OPLEGNOTITIE Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Veiligheid Datum 1 oktober 2014 Onderwerp Kwaliteitsdiscussie Brandweer Fryslân Bijlage ten behoeve van agendapunt 4 Portefeuillehouder H. Apotheker Opsteller H. Blokker Telefoon 9635 E-mail [email protected] Bijlage(n) 1. N.v.t. Beslispunten Het bestuur: 1. neemt kennis van het huidige kwaliteitsniveau van Brandweer Fryslân; 2. onderkent de noodzaak tot kwaliteitsverbetering; 3. verstrekt de opdracht aan het MT Brandweer om een plan van aanpak kwaliteitsverbetering 20152018 op te stellen. Inleiding Bestuurlijke opdracht Op 6 maart 2014 heeft het Algemeen Bestuur het financieel kader 2015-2018 met onderstaande beslispunten vastgesteld: • uitgangspunt voor een taakstelling over de periode 2015-2018 blijft de vaststelling van een SMART-geformuleerd kwaliteitsniveau voor de uit te voeren taken door de agenda- en bestuurscommissies Gezondheid en Veiligheid in 2015; • met het oog op een mogelijke doorwerking van het vastgestelde kwaliteitsniveau van uitvoering in de gemeentelijke bijdragen voor 2015 worden voornoemde commissies gevraagd in de vergadering van het algemeen bestuur van 29 oktober 2014 voorstellen ter zake voor te leggen; • vooruitlopend op genoemde voorstellen zal bij de opstelling van de conceptbegroting 2015 worden uitgegaan van het binnen de begroting opvangen van de indexatie 2015. Het MT Brandweer heeft deze bestuurlijke opdracht betrokken bij de discussie over het huidige en vereiste kwaliteitsniveau van de brandweerzorg in Fryslân. In deze oplegnotitie wordt ingegaan op het huidige kwaliteitsniveau en de noodzaak tot kwaliteitsverbetering. Pagina 1 van 8 Beleidsmatige context 1.Inleiding Om het huidige kwaliteitsniveau van Brandweer Fryslân te bepalen, dit in het juiste perspectief te plaatsen en goed te kunnen duiden, is het relevant om aandacht te hebben voor het volgende: • Brandweer Fryslân heeft een bestuurlijk vastgesteld fundament; • Brandweer Fryslân zit in het eerste jaar van haar bestaan; • Brandweer Fryslân brengt de basis op orde; • Brandweer Fryslân heeft te maken met verschillende kwaliteitsniveaus in Fryslân; • Brandweer Fryslân wil voldoen aan wettelijke bepalingen; • Brandweer Fryslân wil vorm geven aan de bestuurlijk vastgestelde ambitie; • Brandweer Fryslân zet de koers in naar toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân; • Brandweer Fryslân heeft inmiddels structureel een taakstelling van 1 miljoen euro gerealiseerd; • Brandweer Fryslân verwacht op termijn efficiencywinst. 2. Bestuurlijk fundament De doelstelling van het project Samen naar 1 Brandweer (Sn1B) was één brandweerorganisatie voor heel Fryslan per 1 januari 2014 en dat is gelukt. Het bestuur heeft in dit proces belangrijke richtinggevende besluiten genomen waarmee het fundament voor Brandweer Fryslân is gelegd. In deze paragraaf zoomen we in op de bestuurlijk vastgestelde hoofddoelstelling, de uitgangspunten, de ambitie en de pijlers, omdat deze richtinggevend zijn voor de basis en de koers van de organisatie. In het Projectplan ‘Samen naar één Brandweer, van en voor de gemeenten’ (AB d.d. 28 februari 2012) is aangegeven dat de hoofddoelstelling, het toekomstbestendig maken van de brandweerzorg in Fryslân, een lange-termijn perspectief tot 2020 kent. Grafisch kan deze samenhang als volgt worden weergegeven: Van 11 organisaties naar 2012 - 2013 1 Korps Toekomst bestendige brandweerzorg 2020 Het bestuur stelt hierbij voor de organisatie de volgende uitgangspunten: • de nieuw te vormen toekomstbestendige brandweerzorg wordt zodanig ingericht dat deze haar opgedragen ‘warme’ en ‘koude’ taken effectief en efficiënt kan uitvoeren; • de organisatie voldoet aan de wettelijke eisen en gangbare normen; • garantie voor dienstbaarheid aan het lokale bevoegd gezag door vorm en inhoud te geven aan actieve informatie-uitwisseling; • de basisbrandweerzorg leveren op het niveau van de lokale gemeenschap (dichtbij de burgers, dichtbij lokaal bestuur en dichtbij de brandweermedewerkers); • bureaucratie dient zo veel mogelijk voorkomen te worden; • elke kazerne houdt zijn eigen identiteit, iedere kazerne of groep heeft een duidelijk aanspreekpunt. In het Visiedocument ‘Brandweer Fryslân over morgen’ (AB d.d. 27 juni 2012) is de grondslag voor Brandweer Fryslân vastgesteld door het doel, de ambitie en de pijlers te benoemen voor het blijvend realiseren van toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân. De ambitie luidt: Pagina 2 van 8 ‘Brandweer Fryslân als onderdeel van de Veiligheidsregio Fryslân voelt zich verantwoordelijk voor de (brand)veiligheid en de continuïteit in de samenleving. Als operationele organisatie voert zij haar taken slagvaardig uit. Brandweer Fryslân blijft zoeken naar de mogelijkheden voor slimmere en effectievere brandbestrijding en hulpverlening en heeft tevens versterkt aandacht voor preventie en het verstandiger en bewuster maken van de Friese burgers en bedrijven op het gebied van brandveiligheid. Er wordt een groter beroep gedaan op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Het rendement van de activiteiten in relatie tot de kosten voor de samenleving zijn sturend: met de beschikbare middelen de beste resultaten behalen. Om dit te bereiken wordt de samenwerking met (nieuwe) partners verder versterkt.’ Om de ambitie waar te kunnen maken, rust de brandweerzorg op de volgende pijlers: 1. Verbonden met de gemeenten; 2. Vrijwilligers als basis; 3. Risicobeheersing, van regelgericht naar risicogericht; 4. Repressie afgestemd op risicobeeld; 5. Verdere professionalisering van het brandweervak; 6. Bedrijfsvoering ondersteunt de ambities. Als naar de zes pijlers wordt gekeken, dan is één van de belangrijkste ontwikkelingen dat de brandweer een ontwikkeling door wil maken van een regelgerichte naar een risicogerichte benadering. Niet alleen voor het domein risicobeheersing, maar ook voor de repressie. Deze visie sluit aan bij de (landelijke) strategische koers voor de brandweer. 3. Eerste jaar Brandweer Fryslân ‘basis op orde’ Ten tijde van de start van deze kwaliteitsdiscussie, zo’n 70 dagen na de start van de nieuwe brandweerorganisatie, daalde het stof langzaam neer. Brandweer Fryslân kijkt terug op een vloeiende overgang waarbij de incidentbestrijding niet onder druk heeft gestaan. Uiteraard stonden de eerste maanden ook in het teken van wennen, zoeken, aftasten en het oude los laten. Gezien de omvang van de regionalisering is de verwachting dat dit nog wel even zal aanhouden. Voor veel medewerkers betekent de nieuwe brandweerorganisatie niet alleen een nieuwe werkgever, maar ook een nieuwe werkplek met nieuwe collega’s en andere werkwijze en -inhoud. De omslag van lokaal denken en doen naar regionaal denken en doen vraagt van zowel de medewerkers als van het management extra inspanning. Tot slot brengt het werken van de matrixorganisatie een nieuwe dynamiek met zich mee. De focus is gericht op werkinhoud en interne verbinding waarin ieder zijn plek zoekt. Het eerste jaar in het bestaan van Brandweer Fryslân staat volledig in het teken van het op orde brengen van de basis: de eerste stappen in het leggen van het fundament voor de nieuwe organisatie zijn gezet in het project Samen naar één Brandweer (Sn1B). Het fundament moet nu uitharden in de praktijk en stap voor stap wordt gewerkt aan een stevige basis. Voor de operationele brandweerzorg betekent dit aandacht voor zaken die nog niet of niet goed geregeld zijn. Concrete acties zijn bijvoorbeeld de salarisbetaling aan de vrijwilligers en werkplekken inrichten, oefenroosters maken, nieuwe vrijwilligers werven en opleiden en procedures harmoniseren. In het beleidsplan Brandweer 2014 ‘De basis op orde’ (AB d.d. 28 november 2013) zijn speerpunten geformuleerd die richting geven aan en voorwaardenscheppend zijn voor het tactische en strategische niveau van de brandweerzorg. De speerpunten zijn: de taken van risicobeheersing en planvorming inregelen en borgen, activiteiten Brandveilig Leven projectmatig oppakken, beleid Vakbekwaam Blijven ontwikkelen, beleid Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) opstellen en implementatie voorbereiden, eerste- tweede- en derde lijnsonderhoud en Online Beheer Systeem Veiligheidsregio (OBSV) inregelen. Het doel is dat eind 2014 het kwaliteitsniveau gelijk is aan het niveau van eind 2013. 4. Verschillende kwaliteitsniveaus in Fryslân Brandweer Fryslân heeft te maken met verschillende kwaliteitsniveaus in Fryslân. Dit komt omdat bij de vorming tot één korps de overgedragen kwaliteit vanuit de gemeentelijke brandweerorganisaties niet overal gelijk was. Deze verschillen komen niet uit de lucht vallen, uit de kwaliteitsmetingen in 2009 en 2012 zijn deze al naar voren gekomen. In 2009 heeft Capgemini een kwaliteitsanalyse gedaan en heeft het bestuur onderkend dat de gemeentelijke korpsen niet aan de destijds geldende of toekomstige eisen voor de koude- en warme brandweerorganisatie voldeden. De opdracht is gegeven om verbetering (toen nog) gemeentelijk of in samenwerking (regionaal) in te zetten (AB 16 december 2009). Pagina 3 van 8 In het kader van Sn1B is in 2012 een kwaliteitsaudit gehouden waarin de niet-repressieve prestaties van de gemeentelijke korpsen zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Er is vastgesteld dat er na de meting in 2009 gewerkt is aan kwaliteitsverbetering maar dat nog niet alle indicatoren op ‘groen’ stonden. Op basis van de plannen van aanpak zijn de korpsen aan de slag gegaan om binnen de organisatie de prestaties te optimaliseren. Bijkomend effect was wel dat veel werkprocessen daardoor ook passend bij de organisatieschaal ingericht werden. Doordat de schaalgrootte van de korpsen zeer divers was, waren ook de werkprocessen zeer divers. Dit geldt voor alle normen, ook voor die normen die overal ‘groen’ scoren. Dit betekent dan ook dat ook voor veel ‘groene’ normen geldt dat harmonisatie noodzakelijk is. Het bestuur stemde in met het voorstel om de geconstateerde omissies en verschillen op te pakken na de regionalisering (AB d.d. 28 november 2012). Deze stonden het vormen van één brandweerorganisatie niet in de weg en kunnen op regionale schaal het meest effectief en efficiënt aangepakt worden. In onderstaande schets van het huidige kwaliteitsniveau komen de omissies en verschillen terug. 5. Huidige kwaliteitsniveau Om het huidige kwaliteitsniveau te bepalen heeft Brandweer Fryslân haar taken in kaart gebracht conform het vijf-venstermodel. Dit is een algemeen cyclisch model met de vijf onderdelen income, input, throughput, output en outcome. Enerzijds wordt met dit model geredeneerd vanuit het noodzakelijke niveau dat o.a. wordt bepaald door het wettelijk kader waarbinnen de brandweer zich beweegt. Met wettelijk kader wordt ook bedoeld AMvB’s, normen, richtlijnen en bestuurlijke besluiten. Anderzijds zorgt het model er voor dat er ook aandacht is voor het redeneren vanuit de bestuurlijk vastgestelde ambitie en de effecten die Brandweer Fryslân wil bereiken in haar omgeving. Door het vullen van dit model zijn de processen en producten inzichtelijk geworden. Dit is waardevol voor een organisatie die net van start is. Het heeft er voor gezorgd dat er kritisch is gekeken naar dat wat we doen ook daadwerkelijk noodzakelijk is en of het op het op wettelijk niveau is. Daarnaast zijn de processen en producten getoetst op of het past bij de ambitie die het bestuur heeft uitgesproken voor Brandweer Fryslân. Hiermee is naast het bepalen van het huidige kwaliteitsniveau een belangrijke stap gezet in het op orde brengen van de basis: Brandweer Fryslân heeft duidelijk in beeld waarvoor ze verantwoordelijk is en waar de aandachtspunten liggen. Na het verkrijgen van inzicht in de processen en producten kan over het huidige kwaliteitsniveau in zijn algemeenheid opgemerkt worden dat de vergroting van schaal - van lokaal naar regionaal - impact heeft. De lokale brandweerkorpsen waren gezien hun schaalgrootte voor 2014 over het algemeen sterk operationeel georiënteerd en tactische en strategische vraagstukken werden vaak pragmatisch en naar lokale behoefte ingevuld. Door de schaalvergroting komen deze vraagstukken (die er altijd al waren) veel prominenter naar voren en vragen om een meer gestructureerde aanpak. Visie en beleid, landelijke ontwikkelingen: • Op een aantal onderdelen bestond en bestaat nog geen beleid. Regionaal beleid dat wel bestond is niet altijd lokaal toegepast of met lokale invulling gekleurd. Bestaand lokaal beleid moet omgebogen worden naar een regionale aanpak. Als gevolg hiervan moet nu een extra uniformeringslag gemaakt worden. • De afgelopen jaren heeft de focus noodzakelijker- en logischerwijs sterk op de interne organisatie gelegen. Er is daarom tot nu toe slechts beperkt aangehaakt bij landelijke ontwikkelingen en de relatie met de ketenpartners wordt niet optimaal benut. Dit terwijl deze ontwikkelingen en relaties wel van rechtstreeks belang zijn voor Brandweer Fryslân. Risico’s, verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid: • Burgers, bedrijven, instellingen en overheid hebben hun eigen rol en verantwoordelijkheid bij het voorkomen en beperken van brand. De brandweer wil actief zijn in het inzichtelijk maken van de risico’s en in het helpen van burgers, bedrijven en instellingen om die eigen rol en verantwoordelijkheid te kunnen dragen. De invulling van regelgericht naar risicogericht moet nog ingevuld worden. Vakbekwaam worden en blijven: • Tijdens het proces en in afwachting van de afronding van de geregionaliseerde brandweer is terughoudend omgegaan met het opleiden van brandweermensen. Hierin moet een inhaalslag gemaakt worden. Pagina 4 van 8 • • Oefenen op maat is niet ontwikkeld. Vrijwilligers worden hierdoor onnodig belast en de oefeningen zijn onvoldoende afgestemd op de incidenten die een post kan verwachten. Leerpunten uit oefeningen elders in het land of in de regio worden niet structureel en op gestructureerde wijze gedeeld. Dekking, paraatheid en piketten: • Dekkingsplan 1.0 is niet afgestemd op het brandrisicoprofiel van Fryslân. • Er is inhoudelijk onderhoud nodig voor bestaande structuren en systemen als Kazernevolgordetabel (KVT) en Melding- en Alarmeringsregeling (MAR): een systematische aanpak hiervoor moet nog ontwikkeld worden en vraagt daarmee een extra inspanning. • De meeste kazernes maken gebruik van ‘vrije instroom’ van vrijwilligers bij alarmering. Er is geen eenduidig inzicht in en registratie van de paraatheid van posten beschikbaar. Beschikbaarheid is bij verschillende kazernes op verschillende momenten een knelpunt met name tijdens de dagsituatie en vakantieperiode. Dit is in het verleden veelal opgelost met meer informele afspraken waarbij of niet conform de KVT wordt uitgerukt (post buiten dienst) of onder de maat wordt uitgerukt. De ontwikkeling van een eenduidig en veilig normenkader voor de minimale uitruksterkte is noodzakelijk. • Door de ontwikkeling rond piketten voor multidisciplinaire inzet en het ontstaan van piketten met meerdere functies/rollen is blijvende aandacht en bijstelling nodig. Daarnaast is er behoefte aan verdergaande professionalisering van de piketinvulling en toetsing daarvan, waarbij gestuurd kan worden op regionale kwaliteitsnormen. Dit om te waarborgen dat de ‘zorg op straat’ efficiënt, effectief is met minder risico’s. Informatie, plannen en procedures: • Adequate planvorming impliceert heldere richtlijnen en procedures. In regionaal verband geldt bovendien dat deze voor de hele regio toepasbaar en toegankelijk moeten zijn. Naast uniformering is het noodzakelijk dat landelijke richtlijnen slagvaardig doorvertaald worden naar de regionale situatie. • Met name op het gebied van operationele informatievoorziening lopen de kwaliteitsniveaus tussen de voormalige korpsen sterk uiteen. Daarnaast ontbreekt het aan duidelijke eenduidige normen over welke informatie in welke situatie noodzakelijk is, zodat dit bijdraagt aan het doel om incidenten effectief, efficiënt maar bovenal om de risico’s bij bestrijding te beperken. Tot nu toe is de insteek meer geweest: welke informatie is er en hoe krijgen de gebruikers die. De cruciale vraag is welke informatie de uitgerukte brandweermedewerkers nodig hebben voor het veilig en effectief verrichten van de taken en op welke manier kunnen we die zo adequaat mogelijk beschikbaar stellen. Registratie, rapportage en evaluatie: • Het gebied van registratie, rapportage en evaluatie is nog vrijwel onontgonnen. • Visie en beleid op dit gebied en aansluiting daarvan bij bestuurlijke wensen en behoeften ontbreekt. Dit geldt ook voor het daaruit voortvloeiende inzicht wat waarom geregistreerd en gerapporteerd moet worden. • Er is nog geen systematische aanpak van incidentevaluatie en de wijze waarop de lerende organisatie invulling krijgt. 6. De koers naar toekomstbestendige brandweerzorg in 2020 In 2020 lopen we minder risico’s in de gebouwen, onderkennen burgers en bedrijven risico’s en nemen verantwoordelijkheid in het voorkomen en beperken van brandrisico’s. Zij zijn veiligheidsbewust en zelfredzaam. Bij een brand weten zij tijdig het pand te verlaten. De daadwerkelijke inzet van de brandweer is afgestemd op de risico’s in de maatschappij en de zelfredzaamheid van burgers. Hierdoor is de brandweerzorg efficiënt en effectief ingericht, toekomstbestendig en financieel duurzaam. De samenwerking en afstemming tussen gemeenten, brandweer, ketenpartners, bedrijven en burgers is in 2020 optimaal geregeld. Ieder heeft zijn eigen rol en verantwoordelijkheid, maar gezamenlijk zijn wij verantwoordelijk voor een samenleving met zo min mogelijk risico’s. We streven naar een situatie waarin het maatschappelijk rendement het hoogste is en het bestuurlijk risico het laagst. Oftewel we gaan voor: • de veiligheid van de burger; • minder slachtoffers bij brand; Pagina 5 van 8 • • • • • het voorkomen en beperken van ontwrichting van de samenleving; het voorkomen en beperken van schade; specifieke aandacht voor de veiligheid van kwetsbare groepen; specifieke aandacht voor de veiligheid van risicovolle objecten; effectief, efficiënt en veilig brandweeroptreden in Fryslân. 7. Conclusie Het realiseren van toekomstbestendige brandweerzorg in 2020 gaat stap voor stap. De eerste stap voor Brandweer Fryslân is een gedegen organisatie neerzetten waarin zowel de koude (beheersmatige) als de warme (repressieve) brandweerorganisatie op orde zijn. Om dit te kunnen bereiken, is kwaliteitsverbetering noodzakelijk. Concreet betekent dit dat de kwaliteitsverschillen in Fryslân weg worden gewerkt en beleids- en beheersmatig de slag van lokaal naar regionaal wordt gemaakt. Voor het goed inrichten van de warme brandweerorganisatie moet de koude brandweerorganisatie op kwaliteitsniveau zijn, omdat deze randvoorwaardelijk is. Brandweer Fryslân wil de warme brandweerorganisatie ontwikkelen door het inrichten van ‘brandweerzorg 2.0’. Brandweerzorg 2.0 behelst het afstemmen van het dekkingsplan, de paraatheid, Brandveilig Leven en de brandveiligheid van gebouwen op het brandrisicoprofiel. Het bestuur heeft besloten om het dekkingsplan 2.0 op te stellen nadat de onderzoekresultaten van RemBrandfase 2 bekend zijn. Dit zal naar verwachting begin 2015 zijn en zodra de resultaten bekend zijn, zal de discussie met het bestuur gevoerd worden. Dit neemt niet weg dat de warme organisatie ook nu aandacht vraagt. Brandweer Fryslân heeft inmiddels structureel een taakstelling van 1 miljoen euro gerealiseerd. Daarnaast verwacht de brandweerorganisatie dat de regionalisering op termijn efficiencywinst gaat opleveren. Echter, daarvoor moet eerst wel de gehele organisatie op orde worden gebracht en de warme brandweerorganisatie optimaal worden ingericht. Grafisch kan de conclusie als volgt worden weergegeven: Q organisatie Q 11x De basis op orde Dec ‘13 Koers toekomstbestendige brandweerzorg Dec’14 t 8. Bestuursvoorstel De bestuurscommissie Veiligheid wordt in navolging van bovenstaande geadviseerd het Algemeen Bestuur, na behandeling in het Dagelijks Bestuur, in te laten stemmen met: • het kennisnemen van het huidige kwaliteitsniveau in Fryslân; • het onderkennen van de noodzaak tot kwaliteitsverbetering; • het verstrekken van de opdracht aan het MT Brandweer om een plan van aanpak kwaliteitsverbetering 2015-2018 op te stellen. 9. Communicatie De afgelopen maanden is door een brede vertegenwoordiging van Brandweer Fryslân geparticipeerd in de kwaliteitsdiscussie. De brandweercollega's (beroeps en vrijwillig) zijn gedurende het proces geïnformeerd in de reguliere werkoverleggen, de Lentetour en een speciale klankbordavond. Een visiebijeenkomst met de heer Weewer, lector Brandweerkunde van het Instituut Fysieke Veiligheid Pagina 6 van 8 (IFV) en plaatsvervangend regionaal commandant Brandweer Amsterdam-Amstelland, heeft ook bijgedragen aan de kwaliteitsdiscussie. Ook is het AOV-overleg in juni geïnformeerd en geconsulteerd over de discussie. Na besluitvorming in het Algemeen Bestuur zal de brandweerorganisatie breed geïnformeerd worden over de uitkomst. Beoogd effect/resultaat Streven naar een adequate repressieve organisatie die afgestemd is op het risicobeeld. Dit doen door risicoinzicht en -bewustzijn, preventieve maatregelen en een operationele organisatie op maat. Waarbij 24/7 paraatheid weer kan worden gegarandeerd voor de meest essentiële operationele inzetten. Dit vraagt goed en voldoende materieel, voldoende vakbekwame brandweermensen, relevante informatie voor de repressieve inzet en een brandweer die ontwikkelt, evalueert en leert van haar fouten. Door de noodzaak tot kwaliteitsverbetering te erkennen en het MT Brandweer hiervoor een plan van aanpak op te laten stellen, volgen er concrete transparante voorstellen om de koude brandweerorganisatie op het vereiste wettelijke niveau te brengen en hiermee worden de noodzakelijke randvoorwaarden voor de warme brandweerorganisatie gecreëerd. De warme brandweerorganisatie wordt door middel van implementatie van ‘brandweerzorg 2.0’ op het vereiste bestuurlijke kwaliteitsniveau gebracht waarbij efficiencywinst op termijn wordt verwacht. Hiermee wordt het hogere doel bereikt en dat is het blijvend realiseren van toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân met minder middelen. Argumenten voor 1. 2. 3. 4. 5. we volbrengen de bestuurlijke besluiten; we brengen het huidige kwaliteitsniveau van de brandweerzorg in Fryslân in beeld; we pakken de tot na de regionalisering uitgestelde verbeterpunten op; we leggen de consequenties van kwaliteitsverbetering of nalaten daarvan voor aan het bestuur; we halen de opdracht voor het MT Brandweer op betreffende het schrijven van een plan van aanpak voor kwaliteitsverbetering 2015-2018; 6. we creëren hiermee de noodzakelijke randvoorwaarden voor de warme brandweerorganisatie; 7. de warme brandweerorganisatie wordt door middel van implementatie van ‘brandweerzorg 2.0’ op wettelijk minimum en vereiste bestuurlijke kwaliteitsniveau gebracht; en 8. uiteindelijk zal de totale kwaliteitsverbetering leiden tot kwalitatief betere brandweerzorg voor minder middelen. Kanttekeningen/risico’s Er is spraken van het volgende risico: • financiële vertaling van bovenstaande ambitie; • ontwikkeling BDUR: er komt een landelijk onderzoek naar het gemeentefonds cluster Openbare Orde en Veiligheid en naar de BDUR. Dit onderzoek levert een herijking van de verdeelsleutels voor het gemeentefonds en de BDUR op. De verwachting is dat herverdeling nadelig zal uitvallen voor Fryslân; • uitkomsten onderzoek RemBrandfase 2 en opstelling ministerie m.b.t. afwijken van de wettelijke opkomsttijden; • positie Brandweeropleiding Noord BV (BON) en borging opleidingen; • financiële consequenties rijksmaterieel. Na besluitvorming: Akkoord met voorstel Paraaf secretaris: Akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Pagina 7 van 8 Niet akkoord met voorstel met aantekening: [Vul hier de aantekening(en) in] Origineel in archief Kopie naar ambtelijk aanspreekpunt Pagina 8 van 8
© Copyright 2024 ExpyDoc