TOERISME Sinds december 2009 heeft het toerismebeleid een eigen rechtsgrondslag. Het beschikt echter niet over een autonome financieringslijn in het nieuwe financieel kader (2014-2020). RECHTSGRONDSLAG Artikel 6, onder d), en titel XXII, artikel 195 van het VWEU. DOELSTELLINGEN De toeristische sector in de EU in de strikte betekenis (traditionele aanbieders van reizen en toeristische diensten) omvat 1,8 miljoen ondernemingen, voornamelijk kleine en middelgrote bedrijven. De sector is goed voor 5% van het bbp en 5,2% van de werkgelegenheid van de beroepsbevolking (wat overeenkomt met ongeveer 9,7 miljoen banen). Wanneer rekening wordt gehouden met de sterke verwevenheid met andere economische sectoren, liggen deze cijfers nog hoger (10% van het bbp en 12% van de totale werkgelegenheid). De toeristische sector is dan ook de op twee na grootste sociaaleconomische sector van de Unie. In termen van aantallen internationale toeristen (uit derde landen en uit andere lidstaten van de Unie) is de EU de belangrijkste toeristische bestemming ter wereld. Vanwege het grote economische belang is het toerisme een essentieel onderdeel van de Europese economie. Het toerismebeleid is vanuit Europees gezichtspunt ook een middel om algemene politieke doelstellingen op het gebied van werkgelegenheid en groei te verwezenlijken. Verder zal de milieudimensie van het toerisme in de loop der tijd nog aan belang winnen, terwijl deze ook nu al in het duurzaam, verantwoord of ethisch toerisme verankerd is. RESULTATEN A. Algemeen beleid Sinds de aan toerisme en werkgelegenheid gewijde bijeenkomst van de Europese Raad op 21 juni 1999 besteedt de EU meer aandacht aan de bijdrage van het toerisme aan de Europese werkgelegenheid. In haar in november 2001 gepubliceerde mededeling [COM(2001)0665] met als titel „Een gezamenlijke aanpak voor de toekomst van het Europese toerisme” stelde de Commissie een actiekader en maatregelen voor om de toeristische sector in Europa te stimuleren. Met zijn resolutie van 21 mei 2002 over de toekomst van het Europese toerisme bekrachtigde de Raad de aanpak van de Commissie en gaf hij, met als doel Europa tot de belangrijkste toeristische bestemming te maken, een impuls aan sterkere samenwerking tussen publieke en private actoren in de Europese toeristische sector. Naar aanleiding daarvan lanceerde de Commissie een reeks maatregelen en acties. Voorbeelden hiervan zijn: Eurofeiten - 2015 1 — satellietrekeningen voor het toerisme (TSA) per lidstaat, die voor de presentatie van de eerste Europese satellietrekening voltooid moeten zijn; — de lancering van een portaal ter promotie van Europa als toeristische bestemming; — het Europees forum voor toerisme, dat sinds 2002 plaatsvindt (in 2013 vond het in de Litouwse hoofdstad Vilnius plaats en was het gewijd aan het thema „Toerisme als motor van economische groei, sociale verandering en welzijn”); Van 2001 tot februari 2014 heeft de Commissie zes mededelingen gepubliceerd over haar beleidsoriëntaties ten behoeve van de ontwikkeling van de toerismesector, waaronder: — [COM(2007)621 definitief] van 19 oktober 2007 — Een agenda voor een duurzaam en concurrerend Europees toerisme — waarin de Commissie aangeeft dat het concept duurzame ontwikkeling het toerisme op de lange termijn concurrerend kan houden en waarin zij voorbereidende acties met een looptijd van drie jaar aankondigt. — [COM(2010)0352 definitief] van 30 juni 2010, — Europa, toeristische topbestemming in de wereld – een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa — waarin de factoren die bepalend of belemmerend zijn voor het concurrentievermogen van het toerisme worden geanalyseerd, alsook de duurzame ontwikkeling van de sector. — [COM(2012)0649 final] van 7 november 2012, — Uitvoering en ontwikkeling van het gemeenschappelijk visumbeleid voor snellere groei in de EU — met als doel een toename van de toeristenstromen vanuit derde landen door middel van een gemeenschappelijk visumbeleid. — COM(2014)0086 final van 20 februari 2014 (Een Europese strategie voor meer groei en werkgelegenheid in kust- en maritiem toerisme), gericht op bevordering van duurzame groei en concurrentiekracht van het toerisme aan de kust en op zee. B. Specifieke maatregelen 1. Ten behoeve van toeristen (reizigers en/of vakantiegangers) Het gaat hierbij om maatregelen met het oog op vereenvoudiging van het overschrijden van de binnengrenzen en maatregelen ter bescherming van de gezondheid en de veiligheid van toeristen alsook van hun economische belangen. Voorbeelden: Aanbeveling 86/666/EEG van de Raad betreffende brandveiligheid in bestaande hotels, Richtlijn 90/314/EEG betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (die momenteel wordt herzien) en Richtlijn 2008/122/EG betreffende de bescherming van de consumenten met betrekking tot bepaalde aspecten van overeenkomsten betreffende gebruik in deeltijd. Daarnaast zijn er regelingen ingevoerd met betrekking tot de rechten van reizigers op alle vervoersterreinen (zie infopagina 5.6.2). Nog een voorbeeld van het verband tussen het toerisme en een ander bevoegdheidsterrein van de Unie is Richtlijn 2006/7/EG van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG op 31 december 2014, zulks ten behoeve van doelgroepen of onderwerpen die hoog op de agenda staan. De Commissie heeft op verzoek van het Parlement een aantal initiatieven gelanceerd in de vorm van vijf voorbereidende acties over actuele onderwerpen gericht op het Europese toerisme (zie hieronder de resolutie van het Europees Parlement van 29 november 2007): „Eden”, gericht op de promotie van Europese toeristische topbestemmingen en bestemmingen in opkomst die nog weinig bekend zijn maar de duurzaamheidsbeginselen in acht nemen. De financiering voor de voorbereidende actie liep af in 2011, maar de Commissie heeft de tenuitvoerlegging van het initiatief voortgezet als onderdeel van het kaderprogramma Eurofeiten - 2015 2 voor concurrentievermogen en innovatie (KCI/programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP)). „Calypso”, gericht op sociaal toerisme voor ouderen, jonge volwassenen uit achterstandsgroepen, gezinnen met een laag inkomen en personen met beperkte mobiliteit. Het is de bedoeling zo veel mogelijk mensen de gelegenheid te geven op vakantie te gaan en tegelijkertijd het toerisme ook tijdens het laagseizoen draaiende te houden. De Commissie heeft tevens gezorgd voor de voortzetting van deze actie in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie. De actie „duurzaam toerisme”, waaronder de Europese IJzerengordijnroute, ook wel „Green Belt” genoemd (6 800 km paden van de Barentszzee tot aan de Zwarte Zee), heeft tot doel het oude IJzeren Gordijn om te zetten in een grensoverschrijdend netwerk van wandel- en fietspaden. Ook deze actie heeft een vervolg gekregen in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie. De actie „transnationale culturele toeristische producten” is gericht op cultureel en industrieel toerisme en is bedoeld om grensoverschrijdende projecten voor duurzaam thematisch toerisme te ondersteunen. De actie „toerisme en toegankelijkheid voor iedereen” heeft tot doel de toegankelijkheid van het toeristisch aanbod voor iedereen te garanderen, met name ten behoeve van personen met een handicap, oudere reizigers en personen die tijdelijk moeilijkheden ondervinden. Op verzoek van het EP zijn deze twee voorbereidende acties in 2012 voor een periode van drie jaar gelanceerd. Daarnaast is de Commissie nog verschillende andere acties gestart, zoals in 2011 het proefproject „50 000 toeristen” met als doel in het laagseizoen toeristische stromen tussen Europa en derde landen, in eerste instantie landen in Latijns-Amerika, te stimuleren: enerzijds worden Zuid-Amerikanen aangemoedigd om naar Europa te reizen (oktober 2012-maart 2013) en anderzijds worden Europeanen aangemoedigd om Latijns-Amerika te bezoeken (mei-oktober 2013). 2. Ten behoeve van de toeristische sector en de regio’s en voor een verantwoord toerisme De regio's zijn de meest aangewezen instanties om het toerisme op een duurzame manier te ontwikkelen en het concurrentievermogen van Europese bestemmingen te bevorderen. De Commissie ondersteunt daarnaast de oprichting van netwerken tussen de belangrijkste toeristische regio’s. In juli 2009 is het open netwerk van Europese toeristische regio's NECSTouR opgericht. Dit netwerk fungeert als platform voor de uitwisseling van kennis en innovatieve oplossingen op het gebied van duurzaam en concurrerend toerisme. Wat betreft de bijdrage van het toerisme tot de regionale ontwikkeling en werkgelegenheid in de betrokken regio’s beschikt de Unie over andere financieringsbronnen: het EFRO voor de financiering van duurzame projecten die verband houden met toerisme, het programma Interreg, het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuur op de gebieden milieu en vervoer, het ESF voor werkgelegenheid, het programma Leonardo da Vinci voor beroepsopleidingen, het Elfpo voor de diversificatie van de plattelandseconomie, het EVF voor de omschakeling naar ecotoerisme, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI) en het zevende Europese kaderprogramma voor onderzoek (KP7). In de context van het meerjarig financieel kader 2014-2020 heeft het KCI een vervolg gekregen in het Cosme-programma en het KP7 heeft Horizon 2020 als opvolger gekregen. Volgens het nieuwe meerjarig financieel kader is er een totaalbedrag van 105,5 miljoen euro beschikbaar voor het programma voor concurrentievermogen en kmo's (Cosme). Voor het jaar Eurofeiten - 2015 3 2014 is het bescheiden bedrag van 8,7 miljoen euro uitgetrokken voor het beheerscomité van Cosme. Sinds 1996 worden er in de Unie geharmoniseerde statistische gegevens over het toerisme verzameld. Verordening (EU) nr. 692/2011 van 6 juli 2011 heeft een gemeenschappelijk kader tot stand gebracht voor de systematische ontwikkeling, productie en verspreiding van in de lidstaten verzamelde statistieken over toerisme. In haar mededelingen [COM(96) 547 def.] van 27 november 1996 en [COM(99)0262 def.] van 26 mei 1999 heeft de Commissie een communautaire actie ontworpen voor de bestrijding van kindersekstoerisme en de Raad heeft in zijn conclusies van 21 december 1999 de Commissie aangespoord deze actie voort te zetten. ROL VAN HET EUROPEES PARLEMENT Het Parlement sprak al in december 1996 zijn steun uit voor een communautaire actie aangaande toerisme en gaf een positief advies over het eerste meerjarenprogramma 1997-2000 „Philoxenia”, dat echter niet van de grond is gekomen bij gebrek aan unanimiteit in de Raad. In zijn resolutie van 30 maart 2000 over de invoering van maatregelen ter bestrijding van kindersekstoerisme [COM(99)0262 def.] verzocht het Europees Parlement de lidstaten universeel bindende wetgeving met extraterritoriale werking in te voeren die het mogelijk maakt mensen te vervolgen en te bestraffen die in het buitenland misdrijven begaan die verband houden met seksuele exploitatie van kinderen. Op 27 oktober 2011 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan over het voorstel voor een richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen (P7_TA(2011)0468). Dankzij Richtlijn 2011/92/ EU van 13 december 2011 wordt kindersekstoerisme vanaf december 2015 in de gehele Unie een strafbaar feit; met name artikel 21 voorziet in nationale maatregelen om de organisatie van reizen met als doel het plegen van dit soort vergrijpen te verhinderen of te verbieden. Nog voor het Verdrag van Lissabon in werking trad had het Parlement een aantal resoluties aangenomen over de voornemens of initiatieven van de Commissie op het gebied van het toerisme; de meeste opmerkelijke zijn de resolutie van 8 september 2005 over de nieuwe perspectieven en uitdagingen voor een duurzaam Europees toerisme, de resolutie van 29 november 2007 getiteld „Een nieuw EU-toerismebeleid: naar een sterker partnerschap voor het Europees toerisme”, en de resolutie van 16 december 2008 over de impact van het toerisme op kustgebieden en hun ontwikkeling. Het Parlement heeft ook de gevolgen van het visumbeleid voor het toerisme aangekaart en de promotie van Europese toeristische bestemmingen ondersteund. Het Parlement heeft daarnaast ook voorgesteld een keurmerk voor Europees cultureel erfgoed en een fietsroute langs het voormalige IJzeren Gordijn tot stand te brengen en heeft de sector aangespoord het aanbod meer te diversifiëren om zo beter in te spelen op het seizoensgebonden karakter van het toerisme. Ten slotte heeft het Parlement op basis van het eerste initiatiefverslag na het Verdrag van Lissabon een resolutie aangenomen over „Europa, toeristische topbestemming in de wereld” (P7_TA(2011)0407). Het Europees Parlement steunt de beleidsstrategie van de Commissie die op 21 acties gestoeld is, en wil het toerisme met name concurrerender, moderner, van hogere kwaliteit, duurzamer en voor iedereen toegankelijk maken, uitgaande van de multiculturele dimensie van Europa. De leden van het Parlement benadrukken dat maatregelen op andere beleidsgebieden, zoals werkgelegenheid, belastingheffing en consumentenrechten, van doorslaggevende betekenis kunnen zijn voor het toerisme. Op 12 maart 2014 nam Eurofeiten - 2015 4 het Parlement in eerste lezing een wetgevingsresolutie (P7_TA-PROV(2014)0222) aan tot versterking van de bescherming van reizigers bij pakketreizen (gekoppeld aan intrekking van Richtlijn 90/314/EEG). Op basis van deze tekst zal er, na de Europese verkiezingen, met de Raad onderhandeld worden. Op het verzoek van het Parlement om in de context van het financieel kader voor 2014-2020 een specifiek op het toerisme toegespitst programma op te stellen, is de Raad echter niet ingegaan. De Commissie heeft geen Europees kwaliteitsmerk voor het toerisme willen invoeren; wel heeft zij een voorstel ingediend voor een aanbeveling van de Raad betreffende Europese kwaliteitsbeginselen op het gebied van het toerisme (COM(2014) 85 final). Met deze beginselen moet Europa concurrerender worden ten opzichte van bestemmingen in opkomst. Piero Soave 03/2014 Eurofeiten - 2015 5
© Copyright 2025 ExpyDoc