Uitvoeringsprogramma Klimaat 2013-2016

Uitvoeringsprogramma Klimaat 2013-2016
‘Slim samenwerken aan een CO2-neutraal Breda’
Evaluatie uitvoeringsprogramma klimaat 2013
Stand van zaken per deelthema
1
1. Duurzame overheid (DO)
De medewerkers van de gemeente Breda worden gestimuleerd om hun CO2-uitstoot te verlagen.
Hiertoe is op 10-10-2013 een informatiebeurs in de kantine gehouden, waaraan een wedstrijd is
gekoppeld. Tevens zijn twee elektrische fietsen aangekocht. Medewerkers van de gemeente Breda
kunnen deze tijdelijk gebruiken voor hun woon-werk verkeer, zodat men kan bepalen of dit een
alternatief is voor de auto.
De verduurzaming van de gebouwen wordt meegenomen in het Meerjaren onderhoudsprogramma.
Alle maatregelen die binnen 10 jaar terugverdient worden, worden gerealiseerd.
Ook is het contract voor de inkoop van groene stroom en gas verlengd. Gemeente Breda heeft een
contract met een lage inkoopsprijs. Op zich is dit gunstig, maar dit vertaald zich terug in het aantal
maatregelen die worden uitgevoerd. Omdat gemeente Breda een lage energieprijs betaald, verdienen
minder maatregelen zich terug binnen 10 jaar.
Ook binnen de openbare verlichting vind verdere verduurzaming plaats. Vanuit het UP Klimaat is een
financiële impuls vrij gekomen voor de vervanging van oude traditionele lampen met LED-lampen.
Hierdoor wordt minder energie gebruikt. De kostenbesparingen die hiermee gepaard gaan, wordt
gestort in een revolverend fonds. Het geld uit dit fonds wordt weer gebruikt voor investeringen in
nieuwe, energiezuinige lampen. We beginnen klein, maar dit heeft potentie om uit te groeien naar een
groter fonds.
Energiemaatregelen voor gemeentelijke gebouwen worden zoveel mogelijk meegenomen in de
onderhoudsplanning. Dit beperkt zich tot maatregelen die zich binnen 10 jaar terug verdienen. Voor
maatregelen met een langere terugverdientijd zijn momenteel geen financieringsmogelijkheden binnen
de gemeente. Hierdoor zal het lastig zijn om de doelstelling te bereiken van een energieneutrale
gemeentelijke organisatie in 2020.
2. Duurzame Energie-opwekking (DE)
Het cluster ‘solar projecten is vol in ontwikkeling. De aandacht voor zonne-energie in Breda heeft een
positieve impuls gekregen door het openen van het solar loket (DE 1) en het beschikbaar komen van
de solar scan (DE 6) en het Solar Voornbeeldhuis (DE4). Het aanbod van de regio West-Brabant
(‘Benut je zon’) loopt nog tot eind februari en heeft een vaste plek in het solar infopunt in het
Stadskantoor. Het resultaat van deze inspanningen is echter nog niet terug te zien in de Bredase
e
deelname aan het regionale inkoopproject. Daarom wordt op 18 feb. 2014 nog een 2
publieksbijeenkomst georganiseerd voor burgers, bedrijven, scholen en speciaal ook sportvereniging.
Voor deze laatste groep gaat in Breda per 1-1-14 een speciale stimuleringsregeling van start.
Het solar maatschap (DE 3) lijkt niet van de grond te komen. Er zijn vooral juridische en
bedrijfseconomische belemmeringen. In 2014 zal de werkgroep besluiten of het project alsnog een
kans moet krijgen. Het solar voorbeeldhuis is uitgewerkt in de vorm van een brochure met een aantal
voorbeelden in Breda. Deze komt ook op de website beschikbaar. Na een start in 2013 zullen in 2014
de effecten van de genoemde projecten voor zonne-energie in Breda verder zichtbaar worden.
Het cluster ‘windenergie’ (DE 5 en DE13) is volop in beweging, vooral voor het lopende project
Windpark Bedrijventerrein Hazeldonk is de inzet in de afgelopen 4 jaar in augustus beloond met de
toekenning van de SDE+ subsidie voor de komende 15 jaar. Op 20 januari 2014 is de openbare
aanbesteding van het project gepubliceerd. Het projectdoel is daarmee voor 100% bereikt. Breda is de
eerste gemeente in Nederland die met succes de hele voorbereidingsfase t/m de bouwvergunning en
SDE-subsidieaanvraag voor een windpark-project heeft uitgevoerd en voorgefinancierd (en zo het
afbreukrisico voor projectontwikkelaars in deze fase heeft weggenomen). De aanbieders wordt
gevraagd een substantieel deel van de businesscase voor burgerparticipatie (obligaties/aandelen)
beschikbaar te stellen. De realisatiefase (bouw) van het windpark zal voor 1 aug. 2014 van start gaan.
Ook het regionale aanbod Windenergieclusters A16 is op gang gekomen. Er zijn diverse
burgerinitiatieven opgericht, die al in een vroeg stadium met potentiële initiatiefnemers in contact zijn
gebracht (de bestemmingsplannen moeten nog eerst worden aangepast op basis van concrete
planvorming). Het is daardoor voor alle stakeholders een interessant innovatief traject, waarin wordt
gestreefd naar een optimaal draagvlak bij de bevolking en met name omwonenden. Onder regie van
de regio RWB wordt bekeken of d.m.v. een PlanMER tijd en geld te besparen is in het planologische
voortraject. Hierbij kan de opgedane ervaring met het windpark Hazeldonk van pas komen. Intussen
hebben zich voor de meeste zoeklocaties al initiatiefnemens gemeld en zijn de intake-procedures
2
gestart. In 2015 zal de provincie Brabant een tussenevaluatie doen om te bezien of er voldoende
vordering wordt gemaakt met de ontwikkeling van de zoeklocaties langs de A16.
In het cluster ‘DE & Kennisontwikkeling’ is een samenwerking ontstaan tussen verschillende grote en
kleine projectpartners Grontmij, Avans Hogeschool, Bonds, provincie Brabant, netbeheerder Enexis
en zijdelings ook de TU-Eindhoven.
Deze deelnemers in de werkgroep rond het project CO2-reductie & ruimtelijke plannen (DE 9) zijn
enkele keren bijeen geweest, dit heeft geleidt tot de formulering van het studieproject rond de
onderzoeksvraag DE opwekking op ongebruikte percelen in Breda. De resultaten hiervan worden in
de loop van 2014 verwacht.
De ontwikkeling van een Eco Campus (DE 7) is ernstig vertraagd als gevolg van bezuinigingen in het
MBO-onderwijs. De functie van kwartiermaker van het ROC West Brabant is geschrapt. Toch wil het
Prinsentuin College (als kersvers Centrum voor Innovatief Vakmanschap) alsnog een invulling gaan
geven aan de onderliggende doelstellingen van dit project. In eerste instantie zoekt het ROC
inhoudelijk samenwerking met het MEC Nieuw Wolfslaar.
Riothermie (DE10) lijkt nog een brug te ver. De beschikbare gekomen kennis hierover, in overleg
tussen deskundigen bij het waterschap en de gemeente Breda, geven geen eenduidig beeld over de
haalbaarheid van deze optie.Riothermie lijkt alleen indoor (i.c.m. warmteterugwinning op
keukenniveau) een haalbare optie. .
Het idee van een Kenniscentrum voor Energieopslag (DE11) bevindt zich nog in de opstartfase. De
ZonneWIJde is een van de pilots in het kader van DE-12;naar verwachting wordt dat deze in 2014
wordt gerealiseerd. Een stagiaire bij Grontmij ( student Master of Science Univ. Van Utrecht) werkt
een voorstudie uit t.b.v. een TKI subsidie aanvraag in 2014 “Opties voor Windenergie ontwikkeling
langs de A16”.
3. Schone en zuinige mobiliteit (MO)
Dit jaar is het thema schone en zuinige mobiliteit opgestart. Een aantal voorbeelden:
 duurzaamheid binnen de Structuurvisie 2030. Binnen het mobiliteitsonderdeel van de visie heeft
duurzame mobiliteit een belangrijke rol gespeeld. Verduurzaming van het mobiliteitssysteem en structuur van de stad heeft ertoe geleid dat er nadrukkelijker ingezet wordt op de rol van het
openbaar vervoer en de fiets in de stad. Feitelijk is gesteld dat stedelijke doorontwikkeling in de
nabije toekomst alleen nog mogelijk is als nu wordt ingezet op het verduurzamen van het
stedelijke mobiliteitsconcept van Breda. Dit heeft geresulteerd in een veranderende
concurrentiepostie tussen auto, fiets en openbaar vervoer ten gunste van de laatste twee
modaliteiten. Dit heeft een positief effect op CO2 emissies en op het ruimtebeslag. Dit is eveneens
doorvertaald naar de binnenstadsvisie;
 pilot flexibele parkeernormering. Samen met Wonen Breburg en SOAB wordt onderzocht of
binnen gebiedsontwikkeling minder parkeren mogelijk is door alternatieven aan te bieden.
Gedacht wordt aan het aanbieden van deelconcepten (auto, fiets etc) en OV concepten. Het wordt
maatwerk gebaseerd op leefstijlen van potentiele bewoners. De aanvrager is verantwoordelijk
voor jaarlijkse evaluatie. Mocht de pilot niet werken dan is er sprake van een terugvaloptie. De
gemeente participeert binnen deze pilot;
 pilot fietsverkeer. Op het vlak van fietsen zijn vanuit het klimaatprogramma een aantal onderwerp
opgepakt. Zo is er extra mogelijk gebleken binnen het project van de E-bike-doorgeeffiets. Een
project waar 10 E-bikes een jaar lang door de stad ‘zwerven’. Het gaat om ervaring op te doen
met verschillende concepten en het ervaren van de mogelijkheden. De E-bike is belangrijk omdat
verwacht wordt dat dit vervoersmiddel een belangrijker aandeel in de mobiliteitsmarkt kan
innemen en een mogelijke oplossing is voor de fileproblematiek op de stadsinvalswegen. Dit
project wordt samen met Mobycon en de fietsbranche (BOVAG) opgepakt;
 pilot businesscase vraaggericht openbaar vervoer. Breda is van mening dat een schaalsprong
binnen het reguliere openbaar vervoer noodzakelijk is. Het aandeel blijft ver achter en zonder
ingrijpen bestaat deze vervoerswijze in de huidige vorm binnen nu en 15 jaar niet meer.
Aanbodgericht vervoer is niet meer van deze tijd. Vandaar dat samen met BOnDS gerekend wordt
aan de (on)mogelijkheden van alternatieven. Concreet wordt er momenteel gerekend aan de
inpasbaarheid van de zogenaamde ultra-PRT systeem. Dit zijn onbemande karretjes, eigenlijk een
horizontale lift, die gebieden ontsluit op onder andere het nieuwe station. Technisch is het
haalbaar maar maatschappelijk en bestuurlijk is dit nog 'een lastige'. Ook wordt dit project
opgepakt om op zoek te gaan naar nieuwe financieringsvormen en mogelijke partners binnen
Brabant en de EU;
3



pilot Singelmijden Breda. Samen met Rijk en de Provincie wordt is een vorm van stedelijk
spitsmijden in voorbereiding. Specifiek voor Breda gaat het om het mijden van de Singels. Dit
beschermde stadsgezicht wordt nu te vaak gebruikt voor doorgaande (interne) autoritten. Breda
wil automobilisten op basis van financiële vergoeding verleiden om andere routes te nemen en/of
op een ander tijdstip te reizen. Vanuit het klimaatprogramma is een stimuleringsimpuls gegeven
om het project te kunnen opstarten. Voor 2014 wordt dit project aangeboden voor het
Rijksprogramma Beter Benutten II;
E-drive evenement Breda, zie deelthema ‘Duurzaam ondernemen’
pilot mobiliteitsmanagement ‘eigen personeel’. Voor gemeentepersoneel wordt momenteel
gerekend aan een vervoersplan. Onderdeel hiervan vormt ook het verschonen van het eigen
wagenpark. Partners worden nog gezocht.
Daarnaast zijn pilots in gang gezet die naar verwachting in 2014 kunnen starten. Denk hierbij aan een
mogelijke pilot “gratis OV”, pilot flexibilisering parkeernormering, pilot E-auto-delen, pilot groene golf
fietspaden etc.
In 2013 zijn grote projecten opgestart en de contouren voor 2014 bepaald. Werkdruk heeft er wel toe
geleid dat de proceskant van de Klimaattafel Mobiliteit niet de aandacht heeft gehad die het
verdiende. In 2014 verandert dit. Belangrijke ervaringen voor 2013 zijn met name dat we meer
bekendheid moeten geven aan de mogelijkheden om projectinvesteringen aan te vragen, dat er meer
duidelijkheid moet komen over de voorwaarde voor verstrekking van deze micro-investeringen en dat
we meer inzicht willen krijgen in alternatieve financieringsconstructies. Ook gaan we meer sturen op
het revolveren van onze bijdrage.
4. Energiezuinige gebouwde omgeving (GO)
Verduurzaming energievoorziening t.b.v. gebouwde omgeving
Er wordt steeds gezocht naar een optimale combinatie van energiemaatregelen op
woning/bedrijfsniveau en een duurzame energie-infrastructuur gekozen. T.a.v. de energieinfrastructuur vindt onderzoek plaats naar de overgang van gas naar warmte en all-electric.
De gasvoorziening is beperkt te verduurzamen en groen gas is nodig voor hoogwaardig gebruik,
ondermeer voor de procesindustrie.
Samen met stakeholders is gestart met het opstellen van het warmteplan, waarbij kaders worden
opgesteld voor verduurzaming, optimalisatie en lange termijnontwikkeling van de stadsverwarming. De
huidige verkoop van het stadsverwarmingsnet door RWE heeft hier invloed op. Bijstook van de
stadsverwarming op piekmomenten vindt momenteel met gas plaats, contractvorming rond (deels)
bijstook met bio-olie is gaande. In Bouverijen wordt gebruik gemaakt van groene warmte van de
rioolwaterzuivering. Voor het Stadskantoor wordt dit momenteel onderzocht. Het realiseren van een
ringleiding van de stadsverwarming lijkt uit onderzoek vooralsnog minder haalbaar. De verlaging van
de aanvoertemperatuur van de stadsverwarming levert CO2-besparing op, zonder dat er een
probleem ontstaat bij levering
Het opstellen van gastransitie-plan wordt momenteel voorbereid, samen met stakeholders.
In de gebouwde omgeving wordt het toepassen van KWO-systemen gestimuleerd, o.a. via bodemmasterplannen. Verder loopt er onderzoek naar het gebruik van geothermie (diepe warmteontrekking).
Het warmteplan en gastransitieplan zullen niet in 2013 zijn afgerond, maar in 2014. Dit komt doordat
het vormen van draagvlak meer tijd kost dan gedacht.
Verduurzaming van de gebouwde omgeving heeft in de Structuurvisie 2030 een belangrijke plaats
gekregen, in bestemmingsplannen en in de woonvisie wordt hieraan ook invulling gegeven.
Conform de landelijke afspraken wordt in 2015 de EPC (energieprestatie), norm voor
energiezuinigheid aangescherpt naar 0,4 en dienen in 2020 nieuwbouwwoningen energieneutraal te
zijn.
Aanpak bestaande woningen
In de energieaanpak van de gebouwde omgeving worden veel kansen door marktpartijen gezien voor
het organiseren van werk voor onder andere bouw- en installatiebedrijven, in het bijzonder bij
bestaande woningen. Meerdere projecten richten zich hierop. Een clustering van een aantal
bestaande bouw projecten is aangebracht. Hierbij werken meerdere partijen in de stad samen vanuit
4
hun eigen specialisme. BRES heeft in de wijk Zandberg, Prinsenbeek en Kroeten een project in
uitvoering, er is binnen dit project de start gemaakt met het renoveren van de woningen.
Door een totaalpakket aan particulier woningeigenaren aan te bieden, inclusief financiering, wordt
getracht zo veel mogelijk te ontzorgen. BRES, Gemeente Breda, de provincie en financiële
instellingen werken aan innovatieve financieringsmogelijkheden.
Er wordt in de projecten zoveel mogelijk gekozen voor maatregelen die een verdere doorgroei naar
energieneutraal mogelijk maken, zoals een lage temperatuursysteem, smart grid en een dak zo veel
mogelijk geschikt voor PV-panelen of zonnecollectoren.
De woningcorporaties hebben een groot woningbezit die blijvende aandacht verdient voor
energiemaatregelen. Woningen die in het kader van het onderhoudsprogramma worden aangepast
worden minimaal twee labelstappen verbeterd en er wordt gestreefd naar label B.
De nieuwe landelijke Aedes-afspraken en het SER-energieakkoord zetten in op een hogere ambitie,
het energieakkoord gaat dit ondersteunen (ook financieel). Twee corporaties hebben het landelijke
versnellingsprogramma ondersteund, gezamenlijk proberen we dit tot realisatie te brengen.
Voor particuliere woningeigenaren bevat het landelijke energieakkoord en de landelijke
versnellingsprogramma’s ook extra kansen, hier proberen we in de projecten op aan te sluiten.
In de verdieping van het woonlastenonderzoek wordt de aanpak van de aandachtsgebieden nader
bepaald. De resultaten uit dit onderzoek moeten aanbevelingen geven voor de specifieke benadering
van huishoudens waar de energielasten/woonlasten een probleem vormen.
Naast aandacht voor fysieke maatregelen wordt in de projecten aandacht besteed aan energiegedrag.
Het energieteam geeft energiebesparingsadvies en brengt kleine energiemaatregelen aan, met
bijzondere aandacht voor lage inkomens.
In Benelux-verband wordt met het project Urbiscoop aandacht gegeven aan de verduurzaming van de
bestaande bouw, in dit kader tekenden de koploper-gemeenten uit de Benelux een intentieovereenkomst en zal in 2014 een Europese subsidie-aanvraag worden voorbereid.
Tussen de projecten uit het uitvoeringsprogramma wordt actief kennis uitgewisseld. Dit gebeurt
ondermeer via een bijeenkomst twee maal per jaar en de nieuwe klimaatwebsite die momenteel wordt
opgezet, van en voor de partners van het klimaatuitvoeringsprogramma. Het samenbrengen van het
vraag en het aanbod naar verduurzaming van bijv. bedrijven of woningen wordt via dit systeem
gedaan. Momenteel wordt onderzocht of digitale systeem kan worden opgezet waarbij huishoudens
hun duurzaamheid in beeld kunnen brengen en advies kunnen krijgen over maatregelen.
5. Duurzaam Ondernemen (DON)
In 2013 is het samenwerkingsverband van Bredase Ondernemers in Duurzame Samenwerking
(BOnDS) officieel opgericht. Inmiddels is een website ontwikkeld en is een twitter account actief. Om
de professionalisering van de verduurzaming van bedrijven te bevorderen wordt een actief netwerk
ontwikkeld met de 3 O’s . Als eerste initiatief wordt begin 2014 het Bredase Energie Initiatief (BEI)
gepresenteerd, waarbij stakeholders in Breda onderling afspraken maken over het terugdringen van
energiegebruik. De route voor DON 1, De Bredase energie uitdaging voor bedrijven, is uitgezet om
zoveel mogelijk bedrijven uit te dagen de CO2 uitstoot in drie jaar te verminderen. Het convenant ligt
er inmiddels en men is gereed om de eerste bijeenkomsten in kader van dit project te organiseren. Op
20 februari 2014 wordt het convenanten door de eerste bedrijven ondertekend.
Stimuleren blijft een continu aandachtspunt waar zwaar op wordt ingestoken middels diverse
projecten die in elkaars verlengde liggen en elkaar versterken. Voor DON-2 (MVO-bedrijven in beeld)
Waren in 2013 ca 40 Avans studenten Bedrijfseconomie actief. De studenten hebben bij 10 bedrijven
een MVO scan uitgevoerd en gekeken hoe goed zij presteren op het gebied van maatschappelijk
verantwoord ondernemen (MVO). Gedurende de periode maart 2014 tot juni 2014 zal er een stagiaire
van de Fontys Hogeschool voor Journalistiek van deze bedrijfsverslagen 10 stimulerende en
wervende verhalen maken zodat deze bedrijven als voorbeeld kunnen dienen en zich ook op de kaart
‘Duurzaam Breda ’ (DON 5) kunnen profileren. Op deze kaart worden kennis gedeeld en ervaringen
uitgewisseld tussen particulieren en organisaties. Voorgaande projecten zijn tevens een start voor (en
geven input aan) het project DON-10, Verkiezing van de Duurzame Ondernemer, die in 2014 van
start gaat.
5
Breda Barst heeft in 2013 deelgenomen aan een landelijke duurzaamheidskring voor evenementen.
Het HBO Intro Festival bezoekt eveneens deze kring en kijkt net als Breda Barst hoe men de
Milieubarometer als monitoringsinstrument kan toepassen bij hun evenement. Mogelijk kunnen zij
samen een inspirerend voorbeeld zijn voor evenementen in Breda en wordt er contact gezocht met
Alliantie Breda Evenementenstad.(DON 11)
De Bredase duurzaamheidskring Grafische cirkel bestaat 15 jaar. Deze kring heeft landelijke
navolging gekregen. (DON 6) Er zijn 300 uren extra beschikbaar gesteld voor de Omgevings Dienst
Midden en West Brabant (OMWB) om extra aandacht te besteden aan de Verruimde reikwijdte van de
Wet Milieubeheer. Handhaving op de verruimde reikwijdte wordt lastig bevonden en blijft achter. Dit is
een landelijke trend en zal landelijk opgepakt worden in 2015. Vooruitlopend hierop gaan wij in 2014
in samenwerking met de OMWB met een pilot voor kantoorgebouwen en checklisten alvast aan de
slag. De eerste overleggen hebben inmiddels plaatsgevonden.
DON 03: In augustus 2013 is het samenwerkingsverband Bredase Ondernemers in Duurzame
Samenwerking (BOnDS) officieel opgericht. De website http://www.bonds.co.nl/site.php is nu
operationeel en is gestart met het leggen van contacten tussen de Ondernemers en instellingen van
de lokale en regionale overheid en het onderwijs (VO/HBO) t.b.v. afstemming van kennisuitwisseling
en het bevorderen van de professionalisering van de verduurzaming van bedrijven in de regio Breda.
Om duurzaamheid goed in kaart te brengen, meetbaar te maken zodat men duidelijke doelen kan
stellen wordt er een monitoringstool aangeboden (DON 12). Gestimuleerd wordt dat Bredase
bedrijven gebruik maken van de milieubarometer. De milieubarometer is een monitoringstool, met
name geschikt voor de MKB om de eigen bedrijfsvoering te verduurzamen. Zowel de Milieubarometer
van Stimular als Kansen bij Verkassen worden kosteloos aangeboden. Evenals de nudge kaart van
DON5 moeten zij wel frequenter onder de aandacht gebracht worden zodat er meer respons komt.
De duurzame energie-Rally (DON 8) heeft in 2013 geen start kunnen maken. Het vinden van
samenwerkingspartners was hier debet aan. Verwacht wordt dat begin 2014 de contouren duidelijk
zijn zodat men alsnog kan starten met het aantonen dat voor distributie men niet uitsluitend is
aangewezen op gangbare voertuigen maar dat elektrische voertuigen ook , zo niet beter, geschikt zijn.
Er wordt momenteel een pilot voorbereid, waarin geëxperimenteerd gaat worden met elektrische
stadsdistributie door bijv. met kleine elektrische voertuigen goederen af te leveren aan winkels en
bewoners in de binnenstad. Studenten van de NHTV gaan een businessplan uitwerken en uitvoeren,
met de uitdaging om met een gegeven hoeveelheid goederen met zo min mogelijk energie te gaan
distribueren.
Op 11 september heeft de Bredase E drive plaatsgevonden. (Don 9 Bredase probeerweken.) Er is niet
gekozen voor het direct uitvoeren van scans maar gekozen voor de filosofie van Proberen-OvertuigenDoen waarmee wordt verwacht dat de beoogde transities van woon-werkverkeer per auto naar
verkeer per e-bike /e-cooter en e-auto te hebben bereikt. Dit event is door 2000 mensen bezocht. Een
intensiever contact met bedrijvenverenigingen en het verder ontwikkelen van pilots op het gebied van
Mobiliteit zou helpen een nog beter resultaat te behalen.
6. Klimaatadaptatie (KL) (wordt nog ge-update)
Door klimaatadaptatie (naast -mitigatie) mee te nemen in de Structuurvisie Breda 2030 is de
(beleids)basis gelegd voor een Klimaatbestendige Stad. Met andere woorden, een stad waar het,
ondanks de klimaatverandering, goed wonen, werken en verblijven is.
Als doelstellingen zijn o.a. opgenomen om het hitte-effect in het stadscentrum te verminderen door:
 Aanleg van geveltuinen/groene gevels stimuleren door o.a. het verstrekken van informatie.
 Bij kansrijke ontwikkelingen in de binnenstad aandringen op toepassing van groene gevels
en daken.
 Aanbevelingen met betrekking tot klimaatadaptatie opnemen in de Visie Binnenstad.
Naast de inzet van groen is onderdeel van een klimaatbestendige stad een robuust klimaatbestendig
watersysteem. Een robuust watersysteem is veel meer dan een bovenmatig gedimensioneerd
rioleringssysteem. Het gaat er juist om, om de balans te vinden tussen droge voeten, kosten en
inrichting van de (beperkte), openbare ruimte. Bovendien is water verkoelend en kan dus worden
ingezet tegen hitte-(stress), water is recreatief en een bovendien de voedingsbron voor ons groen.
Er is gestart met een eerste opzet voor een handboek voor een duurzame(re) inrichting van het
watersysteem. In de wijk Brabantpark zijn langs de Molenleij diverse locaties ingericht voor het
waterspelen. In 2013 is gestart met het opstellen van een uitvoeringsagenda voor ‘vergroening’ van de
6
binnenstad. In de uitvoeringsagenda worden maatregelen beschreven. De afstemming door
participatie in de werkgroep/platform Cool Brabant (samenwerking B5 gemeenten / TU Delft /
waterambassadeurs / provincie is ook in 2013 voortgezet.
7. Monitoring CO2-reductie
MON-1
De CO2-emissiereductie voor 2012, kan op grond van de prognosecijfers die zijn aangeleverd door
Energie in Beeld (ENEXIS) worden vastgesteld op 1384 kton. De definitieve score voor 2012, zal in de
loop van 2014 definitief worden vastgesteld, na verificatie van de CO2-waarden door het CBS.
De korte termijndoelstelling voor 2012 van 1418kton (100 ton reductie t.o.v. de 0-metingwaarde van
1518 kton uit 2006) is daarmee duidelijk behaald.
Met betrekking tot de lange termijn reductiedoelstelling (Klimaatneutraal in 2044) zou voor 2012 al een
niveau van 1279 kton in Breda moeten zijn bereikt. Hiervoor zal dus duidelijk een inhaalslag gemaakt
moeten worden om op de beoogde afnamelijn richting klimaatneutraal te komen. Daarvoor is
voornamelijk de functionele realisatie van grootschalige lokale duurzame energieopwekking (wind,
zon, geothermie) noodzakelijk.
MON-2
Ten behoeve van meer inzicht in de ontwikkeling van het moeilijk te ‘meten’ maar alom gebruikte term
“duurzaamheid” is vanaf 2013 ook de “Monitor Duurzaamheid” als project opgenomen. In 2013 is, op
basis van o.a. de deelname van de Gemeente Breda aan een pilotproject van de Universiteit van
Amsterdam, de duurzaamheidstool DPL-Bt (Duurzaamheid Prestatie op Locatie voor
bedrijventerreinen) verder ontwikkeld. De Gemeente Breda en de BOM zijn in 2013 overeengekomen
om gezamenlijk de tool gefaseerd aan de bedrijvenverenigingen aan te bieden. Begin 2014 worden
de eerste workshops gegeven op basis van de DPL-doorlichting, die in 2013 heeft plaatsgevonden bij
de bedrijventerreinen De Krogten en Hazeldonk,
7