DOSSIER Kantoorgebouw van Leefmilieu Brussel zet nieuwe standaard Eind 2014 neemt Leefmilieu Brussel haar nieuwe hoofdzetel op Thurn & Taxis in gebruik. Het project, gerealiseerd in opdracht van ontwikkelaar Project T&T en ontworpen door een team onder leiding van het architectenbureau cepezed uit Delft (NL), wordt met 16.250 m² het grootste passiefkantoor van België. Met het oog op de algemene verplichting tot passiefbouw die ingaat vanaf volgend jaar, geeft Leefmilieu Brussel dus het goede voorbeeld. Bovendien kreeg het gebouw het BREEAM Excellent duurzaamheidscertificaat toegekend en zet het ook op heel wat andere terreinen een nieuwe standaard. DIMENSION Het Nederlandse architectenbureau cepezed werd aangezocht om een voorstel te formuleren, dat in goede aarde viel en haalbaar bleek. Het kreeg dan ook de opdracht toevertrouwd en nam het volledige ruimtelijke concept en ontwerp voor zijn rekening, die uiteraard werden afgestemd met de ingenieurs die instonden voor de stabiliteit, de installaties en de bouwfysica. Voor de toetsing aan de wet- en regelgeving, de besprekingen met de lokale overheden, het bestek en de werfopvolging tekende Samyn & Partners. Specifiek maar niet echt uitzonderlijk was het gegeven dat opdrachtgever en gebruiker niet eenzelfde organisatie waren. Wel had gebruiker Leefmilieu Brussel zijn eisen en wensen vooraf duidelijk geëxpliciteerd aan de eigenlijke opdrachtgever, Project T&T. Aan cepezed de opdracht om de niet altijd even mooi overlappende wensen en belangen samen te brengen tot een geheel waarin alle partijen zich konden terugvinden. Bij het ontwerpen maakte het team gebruik van diverse instrumenten die deels voortvloeiden uit het lastenboek en die volgens de architecten zuiver architectonisch weinig of geen invloed hadden. Het eerste is Breeam, waarvoor het gebouw minimaal een Excellent-certificaat moest krijgen. Breeam is een open systeem om de duurzaamheid te bepalen, waarin de keuze voor een mindere score op het ene vlak bijvoorbeeld goed kan worden gemaakt met een hogere score op een ander vlak. Om tot de gewenste passiefbouw te komen, werden de principes van Passivbau gehanteerd. Dat gaat uit van zuiver getalsmatige, eenvoudig te controleren aspecten als luchtdichtheid, isolatiewaarden en andere. Deze keuze 36 had wel een invloed op het glasoppervlak in de zijgevels, dat tijdens het proces werd teruggeschroefd van meer dan 50 naar circa 40 procent. Voor de materialenkeuze werd de NIBE materialenlijst gehanteerd. Die geeft rangordelijke richtlijnen betreffende de duurzaamheid van materialen en bouwcomponenten. Low tech Het compacte gebouw telt acht bouwlagen onder een gebogen en grotendeels beglaasd dak dat overloopt in de gevel en een groot atrium overkoepelt. De publiek toegankelijke ruimtes zitten allemaal op de gelijkvloerse en eerste verdieping: onthaal, grote tentoonstellingsruimte, auditorium, boeteloket, mediatheek, vergaderruimte. Die indeling vergemakkelijkte DOSSIER meteen de realisatie van een flexibel aanpasbaar gebouw. De belangrijkste speciale vereisten konden zo immers worden gebundeld: vluchtwegen, een grote luchtverversingscapaciteit, keukeninstallaties. Voor de ondergrondse parking en het atrium werd een RWA-installatie geplaatst. De kantoorverdiepingen zijn dankzij de structuur van stalen kolommen en balken met voorgespannen welfsels, gecombineerd met twee buitengevels in ter plaatse gestort beton, volledig vrij in te delen, te gebruiken en eventueel gedeeltelijk te ontsluiten. Mee op vraag van de gebruiker werd gekozen voor een lowtech gebouw met technisch relatief eenvoudige en basale oplossingen en materialen. Zo is als zonwering in het atrium een eenvoudig kassendoek toegepast, dat bij opwarming automatisch wordt neergelaten. In hetzelfde register zitten de warmterecuperatie via een warmtewisselaar, en de stralingswarmte en -koeling van de KWO-installatie, die via een watervoerend netwerk in de druklagen van de betonvloeren (BKA) in het gebouw worden gedistribueerd. In de winter is een individuele naregeling via convectors mogelijk. Alle systemen zijn goed bereikbaar en eenvoudig te bedienen. Met het oog op een optimale natuurlijke ventilatie zijn er te openen raamdelen opgenomen. De trap is zo uitnodigend gepositioneerd dat het liftgebruik tot een minimum wordt herleid, waardoor meteen minder liftonderhoud nodig is. Het kantoorgebouw vormt een onderdeel van Thurn & Taxis, het grootste stadsrenovatieproject in de hoofdstad met woningen, handelszaken, kantoren en een grote groene long. 4E Alleen het beperkte gedeelte van het dak boven de technische installaties is afgewerkt met EPDM. Boeiende details in de schil zijn de aansluitprofielen van de geveldelen en de geleiding van de buitenzonwering. Heel wat elementen werden zichtbaar gelaten, zoals de staalconstructie en veel beton. De keuze voor een basale afwerking versterkt de duurzaamheid en de beleving van het gebouw. Een ruwe afwerking stond overigens uitdrukkelijk op het eisenprogramma van de huurder, omdat daarvoor minder materialen nodig zijn en de wel gebruikte materialen later gemakkelijker weer te hergebruiken zijn. Leefmilieu Brussel karakteriseert het gebouw met het epitheton ‘4E’, wat staat voor ecogebouw, ecocentrum, ecowijk en eco-organisatie. Het geringe energieverbruik en het hogere comfort inzake akoestiek, temperatuur en verlichting wegen op tegen de wat hogere huurprijs. Het publiek en occasionele gebruikers zijn welkom op de twee verdiepingen die zijn » DIMENSION Hoge scores in de Breeam-doorlichting waren er met name voor het duurzame materiaalgebruik, het inzetten van hernieuwbare energiebronnen, de energiezuinige verlichting, de uitstekend geïsoleerde gevels en de prima daglichttoetreding. De gevel en het grootste deel van het dak bestaan uit een vliesgevelstructuur met overwegend drievoudige beglazing in extra geïsoleerde profielen, aluminium panelen en ingewerkte zonnepalen. Het gekromde atriumdak is uitgevoerd in koud gebogen glas, met integratie van een groot oppervlak aan architectonisch toegepaste pv-cellen in de gekromde dakgevel. 37 DOSSIER De keuze voor een basale afwerking versterkt de duurzaamheid en de beleving van het gebouw. gewijd aan dienstverlening. Het kantoorgebouw vormt een onderdeel van het grootste stadsrenovatieproject in de hoofdstad met woningen, handelszaken, kantoren en een grote groene long. Het nieuwe werken wordt ingevoerd, het restaurant gaat de duurzame toer op en een belangrijke plaats is gereserveerd voor de fiets en op langere termijn ook voor het openbare vervoer, want er staat een eigen tramhalte op de agenda. Werken met uitzicht De kantoorverdiepingen omvatten een oostelijke en een westelijke kantoorbeuk met een U-vormig plan, die het op het zuiden georiënteerd atrium omarmen. Alle kantoorzones kijken uit op dit atrium, dat met zijn passerelles fungeert als centrale ontmoetingsplek en een belangrijke rol speelt in het installatieconcept van het gebouw, doordat de ingevangen warmte kan worden gebruikt. Door het grotendeels glazen dak draagt het tevens in belangrijke mate bij tot de transparantie. Een zone met de liften en het verticale transport van de gebouwinstallaties verbindt de twee kantoordelen aan de noordzijde. Aan de oostelijke kantoorvleugel vormen de terugspringende vloerplaten galerijen die in open verbinding met het atrium staan. De verschillende galerijen zijn over zes bouwlagen heen verbonden door een lange, doorgaande cascadetrap met bordessen in uitkraging. De stalen trapconstructie heeft als treden U-vormige profielen, volgestort met beton. Ventilatiestijlen maken luchtcirculatie tussen de verdiepingen en het atrium mogelijk. Want licht, lucht en uitzicht vormen mee de pijlers van echte duurzaamheid. Redactie: Colette Demil & Staf Bellens © Foto’s: Algemene Aannemingen Van Laere nv, Zwijndrecht en Artitec FoDIMENSION tografie bvba, Zele. © Tekeningen: Architectenbureau cepezed, Delft (NL). 38 Het internationale ontwerpteam 0m • Architecten: Architectenbureau cepezed (NL) en Samyn and Partners Architects & Engineers (B) • Duurzaamheid en bouwfysica: DGMR, adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu 10m en software (NL) 5m • Stabiliteit: Ingenieursbureau SmitWesterman (NL) en Ingenieursbureau Meijer (B) • Installatieadviseur: Flow Transfer International (B)
© Copyright 2024 ExpyDoc