Door: Els Smits Rode draad: de mond als spiegel van gezondheid Bio-energetisch tandarts Bert Heintzberger: De mond als spiegel van gezondheid Wat maakt de bio-energetische tandheelkunde anders dan de reguliere tandheelkunde? Bio-energetische tandartsen hebben zich naast hun studie tandheelkunde gespecialiseerd in complementaire geneeskunde, zoals homeopathie, acupunctuur, chiropractie of neuraaltherapie. Met die kennis kunnen ze testen of een patiënt bepaalde vulmiddelen kan verdragen en in welke mate deze belast is met kwik door amalgaamvullingen of met giftige stoffen die uit de tand vrijkomen na een zenuwbehandeling. Maar niet alleen dat; ook psychische problematiek kan via de mond tot uiting komen, aldus voormalig tandarts Bert Heintzberger. B ert Heintzberger werkte ruim dertig jaar als holistisch of bio-energetisch tandarts. Inmiddels gepensioneerd als tandarts, geeft hij vanuit zijn rijke ervaring nog steeds les in de vegatest aan mondhygiënistes. Hij werkt daarbij niet met apparaten, maar gebruikt kinesiologie, gecombineerd met de testampullen van de vegatest. Zo leert hij mondhygiënistes op een eenvoudige en goedkope manier problemen te analyseren, met name psychische problematiek. Psychische problemen hebben een groot effect op de conditie van je tandvlees. Regulier opgeleid als tandarts startte Bert 42 jaar geleden zijn tandartspraktijk. De grote hoeveelheid tandvleesproblemen bij zijn patiënten baarde hem zorgen. Op de vraag hoe de weerstand van deze mensen kon verbeteren, kreeg hij echter binnen de gewone geneeskunde geen antwoord. Een congres in de RAI over homeopathie leidde tot een ontmoeting die een keerpunt in zijn carrière betekende. ‘Tijdens de lunch zat ik bij een acupuncturist aan tafel die me vertelde hoe hij zijn cliënten met elektroacupunctuur testte en ze vaak net op tijd kon doorverwijzen naar een specialist. De verhalen van deze man inspireerden me zodanig dat ik kort daarna besloot ook acupunctuur te gaan leren. Toen ik daarmee begon, liep ik bij de fysiotherapeut, omdat ik mijn linkerarm nauwelijks meer kon gebruiken. Drie keer raden wat er tijdens de eerste de beste les werd behandeld: de longmeridiaan. Allemaal punten waar die fysiotherapeut me masseerde. De link tussen de longmeridiaan en www.vngk.nl mijn klachten was toen snel gelegd. Kwik! Dat adem je in als tandarts. Al na een aantal jaren had ik vermoeidheidsklachten en een tijdje later kon ik dus mijn linkerarm niet meer gebruiken. Direct bij de eerste acupunctuurles werd al duidelijk dat dat waarschijnlijk door dat kwik kwam. Daar ben ik echt ziek van geweest en ik ben toen heel snel gestopt met het leggen van amalgaamvullingen. > Vakblad voor de Natuurgeneeskundige 06 / NOV/DEC 2014 21 In het tweede jaar van de acupunctuuropleiding kwam de elektroacupunctuur en het testen aan bod, zodat je ook een meer westerse diagnose kunt stellen. Bijvoorbeeld dat het systeem is ontregeld door het kwik of door een bepaalde bacterie. Dat vond ik een heel groot goed. Maar de volgende vraag is natuurlijk waarom je daar last van hebt. Waarom krijgt die bacterie zijn kans? Waarom is die persoon daar zo gevoelig voor geworden, wat zit daarachter? En waarom is iemand zo allergisch voor bepaalde producten, hoe komt dat? Dan kom je toch terecht bij allerlei psychische problematiek, maar ook bijvoorbeeld bij karma. Wat krijg je mee van je ouders, van je voorouders?’ ‘Biofotonen vormen een overkoepelend systeem dat in feite alle cellen met elkaar verbindt …’ Vol passie vertelt Bert verder. ‘De mond is een spiegel voor de conditie van het lichaam. Elke tand of kies heeft een relatie met bepaalde organen of met een bepaald chakra. Dus als je altijd problemen ziet bij de kiezen die met de dikke darm te maken hebben, dan weet je dat er ergens in het tweede cha- 22 kra iets mis is. Als je dan ook nog eens test dat er een blokkade zit, dan weet je dat daar wat verborgen zit. Mensen kunnen blokkades hebben, zogezegd een hek of een omheining, een afgesloten gebied waar je niet binnen mag komen. Het lichaam doet gewoon alsof er helemaal niks zit, maar dat zijn natuurlijk bij uitstek plekken die wel behandeld moeten worden, want op den duur gaan juist die plekken een autonoom leven leiden. Een verklaring van hoe dat komt geeft Roel van Wijk in zijn onlangs uitgekomen boek ‘Light in shaping life’. Biofotonen vormen een overkoepelend systeem dat in feite alle cellen met elkaar verbindt door het licht wat er uitstraalt. Dat licht wordt verstuurd door de meridianen, die eigenlijk niks anders zijn dan collageenvezels die zich gedragen als glasfiberkabeltjes. Daar kan uitstekend informatie doorheen. Op basis daarvan kun je je voorstellen dat als je ergens een omheining hebt, letterlijk doordat een lichaam vervuild is, daar geen licht doorheen kan. Vervuiling kan optreden doordat schadelijke stoffen zich ophopen in het bindweefsel tussen je cellen. Maar je kan ook een vervuiling krijgen door psychische problematiek. Daar kan je net zo goed een hek omheen zetten, dat werkt ook als vervuiling. Er is geen verschil tussen lichaam en geest, dat loopt naadloos in elkaar over. Zo’n vervuild, omheind gebied, waar geen licht meer in of uit kan, is de ideale Vakblad voor de Natuurgeneeskundige 06 / NOV/DEC 2014 Rode draad: de mond als spiegel van gezondheid plek voor een tumor om zich te ontwikkelen. Het afgesloten gebied trekt zich nergens meer iets van aan en het lichaam heeft er ook geen last van, want het zit gewoon ingekapseld. Totdat de tumor zich meldt, omdat hij heeft zich ergens doorheen heeft gevreten. Pas dan wordt hij ineens zichtbaar. Dat is een van de dingen waar je in de mond een hele aardige aanwijzing voor krijgt. En als je weet dat er een blokkade is, als je ziet dat er op bepaalde plekken problemen zijn die zich niet oplossen, dan zou zich daar wel eens een tumor aan het ontwikkelen kunnen zijn. Een tumor kan je niet testen als die zo’n hek heeft. Hij is afgeschermd, het lijkt allemaal goed te gaan en de patiënt meldt zich niet bij de huisarts. Elke tumor wordt met testen per definitie gemist. Maar dat er een hek zit kun je soms wel testen en als je daar een opening in weet te maken, dan kun je soms zien wat daar binnenin zit. ‘Zo’n vervuild, omheind gebied, waar geen licht meer in of uit kan …’ Alles wat te maken heeft met ontstekingen en dergelijke kun je testen. Degeneratie kunnen we ook nog wel zien, als iets dermate chronisch ontstoken is dat het achteruit aan het gaan is. Maar als er een afscherming is kunnen we het niet meer testen. Daar lopen we constant tegenaan, ook in de gewone geneeskunde. En dan kan je preventief borstonderzoek doen of feces na laten kijken, maar moet je eens kijken wat dat kost. Als je de vegatest goed kunt doen, liefst zoals het ooit bedoeld is door Schimmel en niet met allerlei apparaten, en je kan goed differentiëren, dan kun je in vijf minuten heel aardig vertellen wat iemand mankeert en waar zijn zwakke plek zit. Nog niet precies wat je er allemaal aan kan doen, maar je weet wel aardig waar de schoen wringt. De artsen die ik les gaf bij de NAAV vroegen zich allemaal af waarom dit niet op de universiteit gedoceerd wordt. Er wordt bijvoorbeeld heel makkelijk een MRI gemaakt, terwijl even testen al kan uitwijzen dat dat niks op zal leveren als het probleem ergens anders zit. Dat zou zóveel kunnen besparen, wat je alleen al met richtingsdiagnostiek zou kunnen doen.’ Niet alleen weerspiegelt ziekte elders in het lichaam zich in de mond en het tandvlees. Ook de conditie van mond en tanden heeft zijn weerslag op de rest van het lichaam. ‘Langzamerhand verschijnt er steeds meer onderzoek over hoe ook tanden en kiezen bepaalde stofjes af kunnen scheiden die men weer terugvindt in tumoren. Een tand bestaat niet alleen uit massief weefsel. Je hebt het glazuur, daarbinnen het tandbeen en daar weer binnen een holte waar de zenuw zit. Vanuit die zenuw lopen allemaal kleine kanaaltjes dwars door de tand heen, miljoenen uitlopertjes, waar allemaal zenuwweefsel doorheen loopt. Als die zenuw afsterft doet de gewone tandarts een zenuwbehandeling. Hij maakt het hoofdkanaal schoon, probeert het te desinfecteren, maar eigenlijk is dat een beetje marginaal, want hoe krijg je die paar kilometer aan zijkanaaltjes schoon? Er blijven altijd resten achter, al is het alleen maar het vergane weefsel van wat ooit het zenuwweefsel was dat daar gelopen heeft. Dat vergaat en dan krijg www.vngk.nl je gewoon lijkengiffen die door de tand heen zweten en naar buiten komen. Dat is de verkleuring die je ziet als een tand dood is, zo’n beetje blauwachtig donker of zwart. Dat is niets anders dan de troep die vanuit die tand desintegreert en naar buiten komt. En zolang het daar zit gaat het ook je lichaam in en verspreidt zich daar. Inmiddels is ook in de gewone tandheelkunde bekend dat die dingen er eerst uit moeten bij mensen met hart en vaatziekten die geopereerd moeten worden en bij mensen met suikerziekte. Maar het gaat natuurlijk veel verder. Je kunt op alle mogelijke gebieden problemen krijgen. Er kunnen dus ook nadelen aan een zenuwbehandeling zitten. En als je bepaalde klachten krijgt, is het toch interessant om te kijken of die tand of kies er niet eens uit moet. Op de juiste manier en op het juiste moment. Je moet voorwerk doen. Je moet zo’n element behandelen en uitgebreid schoonmaken. Dat kan met kruiden, met homeopathie, met neuraaltherapie. Klachten moeten eerst door het voorbehandelen een verbetering laten zien. Als dan na zo’n voorbehandeling die tand of kies eruit gehaald wordt, dan heb je kans dat zo’n wond goed geneest. Anders heb je kans dat het alleen maar erger wordt. Maar een gewone tandarts haalt zo’n kies of tand er zonder die voorbehandeling uit, het tandvlees eromheen is vaak helemaal ontstoken en dan wordt er meteen een implantaat ingeschroefd. Natuurlijk gaat dat fout. De wond is nog niet genezen en wordt als het ware intact gehouden door een kunstschroef die een open verbinding heeft met de buitenwereld. Daar zit niet een verdedigingsapparaat omheen, zoals een normale tand heeft. En hoe lang gaat dat goed met zo’n ding? Daar is toch helemaal geen ervaring mee? Met de moderne driedimensionale CT-techniek blijkt dat bijna elk implantaat enigerlei ontstekingsreactie vertoont. Dat hoeft nog geen klachten te geven, maar het is er wel. Daar is zelfs een naam voor ontwikkeld: implantatitis! ‘Een tumor kan je niet testen als die zo’n hek heeft.’ Als tandarts kun je zo in de mond aanwijzingen krijgen dat er in het lichaam iets niet in orde is, maar er kan ook primair iets mis gaan in de mond, bijvoorbeeld door zenuwbehandelingen of implantaten die je erin schroeft. Als ik zag dat mensen pijnklachten of ergens een zenuwbehandeling hadden, dan ging ik dat testen en dan zag ik heel gauw verbanden tussen een en ander. Zo kwam ik snel van de mond bij het lichaam terecht en het voordeel van de vegatest is dat dat heel snel gedaan is. Met elektroacupunctuur kon ik ruim een uur bezig zijn, omdat ik zoveel punten moest meten. Maar voor de vegatest hoefde ik geen extra tijd uit te trekken. Dan keek ik eerst als tandarts en als daar aanleiding voor was, vroeg ik of ik even mocht testen. Als je mensen dan op tijd door kunt sturen naar een arts, vind ik dat een groot goed. Ik ben zo in ieder geval onder andere aardig wat tumoren op het spoor gekomen en kon deze patiënten tijdig doorverwijzen.’ Meer informatie: www.nvbt.nl Vakblad voor de Natuurgeneeskundige 06 / NOV/DEC 2014 23
© Copyright 2024 ExpyDoc