Vraag 1 (18 punten)

NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Vragen bij casus Lubbocks
(totaal 106 punten)
Vraag 1 (26 punten)
In een externe omgevingsanalyse wordt onderscheid gemaakt tussen meso- en
macrofactoren.
a. Breng de externe omgeving voor Lubbocks in kaart. Noem hierbij drie meso- en drie
macrofactoren.
Exameneis(en) 1.6 t/m 1.9
Literatuur NIMA Marketing Lexicon, meso (p. 38); macro (p. 36)
De SWOT-analyse kan gebruikt worden als basis voor strategieformulering.
b. Maak een SWOT-analyse voor Lubbocks. Noem twee elementen per kwadrant.
Exameneis(en) 4.1
Literatuur NIMA Marketing Lexicon, SWOT, p. 193.
c. Wat zijn de twee belangrijkste conclusies uit deze SWOT-analyse?
Exameneis(en) 4.1
Literatuur NIMA Marketing Lexicon, p. 193
Antwoordindicaties
Vraag 1a
Bij een macroanalyse kijkt men naar externe onbeheersbare invloeden vanuit de
maatschappij. Deze bestaan uit demografische, economische, sociaal-culturele,
technologische, ecologische en politiek-juridische factoren (DESTEP).
- Welvaartsniveau, Conjunctuur / Bestedingen (K/B)
- Overvloedige consumptie (K)
- Automatisering (K)
- Toenemende aandacht gezonde levensstijl (K)
- Individualisme (K)
- Economische crisis, gevolgen voor bestedingen (B)
- Vergrijzing (K/B)
De meso-omgeving is voor de organisatie de beïnvloedbare, maar niet geheel
beheersbare omgeving. De meso-omgeving behelst de gehele bedrijfstak en bestaat
uit partijen waar de organisatie direct contact mee heeft.
Iedere organisatie in een bedrijfstak heeft te maken met bijvoorbeeld vergrijzing en/of nieuwe
technologische ontwikkelingen. De meso-omgeving bestaat uit de leveranciers, distributie,
concurrenten, afnemers en publieksgroepen.
- Professionalisering en commercialisering loopevenementen (K)
- Beïnvloeding door media op schoonheidsideaal (K)
- Ontwikkeling internetverkoop, ontwikkelingen in distributiekolom (ketenintegratie)
(K/B)
1
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Vraag 1b
De bij vraag 1a genoemde factoren kunnen hier als kansen en/of bedreigingen worden
genoemd.
STERK (Strengths)
- Kapitaalkrachtig bedrijf
- Innovatief
- Kwalitatief sterk (stabiliteit, pasvorm)
ZWAK (Weaknesses)
- Smal assortiment hardloopschoenen
- Onbekende speler op Nederlandse
markt
- Geen webshop
- Te klein marktaandeel nietsportspeciaalzaken
- Relatief klein dealernetwerk
BEDREIGINGEN (Threats)
- Economische crisis, gevolgen voor
bestedingen
- Verzadiging van de markt
KANSEN (Opportunities)
- Toenemende aandacht gezonde
levensstijl
- Individualisme
- Professionalisering en
commercialisering loopevenementen
- Beïnvloeding door media op
schoonheidsideaal
- Ontwikkeling internetverkoop
- Toenemende ketenintegratie
(producent wordt detaillist)
- Vrouwen? (nieuwe doelgroep)
Vraag 1c
De conclusies zijn afhankelijk van de ingevulde SWOT-analyse en moeten daarop
aansluiten. Een conclusie is een combinatie van elementen uit twee of meer kwadranten.
Belangrijke conclusies moeten betrekking hebben op:
- Kwalitatief goed/innovatief product voor een consument die steeds meer aandacht
besteed aan zichzelf, inclusief zijn gezondheid maar steeds meer prijsbewust wordt.
- Een grote, sterke speler met werelddekking die multichannel (zowel off- als online)
ruime groeimogelijkheden heeft
Correctoreninstructie
Vraag 1a (maximaal 6 punten)
Geef voor de benoeming per factor 1 punten. Maximaal 3 punten toekennen op meso- en 3
punten op macroniveau. Hier dus geen compensatie (bv. 4xmeso + 2xmacro levert 6 punten
op).
Let op het verschil tussen meso en macro: macro is niet beheersbaar en ook niet
beïnvloedbaar; meso is niet beheersbaar en wel beïnvloedbaar.
Maximaal voor deze vraag: 12 punten.
Vraag 1b (maximaal 12 punten)
Geef voor de invulling per kwadrant maximaal 2 punten; dat kan alleen als in een kwadrant
minimaal twee items zijn genoemd. Indien juiste factor in verkeerde kwadrant staat dan 1
punt aftrekken.
Maximaal voor deze vraag: 12 punten.
Vraag 1c (maximaal 8 punten)
2
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
De twee conclusies moeten aansluiten op de elementen die in de SWOT analyse bij vraag
1b zijn genoemd. Elke logische conclusie is 4 punten waard.
Vraag 2 (24 punten)
U helpt met het opzetten van een marketingcommunicatieplan voor de middellange termijn.
In de keten is de retailer een belangrijke beïnvloeder in het beslissingsproces van de
consument. De inkoop wordt verzorgd door de eigenaar (bij de kleinere retailer) of door de
gespecialiseerde inkopers (bij de ketens).
Vanuit de wetenschap dat er diverse rollen in het beslissingsproces zijn te onderscheiden,
weet u dat u hierbij rekening moet houden met primaire en secundaire doelgroepen.
a. Benoem – per beslissingsrol – de belangrijkste primaire en secundaire doelgroep voor dit
plan, uitgaande van een push-strategie.
Exameneis(en) 5.3
Literatuur Floor & Van Raaij., paragraaf 4.3.2 (p. 95-96); paragraaf 6.1 (p. 126 e.v.) + 6.5
(p.139 e.v.)
b. Omschrijf voor zowel deze primaire als secundaire doelgroep waarom deze doelgroep zo
belangrijk is voor Lubbocks.
Exameneis(en) 5.3
Literatuur Floor & Van Raaij., paragraaf 4.3.2 (p. 95-96); paragraaf 6.1 (p. 126 e.v.) + 6.5
(p.139 e.v.)
c. Beredeneer welke van de door u genoemde doelgroepen de belangrijkste is voor
Lubbocks.
Exameneis(en) 5.3
Literatuur Floor & Van Raaij., paragraaf 4.3.2 (p. 95-96); paragraaf 6.1 (p. 126 e.v.) + 6.5
(p.139 e.v.)
d. Formuleer
voor
zowel
communicatiedoelstelling.
de
primaire
als
secundaire
doelgroep
een
Exameneis(en) 3.1
Literatuur Floor & Van Raaij., paragraaf 4.3.3 (p. 96); paragraaf 7.3 (p. 148 e.v.)
Antwoordindicaties
Vraag 2a
De primaire en secundaire doelgroepen komen voort uit de beslissingsrollen. De eigenaar en
de inkoper zorgen ervoor dat het product in de winkel komt te liggen. Deze partijen hebben
de rollen: initiator, beïnvloeder, beslisser en koper/betaler. Wanneer het eenmaal in de
winkel ligt dan kunnen de eigenaar en de werknemer gezien worden als beïnvloeder. De
hardloper, als consument/gebruiker, is de secundaire doelgroep. In dit geval specifiek de
‘fitloper’ daar deze als type hardloper in de casus is gegeven.
Beslissingsrol
Primair
secundair
Initiator
De eigenaar/de inkoper
De fitloper
Beïnvloeder
De eigenaar/de werknemer
De fitloper
Beslisser
De inkoper
De fitloper
3
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Koper/betaler
De inkoper
De fitloper
Gebruiker
De eigenaar/de werknemer
De fitloper
Vraag 2b
Primaire doelgroep.
Dit is de retailorganisatie in de vorm van de inkoper, eigenaar, werknemer. Omdat er
hoofdzakelijk sprake is van een pushstrategie is het vooral belangrijk hen aan te spreken
met marketingcommunicatie-instrumenten. De inkoper/eigenaar besluit immers het product
al dan niet op te nemen in het assortiment.
Secundaire doelgroep.
Dit is de uiteindelijke klant die de schoenen koopt, in casu de ‘fitloper’. (pull).
Vanuit zijn rol als consument dient er vraag gecreëerd te worden.
Vraag 2c
De primaire doelgroep.
Vanuit de theorie van het ‘two-step flow model’, gericht op opinieleiders, zijn in deze situatie
de verkopers in de winkel (als opinieleiders) van groot belang. Het is belangrijk deze groep
positief te beïnvloeden zodat mond-tot-mond reclame tot stand wordt gebracht.
Vraag 2d
De doelstellingen dienen smart geformuleerd te zijn, voor beide doelgroepen, op de niveaus
kennis (K), houding (H) en/of gedrag (G). Je kunt hierbij denken aan:
Primaire doelgroep.
- K: 70% moet binnen een jaar kennis hebben van de nieuwe op fitlopers gerichte collectie.
- H: 50 % moet binnen een jaar een positief gevoel hebben over de fitloperscollectie van
Lubbocks.
- G: 30% moet binnen 1,5 jaar de Lubbocks fitloperscollectie opnemen in het assortiment.
Secundaire doelgroep.
- K: 35% van de fitlopers moet binnen een jaar kennis hebben van de nieuwe
fitloperscollectie
- H: 30% moet de fitloperscollectie overwegen bij de aanschaf van nieuwe loopschoenen
- G: 5% van de fitlopers moet binnen een jaar een paar schoenen uit de fitloperscollectie
kopen
Correctoreninstructie
Vraag 2a (maximaal 5 punten)
De secundaire doelgroep, de fitloper, is gegeven in de casus. Deze dient consequent bij alle
rollen gelijk te zijn.
De juiste combinatie van ‘rol – doelgroep 1 (primair) – doelgroep 2 (secundair)’ levert
maximaal 1 punt op.
Indien in dit ‘rijtje van 3’ 1 van de 3 elementen onjuist is, geen punten toekennen.
Maximaal 5 punten
Vraag 2b (maximaal 6 punten)
Bij de primaire doelgroep dient in ieder geval aangegeven te worden dat het om een pushstrategie gaat. Maximaal 3 punten.
Bij de secundaire doelgroep is de klant als vrager/consument essentieel. Maximaal 3
punten.
Vraag 2c (maximaal 5 punten)
4
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Het noemen van de juiste doelgroep levert 2 punten op. Een juiste motivatie levert 3 punten
op.
Voor het noemen van de secundaire doelgroep als meest belangrijk met een juiste motivatie
(klant is uiteindelijk afnemer) 2 punten toekennen.
Maximaal 5 punten
Vraag 2d (8 punten)
De doelstelling dient SMART geformuleerd te worden (dus met concrete en realistische
getallen of percentages).
Geef voor deze vraag maximaal 4 punten per doelgroep (2 punten voor indien K, H of G
wordt genoemd en 2 indien deze tevens SMART is). Is de communicatiedoelstelling niet
realistisch, maar wordt KHG wel genoemd, 2 punten.
Maximaal 8 punten
Vraag 3 (20 punten)
a. Noem de belangrijkste vier marketingcommunicatie-instrumenten die u kunt gebruiken
om de in vraag 2a genoemde primaire en secundaire doelgroep te bereiken.
Exameneis(en): 5.1
Literatuur: instrumenten: Floor & Van Raaij., p. 283, nader uitgewerkt in Deel 3;
b. Onderbouw per gekozen instrument waarom u juist voor deze communicatieinstrumenten kiest.
Exameneis(en): 5.1
Literatuur: Floor & Van Raaij., p. 283, nader uitgewerkt in Deel 3;
c. Noem per instrument twee voorbeelden van middelen die u daarbij kunt inzetten.
Exameneis(en): 5.1
Literatuur: Floor & Van Raaij., p. 283, nader uitgewerkt in Deel 3;
Antwoordindicatie
Vragen 3 a, b en c
primaire doelgroep = retail; secundaire doelgroep = consument
Instrument (vraag a)
Motivatie (vraag b)
Reclame
(consumentenreclame;
thematisch
–
kennis/houding - door
Lubbocks)
Lubbocks is als sportschoen niet erg bekend
bij het grote publiek.
Markt wordt gedomineerd
door
aantal
bekende spelers.
Merkbekendheid (en –
voorkeur)
zijn
dus
essentieel.
Het
ABN
AMROonderzoek toont aan
dat
online
een
belangrijk kanaal is in
(de eerste fasen) van
het
koopbeslissings-
Online marcom
Passende middelen
(vraag c)
Tv-commercials
Radio-commercials
Print
Banners op sites van
derden (bv. hardloopgerelateede sites)
Eigen
website
en
Facebook, Google+
app
(bijhouden
5
Doelgroep
(vraag a)
Secundaire
doelgroep
(consument)
Secundaire
doelgroep
(consument)
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
proces.
persoonlijke prestaties
,loopadviezen - alles
om de beleving van
hardlopen
te
optimaliseren)
Consumenten
tests,
advertorials,
retailvakblad
PR en voorlichting
Gezien haar reputatie
uitmeten in (vak)pers
Sponsoring
Via sponsoring van bv.
Dragen van Lubbocks
Atletiekverenigingen
Shirtreclame
en/of bekende hardreclameborden
lopers is bij de juiste
doelgroep exposure te
creëren.
Lubbocks is relatief
Sales force promoties
Primaire
onbekend op de harddoelgroep
Handelspromoties
loopmarkt.
De
(retailer)
winkel(ier)
moet
gestimuleerd worden
Lubbocks in ‘evoked
set’ te krijgen.
Kan o.b.v. aanwezigheid database met gegevens retailers relevant zijn.
In de winkel is vaak Productgericht
Secundaire
ruime
keuze
vwb
Persoonlijk
doelgroep
merken. De bezoeker
contact/verkoop
(consument)
komt vaak specifiek
Artikelpresentatie.
voor
loopschoenen.
Displays.
Via
Actiematige
winkelcommunicatie de
winkelmaterialen.
aandacht vestigen op
Klantenzuilen.
Lubbocks.
stoepborden
Posters
Formulegericht
Winkelinrichting
Thematische
winkelmaterialen
Instore tv
Promoties
DM-communicatie
Winkelcommunicatie
(in-store communicatie)
Persoonlijke verkoop
Evenementen
Advies
is
een
voornaam
onderdeel
bij de koop van een
hardloopschoen.
Hardlopen is in hoge
mate een beleving die
ervaren
dient
te
worden.
6
Primaire +
secundaire
doelgroep
(retailers +
consument)
Secundaire
doelgroep
(consument)
Verkooptrainingen
(winkelpersoneel)
Primaire
doelgroep
(retailer)
Clinics
Primaire
doelgroep
(retailer)
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Correctoreninstructie
Het aantal voorbeelden van toe te passen middelen is legio. De in het richtlijnantwoord
genoemde middelen zijn voorbeelden.
Vraag 3a (4 punten)
Geef per juist genoemd marketingcommunicatie-instrument 1 punt.
Maximaal 4 punten.
Vraag 3b (12 punten)
Geef per instrument een motivering voor de keuze maximaal 3 punten.
Maximaal 12 punten.
Vraag 3c (4 punten)
Geef per twee goede voorbeelden van een middel 1 punt.
Maximaal 4 punten.
Vraag 4 (20 punten)
a. Waar dient in de communicatie-uitingen de nadruk op gelegd te worden? Betrek in het
antwoord de levensfase waarin het product zich bevindt enerzijds vanuit de optiek van de
primaire doelgroep en anderzijds vanuit het perspectief van de secundaire doelgroep.
Exameneis(en): 3.8
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, paragraaf 7.1.2 (p.
145); paragraaf 8.1 (p. 166 e.v.)
b. Van welk soort positionering maakt Lubbocks gebruik? Benoem deze soort positionering
en leg uit waarom u die van toepassing vindt.
Exameneis(en): 3.8
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, § 4.3.4 / § 8.1.1
Lubbocks heeft een primaire en secundaire doelgroep. Voor beide zal in de campagne een
andere boodschap dienen te worden geformuleerd.
c. Geef van beide doelgroepen aan welke inhoud deze boodschap volgens u zou moeten
hebben.
Exameneis(en): 3.5
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, § 9.1.1 / § 9.2.4
d. Geef voor beide doelgroepen een opzet voor een propositie en vertaal deze in een
concrete merkbelofte.
Exameneis(en): 3.5
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, § 9.1.1 / § 9.2.4
7
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Antwoordindicatie
Vraag 4a
Primaire doelgroep/retailersperspectief.
De hardloopmarkt bevindt zich in de volwassenheidsfase. Tekst: ‘de afzet groeit nog
steeds, maar deze groei neemt af’. In de ogen van de retailer wordt het merk niet als ‘nieuw’
gezien. Naar de retailer is het belangrijk nadruk te leggen op:
- Betere prestaties benadrukken;
- De aandacht vestigen op productinnovaties (perfecte pasvorm en prima prestaties – langer,
harder en verder rennen – door geavanceerde stabiliteitsondersteuning, demping en motion
control;
- Versterken emotionele eigenschappen (leuker rennen, gezond rennen, hardlopen ervaren
als belevenis, minder blessures);
Secundaire doelgroep/hardloper.
Lubbocks moet als technisch goed en fun worden gezien. Een perfect passende kwalitatief
goede schoen waar je op kunt vertrouwen en die hardlopen leuk maakt. Door toegepaste
technieken voorkomt de schoen vervelende, langdurige, blessures.
Vraag 4b
Er is sprake van een tweezijdige positionering. Aan de ene kant is de functionaliteit van de
producten van Lubbocks heel belangrijk, maar aan de andere kant probeert Lubbocks het
Run Happy gevoel over te dragen. Zowel de informationele kant - functioneel - als de
transformationele kant – Run Happy – komen terug in de positionering.
Vraag 4c
Boodschap naar retailer (doelgroepen: eigenaar, werknemer, inkoper): functionele en
commerciële elementen
* Gemak: Een functionele runningschoen.
* Gewin: De schoen en het merk bezit een aantal belangrijke kenmerken:
een marketinggerichte organisatie en gunstige marges.
* Genot: Een groter marktaandeel behalen binnen het runningsegment met behulp van een
kwalitatief hoogwaardig assortiment runningschoenen van het pure runningmerk Lubbocks.
Boodschap naar consument (doelgroep: fitloper): emotionele en functionele elementen
* Gemak: De doelgroep heeft met het kopen van een Lubbocks schoen een functionele
hardloopschoen voor iedere type hardloper.
* Gewin: De schoen bezit een aantal belangrijke kenmerken: en zeer gunstige prijs/kwaliteit
(kwaliteit: goede demping en stabiliteit met eventuele ondersteuning.
Verhouding waardoor de loper minder kans op blessures heeft
* Genot: Op een veilige manier de hardloopprestaties verbeteren en hiermee meer plezier
halen uit de hardloopsport. (Een Run Happy-gevoel)
Vraag 4d
De propositie naar de retailer is dat Lubbocks haar voorziet van een kwalitatief goede range
hardloopschoenen (met een gunstige marge)
De merkbelofte hierbij zou kunnen zijn: Lubbocks…. uw professionele runningpartner!
De propositie naar de consument is dat Lubbocks de fitlopers een veiligere, maar vooral
plezierigere hardloopervaring biedt door middel van een functionele runningschoen.
De merkbelofte hierbij zou kunnen zijn: Lubbocks… Run Happy!
8
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Correctoreninstructie
Vraag 4a (4 punten)
Benoemen volwassenheidsfase levert 2 punten op. Per doelgroep maximaal 2 punten voor
het juist toelichten hiervan. Maximaal 4 punten.
Vraag 4b (6 punten)
Het noemen van de juiste positionering levert 3 punten op. De juiste motivering ook
maximaal 3 punten (1 voor informationeel met juiste argumenten + 1 voor transformationeel
met juiste argumenten).
Het noemen van informationeel of transformationeel – met juiste argumentatie – levert 3
punten op. Maximaal 6 punten.
Vraag 4c (6 punten)
De elementen gemak, genot en gewin kunnen naar eigen goeddunken ingevuld worden.
Voor het maximale aantal van 3 punten per doelgroep, dienen deze alle 3 invulling hebben
gekregen. Voor de invulling 1 punt toekennen; voor het benoemen (hier ook goed rekenen
wanneer niet het exacte begrip wordt genoemd, maar een omschrijving die deze lading
dekt) van de 3 begrippen ook 3 x 1 punt. Maximaal 6 punten
Vraag 4d (4 punten)
Maximaal 2 punten per merkbelofte per doelgroep. Let op consistentie met eerdere
antwoorden op de eerdere vragen. Maximaal 4 punten.
Vraag 5 (16 punten)
In tegenstelling tot een aantal concurrenten heeft Lubbocks geen webshop.
a. Wat zijn de afwegingen om wel of niet een webshop te ontwikkelen?
Exameneis(en): 3.8
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, § 1.5
Literatuur NIMA Marketing Lexicon, p. 287
b. Hoe kan Lubbocks omgaan met bezwaren gerelateerd aan het starten van een
webshop?
Exameneis(en): 3.8
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, § 1.5
Literatuur NIMA Marketing Lexicon, p. 287
Antwoordindicatie
Vraag 5a
Het gevaar is dat er ‘kanaalconflicten’ kunnen ontstaan. Dit zijn (interkanaal) conflicten
tussen verschillende distributiekanalen.
Er kunnen zo verschillende prijzen/producten in de markt komen te staan. Distribuanten
(retailers) voelen zich wellicht te kort gedaan. Zijn zij er alleen voor het verstrekken van
informatie en service? Terwijl je het van die distribuanten moet hebben qua schapruimte.
De voordelen van een webshop (naast het hebben van een fysieke winkel): cross-channel
aanwezigheid (klant kijkt/kiest/koopt ook online); 24/7 aanwezig/open; efficiency
bedrijfsprocessen (logistiek, verkoop, marketing); accountability (inzichtelijk en meetbaar).
9
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Vraag 5b
Je dient conflicten zoveel als mogelijk te voorkomen. Dit kan door duidelijke afspraken en
heldere productomschrijvingen te maken zodat via retailer daadwerkelijk een ander ‘product’
wordt verkocht dan via (eigen) internet. Dit kan bijvoorbeeld vertaald worden in advies en/of
service.
Daarnaast moet de invulling van distributie passen bij ondernemingsdoelstelling/strategie.
Hierdoor moet er ook (voor verschillende PMC’s) op gebied van de effectieve (distributie)strategie gekozen worden voor intensieve, selectieve of exclusieve distributie.
Het kiezen van verkeerde partners kan voor problemen zorgen.
Correctoreninstructies
Vraag 5a (8 punten)
Het noemen van kanaalconflicten levert 4 punten op. Een juiste toelichting levert maximaal 4
punten op. Maximaal indien zowel diversiteit in product/prijs (klantperspectief) als ‘tekort
gedaan’ (retailerperspectief) worden genoemd.
Maximaal 8 punten
Vraag 5b (8 punten)
Maximaal 8 punten indien ‘voorkomen via afspraken’ (4 punten) in combinatie met ‘bewuste
keuze distributiestrategie’ (4 punten) worden genoemd. Kandidaat die een antwoord goed
beargumenteerd zonder specifiek de twee bovengenoemde elementen te benoemen,
minimaal 5 punten.
Maximaal 8 punten.
EINDE ONDERDEEL B1.1
Vragen bij artikel Hertog Jans ‘fans first’-strategie
(totaal 47 punten)
Vraag 6 (15 punten)
Hertog Jan wil de vaandeldrager van de Nederlandse biercultuur zijn en de cultuurdrager
voor mensen die van bier houden. Hoewel speciaalbieren in volume nog geen groot
onderdeel van het merk vormen zijn deze wel cruciaal in de strategie van de brouwerij. Het
ligt dus voor de hand dat speciaalbieren ook een factor van belang vormen in de
communicatiestrategie. U wordt gevraagd een communicatieplan te ontwikkelen om deze
ambitie verder te realiseren.
a. Beargumenteer mede op basis van voorbeelden uit de tekst welke positioneringsstrategie
het best past bij de strategie die ten grondslag ligt aan het communicatieplan dat u voor
Hertog Jan zou ontwikkelen.
Exameneis(en): 4.4
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 166-171
b. Uit welke drie andere positioneringstrategieën kan Hertog Jan in haar communicatie
kiezen?
10
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Licht deze drie strategieën aan de hand van een voorbeeld kort toe en geef aan in
hoeverre deze strategieën bruikbaar kunnen zijn.
Exameneis(en): 4.4
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 166-171
c. Met pils heeft Hertog Jan een product dat in de volwassen fase verkeert. Op de markt
van pils is een enorme concurrentie, terwijl de totale pilsmarkt in Nederland bovendien
daalt. Er bestaan zes strategieën om de merktrouw van bestaande gebruikers te
vergroten en hen minder ontvankelijk te maken voor proposities van andere aanbieders.
Benoem deze zes strategieën en adviseer welke van deze zes voor Hertog Jan relevant
zijn om in een campagne toe te passen.
Exameneis(en): 6.3
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 180-187
Antwoordindicaties
Vraag 6a
Transformationele positionering
(ook wel imago- of levensstijlpostionering)
De voordelen van het merk worden verbonden met de waarden of levensstijl van de
consument.
Indicaties vanuit de tekst:
Vaandeldrager voor de Nederlandse biercultuur
Het uitdragen van vakmanschap
Communiceren op ingrediënten, de manier van brouwen en de tijd die we nemen voor
het brouwen
Het brouwen van speciaalbieren en de nadruk daarop in de communicatie.
Het belangrijkst is echter dat we een cultuurdrager willen zijn voor mensen die van bier
houden.
De biercultuur bevorderen en bieren aanbieden waarmee je stapjes kunt zetten (van
gewone pilsdrinker naar biergenieter)
De keuze voor de tweezijdige positionering ligt niet direct voor de hand. Daartoe moeten de
productkenmerken expliciet worden benadrukt. Van het dorstlessende element is echter
geen sprake in de tekst (en ook niet in de reclames).
Vraag 6b
Andere positioneringsstrategieën:
Informationele positionering
Het verbinden van de voordelen van het gebruik aan de functionele eigenschappen van het
product.
Bijvoorbeeld dorstlessen.
Tweezijdige positionering
De functionele producteigenschappen worden met zowel productvoordelen als met de
waarden van de consument verbonden. (een combinatie van transformationeel en
informeel).
Bijvoorbeeld dorstlessen in stijl; op niveau.
11
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Uitvoeringspositionering
Daarbij wordt het verschil vooral gemaakt vanuit de executie van de campagne. De
positionering (onderscheid met de concurrentie) ligt vooral in de communicatie over het
merk. Hiervan is bij Hertog Jan geen sprake.
Vraag 6c
Zorgen voor een hogere spontane
merkbekendheid
Betere kwaliteit (prestaties)dan andere
merken benadrukken
Dezelfde kwaliteit (prestaties) voor een
lagere prijs benadrukken
Aandacht vestigen op productverbeteringen
Versterken van de psychosociale betekenis
Bevestigen van de tevredenheid
Niet relevant
Is een strategie die vooral wordt toegepast
voor producten waarbij consumenten zich
weinig betrokken voelen. Hertog Jan wil juist
het tegenovergestelde bereiken
Relevant
Dit is één van de strategieën waar Hertog
Jan op mikt: elementen: kwaliteit,
ambachtelijk en smaak (afgeleide van de
speciaalbieren).
Niet relevant.
Hertog Jan wil geen prijsvechter zijn
Niet relevant
Is niet aan de orde.
Relevant
Pils heeft bij iedere producent ongeveer
dezelfde samenstelling. Het draait vooral om
de beleving van de consument. Het gaat
erom deze beleving/betekenis voor de
consument te versterken.
Relevant
Deze strategie is erop gericht bestaande
klanten vast te houden en hen te bevestigen
in hun keuze voor het merk.
Correctoreninstructies
Vraag 6a (maximaal 3 punten)
Geef voor een juiste beredenering van het antwoord maximaal 3 punten.
Indien geen redenering wordt gebruikt: maximaal 1 punt.
Indien bij de beantwoording geen voorbeelden uit de tekst worden gebruikt, maximaal 1 punt
voor deze vraag.
Vraag 6b (maximaal 6 punten)
Geef per juist genoemde en uitgelegde strategie 1 punt en voor een indicatie van de
bruikbaarheid daarvan eveneens 1 punt.
Vraag 6c (maximaal 6 punten)
Geef voor de juist benoemde strategieën maximaal 3 punten. Geef voor de juiste
beoordeling van de relevantie van de strategieën nog eens maximaal 3 punten. Totaal
maximaal 6 punten voor deze vraag.
Vraag 7 (16 punten)
12
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
In uw communicatiestrategie “Hertog Jan als vaandeldrager voor de Nederlandse
biercultuur” heeft u een belangrijke plaats ingeruimd voor social media. Hertog Jan is al
actief op Facebook, maar dat vindt u niet voldoende.
a. Adviseer welke twee andere vormen van social media marketing het bedrijf zou kunnen
toepassen om deze doelstelling te realiseren.
Exameneis(en): 2.11
Literatuurverwijzing:
- Social Media Marketing, Kerkhofs & Gangadin, pag. 19 en volgende; pag. 56.
- Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 332 e.v.
b. Geef voor elk daarvan een voorbeeld van een concrete invulling voor Hertog Jan.
Exameneis(en): 2.11
Literatuurverwijzing:
- Social Media Marketing, Kerkhofs & Gangadin, pag. 19 en volgende; pag. 56
- Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 332 e.v.
c. Maak voor één van de genoemde vormen een plan van aanpak op hoofdlijnen. Benoem
de stappen en werk die uit.
Exameneis(en): 2.12
Literatuurverwijzing:
- Social Media Marketing, Kerkhofs & Gangadin, pag. 35 e.v. ;
- Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 330 e.v.
Antwoordindicaties
Vraag 7a en b
Algemeen
Social media marketing omvat meer dan het simpelweg gebruiken van sociale media. De
activiteiten moeten gericht zijn op het realiseren van marketing(communicatie)doelstellingen
door middel van het inzetten van sociale media!
Vormen (2a)
Social Gaming
Twitter
Communities
YouTube/Vimeo
Foursquare
Weblog
Google+
Wiki-software
Voorbeelden (2b)
Een spel dat klanten/prospects betrekt bij het merk en
waarmee onderling contact wordt bevorderd.
Aankondigen van nieuwe producten, proeverijen en
dergelijke.
Opzetten van een community van bierliefhebbers, waar fans
van Hertog Jan elkaar kunnen ontmoeten, tips kunnen
uitwisselen en waar Hertog Jan in contact kan komen met de
fans.
Storytelling met behulp van filmpjes waar Hertog Jan de
hoofdrol in speelt.
Inchecken bij kroegen waar Hertog-Jan wordt geschonken.
Speciale acties.
Bijvoorbeeld een van de brouwers uit de commercial die
wetenswaardigheden en tips communiceert.
Eigen pagina, vergelijkbaar met Facebook.
Opbouwen en publiceren van kennis over je merk, je product.
13
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Pinterest
Acties en moodboards met de Hertog-Jan sfeer
Fout:
LinkedIn is een zakelijk netwerk en daarom minder geschikt voor deze doelstelling.
Vraag 7c
De invulling is afhankelijk van het gekozen voorbeeld. Gebruik kan bijvoorbeeld worden
gemaakt van de stappen uit het Social Strategy Model.
1. Nulmeting
2. Probleemstelling
3. Doelstellingen
4. Doelgroep
5. Strategische opties
6. Kanaalkeuze
7. Go/No go
8. Implementatie
9. Beheer & meten
Maar ook een andere vorm van een plan van aanpak is mogelijk, mits daarin vergelijkbare
stappen zijn opgenomen.
Correctoreninstructies
Vraag 7a (maximaal 2 punten)
Geef per juist genoemde vorm 1 punt. Ook vormen die nog niet expliciet in de literatuur
worden behandeld (zoals Pinterest, Foursquare en dergelijke) mogen – mits relevant voor de
doelstelling – goed gerekend worden. Viral, een mogelijke uitkomst van de vorm, ook goed
rekenen.
Vraag 7b (maximaal 4 punten)
De voorbeelden kunnen legio zijn. Beoordeel op toepasbaarheid voor de Hertog Jan-case
Geef per voorbeeld maximaal 2 punten.
Vraag 7c (maximaal 10 punten)
Geef maximaal 10 punten voor een juiste invulling van de strategie.
Aandachtspunten
Kan met dit plan van aanpak een echte marketingcommunicatiedoelstelling gerealiseerd
worden? Indien niet: maximaal 2 punten voor deze vraag.
Komen essentiële stappen (te weten 3, 4, 5, 6 en 9) van het Social Strategy Model (of
vergelijkbaar) in de uitwerking voor? Indien niet dan maximaal 6 punten voor deze vraag.
Vraag 8 (16 punten)
Als het gaat om reclame en marketingcommunicatie voor pils kan Hertog Jan kiezen voor
een brede inzet van middelen en media. Wel is het belangrijk de ambitie en gewenste
positionering daarin te laten doorklinken. Voor speciaalbieren ligt dit iets anders.
a. Omschrijf de doelgroep(en) die u segmenteert voor een campagne die speciaal is gericht
op het promoten van de speciaalbieren van Hertog Jan. Laat zien welke criteria u bij uw
segmentering hanteert op algemeen, merk- en domeinspecifiek niveau.
14
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Exameneis(en): 2.14
Literatuurverwijzing: Marketingcommunicatiestrategie, Floor & Van Raaij, pag. 128 e.v.
b. Om deze doelgroep optimaal te kunnen benaderen en aanspreken, besluit u een
lifestyle-onderzoek te houden. Leg uit wat dit inhoudt en over welk soort onderwerpen de
doelgroep (in dit specifieke onderzoek) wordt ondervraagd.
Exameneis(en): 1.1
Literatuurverwijzing: Communicatieonderzoek, Hogendoorn, pag. 136-137.
Omdat social media een belangrijke rol spelen in uw communicatiestrategie, wilt u graag
weten hoe deze doelgroep zich online gedraagt. U besluit hiernaar onderzoek te laten dien
en schrijft hiervoor de onderzoeksopdracht.
c. Geef aan welke items deze onderzoeksopdracht ten minste dient te bevatten en licht
deze kort toe.
Exameneis(en): 1.4
Literatuurverwijzing:
- Social Media Marketing, Kerkhofs & Gangadin, pag. 49 e.v.
- Communicatieonderzoek, Hogendoorn, pag.224 e.v.
d. Noem drie suggesties voor inhoudelijke vragen voor dit onderzoek.
Exameneis(en): 1.4
Literatuurverwijzing:
- Social Media Marketing, Kerkhofs & Gangadin, pag. 49 e.v.
- Communicatieonderzoek, Hogendoorn, pag.224 e.v.
Antwoordindicaties
Vraag 8a
ALGEMEEN NIVEAU
Geografisch
Hertog Jan beperkt
zich tot Nederland
Socio-economisch
De leeftijd is hier van
belang (niet te jong –
ijkpersoon is 38 jaar);
mannen en vrouwen;
wellicht richten op
een iets hogere
welstandsklasse
(prijs is minder
belangrijk). Wellicht
MERKSPECIFIEK
NIVEAU
Merkbekendheid
Een segmentatie op
doelgroep die Hertog
Jan al dan niet kennen
als biermerk.
Attitude
Segmentatie op grond
van de eigenschappen
die men het merk
toedicht.
15
DOMEINSPECIFIEK
NIVEAU
Betrokkenheid
Een doelgroep die al
betrokken is bij bier zal
eerder geneigd zijn
speciaalbieren te gaan
drinken
Gewenste
producteigenschappen
en – voordelen
Wat verwacht de
doelgroep van een
speciaalbier. Niet direct
dorstlesser; meer een
beleving, misschien ook
bepaalde status.
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
een voorkeur voor
een iets hogere
opleiding
Psychografisch
Koopintenties
Vooral de levensstijl De campagne richt zich
is relevant
op diegenen die de
daadwerkelijke
aankoop doen.
(Opm.gebruikers/kopers
kunnen verschillen)
Productbezit
Koop- en
Niet echt relevant.
gebruiksgedrag
Segmentatie op basis
van waar men (thuis of
in de horeca) normaal
zijn bier koopt/nuttigt en
op de mate van
merktrouw.
Productbezit- en gebruik
Op welk type gebruikers
richt de marketing zich?
Bestaande/nieuwe
gebruikers, zware/lichte
enzovoort.
Aard van het
productgebruik
Wanneer en hoe
gebruikt de consument.
Op basis van de afweging van de segmentatiecriteria dient een werkbare omschrijving van
de doelgroep(en) te worden geformuleerd. Dat wil zeggen dat deze doelgroep ook
daadwerkelijk bereikt en aangesproken kan worden.
Vraag 8b
Een lifestyleonderzoek probeert de respondenten in kaart te brengen op basis van waarden
en normen, attitudes, interesses en meningen.
Het onderzoek omvat vragen over:
de manier van leven (thuis genieten, uit eten gaan, cafébezoek),
eetgewoonten (wat drinkt men bij het eten),
uitgaan en dergelijke.
Antwoord moet worden gevonden op de vraag hoe speciaalbieren van Hertog Jan passen in
het leefpatroon van de doelgroep.
op welke momenten en bij welke gelegenheden kan men van speciaalbier genieten?
Vraag 8c
Volgens Hogendoorn omvat de opdracht de volgende rubrieken:
Algemeen
Achtergrondinformatie over Hertog Jan
Achtergrond en aanleiding (het probleem)
De wens om de doelgroep online te
benaderen.
(achterliggend
probleem:
teruglopende
markt voor pils; beperkt aandeel van
speciaalbier in de totale omzet enerzijds.
Doelstelling van het onderzoek
Meer te weten komen over het online-gedrag
van de doelgroep, teneinde deze beter en
gerichter te kunnen benaderen.
Eisen en beperkingen
Denk aan budget, termijn en dergelijke
Verzoek aan het bureau
Specifieke verzoeken, met betrekking tot
offerte, probleemanalyse etc.
Werkwijze
Wie is de contactpersoon, wijze van
presentatie en dergelijke
Vooral de eerste drie rubrieken mogen niet ontbreken.
16
NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE
28 JANUARI 2014
Vraag 8d
Concrete vragen kunnen liggen op een aantal vlakken.
1. Hoe gedraagt de doelgroep zich online (op social media)?
hoe vaak is men online?
wat doet men doorgaans (informatie zoeken, chatten, fora en communities
bezoeken)?
bezoekt men wel eens websites over bier?
2. Hoe actief is men op social media ?
heeft men een account op Facebook, Twitter etc.?
Is men actief op communities (eigen inbreng e.d.)?
3. Op welke manier gaat men vooral online?
Thuis of op het werk?
Vaste PC, tablet of smartphone?
4. Vragen over Hertog Jan?
Kent men de online uitingen van Hertog Jan?
Hoe waardeert men deze?
Welke verwachtingen heeft men van de online activiteiten van een brouwer/biermerk
(algemeen; Hertog Jan in het bijzonder)?
Correctoreninstructies
Vraag 8a (maximaal 4 punten)
Beoordeel of hier een bruikbare en realistische doelgroep wordt neergezet die ook als
zodanig kan worden benaderd met de boodschap.
Geef voor de omschrijving van de doelgroep maximaal 2 punten
Geef voor het benoemen van segmenteringscriteria maximaal 2 punten.
Totaal voor deze vraag 4 punten.
Vraag 8b (maximaal 6 punten)
Geef voor een juiste omschrijving lifestyleonderzoek 2 punten.
Geef voor de inhoudelijke invulling (onderwerpen; wat wil je met het onderzoek bereiken)
maximaal 4 punten.
Vraag 8c (maximaal 3 punten)
Het gaat in de beantwoording met name om de eerste drie rubrieken. Geef per juist
genoemde en toegelichte rubriek 1 punt.
Vraag 8d (maximaal 3 punten)
Geef per juist geformuleerde vraag 1 punt.
Indien weinig spreiding in het antwoord: maximaal 2 punten.
EINDE ONDERDEEL B1.2
17