Spe len met ruim te Frank Weijers Spelen met ruimte! ! ! 1e versie Nijmegen, januari 2014 ! ! Voel je vrij om alles uit dit e-boek te gebruiken en te delen met anderen, mits je daarbij de bron vermeldt. ! ! ! ! Inhoudsopgave! ! Inleiding en aanleiding 4 Leeswijzer 9 De centrale vraag 11 Het fundament 20 Een gezamenlijke opdracht 21 Vier oorzaken 23 Professionaliteit van leraren 35 Professionaliteit van schoolleiders 47 Aanpak oorzaken 1 en 2 53 Aanpak oorzaak 3 86 Aanpak oorzaak 4 92 De bedding 93 Spelen met ruimte op alle niveaus 102 Over Frank Weijers 106 Inleiding en aanleiding! ! Er is de afgelopen decennia heel veel gepraat en geschreven over onderwijsvernieuwing. ! Naast over elkaar heen buitelende plannen van opeenvolgende onderwijsministers waren er eindeloos veel conferenties, vergaderingen, expertmeetings en meer, en is er een enorme hoeveelheid beleidsdocumenten geproduceerd. ! Is het onderwijs er daardoor sprankelende en beter op geworden? 4 Ondertussen werd het beroep van leraar er bepaald niet aantrekkelijker op. ! In samenhang met afnemende budgetten, toenemende werkdruk en een afrekencultuur ervaren veel leraren steeds minder ruimte voor invloed op ontwerp en uitvoering van hun onderwijs. ! Dat heeft een negatieve invloed op hun motivatie. Ofwel: daardoor doen ze hun werk met steeds minder plezier. Dat is niet echt bevorderlijk voor het bouwen aan prachtig onderwijs. 5 En dat terwijl we allemaal weten dat een school zo goed is als de leraren die er werken. ! Ken Robinson verwoordt het in zijn TED-talk How to escape education's Death Valley prachtig: 'Teachers are the lifeblood of the success of schools’. ! Is het dan niet erg voor de hand liggend om er voor te zorgen dat leraren hun werk goed en met plezier kunnen doen? 6 Het antwoord daarop is een volmondig ja. Dat is dé manier om (veel) betere scholen te krijgen, waar iedereen vol zin en plezier leert en werkt. ! Rest de vraag: hoe? ! Daar gaat dit boek(je) over. Niet als theoretisch hoogstandje, maar als praktische handreiking, goed geworteld in de dagelijkse praktijk. Het is tot stand gekomen in interactie met de scholen waarmee ik werk. ! Langs deze weg mijn dank aan de leraren en schoolleiders op deze scholen, voor hun vertrouwen en moed om hiermee aan de slag te gaan. 7 Voor wie is dit boek?! ! Dit e-boek is bestemd voor leraren en schoolleiders die er op uit zijn om samen te bouwen aan een (veel) betere school, waar ze vol zin en met veel plezier kunnen werken en leren. 8 Leeswijzer! ! Het e-boek lees je binnen een uur uit. Er zit een logische opbouw in. Daarom beveel ik van harte aan om het van voor naar achter te lezen. ! Het begint met de centrale vraag: Hoe kunnen leraren en schoolleiders het voor elkaar krijgen om samen, vol zin en plezier, te zorgen dat ze het best denkbare onderwijs maken? ! En daarop volgend komen er concrete, direct toepasbare antwoorden op deze vraag. Zodat leraren en schoolleiders daar vanaf vandaag samen mee aan de slag kunnen. 9 In dit e-boek beperk ik me tot de essentie van Spelen met ruimte. In het voorjaar van 2014 verschijnt een gedrukte versie, waarin meer verdieping en veel voorbeelden zijn opgenomen. ! Terwille van de leesbaarheid gebruik ik de mannelijke vorm. Overal waar ik hij en hem gebruik, bedoel ik uiteraard ook zij en haar. 10 De centrale vraag! ! Hoe kunnen leraren en schoolleiders het voor elkaar krijgen om samen, vol zin en plezier, te zorgen dat ze het best denkbare onderwijs maken? 11 Niet door eindeloos te overleggen, stapels beleidsplannen te schrijven en de ene vernieuwing op de andere te stapelen. Niet door nog meer controle, vanuit de angst dat er van alles mis gaat. ! Niet door te klagen (over de inspectie, over elkaars gebrekkige functioneren, over jongeren waar niks mee te beginnen valt, over een nieuwe ronde bezuinigingen, over 'dat we er toch niks over te zeggen hebben' …). ! Niet door in de greep te blijven van een gevoel van machteloosheid. ! Maar hoe dan wel? 12 Door samen te werken aan een school waar iedereen met plezier werkt, in een sfeer van vertrouwen, waarbij leraren over hun professionele ruimte kunnen beschikken én ze deze ruimte voluit en goed benutten. ! Maar hoe krijg je dat voor elkaar op een school waar een deel van de leraren en schoolleiders van elkaar vinden dat ze hun werk niet goed genoeg doen en waar het vertrouwen in elkaar soms ontbreekt? Waar (jaar)roosters nauwelijks vrije ruimte vertonen en waar de hiërarchie maakt dat mensen invloed hebben op basis van hun positie, en niet zozeer op basis van hun bijdrage? 13 Door de oorzaken hiervan - gebrek aan vertrouwen, onvoldoende professionaliteit, een overkill aan overleg en hiërarchische relaties - aan te pakken. ! Dát is de uitdaging voor leraren en schoolleiders samen. ! Dat vraagt vertrouwen. En waar dat ontbreekt: moed. 14 Richten, inrichten en verrichten ! Scholen zijn er eerst en vooral om het mogelijk te maken dat leerlingen leren. Dat doet niet iedere school op dezelfde manier. Anders gezegd: iedere school heeft zo haar eigen specifieke missie, visie en waarden. ! In het ideale geval worden missie, visie en waarden door iedereen op school gedeeld. Dat heet dan: collectieve ambitie. ! Deze geeft de richting aan: wat doen we wel, wat doen we niet, hoe doen we dat wel, hoe doen we dat niet, etc. Om samen het best denkbare onderwijs te kunnen maken. 15 Vanuit dit gevoel voor richting wordt de schoolorganisatie ingericht. Ofwel: er wordt een manier van organiseren bedacht die zo goed mogelijk helpt om de collectieve ambitie te verwezenlijken. Dat noemen we: inrichten. ! Vervolgens ontmoeten leraren, leerlingen, schoolleiders en ander onderwijs ondersteunend personeel elkaar: ze gaan van alles doen (en laten) om die collectieve ambitie waar te maken. Dat heet: verrichten. 16 Het gaat in scholen dus om: ! 1. richten 2. inrichten 3. verrichten 17 Op veel scholen in Nederland is er geen echt gedeelde ambitie. Er zijn wel mooie zinnen geproduceerd waarin missie, visie en waarden zijn verwoord. ! Zou iedereen in school zich daar werkelijk zomaar van harte mee verbinden? 18 Wat de inrichting betreft: het zijn doorgaans de mensen op leidinggevende posities die dat bepalen. ! Het is opvallend dat er bijna altijd is gekozen voor een inrichting die zou moeten helpen om processen beheersbaar en controleerbaar te houden. ! Beheersbaar en controleerbaar? Voor wie? ! Het is doorgaans niet de inrichting die ertoe bijdraagt dat leraren optimaal over hun professionele ruimte kunnen beschikken én deze goed en voluit benutten. ! En zoals ik hierna zal laten zien: juist dat is nodig om tot het best denkbare onderwijs te komen. 19 Het fundament! ! ! Spelen met ruimte is gebaseerd op vier onderling samenhangende uitgangspunten: ! 1. Een school is zo goed als de leraren die er werken. 2. Leraren die hun werk met plezier doen en ervaren dat ze een zinvolle bijdrage leveren, presteren aanzienlijk beter dan hun collega's die er weinig zin in hebben. 3. Plezier en zin ontstaan bij leraren als ze zeggenschap hebben over ontwerp en uitvoering van hun onderwijs. Ofwel: wanneer ze kunnen beschikken over hun professionele ruimte en deze voluit en goed benutten. 4. Leraren zijn professionals die er op uit zijn hun werk zo goed mogelijk te doen. 20 Een gezamenlijke opdracht! ! Als deze beweringen allemaal waar zijn, dan hebben leraren en schoolleiders als gezamenlijke opdracht: zorg dat leraren over hun professionele ruimte kunnen beschikken én dat ze die volledig en goed weten te benutten. ! 21 Voor leraren betekent dat: benut je professionele ruimte volledig en goed. ! En de klus voor schoolleiders is: laat leraren hun professionele ruimte én help voorwaarden creëren om ze in de gelegenheid te stellen deze ruimte volledig en goed te benutten. Dat vraagt dienend leiderschap (servant leadership) van hen. ! Als ze daar samen in slagen hebben leraren plezier in hun werk en ervaren ze hun bijdrage als zinvol. Daardoor gaan ze optimaal presteren en krijgen we het best denkbare onderwijs. 22 Vier oorzaken! ! Hoe komt het dan dat veel leraren aangeven dat ze onvoldoende professionele ruimte ervaren - en ze hun werk dus niet met (voldoende) plezier doen? ! Daarvoor zijn vier oorzaken aan te wijzen: 1. Gebrek aan vertrouwen 2. Onvoldoende professionaliteit 3. Complexiteit van de schoolorganisatie 4. Hiërarchisch leiderschap 23 Oorzaak 1! ! Schoolleiders hebben onvoldoende vertrouwen in het professioneel handelen van een deel van de leraren. Dat heeft tot gevolg dat ze steeds meer gaan sturen: invloed uitoefenen op het werk van de leraren. Die ervaren daarmee in veel gevallen dat hun professionele ruimte (verder) wordt ingeperkt, wat maakt dat ze steeds minder plezier in hun werk krijgen. ! Tegelijkertijd hebben leraren onvoldoende vertrouwen in het professioneel handelen van sommige leidinggevenden. 24 Oorzaak 2! ! Een deel van de leraren schiet tekort in vakbekwaamheid en/of leiderschap en/of ondernemerschap (tezamen: professionaliteit). ! Datzelfde geldt voor een aantal leidinggevenden. Dat is (uiteraard) een belangrijke reden voor het ontbreken van vertrouwen, over-en-weer. 25 Oorzaak 3! ! Scholen zijn complexe organisaties: iedere klant (de leerling) heeft met vaak tien of meer professionals (de leraren) te maken. Dat leidt tot erg veel overleg, doorgaans vastgelegd in een jaarrooster, waardoor de vrije ruimte voor leraren verder beperkt wordt. ! Bovendien wordt een deel van het overleg door hen als weinig zinvol ervaren. Dat komt mede omdat veel overleg in te grote groepen plaatsvindt én omdat (een deel van) de agenda niet door de leraren zelf wordt bepaald. 26 Oorzaak 4! ! Wanneer er sprake is van hiërarchisch leiderschap benaderen schoolleiders leraren veelal als werknemers in loondienst met een pakket taken, waardoor deze leraren de neiging hebben om zich ook als zodanig te gaan gedragen. ! Ook het omgekeerde is waar: wanneer leraren zich gedragen als werknemers in loondienst met een pakket taken, zullen schoolleiders geneigd zijn om hen als zodanig te benaderen. 27 Intermezzo: ruimte, vertrouwen & moed! ! Soms zeggen schoolleiders: 'Ik geef leraren de ruimte'. Daar klopt niets van. Die ruimte was namelijk al van leraren. ! Daarom heet het ook professionele ruimte: de ruimte van de professional. ! De juiste zin (en de daarbij behorende beweging die schoolleiders maken) is dan ook: 'Ik laat leraren hun ruimte'. 28 Iets vergelijkbaars zeggen schoolleiders over vertrouwen: 'Ik geef (anderen) vertrouwen’. ! Dat klopt niet. Vertrouwen kun je niet geven. Je hebt vertrouwen in anderen, of dat heb je niet. ! En als vertrouwen ontbreekt? Dan is er gelukkig iets anders dat je tot je beschikking hebt om anderen hun ruimte te laten: moed. 29 Bij de oorzaken 1 en 2 gaat het om een combinatie van gebrek aan vertrouwen (van schoolleiders en leraren in elkaar) en onvoldoende professioneel functioneren, van zowel leraren als schoolleiders. ! Die twee oorzaken hangen nauw met elkaar samen: waar onder de maat wordt gepresteerd, ontbreekt het vertrouwen. ! Daarnaast is een deel van het ontbreken van vertrouwen gebaseerd op beelden die vaak niet (helemaal) juist zijn. 30 Daarbij is het goed om in het oog te houden dat de intenties van zowel leraren als schoolleiders vast en zeker goed zijn: ze zijn er op uit om hun bijdrage te leveren aan het best denkbare onderwijs. ! Zo gaat dat met professionals. 31 Het is een interessante paradox: juist omdat ze zich zorgen maken over de kwaliteit van het onderwijs op hun school gaan schoolleiders steeds meer sturen. ! Ze willen leraren hun ruimte wel laten, maar hebben er bij een aantal van hen simpelweg onvoldoende vertrouwen in dat ze die ruimte goed zullen benutten. ! Vervolgens ervaren ze dat veel van dat sturen niet het gewenste effect heeft, met als gevolg dat ze nóg meer gaan sturen. Daardoor voelen leraren zich meer en meer beperkt in hun ruimte, met alle gevolgen van dien. ! 32 Tegelijkertijd zeggen leraren dat ze hun professionaliteit graag willen tonen, als hen daartoe de ruimte zou worden gelaten. ! Zo ontstaat een patstelling. Die wordt versterkt doordat leraren onvoldoende vertrouwen hebben in (het professioneel functioneren van) een deel van de schoolleiders. ! Het gevolg daarvan is dat ze over hen gaan klagen en hun best doen om zich te onttrekken aan de invloed van deze schoolleiders. 33 Om uit die patstelling te komen is het nodig dat schoolleiders en leraren de handen ineen slaan. ! Schoolleiders nemen daarbij de eerste stap. ! Voordat ik die beschrijf, nu eerst eerst iets over het begrip professionaliteit. Het gebrek hieraan wordt vaak (en ook hier) terecht als een groot probleem gezien. ! Maar wat is professionaliteit precies? 34 Professionaliteit van leraren! ! Professionaliteit van leraren bestaat uit vakmanschap, leiderschap en ondernemerschap. ! Anders gezegd: een goede leraar is een vakman die uitstekend leiding geeft, eerst en vooral aan zichzelf, waarbij hij zijn ruimte voluit en goed weet te benutten en anderen hun ruimte kan laten. 35 Professionaliteit 36 Vakmanschap! ! De kern van het vakmanschap van een leraar omvat kennis en vaardigheden m.b.t. het vak en de didactiek ervan (inclusief wat vaak klassenmanagement wordt genoemd). ! Maar er is méér nodig. ! Een goede leraar is er immers ook op uit om zich voortdurend verder te ontwikkelen, is benieuwd naar de leeropbrengsten van het onderwijs dat hij verzorgt en werkt en leert graag samen met zijn collega's. 37 Het vakmanschap van een leraar bestaat aldus uit vijf componenten: ! 1. Vak ('ik ben een expert op mijn vakgebied') 2. Didactiek ('ik kan mijn onderwijs zo inrichten dat mijn leerlingen goed kunnen leren') 3. Ontwikkeling (‘ik ontwikkel me in mijn vak en de didactiek ervan’) 4. Onderzoek (‘ik doe voortdurend onderzoek naar hetgeen leerlingen leren van mijn lessen’) 5. Samen werken en samen leren ('ik ben er op uit om met collega's samen te werken en samen te leren') 38 Leiderschap! ! Leiderschap is eerst en vooral: leidinggeven aan jezelf. Dat doe je door je te verbinden met je eigen drijfveren en verlangens, waarbij je je angsten onder ogen ziet zonder je daardoor te laten leiden. Van daar uit verbind je je met anderen (zoals leerlingen en collega's) en met een ambitie die je samen deelt. ! Tegelijkertijd ben je goed in begrenzen: het hanteren van jouw persoonlijke grenzen en de grenzen die horen bij de richting die voortvloeit uit de collectieve ambitie op je school. ! In het zich verbinden met de leerlingen zien we de pedagogische kwaliteiten van de leraar terug. 39 In essentie bestaat leiderschap dus uit verbinden en begrenzen, twee bewegingen die in balans met elkaar worden gemaakt: ! • Verbinden ('ik verbind me met mijn eigen drijfveren en angsten, met leerlingen, met collega's, met een collectieve ambitie, …’) ! • Begrenzen ('ik geef met een goed gevoel voor richting, aan de hand van onze collectieve ambitie, aan wat wel en niet past bij onze school, ik bied structuur en helderheid, zeg soms 'nee' en 'stop', bewaak mijn eigen grenzen, …') 40 Ondernemerschap! ! Een ondernemende leraar is niet alleen een vakman die goed verbindt en begrenst, hij is zich daarbij ook bewust van zijn professionele ruimte en neemt deze voluit en goed in. ! Als hij ervaart dat een deel van zijn ruimte hem ontnomen wordt gaat hij daar niet over klagen, maar zorgt hij dat hij die ruimte (opnieuw) kan gaan innemen. ! Hij is er zich tevens van bewust dat dit ook voor zijn collega-professionals geldt. Daarom kan hij hen hun ruimte laten. 41 Ondernemerschap is dus: ! • Ruimte nemen ('ik neem mijn ruimte voluit en goed in’) • Ruimte laten ('ik laat anderen hun ruimte') 42 Aldus kunnen er drie categorieën leraren worden onderscheiden: ! A-, B- en C-leraren. 43 Een A-leraar is een 100% professional, die op alle fronten goed scoort: het is een vakman (hij is goed in zijn vak en de didactiek ervan, hij ontwikkelt zich voortdurend, doet onderzoek naar de leeropbrengsten en werkt en leert graag samen met collega's), toont leiderschap (hij weet zich goed te verbinden met leerlingen, met collega's en anderen en met de collectieve ambitie, waarbij hij tegelijkertijd helder met grenzen omgaat) en ondernemerschap (hij neemt zijn ruimte goed in en weet anderen hun ruimte te laten). ! A-leraren zijn makkelijk herkenbaar: ze hebben overduidelijk plezier in hun werk en iedereen heeft veel vertrouwen in hen. 44 B-leraren schieten op één of meer onderdelen tekort in hun professionaliteit, maar er bestaat wel het vertrouwen dat ze zich tot A-leraren kunnen ontwikkelen. ! Een schoolleider zegt over een B-leraar: 'Ik vertrouw hem niet voluit in zijn professioneel handelen, maar ik heb er wel vertrouwen in dat hij zich kan ontwikkelen tot een 100% professionele leraar, dus tot een A-leraar.’ ! In veel scholen is dit veruit de grootste groep. 45 En dan zijn er nog C-leraren. Zij schieten tekort in hun professionaliteit en er is geen perspectief (meer) op ontwikkeling tot een A-leraar. ! 'Ik heb geen vertrouwen in zijn professioneel functioneren, en ik heb er ook geen vertrouwen (meer) in dat hij zich daar nog in kan en/of wil ontwikkelen'. ! Je komt niet zomaar in de categorie C-leraren terecht. Dat gebeurt pas als alle mogelijkheden voor verdere ontwikkeling ontbreken. Maar dan is het ook echt tijd om uit elkaar te gaan. ! Een C-leraar op de ene school kan soms best een B- of Aleraar op een andere school zijn (of worden). 46 Professionaliteit van schoolleiders! ! Ook de professionaliteit van schoolleiders bestaat uit vakmanschap, leiderschap en ondernemerschap. ! De kern van het vakmanschap van de schoolleider bestaat uit dienstbaarheid aan het primaire proces: hij is er op uit om te zorgen dat leraren hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. ! 47 Dat heeft niet alleen te maken met de houding van de schoolleider, maar ook met een aantal managementvaardigheden: de schoolleider als (mede-)organisator van een goede leer- en werkomgeving voor leraren. ! En net als leraren willen ook schoolleiders zich voortdurend ontwikkelen, zijn ze geïnteresseerd in het effect van hun handelen en werken en leren ze graag samen met anderen in school. 48 Het vakmanschap van een schoolleider bestaat dus uit vier componenten: ! 1. Dienstbaarheid ('ik ben er op uit om te zorgen dat leraren hun werk zo goed mogelijk kunnen doen’) 2. Ontwikkeling (‘ik ontwikkel me’) 3. Onderzoek (‘ik doe voortdurend onderzoek naar de effecten van mijn handelen op het professioneel handelen van leraren’) 4. Samen werken en samen leren ('ik ben er op uit om samen met collega's te werken en te leren’) ! En wat het leiderschap van schoolleiders betreft: net als bij leraren (en bij wie dan ook) gaat het ook bij hen eerst en vooral om leidinggeven aan jezelf. 49 Ook voor schoolleiders geldt dat ze in een A-, B- en Ccategorie zijn in te delen. De A-schoolleider is een ware zegen voor leraren. Hij is een dienend leider, die er op uit is dat iedereen zijn bijdrage goed kan leveren. ! Net als A-leraren zijn ook A-schoolleiders makkelijk herkenbaar. Ze verbinden zich goed met anderen en gaan op een plezierige, heldere wijze met grenzen om. Ze hebben overduidelijk plezier in hun werk en iedereen heeft veel vertrouwen in hen. 50 De B-schoolleider schiet op één of enkele aspecten tekort in zijn professionaliteit, maar er is het perspectief (en het vertrouwen) dat hij zich kan ontwikkelen tot een Aschoolleider. ! Bij de C-schoolleider ontbreekt dat ontwikkelperspectief: er is geen vertrouwen dat hij zich tot A-schoolleider kan ontwikkelen. Over deze schoolleiders wordt vaak erg veel geklaagd. ! In een professionele organisatie wordt dat omgezet in feedback - en als het perspectief tot verdere ontwikkeling ontbreekt, wordt ook hier (net als bij de C-leraar) de conclusie getrokken dat de betrokkene niet langer op deze school kan blijven werken. ! 51 B-leraren en -schoolleiders! ! De categorie B-leraren en B-schoolleiders is zeer heterogeen: hier treffen we zowel startende, veelbelovende leraren en schoolleiders aan, alsook professionals die (langdurig) op een of enkele gebieden tekortschieten. ! Ze hebben met elkaar gemeen dat er vertrouwen bestaat in hun vermogen om zich te ontwikkelen tot A-professionals. 52 Aanpak oorzaken 1 en 2! ! Met het nu verworven inzicht in de betekenis van professionaliteit van resp. leraren en schoolleiders gaan we weer terug naar de oorzaken 1 en 2: onvoldoende vertrouwen en onvoldoende professioneel functioneren. ! Stel je nu eens voor: een school waar iedereen A-leraar of A-schoolleider is, of zich op z'n minst graag actief in die richting wil ontwikkelen, en daarin het vertrouwen geniet van anderen. 53 Om dat te bereiken gebruiken we twee interventies: • delen van verwachtingen over de gewenste professionaliteit van leraren en schoolleiders • feedback over het handelen in de dagelijkse praktijk, gerelateerd aan deze verwachtingen omtrent professionaliteit. ! Ik laat nu zien hoe je deze interventies op een eenvoudige, maar zeer effectieve wijze kunt toepassen. Dat begint met een besluit. 54 Stap 1: het besluit! ! Schoolleiders nemen het besluit om alle leraren hun professionele ruimte te laten. ! Professionele ruimte is de ruimte die de leraar nodig heeft om zijn vakmanschap en leiderschap optimaal en goed te kunnen benutten. 55 Stap 2: het A-gesprek! ! Er vindt een A-gesprek plaats tussen schoolleider en leraar, waarin: A. verwachtingen over elkaars professioneel handelen worden gedeeld, inclusief de verwachtingen mbt de benodigde professionele ruimte van ieder; B. ze ieder feedback op elkaars professioneel handelen geven, gerelateerd aan de zojuist uitgesproken verwachtingen; C. er ontwikkelpunten worden afgesproken: waarin moeten resp. leraar en schoolleider zich de komende tijd gaan ontwikkelen? 56 Een A-gesprek?! ! Dat is een Aandachtig gesprek. Niet het protocol staat centraal, maar oprechte aandacht voor elkaar. ! Het is ook de A van A-leraar en A-schoolleider. Want dit gesprek vormt de start van een proces dat ertoe leidt dat steeds meer leraren en schoolleiders zich ontwikkelen tot Aprofessional. ! En: wie A zegt… ! ! ! 57 Stap 3: feedbackmomenten! ! Met enige regelmaat vinden er feedbackgesprekken plaats, waarin leraar en schoolleider elkaar feedback geven t.a.v. de ontwikkelpunten. ! Die feedbackgesprekken duren 10 minuten: elk geeft de ander gedurende 5 minuten feedback. Niet meer. 58 Stap 4: vervolggesprek! ! Op een tijdens het startgesprek afgesproken moment vindt er een vervolggesprek plaats. Daar geven leraar en schoolleider elkaar opnieuw feedback en wordt onderzocht of de leraar zich ontwikkeld heeft tot A-leraar, en de schoolleider tot A-schoolleider. ! Hieruit resulteren mogelijk nieuwe ontwikkelpunten. 59 Het besluit! ! De schoolleider zegt tegen de leraar: ‘Ik heb besloten dat ik je alle ruimte laat die je nodig hebt om je werk als professional optimaal te kunnen doen’. ! Dat besluit wordt genomen vanuit vertrouwen als het gaat om A-leraren. Dat is makkelijk. Van hen weet de schoolleider immers dat ze hun ruimte voluit en goed zullen benutten. 60 Bij een B-leraar wordt het spannender. De schoolleider heeft onvoldoende vertrouwen in zijn professionaliteit. ! Waar hij wél vertrouwen in heeft is het vermogen van de Bleraar om zich tot A-leraar te ontwikkelen. Daarom heeft de schoolleider, waar hem het vertrouwen ontbreekt, moed nodig. De moed om een B-leraren zijn ruimte te laten. ! Dat doet hij niet blindelings. Hij heeft immers twee instrumenten tot zijn beschikking om een B-leraar effectief te helpen zich te ontwikkelen tot A-leraar: het delen van verwachtingen en feedback. 61 Rest natuurlijk de vraag wat die 'ruimte' nu eigenlijk precies inhoudt. ! Daar heeft ieder zo zijn eigen beelden bij. Het uitwisselen van verwachtingen helpt om die beelden helder te krijgen en er samen afspraken over te maken. ! ! 62 Het A-gesprek! ! Het A-gesprek vindt plaats tussen een schoolleider en een leraar, die hun verwachtingen delen en elkaar feedback geven. Dat is dus géén eenrichtingverkeer. ! Zoals ik al aangaf bestaat het startgesprek uit drie fasen: 1. Verwachtingen delen over elkaars professioneel handelen. 2. Feedback geven op elkaars professioneel handelen. 3. Vaststellen van ontwikkelpunten. 63 A-gesprek fase 1! ! Verwachtingen delen over elkaars professioneel handelen: ! • De schoolleider geeft aan wat hij verwacht van een 100% professionele leraar, ofwel: een A-leraar. De leraar reageert hierop. Samen worden ze het eens. Dat leidt tot het eerste deel van een contract: wat mag de schoolleider van de leraar verwachten? • De leraar geeft aan wat hij verwacht aan professioneel handelen van de schoolleider, zodat hij in staat is zijn werk op het niveau van een A-leraar te kunnen doen. Ofwel: wat hij verwacht van een A-schoolleider? Samen worden ze het eens. Dat leidt tot het tweede deel van een contract: wat mag de leraar van de schoolleider verwachten? 64 A-gesprek fase 2! ! Feedback geven op elkaars professioneel handelen: ! • De schoolleider geeft feedback aan de leraar, gerelateerd aan de zojuist uitgesproken verwachtingen. • De leraar geeft feedback aan de schoolleider, gerelateerd aan de zojuist uitgesproken verwachtingen. 65 A-gesprek fase 3! ! Vaststellen van ontwikkelpunten. ! Deze komen voort uit de discrepantie tussen de verwachtingen en het feitelijke gedrag (op basis van de zojuist gegeven feedback): waarin gaan resp. leraar en schoolleider zich de komende tijd ontwikkelen? 66 Verwachtingen! ! We lopen allemaal rond met verwachtingen. Vaak blijven die onuitgesproken. Dat zorgt voor veel onnodige ellende. Want telkens als de realiteit zoals je die ervaart achterblijft bij je verwachtingen, raak je teleurgesteld. ! Door je verwachtingen uit te spreken maak je helder wat je wilt, wat je nodig hebt. Het geeft anderen de gelegenheid om te zeggen: 'Ja, aan die verwachting kan en wil ik wel voldoen', of 'Nee, daar kan of wil ik niet aan voldoen, omdat ….’. ! Daarmee is niet alleen helder voor de ander wat jij verwacht, maar wordt de kans groter dat je het ook krijgt. En het voorkomt dat je verwachtingen hebt die te hooggespannen zijn. 67 68 Feedback! ! Heldere feedback is een fantastisch middel om anderen te helpen in hun ontwikkeling. Scholen zijn bij uitstek plaatsen waar het geven van feedback onderdeel zou moeten uitmaken van de cultuur. Toch blijkt dat leraren en schoolleiders er zeer terughoudend mee omgaan. Hoe komt dat? Waarom is het zo moeilijk om elkaar, als collega's, feedback te geven? ! Omdat we denken dat kritische feedback slecht is voor de onderlinge relatie. ! Terwijl het tegendeel waar is. 69 Nadat er overeenstemming is bereikt over wat van elkaar als professional verwacht mag worden (fase 1 in het Agesprek) geef je elkaar feedback. ! Houd je daarbij aan enkele eenvoudige regels van feedback: • Ik-boodschap: spreek vanuit jezelf, dus begin je feedback altijd met ik. • Concreet gedrag: beschrijf welk gedrag je hebt waargenomen. • Effect: geef aan welk effect het gedrag van de ander op jou heeft. 70 71 Contract! ! Het werken met een contract - niet in juridische zin, maar als serieus te nemen afspraak - vormt de basis voor ontwikkeling. ! In het contract maak je afspraken over: • hetgeen je van elkaar verwacht, als professional • wat ieders ontwikkelpunten zijn. ! Het werken met een contract helpt om vrijblijvendheid te voorkomen en geeft richting aan ontwikkeling. 72 Het A-gesprek levert aldus een contract op, waarin is opgenomen: ! • verwachtingen over professionaliteit (professioneel handelen) van leraar en schoolleider, in termen van vakmanschap, leiderschap en ondernemerschap • afspraken over ontwikkelpunten voor leraar en schoolleider • afspraken over feedback geven en feedback ontvangen in de komende maanden • vaststellen van een datum voor het vervolggesprek, waarin samen wordt onderzocht in hoeverre de ontwikkeling tot resp. A-leraar en A-schoolleider heeft plaatsgevonden (en wanneer er al sprake was van een Aleraar en/of A-schoolleider: of dat nu nog steeds zo is). 73 Het 10 minuten feedback gesprek! ! Na het startgesprek tref je elkaar op geregelde tijden voor een feedbackgesprek dat telkens niet langer dan 10 minuten duurt. ! Ieder neemt 5 minuten de tijd om de ander feedback te geven op zijn ontwikkelpunten. ! Beperk je tot die 2 x 5 minuten en focus op de ontwikkelpunten. 74 Valkuilen! ! Zoals al aangegeven: het delen van verwachtingen en geven en ontvangen van feedback maakt op veel scholen geen deel uit van de cultuur. ! Door dit nu systematisch te gaan doen vindt er een ware cultuurverandering plaats. Dat vraagt enige volharding. Het is goed om dat niet te onderschatten. ! Eenmalig verwachtingen uitspreken en elkaar feedback geven is niet makkelijk. Er mee doorgaan is nog veel moeilijker. Dat vraagt van iedereen commitment. ! 75 Wat ook even wennen is: het is tweerichtingenverkeer. ! Verwachtingen worden immers gedeeld en de feedback wordt aan elkaar gegeven. Dat is tegelijkertijd ook de kracht van deze manier van werken. 76 En dan?! ! Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: ! • de leraar/schoolleider ontwikkelt zich in professionaliteit (van B naar A) • de leraar/schoolleider ontwikkelt zich niet (van B naar C) ! Met leraren en schoolleiders in categorie C is er uiteindelijk nog maar één weg te gaan. En ook dat vraagt moed. 77 Daar zit natuurlijk nog wel een lastig punt: schoolleiders kunnen een C-leraar ontslaan, maar omgekeerd kunnen leraren een C-schoolleider niet wegsturen. ! Toch staan leraren niet machteloos. In een school met voornamelijk A-professionals zal hun heldere feedback de nodige beweging veroorzaken en leiden tot het vertrek van C-schoolleiders. 78 Uitnodiging tot reflectie! ! Een goede voorbereiding op het startgesprek bestaat niet alleen uit het op een rij zetten van wat je van de ander verwacht, en in hoeverre zijn functioneren daaraan voldoet. ! Het omvat ook het reflecteren op de verwachtingen die je zelf hebt (en reëel vindt dat anderen die hebben) van je eigen professioneel functioneren, en het kritisch onderzoeken in hoeverre je aan die verwachtingen voldoet. 79 1. Wat verwacht ik van mezelf, in temen van vakmanschap, leiderschap en ondernemerschap? ! 2. Hoe zie ik mijn eigen functioneren, gerelateerd aan die verwachtingen? 80 De vier oorzaken: tussenstand! ! Een school is zo goed als de leraren die er werken. Leraren die hun werk met plezier doen presteren beter dan hun collega's die er weinig zin in hebben. Leraren hebben meer plezier in hun werk naarmate ze beter over hun professionele ruimte beschikken én deze voluit en goed weten te benutten. ! Zo begon ik mijn verhaal. ! 81 Vervolgens vroeg ik me af hoe het dan komt dat veel leraren aangeven dat ze onvoldoende professionele ruimte ervaren, en daardoor hun werk niet met plezier doen? ! Ik noemde vier oorzaken: 1. Gebrek aan vertrouwen 2. Onvoldoende professionaliteit 3. Complexiteit van de school 4. Hiërarchisch leiderschap ! Ik heb een aanpak beschreven waarin de eerste twee oorzaken - gebrek aan vertrouwen en onvoldoende professionaliteit - simultaan worden aangepakt. 82 Daarmee verandert er iets in de schoolcultuur: vertrouwen en professionaliteit gaan hand-in-hand. ! Een school die zo ver is, is er klaar voor om oorzaak nummer 3 succesvol aan te pakken. ! En als ook dat is gebeurd, dan is de aanpak van de vierde oorzaak een makkie. ! ! 83 Oorzaak 3! ! Scholen zijn complexe organisaties. Dat komt omdat iedere klant (de leerling) met vaak tien of meer professionals (de leraren) te maken heeft. Dat leidt tot erg veel overleg, grotendeels vastgelegd in een jaarrooster, en vaak in groepen van meer dan zes mensen tegelijk. Dat ervaren professionals als een inperking van hun vrijheid. ! 'Er wordt hier zo ontzettend veel overlegd: in vaksecties, in teams, in projectgroepen, noem maar op. Veel van dat overleg is weinig zinvol, omdat we met teveel mensen samen zitten en er veel op de agenda staat waar ik echt niet over mee hoef te praten.' ! ! 84 Het plannen van al dat overleg door de schoolleiding is een mooi voorbeeld van sturen door de schoolleiding, waarbij met de intentie (goed onderwijs!) niks mis is, maar waar het gewenste effect niet wordt bereikt. ! Het is met overleg al net zo als met onderwijs. ! Zoals veel onderwijs niet zomaar tot veel leren leidt, zo is veel overleg geen garantie voor het goed organiseren van onderwijs. Vaak is zelfs het omgekeerde waar. ! 85 Aanpak oorzaak 3! ! In een schoolorganisatie met veel A-professionals is het niet langer wenselijk - en zeker niet nodig - om al die vormen van overleg te structureren en plannen. ! A-professionals zijn gedreven om samen te bouwen aan prachtig onderwijs. Daarom zullen ze elkaar opzoeken, waar ze dat zinvol achten. ! Het creëren van ontmoetingsmomenten is dan voldoende; het is aan de professionals zelf om te bepalen met wie en waarover ze overleggen. ! 86 Vermoedelijk zullen ze dat in kleine groepen doen, omdat ze er op uit zijn hun tijd goed en plezierig te besteden. Met z'n twintigen tegelijk overleggen, dat gaat nu eenmaal niet. ! Een team omvat maximaal 6-8 mensen. Worden het er meer, dan wordt het steeds moeilijker om plezierig en effectief samen te werken. Vergelijk het met een etentje: met z'n zessen valt er nog prima een gesprek te voeren. Met meer mensen wordt dat lastig, en al snel onmogelijk. ! ! 87 Een aardige tussenstap op weg naar het creëren van ontmoetingsmomenten is het loslaten van het verplichte karakter van al dat geplande overleg. ! Nodig collega's uit voor vergaderingen en andere vormen van overleg. Het aardige van uitnodigingen is, dat je ze kunt aannemen of beleefd afslaan. Afwezigheid is dan ook geen signaal om iemand ter verantwoording te roepen. Het kan wel de prikkel vormen om vol interesse te informeren naar de redenen waarom de betrokken collega besloot verstek te laten gaan. ! Met de informatie die dat oplevert kan besloten worden om het overleg anders in te richten, of misschien zelfs af te schaffen. ! ! 88 Wat er nodig is om dit te gaan doen? ! Het vertrouwen dat leraren er op uit zijn hun werk zo goed mogelijk te doen, en daarom kiezen voor overlegvormen die het beste bijdragen aan goed onderwijs. ! Zo zijn ze, die A-leraren. ! ! 89 Oorzaak 4! ! Op bijna alle scholen is er sprake van een vorm van hiërarchie: de leraren zijn de ondergeschikten, de directeuren, rectoren, adjuncten, conrectoren, afdelingsleiders en teamleiders zijn hun bazen die het beleid maken. ! ! ! ! 90 Wanneer er sprake is van hiërarchisch leiderschap hebben leraren nog weleens de neiging zich te gedragen als werknemers in loondienst met een pakket taken, waardoor schoolleiders hen als zodanig - en dus niet als professionals - behandelen. ! Tegelijkertijd is het omgekeerde ook waar: wanneer schoolleiders leraren behandelen als werknemers in loondienst met een pakket taken, zullen deze leraren zich ook als zodanig gaan gedragen. ! 91 Aanpak oorzaak 4! ! A-leraren zijn ware professionals die er op uit zijn hun werk zo goed mogelijk te doen - en waar nodig hun collega's bij te staan, zodat ook zij hun bijdrage goed kunnen leveren. ! A-schoolleiders zijn dienende leiders: hun inspanningen zijn er op gericht dat leraren optimaal kunnen functioneren. ! Daarmee is de basis gelegd voor gedeeld leiderschap, waarbij invloed niet langer op basis van positie, maar op basis van geleverde bijdrage plaatsvindt. En dat past bij Aprofessionals. ! 92 De bedding! ! Het op deze wijze gericht werken aan een cultuur van vertrouwen, professionaliteit, effectief overleg en gedeeld leiderschap vraagt een stevige bedding. ! Zie het als het pakket aan noodzakelijke voorwaarden om dit alles voor elkaar te krijgen. ! ! 93 Die noodzakelijke bedding omvat: ! 1. Een collectieve ambitie 2. Een basisorganisatie die goed op orde is 3. Moed ! Het gaat bij de bedding om dus om (aspecten van) richten, inrichten en verrichten. ! Een werkelijk gedeelde ambitie zorgt voor richting, een basisorganisatie die goed op orde is draagt bij aan de inrichting en moed is hetgeen je inzet bij het verrichten wanneer het vertrouwen nog (gedeeltelijk) ontbreekt. ! 94 Collectieve ambitie! ! Een collectieve ambitie bestaat niet zozeer (en zeker niet uitsluitend) uit mooie zinnen op papier, maar is datgene waarmee leraren, schoolleiders en andere collega's zich met hart en ziel met hun school kunnen verbinden. ! Het werken vanuit een werkelijk gedeelde ambitie vormt een wezenlijk onderdeel van ieders leiderschap: het verbindt mensen met de school en met elkaar en het geeft richting. ! Daardoor bestaat er helderheid over het speelveld, over datgene wat wel en niet aan onderwijs wordt aangeboden, over de wijze waarop dat gebeurt, etc. ! ! 95 Basisorganisatie op orde! ! Leraren willen bezig zijn met onderwijs. Daarbij willen ze zo min mogelijk last hebben van ruis er omheen. ! Denk daarbij aan het onvolledig geïnformeerd zijn, een rooster dat niet klopt, een stroom aan cc verstuurde mails waar niemand op zit te wachten, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden, etc. ! Het is dan ook zaak om te zorgen dat de hoeveelheid ruis minimaal is. Ofwel: dat de basisorganisatie goed op orde is. ! Zodat leraren zich voluit kunnen uitleven als professionals. ! ! 96 Moed! ! De allerbelangrijkste voorwaarde om te kunnen werken aan een cultuur van vertrouwen, professionaliteit, effectief overleg en gedeeld leiderschap is moed. ! 97 Courage is the ability to create a relationship with the unknown; to create a form of friendship with what lies around the corner over the horizon - with those things that have not yet fully have come into being. ! ! ! David Whyte 98 Zolang angst (voor het oordeel van de inspectie, voor ontevreden ouders, voor klagende collega's, etc) leidend is, zullen wantrouwen en controle de overhand hebben. ! Daar krijgen we geen betere scholen mee: niet voor leerlingen en niet voor de mensen die er werken. ! Moed gaat erover dat je je laat leiden door je verlangens en drijfveren en een werkelijk gedeelde ambitie, waarbij je tegelijkertijd je angsten onder ogen ziet zonder dat deze leidend worden. ! Dat maakt het mogelijk om werkelijk betekenisvolle veranderingen op scholen tot stand te brengen. ! 99 100 Als er een werkelijk gedeelde ambitie is (richten) en leraren en schoolleiders werken in een sfeer van onderling vertrouwen waarbij ze allen als A-professionals hun ruimte innemen en anderen hun ruimte laten (verrichten) dan volstaat een 'lichte' wijze van inrichten - met een basisorganisatie die op orde is waarbij professionals elkaar ontmoeten vanuit de behoefte om samen te werken en leren, om zo te bouwen aan prachtig onderwijs en ze allen invloed hebben op basis van hun bijdrage. ! 101 Spelen met ruimte op alle niveaus! ! Spelen met ruimte werkt op alle niveaus in de schoolorganisatie. ! Sterker nog: het werkt pas optimaal als iedereen meedoet. Ook bestuurders. ! 102 Besturingsfilosofie! ! Dat betekent voor bestuurders: zorg dat schoolleiders optimaal over hun professionele ruimte kunnen beschikken én deze goed en voluit benutten. ! Zodat zij, op hun beurt, hun ruimte zodanig kunnen innemen dat leraren hun werk optimaal en (dat gaat nu eenmaal hand-in-hand) met veel plezier kunnen doen. ! 103 Loopbaanleren! ! Leraren zijn er op uit dat hun leerlingen/studenten goed en met plezier kunnen leren én optimaal worden voorbereid wat er in de wereld van vandaag en morgen van hen gevraagd wordt. ! Daarom is het belangrijk dat leerlingen/studenten leren om zich in hun leiderschap en hun ondernemerschap te ontwikkelen. Zo kunnen ze leiding geven aan hun eigen loopbaan. ! Vroeger of later, afhankelijk van het schooltype, komt daar een ontwikkeling in vakmanschap bij. ! 104 Binnen het beroepsonderwijs staat Spelen met ruimte synoniem voor loopbaanleren. ! Loopbaangesprekken zijn identiek aan A-gesprekken: de student en de leraar/loopbaanbegeleider spreken wederzijds hun verwachtingen uit, geven elkaar feedback en spreken af welke ontwikkeling plaats moet vinden. ! Zo ontwikkelt de student zich in zijn vakmanschap, leiderschap en ondernemerschap, zodat hij de opleiding verlaat als een startbekwame professional: een vakman met leiderschap die zijn ruimte optimaal benut en anderen hun ruimte laat. ! 105 Frank Weijers (1957) werkt als adviseur, coach, procesbegeleider en opleider/trainer met (teams van) schoolleiders en leraren aan (veel) beter onderwijs. ! Daarnaast is hij als opleider verbonden aan de Master of Educational Management van de NSO (Nederlandse School voor Onderwijsmanagement. Als leraren (weer) over hun professionele ruimte kunnen beschikken én deze voluit en goed weten te benutten, doen ze hun werk met veel plezier en ervaren ze hun bijdrage als zinvol. ! Zo krijgen we veel betere scholen. ! Dat is de uitdaging waar leraren en schoolleiders samen voor staan. 106 Spelen met ruimte is een boek(je). Over hoe leraren en schoolleiders samen kunnen werken aan veel beter onderwijs. Het is eerst en vooral bedoeld als prikkel om mee aan de slag te gaan. ! Op zoek naar gerichte ondersteuning om dit traject tot een succes te maken? ! Mail of bel: 06 5240 3247 ! ! ! ! ! ! ! ! ! Heldere taal, krachtig leiderschap! 06 5240 3247! ! Verbind je LinkedIn | Volg me Twitter | Zie me Facebook | Lees mijn Blog! ! 107
© Copyright 2024 ExpyDoc