1 Spelregels AOW- partnertoeslag veranderen

Spelregels AOW- partnertoeslag veranderen
Hieronder uitleg over de spelregels die gelden om voor een partnertoeslag in aanmerking
te komen en wat men moet doen of moet laten in bepaalde situaties.
Geboren op of voor 31 december 1949
Wie geboren is op of voor 31 december 1949 en een jongere partner heeft, waar mee men gehuwd is of
samenwoont op 31 december 2014, kan nog in aanmerking komen voor een AOW- partnertoeslag. Het
inkomen van de jongere partner mag dan niet te hoog zijn. Het inkomen van de jongere partner moet onder
vastgestelde maximum grensbedragen inkomen uit arbeid en/of inkomen in verband met arbeid liggen en
het inkomen moet daar onder blijven. Komt het inkomen wel boven de grens dan verliest de AOWgerechtigde partner de partnertoeslag. Er is geen herleving van het recht. Dus wie een recht op een
partnertoeslag wil , en wil houden, moet er voor zorgen dat het inkomen van de jongere partner onder de
grenzen komt en blijft en moet de partnertoeslag aanvragen. Dit geldt vanaf de specifieke peilmaand die
van toepassing is. In die peilmaand moet men een partnertoeslag toegekend hebben gekregen.
Drie peilmaanden
Wanneer het inkomen van de jongere partner te hoog is om voor een partnertoeslag in aanmerking te
komen en men wil toch de toeslag dan moet de jongere partner het inkomen verlagen tot onder de
maximum grensbedragen. Dit moet vóór doch uiterlijk in de peilmaand gebeuren die van toepassing is en
bepaald wordt door de geboortedatum van de AOW gerechtigde partner. Er zijn drie peilmaanden:
december 2014 voor AOW- gerechtigden geboren vóór 1 november 1949; februari 2015 voor de AOWgerechtigden geboren in november 1949 en maart 2015 voor de AOW- gerechtigden geboren in december
1949.
Weloverwogen beslissing
Bij een inkomen uit werk is dan de oplossing dat de jongere partner minder gaat werken. Bij een inkomen
uit bijvoorbeeld een WW- uitkering is de oplossing dat de jongere partner de uitkering door het UWV naar
beneden laat aanpassen ( door zich minder beschikbaar te stellen ) of geheel stop zet.
( door zich in het geheel niet meer beschikbaar voor werk te stellen ). Dit moet een weloverwogen
beslissing zijn. De jongere partner wordt meer inkomensafhankelijk, bouwt minder of geen pensioen op en
heeft geen zelfstandig recht op AOW ook niet wanneer de partner overlijdt. En men moet zelf een
rekensom maken wat meer oplevert en weten waar men recht op heeft. In het geval van een uitkering is het
raadzaam om uit te vinden of er een recht is op een IOW uitkering. In dat geval behoudt men een
vergelijkbare of betere inkomenspositie en heeft men minder of geen belang bij een AOW- partnertoeslag.
Zelf de uitkering verlagen of stopzetten heeft geen negatief effect op de partnertoeslag wanneer de
uitkering uit Nederland komt. Een verlaging van een buitenlandse uitkering door jezelf heeft wel negatieve
gevolgen in de vorm van geen of een lagere partnertoeslag.
A Spelregels AOW partnertoeslag toegelicht
Wanneer men een lopend recht op een AOW partnertoeslag wil krijgen moet het inkomen van de jongere
partner vóór doch uiterlijk in de peilmaand die van toepassing is onder het maximum bedrag inkomen uit
arbeid of inkomen in verband met arbeid liggen. Om het recht te behouden mag de jongere partner na de
peilmaand niet boven het maximumbedrag inkomen uit arbeid of inkomen in verband met arbeid komen.
Raadzaam is wanneer men niet precies op de grensbedragen gaat zitten. Bedragen die genoemd worden
gelden tot en met december 2014. Het zijn bruto bedragen. Hieronder de belangrijkste voorwaarden
waaraan voldaan moet worden.
Schematisch ziet het er als volgt uit:
1
Voor alle groepen geldt dat men gehuwd moet zijn en/of samen moet wonen op
31 december 2014. Partnertoeslag moet aangevraagd worden door AOW
gerechtigde partner.
AOW gerechtigde
geboren vóór 01
november 1949
AOW gerechtigde
geboren in
november 1949
AOW gerechtigde
geboren in
december 1949
Jongere partner
geen inkomen of
een inkomen
onder de
vastgestelde
grenzen.
Partnertoeslag
indien het recht
toegekend is
uiterlijk in
december 2014.
Partnertoeslag
indien het recht
uiterlijk
toegekend is in
februari 2015
Partnertoeslag
indien het recht
uiterlijk
toegekend is in
maart 2015.
Laatste maand
om in aanmerking
te komen voor
een lopend recht
aan
partnertoeslag
December 2014
Februari 2015
Maart 2015
Mag het inkomen
van de jongere
partner boven de
vastgestelde
grenzen liggen?
Neen, in en na
december 2014
niet meer.
Neen, in en na
februari 2015 niet
meer.
Neen, in en na
maart 2015 niet
meer.
Vastgestelde maximum bruto bedragen inkomen jongere partner
Inkomen uit arbeid:
Per maand € 1330 per vier weken € 1223
Inkomen in verband met arbeid:
Per maand € 737 per vier weken € 678
1.Geboortedatum AOW gerechtigde
AOW gerechtigde is geboren op of voor 31 december 1949 en heeft een jongere partner waarmee men
gehuwd is of samenwoont op 31 december 2014.
2. Peilmaanden voor moment van toekenning
De peilmaanden zijn:
voor AOW gerechtigden geboren vóór november1949: december 2014;
voor AOW gerechtigden geboren in de maand november van 1949: februari 2015;
voor AOW gerechtigden geboren in de maand december van 1949: maart 2015
Inkomen jongere partner in de peilmaand en daarna is bepalend voor het krijgen en behouden
van een lopend recht AOW partnertoeslag. Uiterlijk in de peilmaand moet men een gedeeltelijke of hele
toeslag ontvangen en dus moet het inkomen van de jongere partner onder de vastgestelde maximum
grensbedragen liggen. Zie ook de site van de SVB over de peilmaanden.
https://www.svb.nl/int/nl/aow/hoogte_aow/toeslag/aow_toeslag_vervalt/index.jsp
3. Hoogte inkomen jongere partner in en na de peilmaand bepaalt recht op toeslag
* Inkomen uit arbeid partner ( niet hoger dan per vier weken € 1223 / per maand € 1330 )
* Inkomen in verband met arbeid partner ( niet hoger dan per vier weken € 678 / per maand € 737 )
2
* Incidentele inkomsten tellen nu nog mee, nota van wijziging in de maak die incidentele inkomsten
niet meer mee laat tellen voor de bepaling van het recht.
* Totale inkomen van de jongere partner te hoog dan geen recht of herleving van recht
Het inkomen van de jongere partner moet onder de vastgestelde maximum inkomensgrenzen liggen
en blijven die gelden in de peilmaand ( Zie de site van de SVB voor actuele bedragen.
https://www.svb.nl/int/nl/aow/hoogte_aow/toeslag/ )
Er is een grens voor inkomen uit arbeid ( of winst uit de onderneming van de jongere partner ) per
maand € 1330 ( en per vier weken € 1223 ) en er is een grens voor inkomen in verband met arbeid (
uitkeringen/ pensioenen etc.) per maand € 737 en per vier weken € 678. De SVB toont alleen de
bedragen per maand. Maar wie een inkomen per vier weken heeft moet zijn inkomen omrekenen naar
een maandbedrag.
Een voorbeeld. De WW uitkering wordt per vier weken betaald. Een bedrag aan WW € 600 per vier weken
is een WW uitkering van € 652.50 per maand. De SVB maakt de volgende rekensom. De betaling per vier
weken telt 20 betaaldagen. Per dag dus een bedrag van € 600 gedeeld door 20 is € 30. Per maand houdt
de SVB 21.75 betaaldagen aan. Het bedrag aan WW per maand is dan:
21.75 x € 30 = € 652.50.
Incidentele inkomsten aan de jongere partner tellen nu nog mee om te bepalen of men wel of niet boven het
maximale grensbedrag inkomen uit arbeid en/of inkomen in verband met arbeid uitkomt. Er komt een nota
van wijziging om incidentele inkomsten uit te sluiten voor de bepaling of iemand wel of niet in aanmerking
komt en blijft voor de partnertoeslag. Wanneer de nota van wijziging van kracht is, is geregeld dat het recht
op toeslag weer kan herleven als het recht op toeslag is geëindigd uitsluitend als gevolg van een
incidentele stijging van het inkomen van de jongere partner. ( De incidentele inkomsten blijft wel verrekend
worden met de partnertoeslag in de maand waarin deze betaling plaats vindt. Daaraan verandert de nota
van wijziging niets. )
Lopend recht
Wanneer het recht op AOW partnertoeslag is vastgesteld, uiterlijk in de peilmaand, is er dus sprake van een
lopend recht. Dat recht kan definitief vervallen wanneer de jongere partner na de peilmaand een te hoog
inkomen gaat ontvangen dat ligt boven de gestelde maximale grensbedragen inkomen uit arbeid of in
verband met arbeid. Zolang de jongere partner beneden de maximale grensbedragen inkomen uit arbeid
en/of inkomen in verband met arbeid blijft, kan de AOW partnertoeslag meebewegen met het inkomen van
de jongere partner. Wanneer het inkomen van de jongere partner lager wordt, wordt de partnertoeslag
verhoogd tot wat men 100% maximaal aan partnertoeslag kan krijgen. Maar komt het inkomen boven het
maximum grensbedrag dan vervalt de partnertoeslag geheel en definitief.
4. Hoogte partnertoeslag
Hoogte AOW partnertoeslag wordt bepaald door:
* Het inkomen van de jongere partner uit arbeid wordt gedeeltelijk gekort op de partnertoeslag;
inkomen van de jongere partner in verband met arbeid wordt één op één gekort
* De niet verzekerde jaren jongere partner
* De mogelijke korting van 10% in verband met gezamenlijk inkomen
Wanneer een partnertoeslag toegekend is, heeft de AOW gerechtigde partner een lopend recht. De hoogte
van het maximale recht op partnertoeslag is mede afhankelijk van het aantal verzekerde jaren van de
jongere partner en het gezamenlijke inkomen van beide partners.
De partnertoeslag wordt verrekend met het inkomen van de jongere partner volgens de daarvoor geldende
systematiek. De partnertoeslag wordt gekort in het geval de jongere partner een aantal jaren AOW opbouw
3
mist, en tevens indien het gezamenlijke inkomen boven een bepaalde grens komt. ( In de tweede helft van
2014 is dat een bedrag van €2.616 per maand. ) Wanneer het gezamenlijke inkomen boven deze grens
komt, wordt de toeslag gekort met 10 %.
Zie de site van de SVB voor meer uitleg en een voorbeeld van de berekening van de hoogte van de
partnertoeslag.
http://www.svb.nl/int/nl/aow/inkomsten/inkomsten_uw_partner/partner_minder_meer_verdienen/index.jsp
B Verschillende vormen van inkomen van de jongere partner plus te ondernemen stappen.
Inkomen jongere partner uit arbeid
Inkomen uit arbeid is een inkomen wat de jongere partner verdient in een baan (loon) of wat de jongere
partner verdient uit de eigen onderneming (winst). Wanneer het inkomen uit arbeid van de jongere partner
voor de peilmaand te hoog is en er is een wens om een lopend recht op partnertoeslag te krijgen moet de
jongere partner zelf gaan sturen door het inkomen onder de grens te krijgen uiterlijk in de peilmaand die
van toepassing is. De jongere partner moet dus in overleg met de werkgever. Na de peilmaand moet de
jongere partner eveneens de hoogte van het inkomen blijven beoordelen om er voor te zorgen nooit boven
de maximale grens aan inkomen uit arbeid te komen.
Inkomen jongere partner in verband met arbeid
Inkomen in verband met arbeid is bijvoorbeeld een WW uitkering of een vroegpensioen. Wanneer de
uitkering voor de peilmaand te hoog is en er is een wens om een lopend recht op partnertoeslag te krijgen
moet de jongere partner uiterlijk in de peilmaand die van toepassing is het inkomen onder de grens krijgen.
Zaak om dus voor de peilmaand te weten hoelang de jongere partner recht heeft (en hoe men dat recht
behoudt) op de uitkering en of het voordelig is om de uitkering te verlagen of stop te zetten. Samen moet
men aan de slag. Bij uitkeringen die aflopen moet onder andere een rekensom gemaakt worden maken van
wat meer oplevert. De uitkering of de partnertoeslag. Via de UWV kan de jongere partner informatie krijgen
over de uitkering en of hij/ zij in aansluiting op de uitkering in aanmerking komt voor een IOW uitkering. In
het geval de jongere partner een IOW uitkering krijgt, is er een vergelijkbare of betere inkomenspositie dan
met een AOW partnertoeslag. De AOW gerechtigde partner vraag de partnertoeslag aan.
WW
Wanneer men goed geïnformeerd is en kiest voor het in aanmerking komen voor een lopend recht op AOW
partnertoeslag moet men zelf handelen. Wanneer het inkomen van de jongere partner voor de peilmaand te
hoog is, kan de jongere partner zelf gaan sturen door de WW uitkering onder de grens te krijgen. Dat kan
door voor de peilmaand aan de UWV schriftelijk kenbaar te maken dat de jongere partner voor minder uren
beschikbaar is zodat het WW inkomen per maand onder het maximale bedrag komt. Men kan ook kiezen
om de uitkering helemaal stop te zetten. Natuurlijk uiterlijk in de van toepassing zijnde peilmaand zodat het
inkomen in de peilmaand onder de grens ligt.
Nota bene. Een WW uitkering is een vier weken bedrag. Om te bepalen wat de maximale grens is, moet het
maandbedrag wat de jongere partner maximaal aan inkomen in verband met arbeid mag verdienen
omgerekend worden naar een vier weken bedrag. Dus de € 737 grens per maand is omgerekend een grens
van maximaal € 678 per vier weken. De WW uitkering moet dus onder dit berekende bedrag van € 678
komen.
WAO - WIA
Wanneer de jongere partner een WAO of een WIA uitkering heeft ( boven het maximum bedrag van € 737
per maand ) moeten men samen goed in kaart brengen wat de rechten zijn. Onvoorspelbaar is de
gezondheid en de mate waarin de jongere partner arbeidsongeschikt blijft en welke uitkeringen hij/zij heeft
4
en behoudt. In ieder geval moet de jongere partner vast stellen via het UWV of men in aanmerking kan
komen voor een IOW uitkering na afloop van de uitkering. Wanneer men zeker weet dat men niet meer
afgekeurd blijft en de inkomenspositie dan verslechtert, is het raadzaam om te onderzoeken of het
voordelig is om in de peilmaand voor een AOW partnertoeslag in aanmerking te komen. Een rekensom
moet gemaakt worden. Weloverwogen zou men kunnen beslissen om de uitkering te beëindigen. Blijft zeer
lastig omdat er onzekere factoren meespelen. De jongere partner wordt in ieder geval meer
inkomensafhankelijk van de AOW gerechtigde partner.
Buitenlandse uitkeringen
Zelf de uitkering verlagen of stopzetten heeft geen negatief effect op de partnertoeslag wanneer de
uitkering uit Nederland komt. Een verlaging van een buitenlandse uitkering door jezelf heeft wel negatieve
gevolgen in de vorm van geen of een lagere partnertoeslag.
Pensioen
Indien de jongere partner een pensioen uitgekeerd krijgt, wordt dat één op één gekort. Indien de jongere
partner het moment van ingaan van het pensioen kan uitstellen is dat raadzaam.
C Weloverwogen beslissing
Om te bepalen wat voor beide partners gunstig is moeten zij naast de te maken rekensom samen over een
aantal zaken nadenken. Wanneer er een AOW partnertoeslag wordt aangevraagd wordt de jongere partner
meer inkomensafhankelijk en heeft geen zelfstandig recht op AOW ook niet wanneer de partner overlijdt.
De jongere partner bouwt ook geen pensioen meer op.
Voor dat men een definitieve beslissing neemt is het raadzaam om de website van de SVB te bezoeken om
de stand van zaken na te kunnen lezen. De jongere partner moet ook weten hoe een en ander schriftelijk af
te handelen met het UWV. Raadzaam is om de definitieve beslissing m.b.t. de WW pas in de maand voor
de peilmaand te nemen en aansluitend te handelen zodat het inkomen in de van toepassing zijnde
peilmaand aangepast is. Voorbereiden kan eerder.
Vragen?
Op de site van de SVB staat hoe men het eenvoudigste met de SVB in contact kan komen. Dat geldt ook
voor het UWV. Leden van Abvakabo FNV kunnen bellen met medewerkers van Abvakabo FNV via 0900
22 825 22 (ma t/m vrij 8.30 - 17.00 uur, lokaal tarief).
5