ik er s inn ova t ie s b ij 1 6 % va n d e b ed r i jv en i n h e t M KB
Op basis van de resultaten in figuur 3.2 kan worden vastgesteld in hoeverre er bij
bedrijven in het MKB sprake is van gebruikersinnovatie. In het gehele MKB blijkt dat
bij 16% van de bedrijven er sprake was van gebruikersinnovatie in de voorgaande drie
jaren (zie figuur 3.3). 13 In de meeste gevallen ging het om (substantiële)
aanpassingen van bestaande technieken, apparatuur of software.
13
Dit percentage valt in de range van 15% tot 20% uit eerder onderzoek: zie paragraaf 3.1 ‘Inleiding’.
15
Meestal hebben bedrijven die voor eigen gebruik iets nieuws hebben ontwikke ld,
daarnaast aanpassingen van bestaande technieken, apparatuur of software
gerealiseerd. Dat betreft tussen de 3% en 4% van de bedrijven. Niet meer dan 1% tot
2% van de bedrijven heeft uitsluitend iets nieuws ontwikkeld. Uit de figuur blijkt
verder dat er nauwelijks sprake is van verschillen tussen het totale MKB en het MKB in
de topsectoren.
figuur 3.3
Mate waarin bij bedrijven in het MKB in de voorgaande drie jaar sprake is van
gebruikersinnovaties naar type (aanpassing, nieuw ontwikkeld of beide), aantal bedrijven in
procenten, MKB totaal versus MKB topsectoren
18%
16%
14%
15,6%
15,0%
3,7%
3,4%
12%
1,3%
1,8%
10%
Aangepast en nieuw ontwikkeld
Nieuw ontwikkeld
8%
Aanpassing
6%
10,5%
9,8%
4%
2%
0%
MKB totaal
MKB topsectoren
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB, 2013.
In het volgende kader worden enkele voorbeelden gegeven van gebruikersinnovaties
die door respondenten zijn genoemd.
Voorbeelden van gebruikersinnovatie
‘Wij maken eigen gereedschappen die niet via de normale handel verkrijgbaar zijn.’
‘Onze monteurs beschikken allemaal over smartphones. Wij hebben met de groothandel een tool
ontwikkeld waarmee ze rechtstreeks kunnen bestellen .’
‘Wij hebben een vervoermiddel gemaakt om caravans te verplaatsen, zodat je het niet met de hand
hoeft te doen.’
‘We hebben een eigen systeem ontwikkeld voor registratie en afhandeling van klachten .’
‘We hebben een geïmporteerde machine aangepast aan óns deeg, inclusief de software .’
‘We hebben een schoffelmachine aangepast aan onze e igen wijngaard.’
‘Onze machines communiceren nu via internet: foutmeldingen komen hier binnen zodat we direct zien
of machines van klanten goed functioneren en we dan meteen kunnen ingrijpen .’
‘Wij hebben een eigen beheerplatform gebouwd om softwareapplica ties centraal te kunnen aansturen.’
‘Door een eigen aanpassing filteren en reinigen we restwarmte geproduceerd in de spuitcabine, zodat
de werkplaats ermee verwarmd kan worden.’
16
G e br u ik er s inn ova t ie h et m e est bi j g ro t er e MKB - b e dr i j ve n
Het percentage MKB-bedrijven met gebruikersinnovaties varieert van 12% bij het
microbedrijf (minder dan 10 werkzame personen) tot 50% bij de grootste MKBbedrijven (50 tot 250 werkzame personen): zie figuur 3.4. Gebruikersinnovativiteit
hangt dus sterk samen met bedrijfsomvang. Bij het grotere MKB (vanaf 10 werkzame
personen) blijkt verder dat MKB-bedrijven in de topsectoren hogere scores op
gebruikersinnovativiteit hebben dan MKB-bedrijven in andere sectoren.
figuur 3.4
Mate waarin bij bedrijven in het MKB in de voorgaande drie jaar sprake is van
gebruikersinnovaties naar bedrijfsgrootte, aantal bedrijven in procenten, MKB totaal versus MKB
topsectoren
61%
50 tot 250 wp
50%
44%
MKB topsectoren
10 tot 50 wp
33%
MKB totaal
12%
1 tot 10 wp
12%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB, 2013.
M e est e g eb ru ik e rs i nno va t i e s in d e i nd ust r i e
Gebruikersinnovaties komen relatief het meest voor bij MKB-bedrijven in de industrie,
namelijk 31% van de bedrijven (zie fi gu ur 3 . 5 ). Daarna volgen de transportsector
(24% van de bedrijven) en de financiële dienstverlening (23% van de bedrijven).
De topsectorenindeling verschilt met de standaard sectorindeling waardoor de mate
van gebruikersinnovatie binnen sectoren moeilijk is te vergelijken tussen het totale
MKB en het MKB in de topsectoren. Bij de topsectoren laat de topsector ‘Hightech
systemen en materialen’ de relatief grootste mate van gebruikersinnovatie zien met
25% van de bedrijven. In de andere topsectoren is de mate v an gebruikersinnovatie
10 à 12% van de bedrijven.
17
figuur 3.5
Mate waarin bij bedrijven in het MKB in de voorgaande drie jaar sprake is van
gebruikersinnovaties naar sector, aantal bedrijven in procenten, MKB totaal versus MKB
topsectoren
MKB totaal
Landbouw, bosbouw en visserij
10%
Industrie
31%
Bouw
11%
Handel
17%
Horeca
12%
Transport
23%
Zakelijke diensten
11%
Financiële diensten
24%
Persoonlijke diensten
6%
MKB topsectoren
Agri&food
12%
Creatieve industrie
10%
Hightech systemen en materialen
25%
Transport en opslag
12%
Tuinbouw en uitgangsmaterialen
12%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB , 2013.
3.4
Typen gebruikersinnovaties
G e br u ik er s inn ova t ie s in he t M KB : me e r da n p ro c es in nova t i e
Uit beschikbare literatuur blijken gebruikersinnovaties aanzienlijk meer te omvatten
dan alleen procesinnovaties, zoals eerder wel werd aangenomen. Procesinnovatie
verwijst naar nieuwe of significant verbeterde productie- of distributiemethoden:
technieken, apparatuur en/of software. 14 Bij een onderzoek naar gebruikersinnovaties
van bedrijven in het Nederlandse MKB is onder andere gevraagd of de innovatie een
procesinnovatie was. In bijna de helft van de gevallen bleek dat niet het geval . 15
Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Canada leverde soortgelijke uitkom sten op. 16
M e est e g eb ru ik e rs i nno va t i e s be tr ef f en so ft wa re
Aan de respondenten waarbij er sprake is van gebruikersinnovatie is gevraagd om aan
te geven wat voor soort innovatie dat betrof. De antwoorden zijn ingedeeld in vier
categorieën: software en aanpassing daarvan, hardware en aanpassing daarvan,
administratieve systemen (in veel gevallen ten minste voor een deel verbonden met
software) en overige aanpassingen. Meer dan de helft van de MKB -bedrijven geeft aan
dat de door hen gerealiseerde gebruikersinnovatie betrekking heeft op software of
aanpassing daarvan.
14
15
16
18
OECD/EuroStat, Community Innovation Survey, 2005, paragraaf 163.
Jong, J.P.J. de en E. von Hippel, 2008.
Schaan, S. en M. Uhrbach, Measuring user innovation in Canada manufacturing, Statistics Canada, Ottawa,
2009; Flowers, S., E. von Hippel, J.P.J. de Jong en T. Sinozic, Measuring user innovation in the UK, The
importance of production creation by users, NESTA, Londen, 2010.
Wanneer we het MKB in de topsectoren vergelijken met het totale MKB , dan valt
enerzijds op dat gebruikersinnovatie in de topsectoren relatief meer betrekking heeft
op (aanpassing van) hardware en minder op (aanpassing van) administratieve
systemen (zie figuur 3.6).
figuur 3.6
Soort gebruikersinnovatie van bedrijven in het MKB in de voorgaande drie jaar, aantal bedrijven in
procenten van het aantal bedrijven met gebruikersinnovatie, MKB totaal versus MKB topsectoren
53%
Software
50%
35%
Hardware
29%
MKB topsectoren
MKB totaal
12%
Administratief
18%
2%
Anders
4%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB , 2013.
Om een beeld te geven om wat voor soort aanpassingen of vernieuwingen het gaat bij
de verschillende typen gebruikersinnovatie, zijn in het volgende kader enkele
voorbeelden weergegeven die door respondenten zijn genoemd.
Voorbeelden van softwareaanpassingen

we hebben een webcrawler gebouwd

aanpassen van bestaande open-source software

bedrijfsspecifiekere software

sneller en makkelijker maken van Cad-Cam toepassing

data zijn naar de cloud verplaatst

documentmanagementsysteem

het ERP-systeem is op ons bedrijf afgestemd

bij softwarepakket module voor webshop laten maken

aanpassen van computerprogrammatuur

online koppeling naar leveranciers

aanpassing in de software om het werkproces efficiënter te maken

website aangepast
19
Voorbeelden van hardware-aanpassingen

tweedehands machines naar eigen wens verbouwd

een eigen 3D-printer gemaakt

aanpassen van snijmachine aan bedrijfsomstandigheden

nieuwe kisten voor het telen van tulpen

aanpassing voor hulpstuk voor sloopwerk

product om matrijzen te maken

zaagmachine omgebouwd

aanpassingen aan meet- en regelsystemen op ons R&D-lab

apparaten besturingstechnisch aanpassen

een schoffelmachine aangepast aan onze eigen wijngaard

maken van eigen gereedschappen die niet via de normale handel verkrijgbaar zijn

mechanische aanpassing aan de machine voor optimalisatie van het kartonwikkelproces

testopstelling om efficiënter te kunnen testen en meer producten te kunnen testen
Voorbeelden van aanpassingen van administratieve systemen

voorraadbeheer- en kassasysteem aangepast aan de eigen situatie

aanpassen van het reserverings- en boekingssysteem

facturatiesystemen aangepast

aanpassing van rapportagesysteem vermogensbeheer

automatisering projectregistratie en urenregistratie

aanpassing van de bibliotheekcatalogus
G e br u ik er s inn ova t ie s: oo k c om me r c ië l e mo t ie ve n sp e l en m ee
Een deel van de gebruikersinnovaties blijkt (mede) een commerciële achtergrond te
hebben. In het geval van aanpassingen van bestaande technieken, apparatuur of
software heeft 25% van de MKB-bedrijven die ontwikkeld in opdracht van een klant of
voor een beoogde groep klanten. Bij de ontwikkeling van nieuwe technieken,
apparatuur of software was dit 19%. De overeenkomstige percentages voor MKB bedrijven in de topsectoren zijn hoger: respectievelijk 33% (bestaand) en 46%
(nieuw) heeft ontwikkeld in opdracht van een klant of voor een beoogde groep
klanten.
20
4
Gebruikersinnovatie versus
producentgerichte innovatie
MKB-bedrijven in de topsectoren zijn innovatiever
Bedrijven kunnen worden ingedeeld naar de mate van innovativiteit. Panteia /EIM heeft
daarvoor in het verleden de innovatiepiramide ontwikkeld waarbij bedrijven op basis
van hun innovativiteit kunnen worden getypeerd als koploper, ontwikkelaar,
toepasser, volger en niet-innovatieve bedrijven. 17 De indeling gaat uit van indicatoren
voor de klassieke producenteninnovatie, niet van indicatoren voor
gebruikersinnovatie. In onderstaand kader worden de onderscheiden segmenten van
de innovatiepiramide weergegeven.
Segmenten in de innovatiepiramide
1. Koplopers ontwikkelen zelf product- of procesinnovaties en doen expliciet en systematisch aan
R&D. Gerealiseerde productinnovaties zijn nieuw voor hun markt of bedrijfstak.
2. Ontwikkelaars ontwikkelen eveneens zelf product- of procesinnovaties. Ze hebben eigen capaciteit
voor de ontwikkeling van prototypes, echter zonder dat innovatie expliciet is georganiseerd door
middel van R&D.
3. Toepassers realiseren product- of procesinnovaties waarbij het zowel om eigen ontwikkelingen als
adopties kan gaan. Zij innoveren door het combineren en toepassen van elders beproefde kennis
en methoden. Dit komt tot uiting in externe innovatieve samenwerking en/of het gebruik van
externe kennisnetwerken.
4. Volgers zijn bedrijven met bescheiden maar wél aanwezige innovatieve activiteiten.
5. Niet-innovatieven zijn bedrijven die in de afgelopen drie jaar geen innovaties hebben
gerealiseerd, niet aan R&D doen en niet met andere partijen samenwerken of kennis uitwisselen
om te innoveren.
In figuur 4.1 is de innovatiepiramide voor het MKB totaal en voor het MKB in de
topsectoren weergegeven. De figuur geeft het aantal bedrijven in procenten per
segment. Daaruit blijkt de MKB-bedrijven in de topsectoren innovatiever zijn dan
bedrijven in het gehele MKB. Ten opzichte van het totale MKB zien we bij de bedrijven
in de topsectoren dat een groter deel van de bedrijven zich bevindt in de meest
innovatieve segmenten (koploper en ontwikkelaar).
17
Gibcus, P. en J.P.J. de Jong (2008), Innovatiepiramide: Een segmentatie van het MKB, EIM, Zoetermeer.
21
figuur 4.1
100%
90%
Innovatiepiramide, aantal bedrijven in procenten, MKB totaal versus MKB topsectoren
5%
17%
80%
70%
8%
27%
19%
60%
19%
50%
40%
Koploper
Ontwikkelaar
Toepasser
Volger
33%
Niet-innovatief
30%
32%
20%
10%
26%
14%
0%
MKB totaal
MKB topsectoren
Bron: Panteia/EIM, Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB, 2013 en Topsectorenpanel 2 e meting,
2013.
M e er g e br u ik e r si nn ova ti e s a a n d e t o p va n de in no va t i ep i ra m i d e
Om na te gaan in hoeverre bedrijven die hoog scoren op de ‘klassieke’
producenteninnovatie ook hoger scoren op de mate van gebruikersinnovatie, is de
mate van gebruikersinnovatie per segment van de innovatiepiramide berekend. Uit
figuur 4.2 is duidelijk af te lezen dat de plaats op de piramide sterk van invloed is op
de mate van gebruikersinnovatie: bij de koplopers heeft de helft gebruikersinnovaties
gerealiseerd, bij niet-innovatieve bedrijven is dit minder dan 5%. Met andere
woorden, bedrijven die hoog scoren op ‘gewone’ innovatie (nieuwe producten of
diensten op eigen kracht ontwikkeld dan wel nieuwe of verbeterde productiemetho den
doorgevoerd, al dan niet op basis van R&D en een speciaal innovatiebudget) scoren
ook het hoogst op gebruikersinnovatie. Kennelijk is innovatie voor eigen gebruik een
normaal onderdeel van het innovatieproces bij bedrijven. Bedrijven die veel investere n
in vernieuwing en hun organisatie daar op afstemmen, hebben enerzijds meer
behoefte aan additionele aanpassingen, bijvoorbeeld om apparatuur en
gereedschappen (beter) geschikt te maken voor het maken van nieuwe of gewijzigde
producten. Anderzijds hebben zij vaak ook de kennis en competenties in huis om dat
soort aanpassingen te bedenken en vervolgens uit te voeren dan wel de uitvoering
door derden aan te sturen.
22
figuur 4.2
Gebruikersinnovatie van bedrijven in het MKB in de voorgaande drie jaar naar segment in de
innovatiepiramide, aantal bedrijven in procenten, MKB totaal versus MKB topsectoren
52%
Koploper
49%
26%
Ontwikkelaar
28%
18%
Toepasser
MKB topsectoren
25%
MKB totaal
8%
Volger
7%
1%
Niet-innovatief
4%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB , 2013.
Binnen de topsectoren scoren alleen de koplopers van de innovatiepiramide hoger op
gebruikersinnovatie dan het gemiddelde MKB-bedrijf.
23
Bijlage 1
Literatuurlijst

Bangma, K.L., A. Bruins en D. Snel, Topsectoren: beeld en ontwikkeling, Update oktober
2013, Panteia, Zoetermeer, oktober 2013.

Flowers, S., E. von Hippel, J.P.J. de Jong en T. Sinozic, Measuring user innovation in the
UK, The importance of production creation by users, NESTA, Londen, 2010.

Gibcus, P. en J.P.J. de Jong, Innovatiepiramide: Een segmentatie van het MKB, EIM,
Zoetermeer, 2008.

Henkel, J. en E. von Hippel, art. “Welfare implications of user innovation”, in: Journal of
technology transfer, 2005.

Hippel, E. von, art. “Lead users: a source of novel product concepts”, in: Management
Science 32, 1986, nr. 7.

Jong, J.P.J. de en E. von Hippel, art. “Transfers of user process innovations to producers:
a study of Dutch high-tech firms”, in: Research Policy 38(7), 2009 (blz. 1181-1191).

Jong, Jeroen de, Wynand Bodewes en Ro Braaksma, De Innovatieve ondernemer,
Zoetermeer, 2009, blz. 148-150.

Jong, J.P.J. de en E. von Hippel, User innovations in SMEs: incidence and transfer to
producers, EIM, 2008 (SCALES working paper H200814).

Jong, J.P.J. de, Uitvinders in Nederland, EIM, Zoetermeer 2011 (report A201105).

Jong, J.P.J. de, Gebruikers en communities, De donkere materie van innovatie,
Panteia/EIM en RSM Erasmus Universiteit, Zoetermeer, november 2012 (report
A201210).

Kamerbrief ‘Naar de top: Het bedrijvenbeleid in actie(s)’. 13 september 2011.

OECD/EuroStat, Community Innovation Survey, 2005.

Raasch, C. en E. von Hippel, Modeling interactions between user and producer
innovation: user-contested and user-complemented markets,
http://ssrn.com/abstract=2079763, 2012.

Schaan, S. en M. Uhrbach, Measuring user innovation in Canada manufacturing,
Statistics Canada, Ottawa, 2009.

Shah, S.K en M. Tripsas, art. “The accidental entrepreneur: the emergent and collective
process of user entrepreneurship”, in: Strategic Entrepreneurship Monitor, 2007 nr. 1.
25
Bijlage 2
Onderzoeksverantwoording
T e le fo n isc he m et i ng ond e r MKB - be d r i jv en
Voor de meting van de mate van gebruikersinnovatie in het MKB is aangesloten bij de
‘Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB’. Deze monitor is in 2006
ontwikkeld en meet hoe Nederlandse ondernemingen in het MKB hun bedrijfsvoering
organiseren, waarbij het MKB is gedefinieerd als bedrijven met 1-250 werkzame
personen. 18 De volgende aspecten van bedrijfsvoering komen aan bod: innovatie,
perceptie van concurrentie, strategie, marketing en ondernemerschap. De dataset
wordt jaarlijks geactualiseerd. De meting vindt telefonisch plaats.
De steekproef van de ‘Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties MKB’ bestaat uit
3.500 MKB-bedrijven. De steekproef is disproportioneel gestratificeerd over 60
sectoren (op basis van SBI ’08) en drie grootteklassen (1-9 werkzame personen, 1049 werkzame personen en 50-249 werkzame personen). 19 Alle commercieel
opererende sectoren zijn in deze monitor meegenomen. Bedrijfstakken met een non profit karakter, zoals overheid, zorg en onderwijs, worden buiten beschouwing
gelaten. Ook de nutsbedrijven behoren niet tot de steekproef, omdat deze sec tor zich
kenmerkt door een overwegend klein aantal MKB-bedrijven. De disproportionele opzet
uit zich in het feit dat in de steekproef in verhouding minder kleine en meer grote
bedrijven zitten. Ook is de verdeling over de 60 sectoren gelijkmatiger dan in d e
totale populatie. Door voor deze opzet te kiezen, is het mogelijk om op het niveau van
de afzonderlijke sectoren betrouwbare uitspraken te doen. Om voor de scheefheid in
de steekproef te corrigeren, is een herweging toegepast.
In de enquête 2013 zijn vragen opgenomen om de mate van gebruikersinnovatie te
meten. Deze vragen zijn telefonisch aan circa 2.000 respondenten voorgelegd. In
tabel 4.1 is de steekproefverdeling naar 9 sectoren en 3 grootteklassen weergegeven.
18
In 2011 is de definitie van het MKB verruimd naar bedrijven tot 250 werkzame personen, zodat er aansluiting
is bij de Europese definitie van het MKB. Voor 2011 vielen bedrijven tot 100 werkzame personen onder het
MKB.
19
Voor een uitgebreide toelichting op de Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties zie
http://data.ondernemerschap.nl/Webintegraal/WebDataSets/Toelichtingen/Determinanten_Bedrijfsprestaties.htm .
27
tabel 4.1
Steekproefverdeling naar sector en grootteklasse
Sector
1-9 wp
10-49 wp
50-249 wp
totaal
Landbouw, bosbouw en visserij
109
53
3
165
Industrie
259
173
115
547
62
34
31
127
Handel
209
115
79
403
Horeca
31
26
11
68
Transport
116
68
39
223
Zakelijke diensten
162
114
53
329
Financiële diensten
19
15
16
50
Persoonlijke diensten
56
22
18
96
1.023
620
365
2.008
Bouw
Totaal
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties MKB, 2013.
O nd e rsc he i d na a r t o ps ec to r en
De ‘Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB’ is niet primair gericht op de
topsectoren. Door de aanwezigheid van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) is het
mogelijk om bedrijven in de topsectoren te kunnen onderscheiden. In het huidige
bedrijvenbeleid van het kabinet staan negen topsectoren centraal 20, namelijk Agri &
food, Chemie, Creatieve industrie, Energie, Hightech systemen en materialen, Life
sciences & health, Transport en opslag, Tuinbouw en uitgangsmaterialen en Water. In
tabel 4.2 is de steekproefverdeling naar topsector en grootteklasse gepresenteerd.
tabel 4.2
Steekproefverdeling naar topsector en grootteklasse
Sector
1-9 wp
10-49 wp
50-249 wp
totaal
147
87
15
249
8
13
17
38
75
33
15
123
5
4
0
9
109
69
49
227
Transport en opslag
13
7
2
22
Tuinbouw en
30
28
21
79
87
58
10
155
607
363
237
1.207
1.103
674
371
2.148
Topsectoren
Agri & food
Chemie
Creatieve industrie
Hightech systemen en
materialen
Life sciences & health
uitgangsmaterialen
Water
Niet-topsectoren
Totaal
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties MKB, 2013.
20
28
Kamerbrief ‘Naar de top: Het bedrijvenbeleid in actie(s)’. 13 september 2011.
Het aantal van 2.148 in tabel 4.2 komt niet overeen met het aantal van 2.008 in tabel
4.1. Tussen de verschillende topsectoren bestaan overlappingen (dubbele SBI -codes).
Bijvoorbeeld SBI 7112 ‘Ingenieurs en overig technisch ontwerp en advies’ behoort tot
zowel de topsectoren Hightech systemen en materialen als Water. Door de
overlappende SBI-codes in de topsectoren zijn bij de topsectoren 140 gesprekken
twee keer meegeteld.
tabel 4.2 laat zien dat de celvulling niet voor alle topsectoren voldoende is om
betrouwbare uitkomsten te presenteren. De topsectoren Chemie, Energie, Life
Sciences & Health en Water zijn niet apart onderscheiden in deze rapportage, maar
zijn wel meegenomen in de totalen van de topsectoren. In deze rapportage is dan ook
alleen onderscheid gemaakt naar de topsectoren:

Agri & food

Creatieve industrie

Hightech systemen en materialen

Transport en opslag

Tuinbouw en uitgangsmaterialen.
V r a g en l i js t
De vragenlijst van de ‘Monitor Determinanten van Bedrijfsprestaties MKB’ bestaat uit
meerdere blokken. De blokken voor gebruikersinnovatie richten zich op aanpassingen
van bestaande toepassingen (technieken, apparatuur of software) voor eigen gebruik
en op ontwikkelen van geheel nieuwe toepassingen voor intern gebruik in de
voorgaande drie jaar. Het blok voor technologische innovatie richt zich op
vernieuwingen voor extern gebruik in de afgelopen drie jaar.
29
tabel 4.3
Blokken vragen gebruikersinnovatie en producentgerichte innovatie
Vraag per blok
Antwoordcategorie
Gebruikersinnovatie – aanpassen voor eigen gebruik
1.
Aanpassen van bestaande technieken, apparatuur of software
ja/nee
2.
Meest recente substantiële aanpassing
open antwoord
3.
Nieuw aan de aanpassing
open antwoord
4.
Dezelfde toepassing kant-en-klaar op de markt kopen
ja/nee
5.
Techniek, apparatuur of software ontwikkeld voor klant
ja/nee
6.
Aanpassingen door anderen overgenomen
ja/nee
Gebruikersinnovatie – ontwikkelen voor intern gebruik
7.
Ontwikkelen van geheel nieuwe technieken, apparatuur of software
ja/nee
8.
Meest recente nieuwe techniek, apparatuur of software
open antwoord
9.
Nieuw aan de toepassing
open antwoord
10. Dezelfde toepassing kant-en-klaar op de markt kopen
ja/nee
11. Techniek, apparatuur of software ontwikkeld voor klant
ja/nee
12. Aanpassingen door anderen overgenomen
ja/nee
Producentgerichte innovatie
13. Nieuwe producten of diensten op de markt gebracht
14. Producten of diensten op de markt gebracht die nieuw zijn voor de bedrijfstak
ja/nee
15. Producten of diensten op eigen kracht ontwikkeld
ja/nee
16. Verbeteringen/vernieuwingen doorgevoerd in interne bedrijfsprocessen
ja/nee
17. Procesverbetering/vernieuwing op eigen kracht ontwikkeld
ja/nee
18. Gebruik externe netwerken om kennis uit te wisselen
ja/nee
19. Samenwerken met bedrijven en/of kennisinstellingen om te innoveren
ja/nee
20. Medewerkers die in hun dagelijks werk met innovatie bezig zijn
ja/nee
21. Zelf aan onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (R&D) doen
ja/nee
22. Budget voor vernieuwingsinspanningen
ja/nee
Bron: Panteia/EIM Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties MKB, 2013.
30
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen
gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente
rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages
A201374
14-1-2014
MKB Rating: Smaakt naar meer, onderzoek naar bekendheid
A201373
7-1-2014
A201370
19-12-2013
A201369
23-12-2013
Ondernemen in de horecasector 2013
A201368
23-12-2013
Ondernemen in de groothandelsector 2013
A201367
23-12-2013
Ondernemen in de overige dienstverlening 2013
A201366
23-12-2013
Ondernemen in de bouwsector 2013
A201365
23-12-2013
Ondernemen in de transportsector 2013
A201364
23-12-2013
Ondernemen in de autosector 2013
A201363
19-12-2013
Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het
A201362
23-12-2013
Ondernemen in de zakelijke dienstverlening 2013
A201361
23-12-2013
Ondernemen in de metaalelektro 2013
A201360
23-12-2013
Ondernemen in de voedings- en genotmiddelenindustrie
A201359
23-12-2013
Ondernemen in de detailhandel 2013
A201358
17-12-2013
De grijze ondernemer. Internationale vergelijking van de
en gebruik van ratings door MKB-bedrijven
Vertrouwen in eigen bedrijf keldert:
ondernemersvertrouwen door de jaren heen
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
2014
MKB
2013
grijze ondernemer
A201355
10-12-2013
A201354
26-11-2013
Opleiding en scholing van zzp’ers – Resultaten zzp-panel
meting I van 2013
Internationale benchmark ondernemerschap 2013.
Tabellenboek
A201353
19-11-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update oktober 2013
A201352
28-01-2014
Technologische en sociale innovatie in een concurrerende
A201351
21-11-2013
Innovatie en internationalisering in het MKB
A201350
12-11-2013
Innovatie in het MKB, ontwikkelingen in de periode 2002-2013
A201349
31-10-2013
Fulfilment van online verkoop
A201348
15-10-2013
De overheid als klant van het MKB
A201347
26-09-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
A201346
08-10-2013
De innovativiteit van het MKB in 2013
A201345
19-09-2013
Monitor buitenlandse investeringen MKB
A201344
14-11-2013
Sectorale veranderingen in de Nederlandse economie
A201343
03-04-2013
Geen vertrouwen ondernemers in het economische beleid -
A201342
12-09-2013
Verschillen tussen uitzendondernemingen
A201341
17-10-2013
Economische effecten verlaging van de administratieve
A201340
19-08-2013
Exportindex MKB. Ontwikkelingen 2008-2011
A201339
22-08-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling. Update augustus 2013
markt
2014
Najaar 2013
lasten voor het bedrijfsleven
31
A201338
12-09-2013
Bedrijfsfinanciering: zó kan het ook!
A201337
03-09-2013
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012
A201336
27-11-2013
Inkomens Zelfstandigen 2012
A201335
01-07-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en
A201334
15-07-2013
De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers
A201333
02-07-2013
Topsectoren in beeld. Internationale oriëntatie topsectoren
A201332
02-07-2013
Topsectorenpanel. Methodologische verantwoording
A201331
04-07-2013
Calimero creativiteit: De innovatieve netwerken van zzp’ers
A201330
25-06-2013
Hoe goed ligt de gemeente bij MKB?
A201329
18-06-2013
Monitor Inkomens Ondernemers
A201328
27-06-2013
Het wenkend perspectief van consumenteninnovatie
A201327
16-07-2013
Innoveren achter de schermen
A201326
19-07-2013
De financiële positie van het MKB in 2013 en 2014
A201325
9-07-2013
Minirapportage biomaterialen
A201324
5-06-2013
Ontwerp krapte-indicator belangrijke beroepen topsectoren
A201323
06-06-2013
Kleinschalig ondernemen 2013
A201322
13-06-2013
Topsectoren in beeld - Bekendheid met het
A201321
21-05-2013
Administratieve lasten MKB
A201320
04-06-2013
Ambities en vermogensopbouw van zzp'ers
A201319
11-06-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling
A201318
April 2013
A201317
16-05-2013
Diaspora links van migrantenondernemers in Nederland
A201316
31-05-2013
Intellectueel eigendom topsectoren
A201315
07-05-2013
MKB verdeeld over kabinetsbeleid
A201314
02-05-2013
Topsectoren in beeld
A201313
28-03-2013
Concurrentie in het MKB
A201312
25-03-2013
Alles flex, is dat een mismatch?
A201311
09-04-2013
Challengers: hun kenmerken en succesfactoren
A201310
04-04-2013
Wie wordt werkgever?
A201309
16-04-2013
Oudedagsvoorziening in het MKB
A201308
11-04-2013
Benchmark klanten Qredits
A201306
21-02-2013
De waarde van sociaal ondernemerschap
A201305
24-01-2013
Grondstofschaarste?
A201304
02-04-2013
Gezocht: werklocatie 3.0
A201303
24-01-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en
A201302
08-01-2013
Financiering van innovatie in het MKB
A201218
15-01-2013
Samen starten
A201217
17-01-2013
Inkomen, vermogen en dynamiek van zelfstandigen zonder
A201216
9-1-2013
A201215
19-12-2012
A201214
7-12-2012
Meer innovatie door buitenlanders?!
A201213
4-12-2012
Meerwaarde van studentbedrijven
A201212
4-12-2012
Duurzaam ondernemen in het MKB
A201211
12-11-2012
Global Entrepreneurship Monitor 2011 The Netherlands
A201210
19-11-2012
Gebruikers en communities
A201209
8-8-2012
Wagenpark MKB en Grootbedrijf 2010
A201208
6-7-2012
Nieuwe financieringsvormen voor het MKB
2014 – Update juni
topsectorenbeleid en beleving van het ondernemingsklimaat
MKB en ondernemerschap in zakformaat, Editie 2012/2013
2013 - Update december
personeel
32
Financieringsmonitor topsectoren 2012
Ondernemen zonder personeel