Verslag van de KNGF regiobijeenkomst inzake Kwaliteit in Beweging o.l.v. het Nederlands Debat Instituut RGF: Datum: Plaats: Maasvallei 16 april 2014 Hotel Van der Valk, Nijmeegseweg 90, Venlo Aanwezigen: Verslag: 1. Ongeveer 70 leden Panel o Marjo Maas, IQ Healthcare, Radboud UMC o Harry Gosselink, bestuurslid KNGF o Roy Houben, voorzitter RGF Maasvallei o JanDiet Berendsen, voorzitter RGF Zuidwest Nederland o Houwke Ong, programmamanager Kwaliteit in Beweging bij KNGF Nederland Debat Instituut o Joost Hoebink, gespreksleider Vidipen Notuleerservice, Harskamp Opening / welkomstwoord Roy Houben, bestuursvoorzitter van RGF Maasvallei, opent de bijeenkomst om 19.30 en heet iedereen hartelijk welkom. De grote opkomst is verheugend. Het is duidelijk dat Kwaliteit in Beweging leeft. Deze avond wordt informatie gegeven; daarvoor is ook een expertpanel aanwezig. Maar ook hoopt het KNGF feedback terug te krijgen van de leden. Daarvoor wordt in het tweede deel van de avond een debat gehouden. Het wordt tweerichtingsverkeer. Joost Hoebink verwelkomt de aanwezigen en stelt zich voor. Dit is de negende avond in een serie bijeenkomsten door het land. De avond bestaat uit twee delen. In het eerste gedeelte word en de leden bijgepraat over de laatste ontwikkelingen rond Kwaliteit in Beweging. Wat is zeker, wat nog niet? Op welke punten is input van de leden gewenst? Na de koffiepauze begint het debat. Een belangrijk doel van deze avond is het ophalen van meningen. Daarvoor wordt gedebatteerd. De notulen van de avond worden over twee weken geplaatst op fyionet.nl/Kwaliteit in Beweging De gestelde vragen komen onder het blokje "Veel gestelde vragen" te staan. De vragen kunnen vanavond gesteld worden, of op papier (eventueel anoniem) gedeponeerd worden in de vragendoos. Binnen een week worden ze beantwoord. Het aanwezige expertpanel fungeert later op de avond ook als jury. Er worden aan het eind van de avond enkele prijzen uitgereikt. Voor de twitteraars: de hashtag is kwaliteitfysio. 2. Toelichting op het waarom van Kwaliteit in Beweging Inleiding door Harry Gosselink, bestuurslid van het KNGF Een week geleden kreeg Harry Gosselink te horen dat een patiënt van hem stopt met werken. Die mijnheer was 78 jr. Twintig jaar geleden kwam die mijnheer voor het eerst langs met maar één hulpvraag: hij wilde zo lang mogelijk blijven werken. Dat werk speelde zich 's nachts af, in de vleesverwerkende industrie. In de loop van de jaren kwam hij voor verschillende aandoeningen langs, zoals klachten aan zijn enkel, knie, rug, schouder en ellenboog. Soms kwam hij jaren niet, maar toch kwam hij altijd weer bij hem terug. Het is dus gelukt hem nog heel lang te laten werken. Dat zegt op de een of andere manier iets over kwaliteit. Maar hoe meet je dat? Kan dat door de procesindicatoren, zoals men het in de afgelopen jaren heeft meegemaakt? Zou het zetten van 88 kruisjes iets zeggen over de kwaliteit van de geleverde fysiotherapie? Kwaliteit in Beweging gaat over de vraag hoe bij de genoemde patiënt echt de kwaliteit wordt gemeten. En over het betrekken van patiënttevredenheid daarbij. Volgens Kwaliteit in Beweging zijn procesindicatoren belangrijk, maar niet doorslaggevend. Er moet een ombuiging komen naar outcome-indicatoren en gezocht worden naar het klinisch redeneren. Acht jaar geleden zijn in de fysiotherapie marktwerking, vrije prijzen en directe toegankelijkhei d fysiotherapie (DTF) geïntroduceerd. Met de minister is toen afgesproken dat tegenover DTF en vrije prijzen staat dat de kwaliteit transparant wordt gemaakt. Daarin voorzag Kwaliefy. Toch stopte men daarmee na enige tijd, omdat het bij Kwaliefy alleen maar ging over procesindicatoren. Het was niet de adequate meting om uitsluitsel te krijgen over de vraag wat kwaliteit is. Toen dat stopte, gingen de zorgverzekeraars auditeringssystemen bedenken. Iedereen kent ze: de Beheers- en de Plusaudits. Ook daarbij is men weer bezig met procesindicatoren. In 2011 raadpleegde het bestuur net als nu de KNGF-leden. Het bestuur wilde weten wat de meest ideale situatie zou zijn voor de fysiotherapie. Uit die consultatie volgde de conclusie dat de regie terug moest naar de fysiotherapeuten. Fysiotherapeuten moeten bepalen wat kwalitei t is. Zij moeten het zelf ook meten, zodat zorgverzekeraars niet meer hun toevlucht hoeven te nemen tot auditering om uit te vinden of een praktijk kwalitatief voldoet. Daarbij dient de beroepsgroep samenwerking te zoeken met zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties. Zoals ook het Kwaliteitsinstituut voorstaat. De fysiotherapeuten geven daarmee nog niet hun gegevens bloot. Die houden ze voor zichzelf. Ze bepalen zelf wat kwaliteit is en mete n het. Zorgverzekeraars krijgen alleen informatie of praktijken aan de normen voldoen of niet. Afgesproken is dat zorgverzekeraars geen extra auditeringssystemen meer zullen toepassen. Op 15 mei a.s. wordt het contract met de zorgverzekeraar getekend. Op dat moment verdwijnen de Beheersaudits. Alleen Kwaliteit in Beweging blijft dan nog over. Daaraan zal alles in de toekomst worden getoetst. De regie komt te liggen bij de beroepsgroep. Er zal één kwaliteitssysteem zijn, dus de zorgverzekeraars kunnen geen extra systemen meer opleggen. Met elkaar is afgesproken dat administratieve taken slechts nog in het kader van het primaire behandelproces zijn. Er wordt in deze kwaliteitsmeting veel minder uitgevraagd en er zullen geen kruisjes meer geteld worden. Iedereen wordt opgeroepen mee te doen aan het nieuwe kwaliteitssysteem. Inmiddels doen vrijwillig 5.000 fysiotherapeuten mee. Dat levert benchmarkinformatie op. Als de data ingevoerd worden in de Landelijke Database Fysiotherapie (LDF) zal het systeem steeds ver der verbeteren. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 2 van 14 Er worden pilots gehouden waarin wordt onderzocht welke Patient Reported Outcome Measures (PROMs) gebruikt zouden kunnen worden. JanDiet Berendsen stelt zich voor. Hij is eerstelijnscollega in Breskens en voorzitter van Fysio Omni, een coöperatie in Zeeuws-Vlaanderen. Men had daar veel last van de beheersaudits van Achmea. Hoe kon men die buiten de deur houden? Het helpt niet om de hakken in het zand te zetten, dus Fysio-Omni is in gesprek gegaan met CZ. Die bleek zeer meegaand en werd partner in het project, net als het KNGF. De coöperatie werd probleemeigenaar. Het doel was tot een toekomstbestendigheid te komen. CZ twijfelde eerst over nut en noodzaak van het fysio therapeutische vak. Dat moest men maar eens laten zien. Er is een pilot gestart met de PROMs. Het voordeel is dat eraan gesleuteld kan worden. Nu is de administratieve last voor Fysio-Omni nog niet lager, want de ICT-systemen kloppen nog niet. Maar door de samenwerking kan druk worden gezet op de ICT-leveranciers. Daardoor komen dingen in beweging en kunnen dingen veranderen. Heel veel partijen uit het zorgveld krijgen belangstelling voor dit soort projecten. In dit geval maakt het dat het domein fysiotherapie en het vak blijven bestaan. Onder de titel 'Fysiotherapeuten over Kwaliteit in Beweging' wordt een kort filmpje vertoond. Daarin komen JanDiet Berendsen en Ron van Heerde aan het woord. Toelichting door Houwke Ong, programma-manager KWALITEIT IN BEWEGING, KNGF, op de stand van zaken Kwaliteit in Beweging Houwke Ong vraagt de aanwezigen zich een kring van geblinddoekte mensen voor te stellen. In het midden van de kring staat een olifant. De eerste geblinddoekte voelt aan de slurf en denkt met een slang van doen te hebben. De tweede, aan de achterkant, voelt de staart en die lijkt wel op een stuk touw. De derde voelt een poot en veronderstelt dat het een boomstam is. De moraal? Afhankelijk van de gekozen insteek zie je elke keer een stuk van de olifant. Iedereen denkt er iets anders bij, terwijl het gaat om dezelfde olifant. Die olifant staat voor Kwaliteit in Beweging. De een denkt bijv. dat Kwaliteit in Beweging over PROMs gaat terwijl de ander hoofdzakelijk de verslaglegging ziet. Houwke Ong denkt dat hij met zijn werk als programmamanager Kwaliteit in Beweging en bij de Landelijke Database Fysiotherapie (LDF) kan bijdragen aan het toekomstbestendig maken van het vak fysiotherapie. De olifant, Kwaliteit in Beweging dus, is nog niet af. Daarvoor is de hulp van de leden nodig. Van het KNGF mag men verwachten dat het toekomstige kwaliteitssysteem robuust en valide wordt. Ook mag men verwachten dat het KNGF de afstemming verzorgt met de zorgverzekeraars, de NPCF en de EPD-leveranciers. De EPD's zullen het werk van de fysiotherapeut moeten ondersteunen. En straks ook de hele uitvraag. Daarbij moeten de administratieve lasten zo minimaal mogelijk zijn. Het KNGF heeft IQ Healthcare ingeschakeld voor de ontwikkeling van de kwaliteitsindicatoren. Op dit moment lopen twee wetenschappelijke pilots: Fysiocare en Fysio-Omni. Een lagerugpilot is net gestart in Noord-Holland. Daarnaast loopt ook de landelijke uitvraag sinds oktober 2013. Daarvoor hebben zich 5.000 fysiotherapeuten opgegeven. Dit betreft allemaal eerste lijn. Maar ook voor de tweede en derde lijn is men gestart. Er zijn vier denktanks ingericht voor revalidatie-, ziekenhuis-, verpleeg/verzorg- en gehandicapteninstellingen. Enkele daarvan zijn al bij elkaar gekomen en denken na over kwaliteit van fysiotherapie in de tweede en derde lijn. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 3 van 14 Het vakmanschap staat centraal bij Kwaliteit in Beweging. De kwaliteit moet inzichtelijk gemaakt worden. Voor het definiëren van kwaliteit wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd: de regie over het fysiotherapeutisch handelen en de regie over kwaliteit moet bij de beroepsgroep liggen. Een ander uitgangspunt: één landelijk kwaliteitssysteem, geaccepteerd door alle stakeholders (patiënten, consumenten, zorgverzekeraars en de beroepsgroep). Men zal een aantal gegevens moeten vastleggen. Het uitgangspunt daarbij is dat administratie alleen het belang van diagnose en behandeling mag dienen. Er moeten gegevens gemeten worden, en daarbij komt het verhaal van de uitkomstindicatoren om de hoek kijken. Vooral uitkomsten en resultaat van de behandeling worden gemeten. Vervolgens moet er inzicht worden gegeven. De verzamelde informatie wordt teruggegeven aan de behandelaars zodat die het gesprek met elkaar aan kunnen gaan over de verschillen tussen hun scores. Zonder borging is er eigenlijk geen kwaliteit. Daarvoor wordt een nieuwe toetsingssystematiek ontwikkeld. De kwaliteit moet gedefinieerd worden. Daarop ontstaat zicht als kwaliteit in een grafiekje wordt uitgezet tegen volume (aantal behandelingen). Meer behandelingen worden gerechtvaardigd als de kwaliteit daarmee stijgt. Er wordt een aantal domeinen van kwaliteit onderscheiden. Zo wordt gekeken naar PROMs, gepast gebruik, patiënttevredenheid, verslaglegging, praktijk/et alageinformatie, en overige CKR-eisen (de studiepunten). De richtlijn verslaglegging verandert niet. De rubrieken die uitgevraagd wor den, kunnen worden teruggevonden op www.landelijkedatabasefysiotherapie.nl Daar vindt men ook uitleg over het waarom van de rubrieken. Nadere toelichting op het meten door Marjo Maas, werkzaam bij IQ Healthcare Marjo Maas stelt zich voor. Behalve werkzaam bij IQ Healthcare, is zij werkzaam als fysiotherapeut in de eerste lijn. En zij is onderwijskundige. In haar onderzoek houdt zij zich bezig met het leren van mensen. Zij ontwerpt onderwijsprogramma's voor de implementatie van de PROMs. In de pilots voor de implementatie van de PROMs werd duidelijk dat er een analogie bestaat tussen het leren van studenten en het leren van patiënten. Het gebruik van patiënt gerapporteerde uitkomsten (de vragenlijsten, woorden van de patiënt zelf) worden gebruikt om de kwaliteit te meten en aan te tonen. Maar ook dienen ze om het fysiotherapeutisch proces te sturen. Als in het onderwijs alleen aan het eind van de rit wordt getoetst, weet je alleen wat studenten bereikt hebben. Die informatie is minder betekenisvol dan bij toetsing aan het begin en aan het eind. Zo wordt de student mede-eigenaar van het verbeterproces. Bij patiënten gaat het soortgelijk. PROMs kunnen worden ingezet als nulmeting. Daarna kunnen fysiotherapeut en patiënt samen makkelijk tot de kern van de hulpvraag komen. Men kan dan eenvoudig een doel SMART formuleren dat later makkelijk kan worden geëvalueerd. Het mooiste zou zijn als de twee genoemde functies van patiënt gerapporteerde uitkomsten (een sturend en evaluatief middel) elkaar versterken. Dan wordt de uitkomst heel helder voor de patiënt, de fysiothera peut en andere stakeholders. Vervolg stand van zaken Kwaliteit in Beweging door Houwke Ong: tijdpad In 2013 is men begonnen met een vrijwillige uitvraag. Die vrijwilligheid gaat door in 2014. Vanaf tweede helft 2014 wordt de uitvraag van de PROMs mogelijk gemaakt (dan zijn de meeste EPDleveranciers zo ver dat ze de systemen aangepast hebben). In de loop van 2016 moeten de Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 4 van 14 eerste normen met betrekking tot indicatoren beschikbaar komen. In 2017 zal duidelijk worden hoe de normen in de praktijk werken. De hulp van de leden is nodig om Kwaliteit in Beweging verder te ontwikkelen. Het systeem is nog niet af. Het ligt voor de hand dat overheid of zorgverzekeraars in de toekomst eerder geneigd zijn de zorgbudgetten te besteden aan een beroepsgroep die kwaliteit inzichtelijk en aantoonbaar heeft gemaakt, dan aan een beroepsgroep die dat niet doet. Vragen uit de zaal o Hoeveel fysiotherapie komt uit de basisverzekeringen en hoeveel uit de aanvullende verzekeringen? Harry Gosselink antwoordt dat een derde uit de basisverzekering komt. o Het grootste deel van de patiënten uit de praktijk wordt gefinancierd door de aanvullende verzekering. Dat is een private verzekering die voor de zorgverzekeraar blijft bestaan zolang ze lonend is, onafhankelijk van wat de overheid vindt. Ook als de zorgverzekeraars weigeren nog langer te financieren, zullen mensen naar fysiotherapeuten gaan voor hun klachten. Het blijft toekomstbestendig. o Houwke Ong heeft het over een olifant. Maar waarom is het geen ezel? Waarom mochten de leden niet beslissen wat er kwam? Nu is het veel te laat om mee te praten, behalve over wat finesses. De leden hadden veel vroeger moeten worden betrokken. Roy Houben antwoordt dat het proces al een aantal jaren gaande is. In de regio zijn diverse bijeenkomsten geweest over het onderwerp. RGF Maasvallei heeft het KNGF in al die tijd gevoed met input uit diverse bijeenkomsten, zoals vakinhoudelijke avonden, beleidsavonden, contracteeravonden, maar ook vanuit de werkbezoeken aan praktijken. Je kunt de metafoor van een olifant gebruiken. Hijzelf vergeleek het eens met metselzand dat gemengd wordt. Er is zand, water en cement. Nu moet worden bekeken in welke verhoudingen die componenten worden gemengd. Harry Gosselink weerspreekt dat het gesprek alleen nog maar over finesses gaat. Dit kwaliteitssysteem is nooit klaar. Voortdurend gaat de ontwikkeling door. Er kan steeds bijgestuurd worden. Het programma is van de fysiotherapeuten, niet voor anderen. Het is belangrijk dat er zo veel mensen op zijn komen dagen vanavond en interessant te horen welke richting de discussie op gaat. Dit is een traject waarin steeds stapjes worden gezet. Daarvoor moet goed naar de leden worden geluisterd. Hijzelf is ook lid en zou niet iets ondersteunen wat slecht is voor het vak. Het gaat om klinisch redeneren. Je gaat straks met collega's de discussie aan over je vak. Stel dat je collega een drie scoort voor patiënttevredenheid terwijl het landelijke gemiddelde een acht is. Dat zegt niets! Je wordt dan nergens uitgeschreven, je hebt geen probleem. Wel kan er een visitatie plaatsvinden en dan gaat het over het vak, over het klinisch redeneren. Niet over de aantallen vakjes die je hebt aangekruist. JanDiet Berendsen wijst erop dat het KNGF heel druk bezig is geweest met het oprichten van een stichting. Die moet draagvlak geven bij de partners in de zorg, bij de patiëntenorganisaties en bij de zorgverzekeraars. Harry Gosselink voegt daaraan toe dat de samenwerking met zorgverzekeraars en NPCF ervoor zorgt dat een trusted third party de metingen doet. Door de stichtingsvorm kunnen de zorgverzekeraars ervan uitgaan dat de metingen geborgd en valide zijn. Zij zullen daar Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 5 van 14 niet aan twijfelen. Op therapeutniveau krijgen zorgverzekeraars overigens geen inzicht in de uitkomsten van metingen. In de stichting zitten een expertraad die advies geeft over bepaalde aandoeningen, een gebruikersraad bestaande uit collega's die er dagelijks mee werken en een methodologische raad die zich steeds afvraagt of de uitkomsten inderdaad de kwaliteit meten. De raden zijn zeer belangrijk. Zij geven terug wat veranderd moet worden. o Welke indicatoren komen bij de zorgverzekeraars terecht? En wat doen zij ermee? Is de afspraak glashard dat de zorgverzekeraars zich conformeren aan 'de olifant'? Houwke Ong antwoordt dat de rapportages plaats zullen vinden op drie niveaus: de praktijk organisatie, de praktijklocatie en de individuele therapeut. In dat laatste niveau krijgen zorgverzekeraars en NPCF geen inzicht. De indicatornormen moeten eerst nog ontwikkeld worden. Maar daarvoor kunnen collega's onder elkaar al van gedachten wisselen over verschillen in scores. Zorgverzekeraars zullen altijd gedifferentieerd blijven inkopen; daarop worden ze wettelijk afgerekend. Hoe ze dat doen, zal per zorgverzekeraar verschillen. De doelstelling van de stichting is te komen tot één landelijk kwaliteitssysteem, geacceptee rd door alle partijen. Bij de partijen die in de stichting hun handtekening zetten, zijn de vijf grote zorgverzekeraars en een aantal kleinere. In de tweede tranche zullen de resterende aansluiten. Als die hun handtekening hebben gezet, is het glashard. Harry Gosselink benadrukt nog eens dat er geen extra kwaliteitssysteem overheen zal komen. Er zal worden gewerkt met rapportages. Met de zorgverzekeraars wordt afgesproken dat zij niet nog een keer gaan rekenen. Dat mogen ze niet doen. Door deze meting van kwaliteit, gekoppeld aan het CKR, wordt een kwaliteitssysteem neergezet dat door de zorgverzekeraars wordt geaccepteerd. Afgesproken is dat de zorgverzekeraars iemand als een goede fysiotherapeut beschouwen als betrokkene ingeschreven staat in het CKR en meedoet aan Kwaliteit in Beweging. Dit systeem is om de fysiotherapeuten te helpen om door middel van klinisch redeneren op een hoger niveau te komen. 3. Carrouseldebat Het Carrouseldebat is een groepsdebat waarbij de deelnemers worden opgesplitst in drie groepen. Deze groepen gaan met elkaar in debat. Hierbij is groep 1 voorstander, groep 2 tegenstander en groep 3 luistert en oordeelt over het debat. Deze laatste groep beslist feitelijk, zij zijn de rechters. De voorstanders en tegenstanders hebben een opg elegd standpunt. Er worden twee debatten over verschillende stellingen gevoerd. Na elk debat wisselen de groepen van rol (voor, tegen of rechter) door van vak te wisselen. Joost Hoeben kondigt aan dat het expertpanel ook op zal treden als jury. Aan het ei nd van het debat worden prijzen uitgereikt: een bokaal voor de beste debater, de Pepermolen voor de deelnemer met de meest gepeperde uitspraak, en als aanmoedigingsprijs De Bateend. Die laatste is een wat dubieuze prijs, voor degene die in het debat nog een beetje aan het zwemmen was. Stelling 1 "Een kwaliteitssysteem (zoals Kwaliteit in Beweging) is nodig voor de fysiotherapie." Stemmen rechters Van de rechters stemmen er 4 tegen en ongeveer 25 vóór de stelling. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 6 van 14 Opmerkingen vanuit het debat tussen voor- en tegenstanders o Voor: Als je een nieuwe auto gaat kopen, wil je inzichtelijk hebben hoe de kwaliteit is en hoe die zich verhoudt tot de prijs. Je wilt vergelijken. Daarvoor is het belangrijk dat jezelf bepaalt wat kwaliteit is. Alle fysiotherapeuten willen basaal hetzelfde product kunnen leveren, zij het ieder met een eigen accent. Door inzicht te krijgen in je eigen handelen, groei je in je vak. Fysiotherapeuten willen niet dat anderen gaan bepalen wat kwaliteit is. o Tegen: Een klein deel van de Nederlanders zal bij de koop van een auto afgaan op een kwaliteitssysteem. De rest doet het op gevoel. De een voelt zich in de auto thuis, de ander niet. o Tegen: We hebben geen nieuw kwaliteitssysteem nodig. We hebben er altijd al een gehad, maar zijn daar blind voor. De patiënt is het kwaliteitssysteem. Bij de aankoop van een auto ga je niet af op de reclame, want die liegt bij voorbaat al. Eerder vraag je aan de buurman, die ook zo'n auto heeft, hoe hij rijdt. Bij een fysiotherapeut werkt dat hetzelfde. Je vraagt aan iemand of hij tevreden is over zijn fysiotherapeut. Zo ja, dan probeer je hem ook uit. De patiënt bepaalt zelf de kwaliteit. Maar de beroepsgroep is bezig dat systeem overboord te gooien. Voor: Het nieuwe kwaliteitssysteem maakt gebruik van de mening van de patiënt. Via de PROMs geeft de patiënt aan hoe hij de behandeling heeft ervaren. Dat element komt dus terug. o Tegen: Ik ga voor De Bateend! Het nieuwe kwaliteitssysteem tast de autonomie aan van fysiotherapeuten. Fysiotherapeuten kunnen straks niet meer zelfstandig bepalen hoe ze het doen. Het moet dan allemaal volgens hetzelfde systeem. o Voor: Met zijn allen staan we sterk! De uniformiteit van het kwaliteitssysteem is heel belangrijk. Zo gaan we allemaal één richting uit. En dan kunnen de tarieven ook omhoog. o Tegen: Het kwaliteitssysteem is nodig voor de zorgverzekeraars. Fysiotherapeuten moeten hun eigen kwaliteit neerzetten. Dat moet gebeuren als beroepsgroep, en niet voor de zorgverzekeraars. o Tegen: Met dit kwaliteitssysteem maken fysiotherapeuten zich afhankelijk van de zorgverzekeraars. Die bepalen het kwaliteitssysteem waaraan alle fysiotherapeuten braaf meedoen. Een nieuw kwaliteitssysteem is niet nodig. Fysiotherapeut hebben een diploma, een perfecte opleiding, een CKR. Dat is voldoende. Verder bepalen patiënten de kwaliteit. o Voor: De fysiotherapeuten bepalen nu zelf het kwaliteitssysteem. Met Kwaliteit in Beweging zullen de zorgverzekeraars en de NPCF moeten volgen. Zij tekenen. o Tegen: Met het nieuwe kwaliteitssysteem zetten de fysiotherapeuten hun praktijken in kwaliteitsketens. Zij werken samen met ziekenhuizen en artsen. Daarvan heeft de patiënt voordeel, want die bepaalt of de fysiotherapeut goed is. Maar de ketenpartners beoordelen of de fysiotherapeuten zich houden aan de afspraken die in de keten zijn gemaakt. Daarmee hebben zorgverzekeraars niets te maken. Die beoordelen alleen van buitenaf. Er is daarvoor geen kwaliteitssysteem nodig. Vragen rechters aan de voor- en tegenstander o Hoe kun je je concurrentiepositie verbeteren met het kwaliteitssysteem? - Doordat je aan patiënten inzichtelijk maakt hoe je het doet. - Door een kwaliteitssysteem worden de fysiotherapeuten zich bewuster van de eigen kwaliteiten. Misschien blijken die wel groter dan ze zelf dachten. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 7 van 14 o Verwijzers sturen patiënten door naar de fysiotherapeuten. Hoe wordt dat betrokken in het kwaliteitssysteem? - We moeten zorgen in ketens terecht te komen. Daarin zitten disciplines die naar elkaar doorverwijzen naar aanleiding van onderling gemaakte afspraken. - Als je zelf de uitkomsten kunt bepalen, kan je sturen op wat je wilt laten zien aan andere partijen. Ook in verband met de concurrentiepositie kan je zelf bepalen wat je als beroepsgroep wilt laten zien. o Specialisten hebben eigenlijk geen tijd. Hoe wil je die bereiken met dit kwaliteitssysteem? - De specialisten hebben inderdaad geen tijd. Daarom zullen die een van hen afvaardigen naar de ketenwerkgroep waar de afspraken worden gemaakt over doorverwijscriteria. Kat in het bakkie! o Voor een kwaliteitssysteem moet je vragenlijsten invullen en administratie doen. Dat gebeurt in de behandeltijd, dus gaat ten koste van de behandeling. Dat kan nooit de kwaliteit ten goede komen. - Je moet het invullen van een vragenlijst zien als onderdeel van de behandeling. - Je kunt leren de administratieve lasten te integreren in je behandeling. Dan kun je groeien in kwaliteit en het inzichtelijk maken. - Nee, het kwaliteitssysteem gaat niet ten koste van de kwaliteit. Je kunt heel hard werken zonder je doel te bereiken. Als je de patiënt werkelijk wilt helpen, zal je goed moeten luisteren naar de hulpvraag. Dan kan je doelgericht gaan werken. Stemmen rechters Van de rechters stemmen er 8 tegen en 21 vóór de stelling. De tegenstanders hebben gewonnen omdat er na het debat 4 mensen meer tegen zijn dan voor het debat. Interview met rechters die van mening zijn veranderd o Ik heb nu tegen de stelling gestemd. De belangrijkste meting is de keuze van de patiënt. o De patiënt bepaalt wat kwaliteit is. Ik heb liever geen nieuw kwaliteitssysteem. Stemmen iedereen Een kleine meerderheid stemt vóór de stelling. Reactie voor- en tegenstanders o Er wordt in de stelling gesproken van een kwaliteitssysteem. Veel mensen gaan er direct vanuit dat het neerkomt op vakjes vullen. Maar het is ook de patiënt die de kwaliteit bepaalt. Hoe is dat meetbaar? Graag een kwaliteitssysteem waarin zowel de patiënt als de therapeut een rol spelen. o In het verleden zijn fysiotherapeuten afgerekend als individu. Daarom is het belangrijk dat er een kwaliteitssysteem komt. Er moet iets komen waarmee fysiotherapeut zich als één groep kunnen presenteren. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 8 van 14 Reactie jury- en panel o o o JanDiet Berendsen vond het opvallend van de voorstanders dat ze zo stil bleven. Heel goed was dat iemand zei dat we het samen moeten doen. En inderdaad, men zal handig moeten leren omgaan met de administratieve taken. De ICT-mensen zullen dat nog makkelijker maken. De vragenlijsten worden door de patiënten zelf ingevuld. De anamnese gebeurt samen, aan de hand van die vragenlijsten. Daarop wordt het behandelplan afgesteld. Uiteindelijk zullen er minder administratieve taken zijn. Via de PROMs wordt ook de waardering van de patiënt voor de behandelaar duidelijk. Lastig is nu nog de koppeling van de vragenlijsten aan het EPD. In de pilot is het nog tijdrovend. Het is zaak druk te zetten op de ICT-leveranciers om zaken te veranderen. Opvallend in het debat is dat er weinig vertrouwen blijkt te bestaan in de zorgverzekeraars. In het verleden was dat misschien terecht, maar nu is het zaak samen op te trekken. Harry Gosselink vindt het goed dat er een duidelijk link wordt gelegd met de positionering van het vak. Het kwaliteitssysteem is gekoppeld aan de LDF, waar de EPD-gegevens heen worden gestuurd. Dat is hard nodig om de positie beter neer te zetten. Dat element zal nog duidelijker in het systeem naar voren moeten komen. Marjo Maas hoorde een mevrouw zeggen: eigenlijk ben je juist patiëntgericht als je met patiënt gerapporteerde uitkomsten gaat werken. Bij de PROMs is de patiënt de maatstaf. Stelling 2 "Werken volgens Kwaliteit in Beweging moet een verplichting worden voor het CKR." Stemmen rechters Van de rechters stemmen tien vóór de stelling en twaalf tegen. Opmerkingen vanuit het debat tussen voor- en tegenstanders o Voor: Alle fysiotherapeuten samen maken het CKR, dus bepalen zij ook wat er in kan komen. De fysiotherapeuten moeten één grote groep zijn en dus volgens hetzelfde principe werken. Er blijft dan genoeg ruimte voor de eigen autonomie. Iedereen kan zelf bepalen hoe het precies wordt vormgegeven. Werken volgens het Kwaliteit in Beweging moet een verplichting zijn om in het CKR te komen. Als iemand dat niet wil, kan hij nog steeds als therapeut werkzaam zijn. Hij is dan nog steeds BIG-geregistreerd. Als hij zonder contract werkt, legt hij gewoon een nota voor aan de patiënten. Die kunnen daarvoor kiezen. o Tegen: Is het evident dat Kwaliteit in Beweging een fysiotherapeut kwalificeert als goede fysiotherapeut? Voor: Ja, die evidentie is er. De fysiotherapeut gaan gezamenlijk de richtlijnen uitvoeren en dat uniform uitdragen. In het kwaliteitssysteem wordt dat zichtbaar in getallen en cijfers. Tegen: Het moet geen verplichting zijn. Als je niet volgens Kwaliteit in Beweging wilt werken, mag je daartoe niet verplicht worden. Er is geen bewijs dat Kwaliteit in Beweging leidt tot een betere kwaliteit. Voor: Die verplichting ligt er nu ook al. Je moet van de zorgverzekeraars je punten halen, anders wordt je geschrapt uit het CKR. Als je aan Kwaliteit in Beweging voldoet, moet dat voldoende zijn om in het CKR te staan. Dan zijn alle cursussen niet langer nodig. Die doe je Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 9 van 14 nu alleen omdat je nog een paar punten nodig hebt. Dat heeft niets met kwaliteit te maken. Kwaliteit in Beweging wel, want dat is uniformiteit van de groep. o Voor: Kwaliteit in Beweging geeft ook een argument naar de zorgverzekeraars. Je staat in het CKR, daarmee ben je geregistreerd en lever je kwaliteit. Dan hoor je erbij. o Voor: Het is niet alleen een verplichting voor het CKR, maar ook naar elkaar toe. Als je s amen zo sterk wordt, kan je, als je in het CKR zit, zeggen dat je de zorgverzekeraars niet langer nodig hebt. Dan besluit je met zijn allen om geen contracten meer te tekenen. Behandelaars buiten het CKR sluiten dan maar contracten, maar de CKR-geregistreerden gaan dan zonder contracten verder. o Tegen: Met Kwaliteit in Beweging heb je geen CKR meer nodig. Kwaliteit in Beweging en CKR hebben weinig met elkaar te maken. o Tegen: Aan de registratie in het CKR zijn nu al eisen verbonden. Dit is weer een eis er bovenop. Zo gaat het steeds verder met nieuwe eisen. o Voor: De landelijke netwerken stellen ook allemaal hun eigen eisen. Als CKR-geregistreerde fysiotherapeuten voldoen aan de hoogste kwaliteit, kan je beter stelling nemen tegenover de landelijke netwerken. o Tegen: Het CKR betekende voorheen al een kwaliteitseis. Nu vindt men dat er nog meer eisen moeten worden gesteld. Zo blijf je doorgaan. Het is inflatie van kwaliteit. Over een paar jaar vindt men de kwaliteit van nu onvoldoende. Elke keer komt er weer w at bij. o Voor: Tot nu toe werden de dossiers ingevuld zoals de zorgverzekeraars het wilden. Kwaliteit in Beweging betekent dat het gebeurt op basis van de eigen beroepsinzichten. o Voor: De fysiotherapeuten bepalen samen wat in het CKR komt. Als ze georganiseerd zijn, worden ze minder afhankelijk van derden die willen bepalen wat er in het CKR komt. Vragen en reacties van de rechters o Waarom wordt Kwaliteit in Beweging niet gekoppeld aan het BIG-register? - Dat is de volgende stap die hieruit volgt. - Een eigen controlesysteem verbonden met CKR maakt de beroepsgroep alleen maar sterker. Het is beter Kwaliteit in Beweging los te koppelen van het BIG-register. o Waarom zou Kwaliteit in Beweging niet een keuzeonderdeel van het CKR kunnen zijn? Waarom moet Kwaliteit in Beweging verplicht worden voor alle fysiotherapeuten? - Zonder verplichting zullen de zorgverzekeraars nooit tekenen. Die tekenen alleen als er uniformiteit is. Zo niet, dan worden de fysiotherapeuten een speelbal voor de zorgverzekeraars. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 10 van 14 Dus je gaat Kwaliteit in Beweging voor de zorgverzekeraars maken! o Kwaliteit in Beweging wordt samen met de zorgverzekeraars gemaakt. De vraag is of Kwaliteit in Beweging het keurmerk wordt voor de fysiotherapeut, of is dat het CKR? - Kwaliteit in Beweging mag zeker een kwaliteitskeurmerk worden. Het voordeel is dat de beroepsgroep dit zelf in de hand heeft. De fysiotherapeuten mogen eindelijk zelf bepalen wat kwaliteit is. - Als je een geregistreerd fysiotherapeut bent, mag dat een keurmerk zijn op zichzelf. Stemmen rechters Vijftien rechters stemmen nu vóór de stelling. Daarmee hebben de voorstanders het debat gewonnen. Interview met rechters die van mening zijn veranderd o Ik vind dat wij met zijn allen een vuist moeten maken tegen de zorgverzekeraars. o Wij moeten een soort kwaliteitskeurmerk hebben. Een basiseis niet alleen voor de zorg verzekeraars, maar ook voor onszelf. Misschien moet gekeken worden naar de eisen die men in het buitenland (bijvoorbeeld Australië) stelt. Het lijkt erop dat men hier het wiel opnieuw aan het uitvinden is. o Het mag best een beetje dwingend zijn vanuit de beroepsgroep. Stemmen iedereen Een meerderheid stemt vóór de stelling. Reactie voor- en tegenstanders o o o o De kwaliteit verbeteren in de fysiotherapie is natuurlijk een 'must'. Maar in hoeverre zie je dat vertaald in stijgende tarieven? Er mag wel iets tegenover die geleverde inspanningen staan. Saneer een derde van de praktijken, en je krijgt vanzelf een hoger tarief! Dan maakt het ook niet meer uit of het kwaliteit is of niet. Er zijn gewoon te veel fysiotherapeuten. Belangrijker is het kwaliteit aan de patiënten te leveren dan aan de zorgverzekeraars. Er zijn al genoeg meetinstrumenten om de kwaliteit te bepalen. De patiënten komen niet terug als je geen kwaliteit levert. Het moet inderdaad, zoals de stelling zegt, een verplichting zijn. Maar het zou wel veel makkelijker zijn als iedereen overtuigd is van het nut en belang om eraan mee te doen. In de huidige situatie doen mensen even een cursus omdat er nog een paar punten moeten worden gehaald. Hetzelfde zou met Kwaliteit in Beweging kunnen gebeuren als het verplicht wordt. Het is belangrijk dat de fysiotherapeuten vrijwillig willen meedoen. Reactie jury- en panel o JanDiet Berendsen onderschrijft de mening dat fysiotherapeuten vrijwillig aan Kwaliteit in Beweging mee moeten gaan doen. Kwaliteit in Beweging moet een verbindende factor zijn tussen de collega's. Zoiets wordt al zichtbaar in de pilotregio's. Niets is zo dramatisch als een versplinterde organisatie waarvan de ene helft wel wil en de andere niet. Het traject moet Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 11 van 14 o o samen worden gelopen. Samen maken de fysiotherapeuten een vuist. Moet er geld tegenover de inspanningen staan? Nee. Eerst moet je laten zien waarvoor je staat, wat het inhoudt. Dan ga je sterk de onderhandelingen in over een ander tarief. Er werd gezegd dat een derde van de praktijken moet worden gesaneerd. Dat is zo. Bij de opleiding zie je al een verminderde instroom. Met wat minder collega's stijgt het tarief. Harry Gosselink merkt op dat meedoen aan Kwaliteit in Beweging punten oplevert. De fysiotherapeut verdient punten door klinisch redeneren, door van elkaar te leren en door zich open te stellen voor discussie. Dat kan op alle niveaus: op intervisieniveau tussen praktijken, maar ook doordat je gevraagd wordt om ergens iets te komen vertellen omdat je bij een bepaalde aandoening fantastisch scoort. Roy Houben vond het gesprek over het al dan niet koppelen van Kwaliteit in Beweging, BIGregister en CKR interessant. Een collega van hem zei ooit: eigenlijk geeft het BIG-register alleen aan dat je ooit je rijbewijs hebt gehaald, maar niet of je een goede chauffeur bent. In het fysiotherapeutisch vak gaan de ontwikkelingen steeds sneller. Kwaliteit in Beweging zou een volgende stap kunnen zijn om dat werkelijk aantoonbaar te maken. Iemand die ooit zijn diploma heeft gehaald, staat in het BIG-register. Met Kwaliteit in Beweging kan je aantonen dat je een goede chauffeur bent. Stelling 3 "Kwaliteit in Beweging doen we voor onszelf." Stemmen rechters Van de rechters stemt een grote meerderheid vóór de stelling. Drie stemmen tegen. Opmerkingen vanuit het debat tussen voor- en tegenstanders o Voor: We doen het zeker voor onszelf. Vanavond hoor je veel over de strijd tegen de zorg verzekeraars. Dat moet eens afgelopen zijn. Er moet een kwaliteitssysteem komen waar fysiotherapeuten de regie in eigen handen hebben. o Tegen: We doen het natuurlijk niet voor onszelf. In de grotemensenwereld gaat het om geld. Om grote lobby's van artsen en zorgverzekeraars. Daar moeten we ons eindelijk eens goed laten horen. Er wordt openlijk getwijfeld over de interventies van fysiotherapeuten. Daarom moet met een kwaliteitssysteem aangetoond worden dat we daadwerkelijk iets doen. Dat moet de beroepsgroep doen om de zorgverzekeraars te tonen dat het zonder ons nog meer geld gaat kosten. o Tegen: Onze partners in de zorg zullen de kwaliteit beoordelen en definiëren. Die verlangen van de fysiotherapeuten dat ze Kwaliteit in Beweging optuigen. o Voor: Iedereen werkt om geld te verdienen. Daarom doet de beroepsgroep het voor zichzelf. De arts moet overtuigd worden dat de patiënt naar de fysiotherapeut moet komen. Tegen: Als je dit doet om geld te verdienen, had je beter een ander beroep kunnen kiezen! Voor: Ik doe iets wat ik leuk vind en wil daarmee zo veel mogelijk geld verdienen. Het is niet alleen voor de centen. o Voor: Om een goed tarief te krijgen, zullen de fysiotherapeuten het gezamenlijk moeten doen. Dat doe je niet individueel, maar in een groep. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 12 van 14 o Tegen: Met Kwaliefy hebben we zelf een heel mooie standaard gemaakt. CZ maakte daar op een slechte manier gebruik van. Ook dit systeem kan weer beheersbaar worden. Uiteindelijk zullen de zorgverzekeraars nog minder behandelingen vergoeden etc. o Voor: Wij zijn de enigen die de patiënt een stem kunnen geven. Dat moet de fysiotherapeut doen, omdat de patiënt met hem aan tafel zit en niet met iemand anders. Vragen en reacties van de rechters o De overheid bepaalt ook waar het geld heen gaat. De zorgverzekeraars zijn niet alleen maar een vijand. Je zult dus echt samen moeten nagaan wat kwaliteit is. Het wordt een gezamen lijk product van alle stakeholders. - Wij zijn wel de experts. Wij beslissen wat we in Kwaliteit in Beweging zetten. o Kwaliteit in Beweging doen we voor onszelf. Maar waarom zijn we ermee begonnen? Waarom doen we dit? Die vraag moet toch ooit ontstaan zijn in de groep? - Ja, we doen dit voor onszelf, omdat we heel duidelijk zelf de regie in handen willen hebben. Dat doen we door zelf Kwaliteit in Beweging op te zetten, zelf te definiëren wat kwaliteit is, zelf maatstaven te bepalen en zelf (in overleg met de zorgverzekeraars) te bepalen in welke mate gegevens de zorgverzekeraars bereiken. Dat is nog niet helemaal duidelijk geworden vanavond. In welke mate komen gegevens daar aan en hoe is dat differentieerbaar naar de kwaliteit van zorg? Hoe vertaalt dat zich in differentiatie naar tarieven? Hoe kun je vergelijken met collega's? o De vorige spreker benadrukt alleen maar het belang van samenwerking in de hele zorgketen. - Ik zie 'voor ons zelf' in de stelling als 'voor ons als beroepsgroep'. En niet als de individuele fysiotherapeut. Stemmen rechters Van de rechters stemt een meerderheid vóór de stelling. Twee rechters stemmen tegen, waarmee de voorstanders het debat hebben gewonnen. Interview met rechters die van mening zijn veranderd o We doen het gezamenlijk, maar uiteindelijk voor ons als fysiotherapeuten. We doen het samen, in een keten. Je produceert de criteria, maar we doen het voor onszelf. Stemmen iedereen Een grote meerderheid stemt vóór de stelling (vijf stemmen tegen). Reactie voor- en tegenstanders o Gaan we onszelf kwalificeren als specialisten met verbijzonderingen? Komen er extra cursussen, gaan we meedoen aan ketens? Hoe gaan we de inspanningen belonen? Reactie jury- en panel o Houwke Ong vond de opmerkingen over Kwaliefy opvallend. Tot nu toe is bij na uitsluitend naar het aantal behandelingen gekeken. Juist met Kwaliteit in Beweging wordt daarin Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 13 van 14 o verandering aangebracht. Daarmee kunnen veel meer kwaliteit en uitkomsten van kwaliteit zichtbaar worden gemaakt. Meer behandelingen zijn niet erg als je een hogere kwaliteit kunt aantonen. Roy Houben voegt hieraan toe dat men tot op heden alleen kijkt naar het aantal kruisjes dat is gezet, maar oorzaken komen niet aan bod. Het kan zijn dat een collega bij de lagerug patiënten gemiddeld vijf behandelingen meer scoort. Dat is het sterke van een kwaliteitssysteem waarbij collega's elkaar visiteren: je kunt vragen hoe dat kan, en misschien heeft die collega wel heel goede redenen voor die score. Misschien zit hij in een wijk waar men de Nederlandse taal wat minder goed beheerst. Misschien heeft hij al drie behandelingen nodig om uit te leggen dat beweging heel belangrijk is voor het verhelpen van de klachten. Belangrijk bij Kwaliteit in Beweging is dat gekeken wordt naar het totaalplaatje. Prijsuitreiking Roy Houben gaat over tot de prijsuitreiking. Hij begint met De Bateend. Die is voor iemand die zwemt, maar misschien ook wel voor iemand die vanavond een beetje in een identiteitscrisis zat. Was hij voor? Tegen? Of was hij jury? Die twijfel bleek af en toe uit zijn vragen. De Bateend is voor iemand die er openlijk om vroeg! Maar de jury vond dat hij hem ook echt verdiend heeft. [applaus] De Pepermolen, voor de meest gepeperde uitspraak, zorgde voor discussie in de jury. Iemand propageerde om een derde van de fysiotherapeuten weg te saneren, zodat de tarieven voor de overblijvers zouden stijgen. Maar die mijnheer is al vertrokken. Een ander zei: als je echt wilt verdienen, zou je misschien iets anders moeten gaan doen! Dat was De Pepermolen waard. [applaus] De bokaal voor de beste debater gaat vanavond naar iemand die heel goed wist samen te vatten en de schwung er tot het einde in hield. De jury was unaniem dat Marco de trofee verdiende. [applaus] 4. Dankwoord Roy Houben dankt Joost Hoebink voor het leiden van het debat. Vanavond is een belangrijk gedeelte van het RGF-bestuur aanwezig. Die staan de leden graag te woord bij de borrel. Op 26 mei is een RLV in Venlo waarin gestemd moet worden over nieuwe bestuursleden. Vanavond is gesproken over een van de belangrijkste speerpunten die de beroepsvereniging wil inzetten: Kwaliteit in Beweging. In het bestuur zijn drie functies vacant. Daarvoor heeft het bestuur drie kandidaten voorgedragen. Die hebben een duidelijke visie. Ze hebben empowerment en staan met minimaal nog één voet in de klei. Als het goed is, zullen zij de ingeslagen weg, de visie en de modernisering voortzetten. Er is ook een oppositie die als b lok kandidaten stelt. Die oppositie is sterk gekant tegen Kwaliteit in Beweging. Er valt dus werkelijk iets te kiezen. Het is belangrijk dat iedereen gaat stemmen. Welke kant het ook op gaat, een groot draagvlak is noodzakelijk. Daarom wordt iedereen gevraagd collega's uit te nodigen die er vanavond niet zijn. [applaus] De bijeenkomst wordt om 22.05 uur gesloten. Regiobijeenkomst Kwaliteit in Beweging d.d. 16-04-2014 Pag. 14 van 14
© Copyright 2024 ExpyDoc