Onderzoek versnelling aanbesteding

Projectteam Overnachtingshaven
Lobith
Overnachtingshaven Lobith
onderzoek versnelling aanbesteding
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. INLEIDING
1.1. Probleemschets onderzoek
1.2. Doelstelling onderzoek
1.3. Leeswijzer
1
1
2
2
2. ONDERZOEKSOPZET
2.1. Stappenplan
2.2. Sessie versnelling aanbesteding
2.3. Uitgangspunten
3
3
3
4
3. AANBESTEDINGSSCENARIO’S
5
4. RISICO’S, KANSEN EN PLANNING PER AANBESTEDINGSSCENARIO
4.1. Kansen en risico’s
4.2. Risico’s en kansen in relatie tot de aanbestedingsscenario’s
4.3. Planning
4.4. Samenvatting beoordeling aanbestedingsscenario’s
7
7
8
10
11
5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
5.1. Conclusies
5.1.1.
Aanbestedingsscenario’s
5.1.2.
Varianten
5.2. Aanbevelingen
13
13
13
13
14
laatste bladzijde
15
BIJLAGEN
I
Sessie versnelling aanbesteding
II
Eigendom gronden overnachtingshaven Spijk
III
Planning aanbestedingsscenario’s
IV
Geoptimaliseerde uitwerking aanbestedingsscenario B
aantal blz.
4
1
1
1
1.
INLEIDING
1.1.
Probleemschets onderzoek
Op grond van de Binnenvaartwet zijn schippers gehouden aan maximale vaartijden en
voorgeschreven rusttijden. Overnachtingshavens bieden schippers een veilige mogelijkheid
om zich aan de wet te houden. Op de Waal, tussen Tiel en de Duitse grens, is een tekort
aan overnachtingsplaatsen. De huidige overnachtingshaven in Tuindorp (nabij Lobith) heeft
niet voldoende capaciteit. Het aantal ligplaatsen voor schepen moet daarom worden uitgebreid.
De provincie Gelderland heeft samen met Rijkswaterstaat en de gemeente Rijnwaarden
besloten om de bestaande haven in Tuindorp te moderniseren in combinatie met de realisatie van een nieuwe overnachtingshaven in Spijk. De locaties van de overnachtingshavens zijn weergegeven in afbeelding 1.1.
Afbeelding 1.1. Locatie overnachtingshavens Tuindorp en Spijk
Lobith
Overnachtingshaven
Spijk (nieuw)
TuinTolkamer
dorp
Overnachtingshaven
Tuindorp (bestaand)
Boven-Rijn
Spijk
In tabel 1.1 is van beide overnachtingshavens een globaal overzicht gegeven van de omvang en soort werkzaamheden die moeten gaan plaatsvinden, om een indruk te krijgen van
het werk dat op de markt gezet moet gaan worden.
Tabel 1.1. Globaal overzicht omvang en soort werkzaamheden
locatie
raming
Havenkom
Haveninrichting
Havenvoorzieningen
(EUR)
Overnachtingshaven
circa 20
baggeren
steigers t.b.v. circa 50
nieuw te realiseren (auto
Tuindorp
miljoen
(circa 80.000 m3)
CEMT Va schepen
afzetten, walstroom, etc.)
Overnachtingshaven
circa 100
ontgraven
steigers t.b.v. circa 20
nieuw te realiseren (auto
Spijk
miljoen
(circa 2.000.000 m3)
CEMT Va schepen
afzetten, walstroom, etc.)
In de huidige MIRT 3 fase worden de exacte verdeling van de ligplaatsen over de twee havens, het ontwerp en de inpassing van de nieuwe haven nader onderzocht en uitgewerkt.
Het resultaat wordt vastgelegd in een provinciaal inpassingsplan met een bijbehorend milieueffectrapport. Parallel aan dit proces vragen de opdrachtgevers binnen de Samenwer-
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
1
kingsovereenkomst de bijbehorende plandragende vergunningen aan bij de instanties die
daarvoor bevoegd gezag zijn.
De drie gezamenlijke opdrachtgevers (Rijkswaterstaat, provincie Gelderland en gemeente
Rijnwaarden) hebben de wens om het project te versnellen met als doel om:
- de realisatie van Tuindorp al te starten voorafgaand aan het MIRT 3 besluit;
- de realisatie opdrachtnemer mee te laten ontwerpen aan Spijk voorafgaand aan het
MIRT 3 besluit (parallelschakeling).
1.2.
Doelstelling onderzoek
Om de versnelling van het project mogelijk te maken moet de aanbesteding plaatsvinden
voorafgaand aan het MIRT 3 besluit. In dit rapport worden de mogelijkheden onderzocht
om de locaties Tuindorp en Spijk versneld aan te besteden. Hierbij wordt de mogelijkheid
om de beide locaties gefaseerd aan te besteden meegenomen.
1.3.
Leeswijzer
De onderzoeksopzet bestaat uit een stappenplan dat drie stappen omvat. Het betreft de
volgende stappen:
- stap 1: Het in kaart brengen van de aanbestedingsscenario’s;
- stap 2: Het beschrijven van de kansen, risico’s en planning per aanbestedingsscenario;
- stap 3: De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek.
In hoofdstuk 2 is het stappenplan nader uitgewerkt en zijn de gehanteerde uitgangspunten
opgesomd. De hoofdstukken 3 t/m 5 volgen de stappen in het stappenplan. Om het onderzoek te laten aansluiten op de wensen van de opdrachtgevers en het inkoopbeleid van de
opdrachtgevers, is een sessie ‘versnelling aanbesteding’ georganiseerd. De resultaten
hiervan zijn opgenomen in bijlage I.
2
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
2.
ONDERZOEKSOPZET
2.1.
Stappenplan
De stappen van het in het vorige hoofdstuk benoemde stappenplan zijn hieronder nader
uitgewerkt.
Stap 1: Het in kaart brengen van de aanbestedingsscenario’s
Er zijn een aantal mogelijke aanbestedingsscenario’s te bedenken die invulling kunnen geven aan de doelstelling om het project te versnellen. In stap 1 worden de mogelijke aanbestedingsscenario’s vastgesteld die tot een versnelling kunnen leiden.
Daarnaast wordt het ‘reguliere’ scenario meegenomen waarbij Tuindorp en Spijk gezamenlijk als één opdracht in de markt worden gezet, waarbij op een reguliere wijze (conform het
inkoopbeleid van de opdrachtgevers) de stappen in de aanbestedingsfase worden doorlopen. Dit scenario wordt meegenomen om een goede vergelijking te kunnen maken ten opzichte van de versnellingsscenario’s.
Stap 2: Het beschrijven van de kansen, risico’s en planning per aanbestedingsscenario
De wens om te versnellen biedt specifieke kansen voor het project maar heeft ook risico’s
in zich. Door de mogelijke kansen en risico’s te inventariseren en dit vervolgens per scenario te beschouwen, wordt inzicht verkregen in het risico- en kansenprofiel per scenario.
Om een inschatting te kunnen maken van de versnelling die mogelijk is per scenario, wordt
per scenario een globale planning gemaakt van de hoofdstappen ‘contractvormingsfase aanbesteding (selectiefase) - aanbesteding (inschrijvingsfase)’.
De resultaten van stap 2 worden vervolgens overzichtelijk samengevat in een matrix. Hierdoor ontstaat een overzicht van de te behalen versnelling per scenario in relatie tot het bijbehorende risico- en kansenprofiel.
Stap 3: De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek
De resultaten van stap 1 en stap 2 van het onderzoek worden voorzien van conclusies.
Daarnaast worden aanbevelingen gedaan.
2.2.
Sessie versnelling aanbesteding
Op 17 september 2014 heeft een sessie plaatsgevonden waar medewerkers vanuit het
projectteam Lobith, de inkoopafdelingen van de opdrachtgevers en het projectteam van
Witteveen+Bos aan hebben deelgenomen. De deelnemers zijn werkzaam op het vakgebied van inkoop/aanbestedingen en projectbeheersing. Het doel van de sessie was om gezamenlijk te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn tot het versnellen van de aanbesteding en welke beperkingen en randvoorwaarden hierbij gelden vanuit het inkoopbeleid van
de opdrachtgevers (Rijkswaterstaat, provincie Gelderland en de gemeente Rijnwaarden).
De resultaten van deze sessie zijn verwoord in bijlage I. De resultaten zijn verwerkt in dit
onderzoeksrapport.
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
3
2.3.
Uitgangspunten
Op basis van de ter beschikking gestelde documenten worden de volgende uitgangspunten
gehanteerd voor het onderzoek:
1. Na toepassing van het instrument PPC (Public Private Comparator)1 is de mogelijkheid
voor een DBFM contract afgevallen. De contracten voor het project ‘overnachtingshaven Lobith’ worden middels één of meerdere E&C contract(en) op basis van de UAV-gc
2005 in de markt gezet.
2. De totale omvang van het project ‘overnachtingshaven Lobith’ bedraagt circa 120 miljoen euro. Deze omvang is groter dan de aanbestedingsdrempel van ruim 5 miljoen euro2. Dit betekent dat het werk middels een Europese aanbestedingsprocedure moet
worden aanbesteed. In de sessie ‘versnelling aanbesteding’ (zie bijlage I) is bepaald
dat het hanteren van de Europese niet-openbare procedure (dus inclusief een voorafgaande selectie) gewenst is. NB: Het is toegestaan om het project in meerdere delen
aan te besteden, mits allen Europees worden aanbesteed.
3. De modernisering van Tuindorp past binnen het vigerende bestemmingsplan3. Hierdoor
is de start van de uitvoering van Tuindorp niet afhankelijk van het vaststellen van het
PIP en het MIRT 3 besluit.
4. De MIRT 4 fase van Tuindorp start nadat de voorkeursvariant (VKV) is vastgesteld. Op
basis van de detailplanning (versie 19 september 2014), vindt deze plaats in maart
2015.
5. De MIRT 4 fase van Spijk start nadat het PIP is vastgesteld en het MIRT 3 besluit is
genomen. Op basis van de detailplanning (versie 19 september 2014), vindt deze
plaats in augustus 2016.
6. De contractvoorbereidingsfase kan niet eerder starten dan januari 2015, aangezien in
december 2014 besluitvorming gaat plaatsvinden over het te hanteren aanbestedingsscenario.
7. De selectiefase start nadat de contractvoorbereidingfase is afgerond.
8. In de planning wordt er vanuit gegaan dat het MIRT 4 team beschikbaar is bij de start
van de contractvoorbereidingsfase.
1
Ministerie van Infrastructuur en Milieu, PPC Overnachtingsplaatsen Lobith. Eindrapportage d.d. 23-04-2014.
2
De aanbestedingsdrempel is EUR 5.186.000,--.
3
Uitgangspunt hierbij is dat er geen wijziging nodig is van de havenmond of van de laad- en loswal.
4
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
3.
AANBESTEDINGSSCENARIO’S
Mede op basis van de sessie ‘Versnelling van de aanbesteding’ zijn de aanbestedingsscenario’s zoals benoemd in tabel 3.1 vastgesteld die onderzocht gaan worden. Per scenario
is een beschrijving van het scenario gegeven.
Tabel 3.1. Aanbestedingsscenario’s
sce-
naam scenario
omschrijving scenario
Regulier (nul scenario)
Scenario A betreft het reguliere scenario waarbij Tuindorp en Spijk gezamenlijk als
nario
A
één opdracht in de markt worden gezet, waarbij conform het beleid van de opdrachtgevers de contractvoorbereidingsfase start nadat het PIP is vastgesteld en
het MIRT 3 besluit is genomen. De aanbesteding start nadat de contractvoorbereidingsfase is afgerond. Scenario A betreft een nulvariant om de mate waarin versnelling mogelijk is in te schatten en om het risico- en kansenprofiel van de versnellingsscenario’s te kunnen afzetten ten opzichte het reguliere scenario.
A+
Nul+ scenario
Het scenario A+ betreft een optimalisatie ten opzichte van scenario A. Het verschil
zit in het feit dat de contractvoorbereiding parallel wordt uitgevoerd aan de MIRT 3
fase. Hierdoor is het mogelijk om de aanbesteding te starten direct na het vaststellen van de voorkeursvariant (in geval van Tuindorp) en na het MIRT 3 besluit en het
vaststellen van het PIP (in geval van Spijk). Het parallel uitvoeren van de contractvoorbereidingsfase is een werkwijze die in de praktijk geregeld wordt toegepast,
maar wel afwijkt van het inkoopbeleid van de opdrachtgevers.
B
Twee aanbestedingen
Scenario B bestaat uit twee separate aanbestedingen. De eerste aanbesteding betreft Tuindorp en de tweede aanbesteding betreft Spijk. De aanbesteding van
Tuindorp kan worden gestart wanneer het E&C contract voldoende is uitgewerkt.
Het is niet nodig om te wachten op het MIRT 3 besluit. De aanbesteding van Spijk
wordt gestart wanneer het E&C contract voldoende is uitgewerkt. De aanbesteding
van Spijk vindt dus al ruim voor het MIRT 3 besluit plaats in dit scenario.
C
Eén vervroegde aan-
In scenario C wordt één aanbesteding georganiseerd. Om te kunnen versnellen
besteding
wordt deze aanbesteding gestart nadat Tuindorp voldoende is uitgewerkt in het
E&C contract. Omdat Spijk op dat moment qua uitwerking nog niet zo ver zal zijn,
wordt Spijk op een functioneler niveau gespecificeerd in dit E&C contract.
D
Herhalingsopdracht
In scenario D wordt één aanbesteding georganiseerd. Om te kunnen versnellen
wordt deze aanbesteding gestart nadat Tuindorp voldoende is uitgewerkt in het
E&C contract. De werkzaamheden aan Spijk worden vervolgens middels een herhalingsopdracht (indien na onderhandeling overeenstemming wordt bereikt met de
opdrachtnemer) gegund aan dezelfde opdrachtnemer die de werkzaamheden aan
Tuindorp gegund heeft gekregen. De volgende voorwaarden gelden voor een herhalingsopdracht:
1.
Het moet om dezelfde werkzaamheden gaan;
2.
De gunning van de herhalingsopdracht moet binnen 3 jaar na de gunning van
3.
bij de aankondiging van de oorspronkelijke opdracht moet reeds melding wor-
de oorspronkelijke opdracht plaatsvinden;
den gemaakt van de mogelijke herhalingsopdracht.
Aan voorwaarde 2 en 3 moet normaal gesproken kunnen worden voldaan. Voorwaarde 1 lijkt ook aan te kunnen worden voldaan, al bevindt dit zich enigszins in
een grijs gebied. Dit is besproken in de sessie ‘Versnelling aanbesteding’ (zie bijlage I), waarbij gezamenlijk geconcludeerd is dat het redelijk is om te veronderstellen
dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.
Mocht de opdrachtgever er na onderhandeling niet uitkomen met de opdrachtnemer, dan dient alsnog een nieuwe aanbesteding te worden opgestart.
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
5
In het nul+ scenario (scenario A+) wordt uitgegaan van een versnelling door de contractvoorbereidingsfase parallel te laten verlopen met de MIRT 3 fase. Aangezien deze werkwijze in de praktijk veel wordt toegepast, wordt dit uitgangspunt ook gehanteerd voor de scenario’s B, C en D.
Bij al deze scenario’s is er vanuit gegaan dat eerst Tuindorp wordt uitgevoerd en daarna
Spijk. Het nadeel van deze volgorde is dat er hierdoor een periode is waarin geen (of een
zeer beperkt aantal) ligplaatsen in de overnachtingshavens beschikbaar zijn. Een mogelijk
ander scenario is dat eerst Spijk wordt uitgevoerd en daarna Tuindorp. Het voordeel van dit
scenario is dat de overnachtingshaven in Tuindorp in gebruik kan blijven terwijl de overnachtingshaven in Spijk wordt uitgevoerd. Op deze manier zijn er gedurende de realisatiefase altijd (voldoende) ligplaatsen beschikbaar. Dit scenario betekent echter een vertraging
van het project. Dit valt buiten de doelstelling van dit onderzoek en is daarom niet meegenomen.
Naast de hiervoor benoemde aanbestedingsscenario’s worden een aantal varianten beschouwd die toegepast kunnen worden binnen de aanbestedingsscenario’s. Deze varianten kunnen voor meerdere aanbestedingsscenario’s worden beschouwd. De varianten
hebben niet direct invloed op de keuze voor een aanbestedingsscenario, maar kunnen na
de keuze voor een specifieke aanbestedingsscenario wel tot een bijstelling van de aanbestedingsstrategie binnen het scenario leiden. Het gaat om de volgende varianten:
1. Tuindorp baggeren door bestaande onderhoudsaannemer en overige onderdelen van
Tuindorp in één of meer separate aanbestedingen onderbrengen;
2. Spijk ‘op diepte laten brengen’ door middel van de delfstoffenwinnaars die de gronden
van de projectlocatie van Spijk in eigendom hebben. Voor deze locatie is overigens
geen ontgrondingsvergunning verleend. Overige onderdelen in één of meer separate
aanbestedingen onderbrengen.
Bij deze varianten wordt ten eerste beschouwd of deze varianten mogelijk zijn en daarna
wordt beargumenteerd of het kansrijke varianten zijn die in één of meer aanbestedingsscenario’s mogelijk kunnen worden toegepast.
6
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
4.
RISICO’S, KANSEN EN PLANNING PER AANBESTEDINGSSCENARIO
4.1.
Kansen en risico’s
Het vervroegd aanbesteden brengt een aantal kansen en risico’s met zich mee die per
aanbestedingsscenario meer of minder van toepassing zullen zijn. Hieronder zijn de belangrijkste kansen en risico’s benoemd die beschouwd worden. In tabel 4.1 zijn de grootste
risico’s van het vervroegd aanbesteden benoemd.
Tabel 4.1. Risico’s vervroegd aanbesteden
#
risico
R1
contractwijzigingen
(meer-
oorzaak
gevolg
-
het uitwerkingsniveau in het contract is
-
meerkosten
door het vervroegd aanbesteden min-
-
uitloop planning
het project bestaat uit het modernise-
-
meerkosten
ren/realiseren van twee overnachtings-
-
werk)
der gedetailleerd
-
niet alle eisen zijn al inzichtelijk, waardoor het contract nog onvolledig is en
er daardoor een grote kans is op scopewijzigingen
R2
inefficiëncy en beperkte in-
-
tegraliteit
-
MIRT 3 fasering wijzigt
havens. Door ze in de tijd uit elkaar te
t.o.v. huidige vastgestelde
trekken, is het niet mogelijk om ze inte-
MIRT 3 fasering
graal op te pakken (denk aan werk met
-
werk maken, ingewerkt projectteam van
-
minder schaalvoordelen
meer
hinder
(Tijdelijke
de aannemer, et cetera)
geen ligplaatsen beschik-
door het project te knippen, moeten
baar)
twee separate processen worden doorlopen
R3
het vervroegd aanbesteden leidt ertoe
-
drachtgever (aanbestedende
e weinig capaciteit bij de op-
-
dat de opdrachtgever deels parallel de
-
dienst)
MIRT 3 fase en de MIRT 4 fase moet
meerkosten
capaciteitsproblemen
op-
drachtgever
gaan doorlopen. Dit vraag extra capaciteit aan opdrachtgeverszijde
-
wanneer het project in twee opdrachten
wordt aanbesteed, vraagt dit ook twee
keer capaciteit van de opdrachtgever
voor het uitvoeren van de aanbestedingsprocedures
R4
conflict over ontwerpverantwoordelijkheid
-
in een E&C contract is een aannemer
-
discussies
verantwoordelijk voor wat hij ontwerpt.
-
meerkosten
Doordat de aannemer en het ingeni-
-
vertragingen
eursbureau dat de MIRT 3 fase verzorgt
tegelijkertijd aan het ontwerpen zijn, zijn
hier discussies mogelijk ten aanzien
van ontwerpverantwoordelijkheid
Daarnaast zijn in tabel 4.2 de grootste kansen van het vervroegd aanbesteden opgesomd.
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
7
Tabel 4.2. Kansen vervroegd aanbesteden
#
kans
oorzaak
gevolg
K1
versnelling van het project
-
-
door het in de tijd naar voren halen van
(delen van) de aanbesteding van de
eerder een haven op een
hoger veiligheids- en kwa-
opdracht, is tijdswinst te behalen
liteitsniveau
-
kortere
doorlooptijd
van
het project
K2
de aannemer brengt uitvoe-
-
wanneer de aannemer eerder
aan
-
optimalisatie van ontwerp
ringskennis in, in de MIRT 3
boord is, is een parallelschakeling mo-
fase
gelijk met de MIRT 3 fase. De uitvoe-
-
en uitvoering
kostenbesparing
ringskennis van de aannemer kan inge-
-
tijdswinst
-
hogere kwaliteit
bracht worden om de ontwerpen te optimaliseren
K3
leerpunten van eerdere onderdelen
van
het
-
het in de tijd naar voren halen van de
project
realisatie van een deel van het project
toepassen in latere onderde-
maakt het mogelijk om de leerpunten
len
die zijn opgedaan in te brengen in nog
te realiseren delen van het project
4.2.
Risico’s en kansen in relatie tot de aanbestedingsscenario’s
Van de in tabel 4.1 en 4.2 genoemde risico’s en kansen is onderstaand omschreven in
hoeverre deze risico’s en kansen van toepassing zijn voor de aanbestedingsscenario’s. De
aanbestedingsscenario’s zijn daarbij onderling vergeleken.
Risico 1 - Contractwijzigingen
In het reguliere scenario (scenario A) en in het nul+ scenario (scenario A+), dus wachten
met de aanbesteding tot beide overnachtingshavens voldoende zijn uitgewerkt, heeft tot
gevolg dat er een in verhouding geringe kans bestaat op extra contractwijzigingen. De
aanbesteding vindt in deze scenario’s relatief kort voor de uitvoering plaats. Ten opzichte
van deze scenario’s is ook het scenario met twee aanbestedingen (scenario B) relatief safe
met betrekking tot contractwijzigingen. De kans op extra contractwijzigingen is relatief het
grootst wanneer één aanbesteding (scenario C) wordt gehouden die vervroegd gaat
plaatsvinden. Op dat moment bevindt de overnachtingshaven in Spijk zich nog in de planvormingsfase en is daarmee nog niet volledig uitgewerkt. Hierdoor is de kans op wijzigingen na gunning aan een aannemer groot. Deze wijzigingen moeten uitonderhandeld worden met de aannemer, waarbij deze wijzigingen in de praktijk relatief duur betaald worden.
De herhalingsopdracht (scenario D) heeft als voordeel dat ook hier een knip tussen de beide overnachtingshavens is aangebracht, waardoor de overnachtingshaven Tuindorp wordt
aanbesteed als deze ver genoeg is uitgewerkt en ook de herhalingsopdracht voor de overnachtingshaven Spijk pas met de aannemer wordt besproken op het moment dat ook de
overnachingshaven Spijk voldoende is uitgewerkt. Kanttekening hierbij is dat de kans op
contractwijzigingen hierdoor beperkt is, maar dat de herhalingsopdracht met de aannemer
wordt besproken in een situatie waarbij er geen directe concurrentie is. Hierdoor wordt
waarschijnlijk niet de scherpste prijs voor het werk overeengekomen. Hierbij heeft de opdrachtgever nog wel de mogelijkheid achter de hand om alsnog een aanbesteding voor de
overnachtingshaven Spijk op te starten in het geval geen overeenstemming met de aannemer wordt verkregen over de herhalingsopdracht.
Risico 2 – Twee losstaande projecten
Het project als twee losstaande projecten in de markt zetten is in het bijzonder van toepassing in het geval van het scenario met twee aanbestedingen (scenario B). Hierbij is er een
8
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
harde scheiding tussen beide projecten, waarbij de kans aannemelijk is dat het door twee
verschillende aannemers wordt uitgevoerd. In dat geval is het voordeel dat bestaat bij scenario A en A+ niet aanwezig. Dit voordeel bestaat onder andere uit het werk met werk maken (bijvoorbeeld het toepassen van een overdiepte in de overnachtingshaven in Spijk en
deze overdiepte opvullen met vrijgekomen baggerspecie uit Tuindorp). Kanttekening hierbij
is dat de mogelijkheden op het gebied van werk met werk maken voor dit projecten beperkt
lijken. Een ander voordeel is dat het projectteam van de aannemer beide overnachtingshavens uitvoert, wat het realisatieproces efficiënter doet verlopen. Deze efficiency in het realisatieproces is ook te bereiken in geval van het houden van één vervroegde aanbesteding
(scenario C) en de herhalingsopdracht (scenario D). Echter is het bij scenario C en D niet
mogelijk om werk met werk te maken, omdat de overnachtingshavens in de tijd na elkaar
worden uitgevoerd.
Risico 3 – Te weinig capaciteit bij de opdrachtgever
De problemen met capaciteit gaan in het bijzonder spelen in het geval er twee separate
aanbestedingen worden gehouden (scenario B). In dat geval moet twee keer een volledige
aanbesteding worden opgetuigd en daarnaast vindt er veel overlap plaats tussen de MIRT
fase 3 en MIRT fase 4, waardoor er pieken in de capaciteit nodig zijn. Ook in het geval van
de herhalingsopdracht (scenario D) speelt dit deels. Echter is het niet nodig om voor de
overnachtingshaven Spijk een volledige aanbesteding op te tuigen, omdat er een onderhandeling plaatsvindt met de aannemer die de initiële opdracht gegund heeft gekregen. Dit
neemt niet weg dat de kans bestaat dat de onderhandeling mislukt en er alsnog een tweede aanbestedingsprocedure moet worden doorlopen. In het positieve geval is er dus minder capaciteit nodig, in het negatieve geval is er juist meer capaciteit nodig. Wanneer één
vervroegde aanbesteding (scenario C) wordt gehouden is er capaciteit nodig voor het doorlopen van één aanbestedingsprocedure. Daarentegen moet dit wel plaatsvinden in de periode dat ook MIRT fase 3 wordt uitgewerkt. Hier is dus een piek in de capaciteit te verwachten. Dit speelt niet bij het reguliere scenario (scenario A). De aanbestedingsprocedure vindt
dan pas plaats als MIRT fase 3 is afgerond. Ook is hier sprake van maar één aanbestedingsprocedure, dus de capaciteitsinzet is relatief beperkt. Het nulplus scenario (scenario
A+) gaat uit van het parallel laten verlopen van de MIRT 3 en MIRT 4 fase, dus hiervoor is
een piek in de capaciteit te verwachten. Er is echter maar één aanbesteding nodig. Scenario A+ scoort daardoor iets lager dan scenario A.
Risico 4 – Conflict over ontwerpverantwoordelijkheid
Het vervroegen van de aanbesteding in geval van één vervroegde aanbesteding (scenario
C), twee aanbestedingen (scenario B) en de herhalingsopdracht (scenario D) hebben allen
het nadeel in zich dat de aannemer zijn ontwerp gelijktijdig opstelt met de uitwerking van
MIRT fase 3 door het ingenieursbureau. Dit speelt met name bij het scenario met één vervroegde aanbesteding (scenario C), omdat de aannemer al relatief vroeg ook betrokken
raakt bij de overnachtingshaven Spijk. Dit alles kan elkaar versterken (zie kans 2), maar het
is ook mogelijk dat er afstemmingsproblemen ontstaan. Daarnaast heeft dit als nadeel in
zich dat de ontwerpverantwoordelijkheid met elkaar vermengd raakt. Dit kan in het geval
van gebreken in de uitvoeringsfase voor de opdrachtgever tot een lastige situatie leiden.
Scenario A en A+ is wat dit betreft het meest eenduidige scenario. De aanbesteding van
het werk vindt pas plaats nadat er een MIRT 3 besluit is genomen. Een vermenging van
ontwerpverantwoordelijkheid is daardoor niet mogelijk.
Kans 1 – Versnelling van het project
Deze kans is ook de belangrijkste reden voor het uitvoeren van dit onderzoek. Deze kans
wordt echter ook al concreet gemaakt via de planning waarin de te behalen versnelling
wordt onderzocht (zie paragraaf 4.3). Om geen dubbeling te laten ontstaan en daarmee
een vertekening van het onderzoek, wordt deze kans niet verder uitgewerkt en komt dus
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
9
niet specifiek in de samenvattingstabel te staan in paragraaf 4.4. De hoeveelheid te behalen versnelling komt uiteraard wel in de samenvattingstabel te staan.
Kans 2 – Inbreng uitvoeringskennis
De inbreng van uitvoeringskennis in de ontwerpfase heeft qua filosofie gelijkenis met de
bouwteamovereenkomst. Deze inbreng is mogelijk bij één vervroegde aanbesteding (scenario C), twee aanbestedingen (scenario B) en de herhalingsopdracht (scenario D). In het
geval van één vervroegde aanbesteding (scenario C) is de aannemer al zeer vroeg ook betrokken bij Spijk, waardoor de inbreng relatief groot kan zijn. In dat geval wordt de uitvoeringskennis van de aannemer benut ten behoeve van de uitwerking van het ontwerp van de
MIRT 3 fase. Ook bij de herhalingsopdracht (scenario D) is de aannemer al vroeg betrokken. Het is mogelijk om in de initiële opdracht (overnachtingshaven Tuindorp) in het contract als activiteit op te nemen dat de aannemer deelneemt aan het ontwerpproces van de
overnachtingshaven Spijk in de rol van adviseur. Hierbij speelt ook mee dat er nog geen
gesloten overeenkomst ligt voor de overnachtingshaven Spijk, waardoor deze overeenkomst gezamenlijk door de opdrachtgever en aannemer kan worden ingevuld, mede met
inbreng van de uitvoeringskennis van de aannemer. Hiermee lijkt de herhalingsopdracht
(scenario D) de meeste mogelijkheden te bieden om uitvoeringskennis effectief in te brengen. Wanneer twee aanbestedingen worden gehouden (scenario B), is het mogelijk om ten
behoeve van de tweede aanbesteding de aannemer mee te laten denken over het ontwerp/contract. Echter bevindt dit zich vanuit de mogelijkheid om ook deel te kunnen nemen
aan de tweede aanbesteding in een grijs gebied. Bij scenario A en A+ is de inbreng van
uitvoeringskennis van de aannemer niet mogelijk omdat het planvormings-/ontwerpproces
in de MIRT 3 fase dan al is afgerond.
Kans 3 – Leerpunten toepassen
Wanneer uitgegaan wordt van het scenario A en A+, dan worden beide overnachtingshavens tegelijkertijd uitgevoerd. Dit maakt het niet mogelijk om leerervaringen van de ene
overnachtingshaven toe te passen ten behoeve van de andere overnachtingshaven. In het
geval van één vervroegde aanbesteding (scenario C) is het wel mogelijk om de ervaringen
mee te nemen omdat de beide overnachtingshaven in dit scenario na elkaar worden uitgevoerd. Echter is er al een contract afgesloten met de aannemer, waardoor leerervaringen
moeilijker zijn in te passen (en veelal tot meerwerk leiden). In geval van twee aanbestedingen (scenario B) is het mogelijk om deze leerervaringen wel op te nemen in het tweede
contract. Bij de herhalingsopdracht is de effectiviteit van het toepassen van leerervaringen
het grootst, omdat de opdrachten niet alleen (deels) na elkaar worden uitgevoerd, maar
ook omdat (waarschijnlijk) met hetzelfde projectteam van opdrachtgever en aannemer
wordt gewerkt.
4.3.
Planning
In afbeelding 4.1 is voor de aanbestedingsscenario’s een planning uitgewerkt, welke is gebaseerd op de hoofdstappen ‘contractvorming - aanbesteding (selectiefase) - aanbesteding
(inschrijvingsfase)’ die in de MIRT 4 fase moeten worden doorlopen. De realisatiefase
(ontwerp en uitvoering) is niet opgenomen in de planning, omdat het onderzoek specifiek
gericht is op het versnellen van de aanbesteding. Daarnaast heeft de keuze voor een aanbestedingsscenario niet of nauwelijks invloed op de doorlooptijd van de ontwerp- en uitvoeringsfase.
10
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
Afbeelding 4.1 Planning aanbestedingsscenario’s (uitvergroting in bijlage III)
A+
Nul+ variant
Tuindorp en Spijk
B
Twee aanbestedingen
Tuindorp
Spijk
C
Eén vervroegde aanbesteding
Tuindorp en Spijk
D
Herhalingsopdracht
Tuindorp
Spijk
December
November
Oktober
September
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
2017
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
2016
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
2015
December
Overnachtingshaven
Tuindorp en Spijk
Novermber
Scenario Naam scenario
A
Regulier (nulvariant)
Oktober
2014
Legenda
Contractvoorbereidingsfase
Aanbesteding (selectiefase)
Aanbesteding (inschrijvingsfase)
Onderhandelingsfase
VKV Tuindorp vastgesteld
MIRT 3 besluit Spijk
Gunning
Uitsluitend te doorlopen indien onderhandelingsfase mislukt
De volgende aandachtspunten zijn relevant bij het kunnen behalen van de planning in afbeelding 4.1:
- op dit moment is er geen projectteam aan opdrachtgeverszijde aangesteld die verantwoordelijk is voor de MIRT 4 fase. Om de contractvoorbereidingsfase te kunnen starten
is dit wel noodzakelijk (zie ook bijlage I). Dit geldt in het bijzonder voor de scenario’s B,
C en D. In dat geval moet in januari 2015 een projectteam voor de MIRT 4 fase zijn
aangesteld;
- in het geval van scenario B speelt een bijzonderheid. Om de uitvoeringskennis van de
aannemer van Spijk in geval van scenario B in te kunnen brengen (wat één van de
doelstellingen is), moet de aanbesteding van Spijk al ruim voor het MIRT 3 besluit zijn
afgerond. Dit betekent echter dat halverwege 2015 al gestart moet worden met de aanbesteding van Spijk. In principe is dit mogelijk, echter wordt hierdoor het risico op contractwijzigingen (risico R1) zeer groot. Ervan uitgaande dat dit vergelijkbaar met scenario C, niet acceptabel is, is het beter om de planning te hanteren zoals weergegeven in
afbeelding 4.1 voor scenario B;
- indien capaciteit moet worden ingehuurd voor de MIRT 4 fase, dan is het gezien de
planning noodzakelijk om hier zo snel mogelijk mee te starten (zie ook bijlage I). Dit
geldt in het bijzonder voor de scenario’s B, C en D. Ook hiervoor geldt dat in dat geval
in januari 2015 een projectteam voor de MIRT 4 fase moet zijn aangesteld;
- het definitief vaststellen van de verbredingsopties die meegenomen gaan worden binnen het project, kan gevolgen hebben voor de planning (zie ook bijlage I).
4.4.
Samenvatting beoordeling aanbestedingsscenario’s
Het risico- en kansenprofiel is in tabel 4.3 overzichtelijk weergegeven per aanbestedingsscenario. Daarnaast is de te behalen versnelling in de aanbestedingsfase genoemd. Door
het op deze manier samen te vatten, ontstaat inzicht in het risico- en kansenprofiel dat
hoort bij de te behalen versnelling.
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
11
Tabel 4.3. Samenvattingstabel versnellingsonderzoek
versnelling
Tuindorp
1
scenario
naam scenario
R1
R2
R3
R4
K2
K3
Spijk
A
regulier (nulvariant)
++
++
++
++
--
--
Geen
Geen
A+
nul+ variant
++
++
+
++
--
--
4 maanden
4 maanden
B
twee aanbestedingen
++
--
--
-
+-
+
22 maanden
4 maanden
C
één vervroegde aanbesteding
--
+
+-
--
+
+-
20 maanden
21 maanden
D
herhalingsopdracht
+-
+
-
-
++
++
20 maanden
11 maanden
++ = zeer positieve impact op het project
+
= positieve impact op het project
+- = neutrale impact op het project
-
= negatieve impact op het project
--
= zeer negatieve impact op het project
1
De versnelling is concreet benoemd in deze tabel. Omdat dit in essentie overeenkomt met kans 1, is kans 1 weggelaten uit de tabel. Hierdoor wordt een dubbeling op het aspect versnelling en daarmee vertekening van de resultaten voorkomen.
12
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
5.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
5.1.
Conclusies
5.1.1.
Aanbestedingsscenario’s
Eén vervroegde aanbesteding (scenario C) is met name vanuit het risico van contractwijzigingen een scenario dat niet gunstig is. Gezien de geschiedenis van het project (men is al
enkele decennia bezig om het project gerealiseerd te krijgen) is de kans op wijzigingen
groot en het is daardoor ook niet uit te sluiten dat het project op enig moment wordt stopgezet. In dat geval ben je al wel gebonden aan een aannemer en zal het contract afgekocht
moeten worden. Wij adviseren daarom om scenario C niet toe te passen.
Het reguliere scenario (scenario A) blijkt het minst risicovol te zijn, echter zijn er geen mogelijkheden om de uitvoeringskennis van de aannemer vroeg in te brengen of leerpunten
toe te passen door het na elkaar uitvoeren van de overnachtingshavens. Als gevolg van het
veilige karakter van dit scenario is er geen sprake van een versnelling. Het nulplus scenario
(scenario A+) lijkt veel op scenario A en heeft een vergelijkbaar risicoprofiel. De versnelling
van 4 maanden ten opzichte van scenario A kan als ‘laaghangend fruit’ worden beschouwd.
Het scenario met twee aanbestedingen (scenario B) en het scenario met de herhalingsopdracht (scenario D) lijken in essentie veel op elkaar. Er wordt immers twee keer een contract afgesloten. Echter de herhalingsopdracht scoort op de kansen en risico’s overwegend
positief ten opzichte van het scenario met twee aanbestedingen (scenario B). De herhalingsopdracht (scenario D) lijkt daarmee het beste scenario om toe te passen om de gewenste versnelling te kunnen bereiken. Echter, een belangrijke kanttekening hierbij is dat
met name de volgorde waarin de overnachtingshavens worden gerealiseerd vanuit inkoopbeleid tot problemen leidt. De initiële opdracht (overnachtingshaven Tuindorp) heeft een
geraamde waarde van EUR 20 miljoen. De herhalingsopdracht (overnachtingshaven Spijk)
heeft een geraamde waarde van EUR 100 miljoen. Ondanks dat het vanuit de aanbestedingsregelgeving toegestaan lijkt, is het vanuit inkoopbeleid discutabel om in een één op
één situatie een opdracht van EUR 100 miljoen te gaan gunnen. Een bijkomend aspect is
dat het niet uitgesloten is dat voor de initiële opdracht van de overnachtingshaven Tuindorp
er een aannemelijke kans bestaat dat strategisch gaat worden ingeschreven. De conclusie
dat de herhalingsopdracht vanuit inkoopbeleid ongewenst is, is ook door de inkoopadviseurs van de opdrachtgevers onderschreven in de sessie ‘versnelling aanbesteding’.
Samengevat kan geconcludeerd worden dat een significante versnelling van de aanbesteding met een gematigd risico- en kansenprofiel en welke ook in overeenstemming is met
het inkoopbeleid van de opdrachtgevers het best bereikt kan worden met aanbestedingscenario B, waarbij twee separate aanbestedingen worden georganiseerd voor respectievelijk Tuindorp en Spijk. De gewenste inbreng van uitvoeringskennis in de MIRT 3 fase is
echter niet mogelijk omdat Spijk dan al dusdanig vroeg moet worden aanbesteed dat het risico op contractwijzigingen te groot is.
5.1.2.
Varianten
In dit onderzoek zijn twee varianten beschouwd die mogelijk kansrijk zijn om de aanbesteding te versnellen. Deze zijn besproken in de sessie ‘Versnelling aanbesteding’ (zie bijlage
I). De eerste variant is het baggeren van Tuindorp door het als aanvullende opdracht op te
dragen aan de bestaande onderhoudsaannemer. Geconcludeerd kan worden dat een der-
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
13
gelijke aanvullende opdracht niet past binnen het inkoopbeleid van Rijkswaterstaat. Deze
variant is daarom niet wenselijk.
De tweede variant betreft het op diepte brengen van Spijk door de bestaande grondeigenaren middels een zandwinning. Deze tweede variant is in essentie kansrijk, echter zitten hier
meerdere haken en ogen aan waardoor de te behalen versnelling onzeker is. Zaken waar
rekening mee moet worden gehouden is de termijn voor het aanvragen van de ontgrondingsvergunning (en eventuele bezwaren), termijnen van eventuele effectenonderzoeken,
de termijn die nodig is voor de onderhandelingen met de grondeigenaren, et cetera. Een
wellicht belangrijkere overweging is dat deze variant als voordeel heeft dat hiermee wellicht
het risico van het niet in bezit krijgen van de gronden kan worden verkleind (zie bijlage I) en
daardoor het onderzoeken waard is.
5.2.
Aanbevelingen
De scenario’s B, C en D gaan allen uit van een start van de contractvoorbereidingsfase in
januari 2015. De contractvoorbereidingsfase maakt onderdeel uit van de MIRT 4 fase. In de
sessie ‘versnelling aanbesteding’ is door de opdrachtgevers aangegeven dat er nog geen
projectteam voor de MIRT 4 fase is aangesteld. Zolang er geen projectteam voor de MIRT
4 fase is aangesteld, kan de contractvoorbereidingsfase niet starten. Het op korte termijn
aanstellen van een MIRT 4 projectteam is daarom van belang om geen vertraging op te lopen.
Vanuit de stuurgroep van de opdrachtgever bestaat de wens om de aanbesteding te versnellen. Naast de keuze tussen scenario’s, zijn er ook een aantal versnellingen te bereiken
los van de keuze voor een aanbestedingsscenario. Het gaat om de volgende versnellingen:
- de selectiefase kan ook parallel aan de contractvoorbereidingsfase plaatsvinden, hiermee is vrij eenvoudig een versnelling van 3 maanden te realiseren. Het inkoopbeleid
van de opdrachtgevers geeft aan dat eerst de contractvoorbereidingsfase moet zijn afgerond en dat daarna de selectiefase kan starten. In de praktijk wordt hier echter regelmatig van afgeweken. Voor dit project is dit ook te overwegen;
- de contractvoorbereidingsfase kan plaatsvinden voorafgaand aan het vaststellen van
het VKV (in het geval van Tuindorp) en het MIRT 3 besluit (in het geval van Spijk).
Hiermee is een versnelling te behalen van 4 maanden. Het inkoopbeleid van de opdrachtgevers geeft aan dat eerst een besluit moet zijn genomen en dat daarna de contractvoorbereidingsfase kan starten. In de praktijk wordt hier echter regelmatig van afgeweken. Voor dit project is dit ook te overwegen.
Uitgaande van de conclusie in paragraaf 5.1 waarbij twee separate aanbestedingen worden georganiseerd (aanbestedingsscenario B), gecombineerd met de aanbevelingen in paragraaf 5.2, bevat de aanbestedingsplanning in afbeelding 5.1 de optimale uitwerking van
aanbestedingsscenario B. Deze uitwerking (2 separate aanbestedingen) geeft de beste invulling aan de gewenste versnelling, heeft een gematigd risicoprofiel en bevat daarnaast de
aanbevolen versnellingen die in de praktijk gangbaar zijn.
14
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
Afbeelding 5.1 Optimale uitwerking van aanbestedingsscenario B (uitvergroting in
bijlage IV)
December
November
Oktober
September
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
2017
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
2016
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
2015
December
Overnachtingshaven
Tuindorp
Spijk
Novermber
Scenario Naam scenario
B
Twee aanbestedingen
Oktober
2014
Legenda
Contractvoorbereidingsfase
Aanbesteding (selectiefase)
Aanbesteding (inschrijvingsfase)
VKV Tuindorp vastgesteld
MIRT 3 besluit Spijk
Gunning
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
15
16
Witteveen+Bos, AH660-1-810/14-018.222 concept 01 d.d. 29 september 2014, Overnachtingshaven Lobith onderzoek versnelling aanbesteding
BIJLAGE I
SESSIE VERSNELLING AANBESTEDING
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Doel sessie
Op 17 september 2014 heeft een sessie plaatsgevonden waar medewerkers vanuit het
projectteam Lobith, de inkoopafdelingen van de opdrachtgevers en het projectteam van
Witteveen+Bos hebben deelgenomen. De deelnemers zijn werkzaam op het vakgebied van
inkoop/aanbestedingen en projectbeheersing. Het doel van de sessie was om gezamenlijk
te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn tot het versnellen van de aanbesteding en
welke beperkingen en randvoorwaarden hierbij gelden vanuit het inkoopbeleid van de opdrachtgevers (Rijkswaterstaat, provincie Gelderland en de gemeente Rijnwaarden).
Deelnemers sessie
Aan de sessie hebben de volgende personen deelgenomen:
- mevrouw C. Hagesteijn (contractmanager, projectteam Lobith);
- mevrouw M. Eikholt (manager projectbeheersing, projectteam Lobith);
- de heer H. Veldt (inkoopadviseur, Rijkswaterstaat);
- de heer T. Jorna (inkoopadviseur, provincie Gelderland);
- de heer M. v.d. Berg (manager projectbeheersing, projectteam Witteveen+Bos);
- de heer G. Ogink (adviseur aanbestedingen, projectteam Witteveen+Bos).
De gemeente Rijnwaarden was verhinderd voor deze sessie. Om deze reden heeft na de
sessie telefonisch overleg plaatsgevonden met mevrouw S. Lammers waarin de behandelde onderwerpen zijn besproken. Dit is tevens verwerkt in de onderstaande uitwerking.
Resultaten sessie
Hieronder zijn de hoofdvragen die zijn gesteld in de sessie benoemd, inclusief de uitkomsten van de sessie.
1. Aanvullende aanbestedingsscenario’s?
De aanbestedingsscenario’s die zijn voorgelegd door het projectteam van Witteveen+Bos, namelijk scenario A t/m D (zie hoofdstuk 3, tabel 3.1). Vanuit de opdrachtgevers is hier één aanvulling op gekomen, namelijk het maken van een onderscheid in
een nulscenario (scenario A) en een nul+ scenario (scenario A+). het nulscenario (scenario A) moet uitgaan van de ‘traditionele’ volgorde, namelijk een start van de MIRT 4
fase nadat de MIRT 3 fase is afgerond. Dit betekent dat de contractvoorbereiding pas
start nadat het MIRT 4 besluit is genomen. Het nul+ scenario (scenario A+) gaat uit van
een volgorde die in de praktijk regelmatig wordt toegepast, namelijk het uitvoeren van
de contractvoorbereidingsfase (onderdeel van de MIRT 4 fase) parallel aan de MIRT 3
fase.
2. Inkoopbeleid met betrekking tot uitwerking vraagspecificatie
Voor scenario C geldt dat Spijk op de markt wordt gezet op een moment dat Spijk nog
maar beperkt is uitgewerkt, de vraagspecificatie is daardoor nog maar op hoofdlijnen
uitgewerkt en er is een reële kans dat er op termijn nog (grote) wijzigingen gaan plaatsvinden. Gevraagd is in hoeverre dit past binnen het inkoopbeleid van de opdrachtgevers.
Door de inkoopadviseurs wordt aangegeven dat voor het starten van de aanbesteding
er een raming moet liggen met voldoende nauwkeurigheid. Voor Spijk is dit een voorwaarde waar moeilijk aan kan worden voldaan. Vanuit het inkoopbeleid heeft scenario
C daarmee een kleine kans van slagen, echter is het wel mogelijk dat men op bestuurlijk niveau kan besluiten om af te wijken van dit beleid voor dit project. Scenario C is
daarmee niet uit te sluiten.
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Een aandachtspunt dat door de opdrachtgevers is benoemd is dat er momenteel nog
geen MIRT 4 projectteam is aangesteld. Hierdoor is het nog niet mogelijk om te starten
met het opstellen van de vraagspecificaties. Indien niet op korte termijn een MIRT 4
projectteam wordt aangesteld, gaat dit tot vertraging leiden. Daarnaast is voor het parallel doorlopen van de MIRT 3 fase en (delen van) de MIRT 4 fase extra capaciteit benodigd vanuit de opdrachtgever. Deze capaciteit is op dit moment niet beschikbaar.
Een ander aandachtspunt is dat er nog meerdere verbredingsopties worden onderzocht. Hiervoor vinden op dit moment nog gesprekken plaats met stakeholders. Het is
aan te bevelen om op korte termijn besluiten te nemen over de verbredingsopties die
gehonoreerd gaan worden. In dat geval zijn ze nog tijdig op te nemen in de vraagspecificatie. Wanneer hier te laat besluiten over worden genomen, dan moeten deze verbredingsopties als wijzigingen worden doorgevoerd.
Vanuit de gemeente Rijnwaarden wordt aangegeven dat het inkoopbeleid erop gericht
is om ook het MKB een goede kans te geven om opdrachten te verwerven. De bundeling die binnen scenario C (en ook bij scenario A en A+) plaatsvindt, is hier strijdig mee.
De kanttekening die hier vanuit de gemeente wel bij geplaatst wordt is dat door de relatief grote omvang van het werk, de kans klein is dat het regionale MKB hieraan deelneemt.
3. Inkoopbeleid met betrekking tot de herhalingsopdracht
Het scenario van de herhalingsopdracht (scenario D) is besproken in de sessie. Gezamenlijk wordt geconcludeerd dat aan de voorwaarden die gelden voor het mogen toepassen van een herhalingsopdracht lijkt te worden voldaan. Ook aan de voorwaarde
van het gelijksoortig zijn van de initiële opdracht (Tuindorp) en de herhalingsopdracht
(Spijk) kan verondersteld worden dat aan deze voorwaarde wordt voldaan. Echter is
het aanzienlijke verschil tussen de raming van de initiële opdracht (circa EUR 20 miljoen) en de herhalingsopdracht (circa EUR 100 miljoen) dermate groot dat dit een kleine kans van slagen heeft. Deze kleine kans van slagen komt met name voort vanuit het
inkoopbeleid van de opdrachtgevers. In feite wordt een relatief grote opdracht (de herhalingsopdracht) van EUR 100 miljoen één op één in de markt gezet wat onwenselijk
is. Daarnaast is de kans op strategisch inschrijven op de initiële opdracht (Tuindorp)
groot, wat ook onwenselijk is.
4. Hoe omgaan met havenmond Tuindorp
Wanneer een verbreding van de havenmond van de bestaande overnachtingshaven in
Tuindorp nodig is, dan is hiervoor (waarschijnlijk) een wijziging van het bestemmingsplan nodig. De inkoopadviseurs van de opdrachtgevers geven aan dat gezien de (beperkte) omvang van dit onderdeel, het de voorkeur heeft om dit mee te nemen binnen
de opdracht van Tuindorp (en dus niet toevoegen aan Spijk). Dit is binnen de opdracht
van Tuindorp mee te nemen als onderdeel van de vraagspecificatie, als optie, of als
wijziging die later met de aannemer moet worden overeengekomen.
5. Wanneer mag de selectiefase starten?
De inkoopadviseurs geven aan dat de selectiefase niet eerder kan starten dan nadat
het MIRT 3 besluit is genomen. Het is vanuit het inkoopbeleid niet mogelijk om de selectiefase al te starten voorafgaand aan het MIRT 3 besluit. Het wordt gezien de aard
van de opdracht waarschijnlijk geacht dat er zodanig veel potentiële inschrijvers zijn dat
het houden van een selectie gewenst is. Het uitgangspunt is daarmee dat de aanbesteding van Tuindorp en Spijk door middel van één of meer Europese niet-openbare
aanbestedingsprocedures in de markt worden gezet.
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
6. Onderdelen (bijvoorbeeld baggeren Tuindorp) onderbrengen bij bestaande onderhouds-aannemer(s)?
Er is in de sessie nagedacht over mogelijke onderdelen die voorafgaand aan de aanbesteding van de beide overnachtingshavens al separaat kunnen worden uitgevoerd.
Gezamenlijk is vastgesteld dat het baggeren van Tuindorp door de bestaande onderhoudsaannemer en het op diepte brengen van Spijk door de bestaande grondeigenaren (zie 7.) vooralsnog de enige onderdelen zijn waarvoor dit overwogen kan worden.
Beide onderdelen zijn dermate omvangrijk dat hier ook een significante tijdswinst kan
worden behaald door het eerder uit te voeren. Daarnaast is het bij beiden ook daadwerkelijk mogelijk om het eerder uit te voeren. Voor het baggerwerk van Tuindorp is
nagedacht of dit een reële optie is. Als uitgangspunt is genomen dat het baggerwerk
van Tuindorp een aanzienlijk deel (>50 %) uitmaakt van de kosten van het werk. Hiervan uitgaande zou het baggerwerk een waarde vertegenwoordigen van meer dan
EUR 10 miljoen.
De heer Veldt heeft na de sessie binnen Rijkswaterstaat onderzocht of dit een reële optie is. Het resultaat hiervan is dat het huidige onderhoudscontract voor de Waal (hier
valt de Boven-Rijn onder) geen aanvullende opdracht met een waarde van EUR 10 miljoen kan bevatten. Dit onderhoudscontract eindigt op 1 maart 2016, maar kan dan nog
twee keer met een jaar verlengd worden. De kans dat dit gebeurt is vrij groot. Ook in
het nieuwe onderhoudscontract is het opnemen van een losse opdracht met een omvang van EUR 10 miljoen behoorlijk groot. De kans dat het baggeren van Tuindorp onderdeel kan worden van het bestaande onderhoudscontract is daarmee vrij klein.
7. Spijk deels op diepte brengen door de bestaande grondeigenaren?
Een groot deel van de gronden waar de overnachingshaven Spijk wordt gerealiseerd, is
in eigendom van Boskalis en de Spijkse Ontwikkelingsmaatschappij (zie bijlage II). Deze bedrijven hebben deze gronden waarschijnlijk in eigendom met het oog op toekomstige zandwinning danwel als strategische grondpositie in relatie tot de realisatie van de
overnachingshaven. De variant om Spijk al (deels) op diepte te laten brengen door de
bestaande grondeigenaren wordt positief ontvangen. Wel is het de vraag in hoeverre
dit realiseerbaar is. Hiervoor is in ieder geval een ontgrondingsvergunning vanuit de
provincie Gelderland benodigd. Het is nog onbekend of er reeds een ontgrondingsvergunning voor deze gronden is afgegeven.
Het voordeel van deze variant is dat een groot deel van het werk, namelijk het op diepte brengen van de overnachtingshaven in Spijk, al is uit te voeren voorafgaand aan het
MIRT 3 besluit in de vorm van een zandwinning. Hiermee is tijdswinst te behalen, maar
is ook het risico met betrekking tot het niet verkrijgen van de gronden in Spijk wellicht te
verkleinen. In hoofdlijnen zou de deal met bovenstaande bedrijven bestaan uit het toestaan van de ontgrondingen (door middel van een ontgrondingsvergunning) tot een bepaald profiel en binnen een bepaalde tijd, waarna het eigendom van de gronden overgaat naar Rijkswaterstaat bij de start van de MIRT 4 fase.
Bij deze variant wordt wel de kanttekening geplaatst dat de haalbaarheid van deze variant niet is onderzocht. Hiervoor is onder andere nader onderzoek nodig naar eventuele benodigde effectenonderzoeken en benodigde vergunningen. Daarnaast zal een traject moeten worden opgestart met deze grondeigenaren, waarbij het onbekend is hoe
de grondeigenaren tegen deze variant aankijken.
Ten slotte zijn gezamenlijk de termijnen ingeschat van de hoofdfasen die in de aanbestedingsplanning worden toegepast. De contractvoorbereidingsfase en de aanbestedingsfase
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
zijn redelijk goed in te schatten. De termijnen voor de realisatiefase zijn op dit moment
moeilijk in te schatten en zijn daarom onzeker.
De volgende termijn worden toegepast voor de Overnachtingshaven Tuindorp:
- contractvoorbereidingsfase: 4 maanden;
- aanbestedingsfase:
⋅ selectiefase: 3 maanden;
⋅ inschrijvingsfase: 5 maanden.
De volgende termijn worden toegepast voor de Overnachtingshaven Spijk:
- contractvoorbereidingsfase: 4 maanden;
- aanbestedingsfase:
⋅ selectiefase: 3 maanden;
⋅ inschrijvingsfase: 7 maanden.
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
BIJLAGE II
EIGENDOM GRONDEN OVERNACHTINGSHAVEN SPIJK
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
1380
bos
2049
2048
W.I.U.
2017
2020
1381
2108
W.I.U.
bos
2019
1709
1962
A: Stam, 390 m2 (A 16180, weg Ameidsedam
werk in uitvoering
B: Wolters, 135 m† (A 2065)
8
220 m† ( A 1621)
52 m† ( A 1619)
1708
C: Booltink, 1.730 m† (A 1620)
1961
1403
Rijn IJssel, ca. 954 m2
D + F: Jansen: 990 m† ( A 1616)
287 m† (A 1111)
E: Gerritzen, 1.130 m2 ( A 1309)
1646
90 m† (A 1607)
1647
1985
G: Klein Velderman 601m† ( A 1622)
ca. 21.471 m†
H: Kintzius 67m† (A 1413)
Oldevaer, ca. 21.285 m† (A 2017)
3
Stam
J: Rijn IJssel 17m† (A 1623)
Stam
werk in uitvoering
ca. 46. 481 m†
Stam
6b
2
0
5
3
bos
1688
1624
380 m†
Lintsen, 4.600 m†
Lintsen, 19.480 m†
werk in uitvoering
1638
J
2106
1623
Trafo
Tengna
Stam
58
1616
D
440m†
1617
gelwaar
2073
1960
1689
40.410 m†
A
C
E
1620
dse
ei
Am8
161
d
3
1619
1309
6
4
F
1111
Dam
B
Stam
1310
onbekend
35.070m†
1622
2
G
1
1926
w
e
g
2065
e
r
57
S
p
i
jk
e
r
w
e
g
S
p
ij
k
1621
k
j
ksedi
j
Spi
H
2088
2075
3
2
0
2
1413
Stam
Spi
j
ksed
i
j
k
Rijn IJssel, ca. 46.244m†,
k
j
ksedi
j
Spi
1959
1
1636
5
2021
1925
2022
6.680m†
12
14
1994
1
8
4
5
1897
1923
S
p
1
8
4
2
1
8
4
1
Boskalis,
4a
2a
4
11
2109
2
0
9
3
1
2
9
6
1
5
9
6
6
1955
1857
2b
13
1
8
7
9
1995
1
8
0
2
2110
1
8
4
0
D
i
j
k
h
o
e
v
e
s
t
r
a
a
t
1
7
8
1
i
j
k
8
6
13.585m† (A 1875)
1
8
4
3
r
w
e
g
2
e
Sluiter, ca. 9.283 (A 1995)
1
8
8
0
Spijkseontwikkeling maat., 27.365 m†
2a
1
8
8
1
(A 1876)
1780
2008
12
k
e
1
f
29
t
15
o
1
8
8
2
H
Boskalis, 75.580m† (A 1626)
1
8
1
8
8
3
8
4
2
13
1974
t
a
a
4
6
1
8
4
8
7
4
8
1
10
149
0
12
6
1631
1274
o
V
17
2
1
2
9
181
3
15
20
152
4
17
19
0
5
8
1
17
2
152
6
16
10
152
7
150
0
208
1
1612
28
1613
1551
160
1
160
2
154
0
154
1
19
16
08
1609
aat
st r
H of
9
11
13
22
16
11
20
80
154
9
181
2
1928
42
40
ve
12
18
53
213
6
1927
ra
at
10
31
oe
18
87
33
2046
2135
2131
28
14
35
188
6
1957
26
2
1
1
1
8
18
52
17
7422
204
5
24
23
2132
20
st
25
1917
w eg
1
7
7
2
2133
6
1438
18
eld
1
7
3
0
1
7
3
1
1
7
3
2
1
185
16
25
2130 16
1958
1855
32
2112
1856
Trafo
1968
Trafo
1895
1894
1892
33
1
7
5
1
1275
14
151
0
7
16
159
6
17
26
Di
jk
h
1
5
8
2
1
4
4
2
1
4
4
1
15
2
0
8
6
19
18
H
e
r
i
s
p
i
c
h
152
3
159
7
1
5
8
9
3
5
6
1
1245
2121
2
0
6
7
23
15
2
1
2
5
2
1
1
7
154
2
36
23
16
1
5
8
7
1
5
7
5
1
5
8
8
Kraaijenvanger, 6.210 m†
o
r
9
13
2
1
1
1
5
6
2
8
1
5
1
2
5
1
1
5
1
3
4
2
1
1
1
1
5
3
3
1
4
5
3
5
1
5
8
6
s
t
7
1748
1741
8
1
5
8
3
1
5
8
4
t
2
1
4
0
10
12
18
34
24
4
Z
a
n
d
s
t
r
a
a
t
10
2
1
2
3
2
1
2
4
2
1
2
0
2
1
1
2
9
1
1
8
2
0
3
12
0
2
9
1
6
De Staat (I&M) 12.300m†
2
0
3
8
1
9
1
3
1
7
6
1
2
1
2
8
7
2
1
3
9
2
9
3
1
7
0
0
9
2
3
0
2
1512
5
8
11
10
4
160
0
16
07
5
15
15
1918
1
7
2
7
2
1
2
6
2
1
2
7
1
7
2
9
1
4
4
5
11t/m21
2
4
a
2
4
0
2
1739
1
5
8
0
4
9
6
1
k
j
i
10
1948
S
t
e
e
n
s
t
r
a
a
t
8
6
1905
1
7
3
8
10
16
1
5
1
9
1904
1949
2
7
1
5
1
d
2
0
0
4
2
0
2
0
0
52
4
12 00
6
0
4
0
1516
a
e
4
12
1 B
12
14
2
1914
1912
1
10
r
s
K
e
r
k
s
t
r
a
a
t
2
0
2
7
1911
9
32
2134
1
9 9
1 07
9
0
6
1 A
1
8
7
7
2
0
0
2
2
2
0
0
2
3
0
4
3
De Staat (fin), 25,380 m†
1
4
5
0
2001
16
k
j
i
1627
1273
1507
2
0
0
0
1
9
9
8
8
1
4
4
9
1
9
9
7
18
1999
1
7
5
9
1632
p
S
16
92
2089
2085
De Staat (fin), 53.240 m†
1
7
4
4
t
a
a
1
9
9
6
1
7
4
0
Weiss, 14.560 m†
1
7
5
7
r
t
s
4
3
4
1
1710
20 a
1
9
6
159
8
13
2 A
1
9
07
8
G
e
r
a
r
d
u
s
w
e
g
6
22
160
6
148
6
15
99
5
8
4
1
30
5
k
e
22
20
3
7
2
0
2
8
1
4
r
5
K
1630
09
19
2
8
5
7
1
3
2
4
1
2
1970
26
1910
aats
Begraafpl
1
4
2
4
1272
1571
9
1505
7
160
5
1
4
3
159
5
D
ij
5
k
h
o
e
v
e
s
t
r
28
a
a
t
24
2
160
3
1
5
9
3
o
22
1
16
04
20
1
5
4
7
3
V
30
1407
7
1522
r
o
1724
Kraaijenvanger, ca. 32.230 m†
148
0
1
s
32
1
5
9
1
r
a
20
1
5
9
0
a
1
1
4
8
4
t
18
16
18
1
4
8
3
1482
12
14
1736
4
1
8
1
11
3
2
t
6
0
8
1
Kerk
13
1963
i
ll
i
b
r
1
o
7
d
7
u
1
s
w
e
g
10
4
School
W
1964
1685
8
3
16
Kraaijenvanger, 45.620 m†
War
dst
raa
t
1481
15
94
1330
14
15
152
1
1849
153
9
1770
1
5
9
2
1934
2
env
1935
g
e
w
r
e
k
j
i
p
S
(A 1974)
D
ij
k
h
o
e
v
e
s
t
r
a
8
a
t
2c
38
36
5
1936
1634
Spijkseontwikkeling maat., ca. 40.852m†
17
Kor
7
t
r
9
4
s
11
6
1937
k
1938
1629
1875
r
8
1628
1626
27
1764
e
10
1940
K
1939
4
2
i
ll
i
b
o
r
d
u
s
w
e
g
1
8
0
1
3
8
0
4
W
1
8
3
9
12
1
8
3
8
boskalis, 29.710 m† (A 1628)
1876
De Staat (I&M), ca. 2.302 m†
1749
(A 2089)
Rijn
De Staat (I&M) 35.765 m†
1454
1896
2147
Markt 5
1942
De Staat (fin) 620 m†
(A 1275)
Afdeling
De Staat (I&M) 23.765 m†
6915 AH Lobith
Beleid en Beheer
2148
De Staat (I&M) ca. 1.600 m†
(A 2145)
(0316) 56 56 00
Overnachtingshaven Spijk - eigendommen
tekening nr.
Locatie: Beijenwaard
blad
project
cat:
get: R.J.
status:
datum:
26-03-2013
gekontr. ontw.:
schaal:
formaat:
1 : 2500
wijz.
BIJLAGE III
PLANNING AANBESTEDINGSSCENARIO’S
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Legenda
Contractvoorbereidingsfase
Aanbesteding (selectiefase)
Aanbesteding (inschrijvingsfase)
Onderhandelingsfase
VKV Tuindorp vastgesteld
MIRT 3 besluit Spijk
Gunning
Uitsluitend te doorlopen indien onderhandelingsfase mislukt
December
November
Oktober
September
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
2017
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
Tuindorp
Spijk
November
Herhalingsopdracht
Oktober
D
September
Tuindorp en Spijk
2016
Augustus
Eén vervroegde aanbesteding
Juli
C
Juni
Tuindorp
Spijk
Mei
Twee aanbestedingen
April
B
Maart
Tuindorp en Spijk
Februari
Nul+ variant
Januari
A+
2015
December
Overnachtingshaven
Tuindorp en Spijk
Novermber
Scenario Naam scenario
A
Regulier (nulvariant)
Oktober
2014
BIJLAGE IV
GEOPTIMALISEERDE UITWERKING AANBESTEDINGSSCENARIO B
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport AH660-1-810/14-018.222 d.d. 29 september 2014
Scenario Naam scenario
B
Twee aanbestedingen
Overnachtingshaven
Tuindorp
Spijk
Legenda
Contractvoorbereidingsfase
Aanbesteding (selectiefase)
Aanbesteding (inschrijvingsfase)
VKV Tuindorp vastgesteld
MIRT 3 besluit Spijk
Gunning
December
November
Oktober
September
Augustus
Juli
2016
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
Augustus
Juli
2015
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
November
Oktober
September
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December
Novermber
Oktober
2014
2017