Memo Onderwerp : Datum : Treasury: geld verdienen met geld 10 aug. 14 1. Aanleiding De gemeente Eemnes heeft te maken met forse geldstromen. Jaarlijks gaan er miljoenen om in de begroting van de gemeente, worden er forse investeringen gedaan en participeert de gemeente in het omvangrijke project Zuidpolder. Treasury is de kunst om de inkomende en uitgaande geldstromen van de gemeente zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De belastingen komen vooral in het voorjaar binnen, de uitgaven worden gespreid door het jaar heen gedaan. De bedragen die we van het Rijk ontvangen beslaan een groot deel van de gemeentelijke begroting en soms moeten we die voorfinancieren (zoals bij de BTW). Investeringen in wijkschouwen of het riool moeten goed gepland worden en bij de verkoop van gemeentelijk bezit moeten we tijdig rekening houden met de te verwachten opbrengsten. Lenen kost geld en geld op onze rekening levert weer geld op. Overtollig geld moet tegen een zo aantrekkelijk mogelijke rente, veilig (conform de wet FIDO) worden weggezet en geld dat we tekort komen moeten we proberen tegen zo gunstig mogelijke condities te lenen. Dat is de taak van de treasurer. Lastig is dat een goede planning van wanneer nu wat uitgegeven of ontvangen wordt cruciaal is. Helaas zijn we daarbij deels ook afhankelijk van derden of van schattingen. Omdat we als gemeente een behoorlijk positief vermogen hebben, zit niet alles van de gemeente Eemnes vast in investeringen (gebouwen, riool), maar hebben we de afgelopen jaren kunnen profiteren van een overschot aan liquide middelen. Doordat we per saldo geld op de bank hebben staan, hebben we kunnen profiteren van een positief saldo op de hulpkostenplaats kapitaallasten. Deze hulpkostenplaats geeft de resultaten weer van de financiering van de gemeente Eemnes. 2. Kapitaallasten Om een goede afweging te kunnen maken hanteren gemeenten het systeem van de kapitaallasten. Een uitgave of een investering betekent immers of minder renteopbrengst of er moet voor geleend worden. Geld is nu eenmaal niet gratis. Om de kosten van geld inzichtelijk te maken hanteren we een interne rekenrente van 4% (zoals nagenoeg iedere gemeente in Nederland). Aan alle investeringen rekenen we dus de gemiste renteopbrengst toe. Hierdoor krijg je een zuivere afweging van (maatschappelijk) nut versus de totale kosten (dus inclusief rentekosten). Ook richting de grondexploitaties wordt 4% rente toegerekend voor de uitgaven die we uit de toekomstige opbrengsten verwachten terug te verdienen. Het andere element van de kapitaallasten is de afschrijving. Een investering gaat immers meerdere jaren mee, dus wordt het bedrag van de investering verdeelt over de verwachte levensduur van de investering. Een gebouw gaat 40 jaar mee, terwijl installaties 10 jaar mee gaan. Ter illustratie: Een investering van € 1.000.000 betekent een uitgave voor hetzelfde bedrag. Als die investering 40 jaar mee gaat, dan nemen we in onze begroting op een bedrag van € 25.000 voor de jaarlijkse afschrijving. Tevens rekenen we 4% gederfde rentebaten toe, oftewel in het 1e jaar € 40.000. De kapitaallasten voor deze investering bedragen het 1e jaar dus € 65.000. De kapitaallasten dalen elk jaar, doordat we de rente toerekenen over de boekwaarde. 3. Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) Het Rijk heeft regels gesteld aan hoe gemeenten hun geld en kapitaal beheren. Die regels staan in de wet FIDO. Hoeveel geld gemeenten mogen lenen, is afhankelijk van de begroting. Twee belangrijke regels: de kasgeldlimiet: deze limiet bepaalt hoeveel geld de gemeente mag lenen voor een periode van maximaal 1 jaar (hoeveel mag de gemeente rood staan). De limiet bedraagt 8,5% van de begroting, dus in 2014 ca. 1,5 miljoen. de renterisiconorm schrijft voor wat de maximale herfinanciering mag zijn in een jaar. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Deze norm benadrukt vooral het belang van een goede spreiding van de leningenportefeuille en daarmee van de renterisico’s. De renterisiconorm voor Eemnes beloopt voor 2014 ca. 4 miljoen. Sinds de laatste wijziging van deze wet is het zogenaamde Schatkistbankieren ingevoerd. De gemeenten moeten het geld dat ze (nog) niet nodig hebben verplicht aanhouden bij het Rijk (de schatkist), hiervoor ontvangt de gemeente een vergoeding gelijk aan het daggeld (Eonia) en dat is dankzij de huidige crisis laag (op 7 augustus bedroeg het tarief 0,014%, oftewel 0,152% op jaarbasis). Ook mag een gemeente geld uitlenen aan een andere overheid (gemeente, provincie of waterschap). Meestal is dat aantrekkelijker omdat de vergoeding van het Rijk op dit moment erg laag is. Voorheen mochten gemeenten beleggingen, obligaties etc. aanhouden, maar na enkele schandalen (Landsbanki en Ceteco) zijn de regels aangescherpt vanuit de overtuiging dat het niet de rol van een overheid is om te speculeren met gemeenschapsgeld. -2- Het verbod om te beleggen betekent ook dat er geen mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld een duurzaam beleggingsbeleid te voeren of om te beleggen in windmolenparken. De invoering van het schatkistbankieren brengt met zich mee dat we als gemeente voortaan eerst zullen kiezen voor het intern financieren van onze geldbehoefte in plaats geld te lenen. Voorheen maakten we een afweging tussen het te behalen rendement door geld uit te zetten (uit te lenen) en hetgeen we moesten betalen als rentevergoeding. Ter illustratie: Bij de (ver)bouw van het zwembad in Laren is het op grond van de huidige regels aantrekkelijk om de bouw grotendeels door de drie gemeenten te laten financieren. Zonder schatkistbankieren zouden we nu profiteren van de lage rent voor overheden en langdurig lenen tegen een aantrekkelijk tarief. Maar nu wel zelf geen obligaties meer mogen kopen, zouden we ons daarmee tekort doen ten opzichte van het Eonia tarief dat we van het Rijk krijgen. 4. Obligaties De gemeente Eemnes heeft de afgelopen jaren actief ingespeeld op beleggingskansen, zonder risico te lopen over de hoofdsom. Zo is er in 2013 een boekwinst van € 447.000 behaald op obligaties die dankzij de financiële crisis goedkoop zijn aangeschaft en in 2013 dus weer van de hand zijn gedaan. Op dit moment beschikt de gemeente Eemnes nog over een portefeuille obligaties met de volgende rentevergoeding en looptijd: * ABN variabele obligatie * APG Garantieproduct 3% Boekwaarde Nominaal Vervaldatum € 991.750 € 5.242.500 juni 2019 maart 2019 1.000.000 n.v.t. De komende jaren worden bij aflossing deze effecten ingezet voor de interne financiering van de gemeente Eemnes. Het rendement op deze obligaties ligt hoger dan de rentevergoeding die we bij nieuwe leningen moeten betalen, dus wordt voorgesteld om de effecten tot het einde van de looptijd aan te houden. Eerdere verkoop kan, maar levert een eenmalige boekwinst in 2014 op, waartegenover de komende jaren dan (fors) lagere rentebaten staan. 5. Projectfinanciering en uitgeleend geld Soms wordt op basis van een raadsbesluit expliciet afgeweken van de toerekening van de 4% rekenrente. Dat is o.a. gebeurd bij de verbouw/uitbreiding pand Zuidersingel 4 (kringloop/wereldwinkel) en de bouw van de dansschool. Bij beide investeringen is een -3- lening afgesloten en worden de werkelijke rentekosten van deze twee leningen doorberekend aan deze investeringen. Voor de dansschool en pand Zuidersingel 4 betreft dit lening BNG 40.107871 (10 jaar lineair) € 1.800.000 met een rentepercentage van 1,950%. Ook kent de gemeente een drietal leningen die zijn verstrekt aan Eemnesser verenigingen die zijn uitgeleend tegen een rente van 2,5%: IJsclub De Vaart SV Eemnes Deo et Arti Hoofdsom 68.067 150.000 100.000 50.000 Uitstaand 1/1/2014 16.911 0 (annuiteit, vervroegd afgelost) 100.000 (aflossingsvrij) 43.418 6. SVN leningen Door de SVN worden o.a namens de gemeente Eemnes de startersleningen en de duurzaamheidsleningen beheerd en geadministreerd. Na aftrek van de beheerskosten ontvangt de gemeente een rentevergoeding over de verstrekte leningen. Uit de aflossing en rentebetalingen kunnen weer nieuwe leningen worden verstrekt (revolving fund), bij onvoldoende saldo of toename van het beroep op deze leningen moet de gemeente extra geld storten bij SVN of de regeling stop zetten. In 2013 is er € 500.000 verstrekt aan SVN om nieuwe startersleningen (o.a. in project Zuidpolder) mogelijk te maken. Op 1-1-2014 stond er voor startersleningen € 1.521.411 en voor duurzaamheidsleningen € 302.218 uit bij het SVN. Hiervan is resp. € 707.411 en € 22.292 daadwerkelijk uitgeleend. In het eerste half jaar van 2014 zijn er inmiddels ook vijf leningen verstrekt voor de Zuidpolder, totale uitgeleende bedrag ca. 100.000. Over 2013 is een vergoeding van € 20.885 ontvangen (1,6% van het saldo per 1-1-2013). Vanuit de SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting) staat ook nog een lening open van de gemeente Eemnes groot € 222.319. Hierover is in 2013 2,23% rente betaald. In 2014 en 2015 zullen hierop de laatste aflossingen plaats vinden. De SVN leningen worden in de begroting nu verantwoord onder de hulpkostenplaats kapitaallasten. Het zou zuiverder zijn om de starterslening op het programma Wonen en de duurzaamheidslening op het programma Milieu & Duurzaamheid te verantwoorden, zodat ook hier zuiver inzichtelijk wordt wat de opbrengsten versus de toegerekende kapitaallasten zijn. 7. CV/BV ZUIDPOLDER Nu de fase van de planvoorbereiding is afgesloten, is de Zuidpolder feitelijk in de uitvoeringsfase aangekomen. Het bouw en woonrijpmaken van de verschillende -4- deelplannen en het doorlopen van de Ro-procedures rondom de uitvoeringsplannen. Daarnaast de afname en uitgifte van in eerste aanleg 60 kavels in 2014 en elk jaar daarop de afname en uitgifte van 30 kavels. De CV/BV heeft bij de start de kosten tot en met 1-7-2013 in rekening gebracht gekregen (vermeerderd met 4,6% rente). Ook de kosten van de gemeente Eemnes en van de marktpartijen tussen 1-7-2013 en de feitelijke start voorjaar 2014 zijn in rekening gebracht en in 2014 is de CV/BV aan de gemeente de bijdrage voor het kunstgrasveld voor de SV Eemnes verschuldigd. Ook is gestart met bouwrijpmaken. In totaal zal de CV/BV starten met een financieringsbehoefte in 2014 van rond de € 4,5 tot € 5 mln. Over de financiering van de CV/BV is afgesproken dat 30% eigen vermogen wordt ingebracht door de deelnemende partijen, dit eigen vermogen wordt renteloos ter beschikking gesteld. De gemeente neemt voor 50% deel en zal dus 15% van de totale financieringsbehoefte renteloos ter beschikking stellen. De andere 15% komt voor rekening van Van Wijnen en Heijmans. Voorts is over de resterende 70% afgesproken dat de gemeente Eemnes en Heijmans voor haar aandeel in het project (27%) die zullen verstrekken. In eerste instantie gaven de marktpartijen er de voorkeur aan dat de gemeente de externe financiers zou worden, maar uiteindelijk heeft Heijmans aangegeven haar eigen aandeel te willen financieren. Hierdoor loopt de gemeente minder risico (lager bedrag uitgeleend), maar ook realiseert de gemeente geen ‘winst’ op deze financiering. Met de CV/BV is het volgende financieringsarrangement afgesproken: Lening 1: groot € 2.450.000 wordt in 2014 opgenomen voor 10 jaar, rente 4,27% Lening 2: groot € 2.450.000 wordt naar behoefte opgenomen, looptijd 15 jaar, rente 4,52% Lening 3: groot € 1.000.000 wordt als exces1 lening aangeboden. Voor de financiering geldt de volgorde: EV > L1 > L2 > L3 Voor de aflossing geldt als volgorde: L3 > L2 > L1 > EV De verdeling van de te verstrekken leningen beloopt gemeente 73% en Heijmans 27%. GREX Zuidpolder In de GREX zijn de toekomstige inkomsten en uitgaven tegen 5% doorgerekend (rentelast GREX € 3 mln.). De nu met de CV/BV afgesproken financiering komt door de inbreng van het eigen vermogen daar ruim onder (voordeel € 1 mln.). Dat betekent dat er binnen de GREX ruimte is ontstaan om tegenvallers op te vangen. 1 Als zich onvoorziene omstandigheden voordoen, willen we niet conform de SOK gelijk met elkaar om tafel moeten. De CV/BV heeft dan een jaar extra kredietruimte om de zaken op te lossen. -5- Het afgesproken financieringsarrangement geeft de CV/BV de ruimte om (excl. de exces financiering) voor maximaal € 7.000.000 aan verplichtingen aan te gaan. Hiervan wordt dan 30% € 2.100.000 aan eigen vermogen ingebracht en worden beide leningen 100% gebruikt. De rentevergoeding over die € 7.000.000 komt dan neer op 3,08%. Bij een lagere financieringsbehoefte valt de rente lager uit. Boekhoudkundig Voorgesteld wordt om een zuivere lijn aan te houden. Daar waar bij andere projecten 4% rente wordt toegerekend, is het zuiver dat ook aan de CV/BV toe te rekenen. Omdat de gemeente ook een tweetal leningen verstrekt zijn er drie opties: 1. eenvoud Het meest eenvoudige is om (elk kwartaal) aan het eigen vermogen 4% rente toe te rekenen. Dat is administratief eenvoudig en maakt duidelijk dat de gemeente ook investeert in het project. In de maximale variant van € 7.000.000 wordt er over € 1.050.000 eigen vermogen dan 4% oftewel € 42.000 rente in rekening gebracht. Als wordt uitgegaan van € 6.147.000 (prognose cashflow 2014 dd 7 juli), wordt over het eigen vermogen van € 922.000 dan 4% oftewel € 36.880 rente toegerekend. 2. saldering Aan de gelden die aan de CV/BV ter beschikking wordt gesteld, wordt 4% rente doorbelast. Hierop in mindering wordt de ontvangen rente gebracht, die op beide leningen boven de 4% ligt. In het geval de € 7.000.000 maximaal wordt opgevraagd, dan is het gemeentelijk aandeel daarin € 4.578.000 (de rest marktpartijen). Over het eigen vermogen ontvangt de gemeente geen vergoeding, over lening 1 en 2 wel. Per saldo kost dit de gemeente € 17.000, hetgeen op de GREX wordt geboekt. Als wordt uitgegaan van een financieringsbehoefte van de CV/BV van € 6.147.000 dan kost het de gemeente € 15.500. 3. theoretisch juist Aan het eigen vermogen wordt 4% toegerekend. Zie voor de bedragen optie 1. Aan de leningen wordt ook 4% toegerekend. Het rentedeel boven de 4% wordt toegevoegd aan de reserve renterisico en dient ter dekking van toekomstige renterisico’s. Een hogere rente in rekening brengen aan de CV/BV zou uitgelegd kunnen worden als inboeken van toekomstige resultaten, aan de andere kant komt de feitelijke rente van de CV/BV rond de 3,1% uit, dus kan dit argument ook gepareerd worden. Bij de maximale financiering van € 7.000.000 zou er dan € 19.500 in de reserve belanden en bij de raming van € 6.146.000 gaat het om € 16.000. Resumerend: -6- Voorgesteld wordt om optie 3 te hanteren. Dan wordt er niet vooruitgelopen op toekomstige winsten in de GREX, het is theoretisch het meest juist en het is het meest voorzichtig. 8. VWEX ZUIDPOLDER Bij de start van het project Zuidpolder heeft de gemeente Eemnes alle gronden in het plangebied verworven, onder de gelijktijdige levering van 60 kavels (via de CV/BV) aan de marktpartijen. De overnameprijs van de gronden bedraagt € 104,28 prijspeil 1-72013 conform de door de raad vastgesteld SOK. De rente over de VWEX bedraagt 4,6%. Het complex Zuidpolder beslaat 225.214m2 zodat in de administratie van de gemeente een grondpositie is opgenomen van € 23.483.713. Deze grondpositie bestaat uit de geherwaardeerde gronden van de gemeente, de van de marktpartijen gekochte positie en de van derden gekochte restpercelen. Tegenover deze grondpositie staat een verplichting tot nabetaling van de 119.831m2 die van marktpartijen is gekocht, de aangekochte gronden zijn namelijk conform de SOK slechts voor 80% uitbetaald. De gemeente heeft een verplichting om € 2.499.195 na te betalen naar rato van de levering van kavels aan de CV/BV. De herwaardering op de gronden is voor ca. 1,9 miljoen die als een risicovoorziening in grondexploitatie opgenomen. Feitelijk betreft dit de winst die de gemeente ceteris paribus verwacht te realiseren. In 2014 zijn 60 kavels geleverd, zodat er 27.181 m2 grond is geleverd aan de CV/BV voor € 104,28, opbrengst voor de gemeente € 2.834.240. De nabetaling aan de marktpartijen beloopt € 259.222 (naar rato van het grondpercentage en het percentage uitgeefbaar). De komende 14 jaar worden er jaarlijks in januari aan de CV/BV 30 kavels (13.591m2 geleverd) en wordt er eveneens jaarlijks de nabetaling aan de marktpartijen uitgevoerd. In 2029 volgt dan nog een levering van 7.248 m2. Financieel (excl. rente) betekent dat in 2015 € 1.417.172 aan kavels wordt geleverd en betaald en voor € 205.877 een nabetaling aan de marktpartijen wordt gedaan. De financiering van de gronden is een aangelegenheid van de gemeente en vormt de komende jaren het belangrijkste onderdeel van de treasury. Wellicht ten overvloede, we hoeven niet het gehele bedrag van de boekwaarde te lenen uiteraard, er is een verschil tussen kasgeld en bezit. Ook gaan we natuurlijk deels eigen geld inzetten. De CV/BV betaalt de opgelopen rente (4,6%) over de gronden aan de gemeente (vwex) wanneer de gronden worden afgenomen. Boekhoudkundig In de VWEX wordt gerekend met 4,6% rente, tot en met 2029 een bruto bedrag van ca. € 6,3 mln. (contante waarde € 5,1 mln.). -7- Vanuit de kostenplaats kapitaallasten wordt jaarlijks 4% aan de netto2 boekwaarde toegerekend. Het verschil met de rekenrente van 4,6% wordt wel geboekt in de VWEX, maar wordt toegevoegd aan de risicovoorziening grondexploitatie. Gedurende de looptijd van het project wordt zo ca € 750.000 aan deze voorziening toegevoegd. In de stukken behorende bij de SOK is dit ook als extra risicobuffer opgenomen. In cijfers: In 2015 wordt er volgens de VWEX (dd 9 apil 2014) een rentevergoeding ontvangen van € 809.781. Over de netto-boekwaarde zou 4% rente neerkomen op ca € 687.928 aan toegerekende rentelasten vanuit de hulpkostenplaats kapitaallasten. Het verschil (in dit voorbeeld € 121.853) wordt toegevoegd aan risicovoorziening grondexploitatie. De exacte rentetoerekening en dotatie zijn afhankelijk van de uitkomsten van de aanbestedingen voor bouw- en woonrijpmaken, een eventueel sneller afnametempo van de CV/BV, eerder of later aanleggen van de geluidswerende voorziening etc. Uiteraard wordt in het kader van het project Zuidpolder jaarlijks de stand van het project, de opgetreden risico’s en de nog te verwachten risico’s afgezet tegen de stand van deze risicovoorziening. Als het project volgens plan verloopt, valt het saldo op enig moment vrij ten gunste van een vrije besteding. Doen zich onverwachte tegenvallers voor (risico’s worden manifest), dan kan een tekort uit deze reserve worden gedekt. 9. Vaste schulden: stand van zaken De vaste schulden van de gemeente Eemnes op 1-1-2014 bedroegen € 17.620.000 en zijn als volgt verdeelt. (Een fixe lening kent tussentijds geen aflossing en een lineaire lening wordt gedurende de looptijd naar rato afgelost.) BNG 40.104379 Lening met looptijd 5 jaar, fixe, aflossing 30-6-2014 groot € 7.200.000, rente 3,550% Deze lening is aangegaan voor de aankoop van de gronden in de Zuidpolder in 2009. Leningen zonder specifiek doel, bedoelt om de algemene uitgaven, investeringen etc. te financieren: Lening met looptijd 10 jaar, lineair, 20-2-2012, € 2.000.000, rente 2,630% Lening met looptijd 10 jaar, fixe, 23-12-2013, € 2.500.000, rente 2,730% Lening met looptijd 5 jaar, fixe, 23-12-2013, € 4.500.000, rente 1,580% De leningen van december 2013 zijn aangegaan om te voldoen aan de normen van de wet FIDO omtrent de kasgeldlimiet. In 2013 is er lang onderhandeld over m.n. het project Zuidpolder. Voorts is het lenen op korte termijn op dit moment voor een overheid als de gemeente Eemnes extreem goedkoop. Ter illustratie in augustus ’14 betaalt de gemeente voor kasgeld (1 maand lenen) een rentevergoeding van 0,15% (op jaarbasis). Dus € 1.000.000 lenen voor 1 maand, kost € 125. 2 Over de nabetaling is geen rentevergoeding overeen gekomen -8- 10. Risico en rentevisie De kunst van treasury is naast het goed op elkaar afstemmen van inkomende en uitgaande geldstromen, het inschatten van de ontwikkeling van de rente. Dat is een zaak voor professionals en ook die zitten er (soms) naast. De koers van de ECB is daarbij belangrijk, men koerst op een inflatie van 2% (nu in Nederland minder dan 1%) en een stabiele euro. De euro is nu echter te duur en dat betekent dat een renteverhoging niet waarschijnlijk is, immers een hogere rente maakt de euro als belegging aantrekkelijker. De laatste maatregel van de ECB in juni is het nemen van geldverruimende maatregelen en de introductie van o.a. een negatieve rente voor banken die kasgeld aanhouden bij de ECB. Ook de Nederlandse staat leent op korte termijn soms tegen negatieve rentes. Hierdoor is ook de lange rente dit jaar nog verder gedaald naar historisch lage niveaus. Belangrijk is of en in hoeverre het economisch herstel door zet. Een renteverhoging is slecht voor het economisch herstel, dus blijft een robuust herstel uit (de groei in Europa is nog mager) dan zal de rente langer laag blijven (een scenario dat in Japan al voor een langere periode werkelijkheid is). De visie van onze 3 grootbanken (begin augustus 2014): ABN AMRO verwacht dat de lange rente in het najaar en volgend jaar langzaam oplopen. Het belangrijkste tarief voor banken is het euribor tarief. De 3 maands euribor staat nu op 0,2% en de verwachting van ABN AMRO is dat dit nog zal dalen naar 0,1%. ING Bank voorziet een kleien opleving naar 0,25%, maar dit niveau zal ook tot medio 2015 zo laag zal blijven. De RABOBANK gaat uit van een stabiel tot licht lagere euribor tussen de 0,17 en 0,21% tot medio 2015. De lange rente ziet ABN AMRO wel oplopen, hiervoor is de 10-jarige NL Staatslening een richtsnoer, die staat nu op 1,36% en men verwacht dat deze in het 4e kwartaal van 2014 wat gaat oplopen naar 2,0%, om in 2015 gestaag verder op te lopen naar 2,3% medio 2015. De ING is ook van mening dat de rente gaat oplopen en wel naar 1,8% eind 2014, maar in 2015 slechts ligt naar 1,95%. De RABOBANK is pessimistischer voor het herstel van de rente en ziet eind 2014 de 10-jaars rente nog op 1,3% staan en pas half 2015 oplopen naar 1,63%. Als gekeken wordt naar de futures op de effectenbeurs, dan verwachten de beleggers dat de rente nog steeds laag blijft (de termijnbeleggers rekenen erop dat over een jaar de 10 jaars swap op 1,59% staat). Kortom tussen de hoogste en laagste inschatting zit bijna 50% verschil. Bedacht dient te worden dat de gemeente Eemnes niet zo goedkoop leent als de Nederlandse staat. Dus onze rentetarieven liggen altijd enkele tienden hoger. De gemeente Eemnes hanteert geen agressief risicomodel. Op basis van een reële inschatting van de liquiditeit die we de komende jaren nodig hebben en met een gezonde spreiding over de jaren heen, willen we de financieringsbehoefte voor de komende jaren dekken. -9- Het voorstel is om in 2014 en tot medio 2015 maximaal in te zetten op het benutten van de korte lage rente. Maximaal wil zeggen, conform de kasgeldlimiet van de wet FIDO. Op het moment dat de rente inderdaad lijkt aan te trekken is het met de huidige lage rentetarieven vroeg genoeg om de korte termijnfinanciering in te ruilen voor lange termijnfinanciering. Als we de meest pessimistische visie van ABN AMRO hanteren, dan stijgt de rente in een jaar tijd van 1,36% naar 2,3%. Nog steeds ruim binnen onze rekenrente van 4%. Een tweede, minstens zo belangrijke reden, om maximaal kort te financieren is het schatkistbankieren. Als opbrengsten later binnenkomen of investeringen later plaats vinden, dan levert overtollig geld de gemeente tegenwoordig weinig rendement op. Kortom door zo goed mogelijk en realistisch in te schatten, rekening te houden met vertragingen en een pro actief treasury beleid, moeten we voorkomen dat we geld lenen waarmee we even niks mee kunnen. Door maximaal rood te staan wordt dat voorkomen. Overigens kan de provincie voor twee kwartalen ontheffing geven voor de kasgeldlimiet, kortom een vertraging in inkomsten of sneller dan verwachte uitgaven van een half jaar kunnen via deze ontheffing opgelost worden. Voor de leningen die we willen aangaan voor een langere periode, stellen we een pakket voor met verschillende looptijden en omvang. Hierdoor wordt het risico op het moeten vernieuwen van een lening als de rente ongunstig staat uitgesmeerd over meerdere jaren. Bovendien is de huidige lage rentestand een gunstig moment om de financieringsbehoefte van de gemeente goed af te dekken. 11. Hoeveel hebben we nodig? Op basis van de meerjarenbegroting 2015 – 2018, de daarin opgenomen investeringen en geraamde opbrengsten hebben we nodig: Financieringsbehoefte. x 1.000. Financieringssaldo 3 Bestaande leningen 10 jaars 20-2-2022 10 jaars 15-11-2022 10 jaars 22-12-2023 5 jr fixe 24-12-18 10 jrs fixe 15-4-24 2015 2016 9.100 2017 2018 2019 8.100 6.100 5.900 2.200 1.400 1.260 2.500 4.500 4.900 1.200 10080 2.500 4.500 4.900 Vrijval obligaties 800 720 2.500 4.500 4.900 600 540 2.500 4.900 6.000 Voorstel financiering 3 1.000 900 2.500 4.500 4.900 Inclusief project Zuidpolder - 10 - 2 jaars fixe 4,5 jaars fixe 5 jaars fixe 1.500 5.000 1.000 1.500 5.000 1.000 5.000 1.000 5.000 1.000 1.000 Kasgeld 1.500 1.200 1.200 1.200 1.200 Zie voor onderbouwing van de cijfers de bijlage, tab ‘totale financieringsbehoefte’. 12. Risico’s financiering De financiering is gebaseerd op een planning die berust op de huidige inzichten. Gezien de omvang en looptijd van het project kunnen er zich omstandigheden voordoen waardoor er wijzigingen in het project en daarmee de financiering kunnen plaatsvinden. Mocht de situatie zich voordoen dat de financiering verandert, dan zullen we met een voorstel naar de Raad komen. - 11 -
© Copyright 2024 ExpyDoc