uitkomsten van het kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2013

Onderstaande tekst is opgesteld door Hans van Wijk, concernbeheerder kwaliteitskader
gehandicaptenzorg, Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, Resultaat Verantwoordelijke
Eenheid Lang Verblijf, juli 2014.
Bij dezen informeren wij u over de uitkomsten van het kwaliteitskader Gehandicaptenzorg
2013 van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid Lang Verblijf, locaties De Cruquiushoeve,
gemeente Haarlemmermeer, Meer en Bosch, gemeente Heemstede en Fonteinkruid,
gemeente Zwolle. Wij geven daar waar nodig een toelichting op de uitkomsten.
Het kwaliteitskader Gehandicaptenzorg
De doelstelling van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg is het genereren van
kwaliteitsinformatie op basis van het “Visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg” op
drie pijlers, te weten:
Pijler 1
Meet de kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau waaronder:
-
Zorgafspraken en ondersteuningsplan
-
Cliëntveiligheid
-
Belangen
-
Kwaliteit van de medewerkers en organisatie
Pijler 2a
Meet de kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau waaronder:
-
Zorgafspraken en ondersteuningsplan
-
Cliëntveiligheid
De gegevens uit pijler 1 en 2A worden (wettelijk verplicht) jaarlijks opgenomen in het
Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JVM).
Pijler 2b
Middels Pijler 2b krijgen wij op een aantal levensdomeinen inzicht in de kwaliteit van bestaan
van onze cliënten. Met behulp van een vragenlijst (die door de Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland en de landelijke stuurgroep kwaliteitskader is goedgekeurd)
meten wij de ervaringen van de cliënt, de cliëntvertegenwoordiger en de medewerker. Pijler
2b wordt eens per drie jaar uitgevraagd.
Binnen SEIN maken wij hiervoor gebruik van de zogenaamde “Quality Qube” van bureau
Buntinx.
1
Toelichting op de resultaten kwaliteitskader pijler 1 kwaliteit op organisatieniveau
meetperiode 2013
De groene balken betekenen dat wij op die kwaliteitdimensie alle vragen positief konden
beantwoorden. Betreffende deze onderwerpen hebben wij onze werkprocessen en
procedures goed op orde.
Rode en grijze balken betekenen dat wij op die kwaliteitdimensie moeten verbeteren.
In deze toelichting gaan wij vooral in op de oranje, rode en grijze uitkomsten.
Vertrouwensregeling/vertrouwenspersoon cliënten
2
Deels grijze score op dimensie Vertrouwensregeling Vertrouwenspersoon cliënten.
Het betreft de score op de vraag: zijn er in het verslagjaar aanbevelingen door de
vertrouwenspersoon gedaan? Dat bleek niet het geval.
Medewerkersonderzoek
Deels rode score op dimensie medewerkersonderzoek.
Het betreft de score op de vraag: worden de uitkomsten van het medewerkersonderzoek ook
besproken met de Cliëntenraad? In de beantwoording hebben wij een foutief antwoord
gegeven. De uitkomsten zijn wel besproken met Cliëntenraad.
Toelichting op de resultaten kwaliteitskader pijler 2a meetperiode 2013
Kwaliteitdimensies en onderliggende vragen waarin minder dan tien cliënten zijn gescoord,
genereren geen resultaten/score.
Bij de overige kwaliteitdimensies kunt u in de kolom “N” lezen hoeveel dossiers van cliënten
op dit onderdeel meegedaan hebben.
Wij hebben ervoor gekozen een papieren vragenlijst per individuele cliënt te laten invullen
door de persoonlijk begeleiders.
Op een enkele vraag na konden alle vragen beantwoord worden op basis van het individuele
cliëntendossier en werkmap van betreffende cliënt. Gebleken is dat de vragen hier en daar
door sommige persoonlijk begeleiders niet goed werden begrepen en/of geïnterpreteerd.
De concernbeheerder kwaliteit en een secretarieel medewerker hebben alle vragenlijsten
medio 2013 geanonimiseerd verwerkt in de webapplicatie van het kwaliteitskader
(VGN/MediQuest).
3
Uit bovenstaand overzicht vallen direct de rode resultaat op bij vrijheidsbeperkende
maatregelen dwangvoeding en (risico op) vermoeden van seksueel misbruik. Alle resultaten
worden conform bovenstaande volgorde hierna toegelicht. Vooruitlopend daarop een korte
toelichting op de twee in het oog springende rode balken.
Bij dwangvoeding gaat het om twee cliënten/situaties waarop dit van toepassing is
(geweest).
Bij het vermoeden van seksueel misbruik gaat de rode score vooral over de risico-inschatting
die al dan niet is opgenomen in de dossiers (zeventig dossiers). In vierenveertig dossiers is
daadwerkelijk een risico-inschatting en begeleidingsplan opgenomen om het risico zo veel
mogelijk uit te sluiten, terwijl het risico voor vijfenveertig cliënten zou kunnen spelen. (De
inschatting had in vijfenveertig dossiers opgenomen moeten zijn).
Zorgafspraken en ondersteuningsplan
Vier van de driehonderdtachtig ondersteuningsplannen zijn niet ondertekend.
4
Medicatie
De eerste vraag betreft de verantwoordelijkheden van SEIN met betrekking tot
medicatieverstrekking. Vrijwel al onze cliënten hebben epilepsie en vaak ook bijkomende
lichamelijke of andersoortige problemen/aandoeningen. SEIN is verantwoordelijk voor de
medicatie van alle cliënten.
Zijn afspraken over medicatiegebruik aantoonbaar in het zorg- en
ondersteuningsplan/dossier opgenomen? Voor alle cliënten is in het ondersteuningsdossier
vastgelegd of betrokkene medicatie gebruikt. Toch scoren wij hier op basis van twintig
dossiers een rood balkje in de verder groene score.
Sommige persoonlijk begeleiders hebben de vraag heel erg letterlijk opgevat. De
medicatievoorschriften en de medicatiedeellijsten (aftekenlijst) zitten in de medicatiemap die
in de medicatiekast ligt. Vanuit de medicijnkast wordt de medicatie per uitgifte (volgens
voorschrift van de arts) aan betrokken cliënt gegeven en/of toegediend. Onder andere
vanwege regelmatig voorkomende medicatieveranderingen, moeten medewerkers
overeenkomstig ons geneesmiddelenprocesprotocol altijd volgens de actuele
medicatiedeellijst medicatie verstrekken.
‘Hebben er zich in het afgelopen twaalf maanden incidenten voorgedaan op dit punt’?
Wij stimuleren medewerkers incidenten te melden! De uitkomsten komen overeen met onze
verwachtingen: gelukkig melden medewerkers medicatie-incidenten.
Overigens bedraagt het aantal incidenten dat gemeld is honderdnegenendertig in 2013.
De meldingen zijn divers van ‘vergeten te geven’ tot het ‘weigeren van medicatie’. Ook
meldingen van cliënten die hun medicatie zelf beheren, worden geregistreerd. De
5
medicatiemeldingen worden door de betreffende afdelingsmanager en het betrokken team
periodiek besproken. Tevens worden de meldingen op hoofdlijnen besproken in de
Geneesmiddelencommissie. Op basis van de meldingen wordt er gekeken naar verbeteringen
in procedures om fouten te voorkomen. Wij streven er immers naar te leren van meldingen
als gevolg waarvan wij verbeteringen kunne realiseren. De menselijke factor speelt natuurlijk
ook vaak een rol. Medewerkers kunnen door allerlei omstandigheden medicatie vergeten te
verstrekken. Gelukkig komen zij daar in de meeste gevallen snel achter en wordt de
medicatie (vaak in overleg met het stand-by team en/of de arts/neuroloog) alsnog gegeven.
In onze cyclische scholing Medicatie besteden wij ook aandacht aan de medicatiemeldingen,
de oorzaken en de verbetermogelijkheden.
Vrijheidsbeperkende maatregelen – Afzondering
Achttien cliënten hebben helaas in een aantal situaties afzondering nodig. Wij streven ernaar
afzondering zoveel mogelijk te voorkomen. Medio 2013 hebben wij nieuwe formularia en
procedures opgesteld waarin de dialoog met cliënt en/of vertegenwoordiger en het
overwegen van alternatieven is geborgd. Vrijwel alle medewerkers hebben in 2013
deelgenomen aan de scholing “Zorg en Dwang” waarin ook de nieuwe procedure is
besproken. In 2014 zijn alle vrijheidsbeperkende maatregelen opgenomen in het
ondersteuningsdossier van betrokken cliënt. De vragenlijst pijler 2A is het eerste kwartaal
van 2013 afgenomen. De effecten van de nieuwe procedure zullen in 2014 zichtbaar
worden.
6
Vrijheidsbeperkende maatregelen – Fixatie
De verbeteracties, zoals beschreven onder vrijheidsbeperkende maatregelen – Afzondering,
zijn ook van toepassing op fixatie.
Vrijheidsbeperkende maatregelen – Gedwongen medicatie
Het betreft zes cliënten waarbij sprake was van gedwongen medicatie. Op individueel
cliëntniveau is, op basis van de problematiek, door het multidisciplinair team overwogen of
er alternatieven zijn om gedwongen toedienen van medicatie te voorkomen. Helaas bleek dit
in bovengenoemde situaties niet het geval.
7
Vrijheidsbeperkende maatregelen – Dwangvoeding
Hier betreft het twee cliënten waarbij sprake was van gedwongen vocht/voeding. Op
individueel cliëntniveau zal, op basis van de problematiek, door het multidisciplinair team
overwogen moeten worden of er alternatieven zijn om gedwongen toedienen van vocht en
voeding te voorkomen.
Veiligheid-Vallen
Op de eerste vraag ‘Is er bij de cliënt sprake van incidenten op gebied van vallen?’ is dat in
bijna de helft van de dossiers het geval.
Tegen de achtergrond van de doelgroep i.c. de aandoening epilepsie/‘vallende ziekte’ is het
niet verwonderlijk dat al onze cliënten wel eens of meerdere malen ‘vallen’.
Op de tweede vraag ‘Is het incident 'vallen' gemeld in het incidentmeldingensysteem?’ scoren
wij deels rood.
Wij stimuleren onze medewerkers incidenten te melden, dus ook vallen. In de vragenlijst
wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘vallen algemeen’ en ‘vallen vanwege de epilepsie’.
8
Dat is soms ook nog moeilijk te achterhalen. Vallen vanwege epilepsie proberen wij met
behulp van o.a. de anti-epileptica zoveel mogelijk te voorkomen. Helaas is het zo dat niet
alle aanvallen voorkomen kunnen worden.
Het multidisciplinair team onderzoekt in overleg met de cliënt of er beschermende
maatregelen (helmen, driewielerfietsen, looprekken, bedhekken, enz. enz.) nodig zijn om
vallen en valletsel zoveel mogelijk te voorkomen.
Veiligheid-Agressie
Op de tweede vraag ‘Is het incident 'agressie' gemeld in het incidentmeldingensysteem?’
scoren wij deels rood.
Wij zullen onze medewerkers nog meer moeten stimuleren agressie-incidenten te melden.
In de cyclische scholingen en in de afdelingswerkoverleggen hebben wij daar reeds aandacht
aan besteed.
Veiligheid-Verslaving
Op de tweede vraag ‘Is het incident ‘verslaving’ gemeld (vijfmaal) in het
incidentmeldingensysteem?’ scoren wij deels rood (eenmaal niet).
Indien verslaving voorkomt (bekend is), is dat onderdeel van het ondersteuningsplan
(behandelplan).
Het gaat immers niet om een incident maar om een bijzonder moeilijk te behandelen
onderdeel van het leven en van de ondersteuning van betrokkene.
9
Vermoeden van Seksueel misbruik- slachtoffer
In negen dossiers wordt er melding gemaakt van mogelijk misbruik. In alle dossiers werd er
conform onze protocollen gehandeld. In 2013 hebben alle medewerkers middels scholing
over “seksualiteit en intimiteit” m.b.t. onze kwetsbare doelgroep hun kennis op dit gebied
kunnen vergroten. Seksualiteit en seksualiteitsbeleving is als integraal onderdeel opgenomen
in het ondersteuningsplan. In 2013 is er een meldteam grensoverschrijdend gedrag
ingesteld. Medio 2014 zal de informatiefolder “Aanraken, knuffelen en meer....” voor cliënten
en vertegenwoordigers verschijnen.
Seksueel misbruik pleger
10
In vier dossiers wordt er melding gemaakt van mogelijk misbruik. In alle dossiers werd er
conform onze protocollen gehandeld. In 2013 hebben alle medewerkers middels scholing
over “seksualiteit en intimiteit” m.b.t. onze kwetsbare doelgroep hun kennis op dit gebied
kunnen vergroten. Seksualiteit en seksualiteitsbeleving is als integraal onderdeel opgenomen
in het ondersteuningsplan. In onze procedures hebben wij opgenomen dat wij het slachtoffer
stimuleren en ondersteunen in het doen van aangifte bij de politie.
Seksueel misbruik risico
In zeventig dossiers is er een ‘risico-inschatting seksueel misbruik’ opgenomen.
In vijfenveertig dossiers is het risico actueel en in vierenveertig dossiers is er een
begeleidingsplan m.b.t. dit onderwerp opgenomen.
Uitkomsten Pijler 2b
In juni en juli 2013 vond in de woongebouwen van SEIN RVE Lang Verblijf een onderzoek
naar kwaliteitservaringen van cliënten plaats. Daarbij werden ook de vertegenwoordigers van
de cliënten en de begeleiders van betreffende teams betrokken.
Het onderzoek
Het onderzoek werd gehouden in de drie woonlocaties van Lang Verblijf: De Cruquiushoeve,
Meer en Bosch en Fonteinkruid. Een onafhankelijk onderzoeksbureau, Buntinx Training &
Consultancy, heeft volgens de methode van de “Quality Qube” door middel van vragenlijsten
de ervaringen met betrekking tot de kwaliteit van de ondersteuning gemeten. De Quality
Qube methode is goedgekeurd door de stuurgroep Kwaliteit (onderdeel van de instrumenten
om kwaliteit te meten van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland).
11
Aan het kwaliteitsonderzoek namen in totaal 127 van de 135 hiervoor (steekproefsgewijze)
uitgenodigde cliënten deel (respons 94%); 204 verwanten/ vertegenwoordigers (respons 52%)
en 296 medewerkers (respons 73%).
Het onderzoek had betrekking op 48 aspecten van zorg en ondersteuning. Een aantal van
deze aspecten, waaronder de vragen over epilepsie, werd in samenspraak met een
vertegenwoordiging van de cliëntenraad opgesteld.
Daarnaast kregen de respondenten gelegenheid om in eigen woorden te melden wat zij in de
zorg als ‘goed’ ervaren en ‘wat voor verbetering vatbaar is’. Hiervan is veel gebruikgemaakt.
Wij ontvingen 1.434 uitspraken over ‘wat men goed vindt’ in de zorg bij SEIN en 1.095
uitspraken over ‘wat er beter zou kunnen of moeten’.
De uitkomsten op gebouwniveau
Zorg en ondersteuning worden primair gegeven in de teams van de woningen en
appartementen in de woongebouwen van de cliënten. Ieder team en iedere woonsituatie is
uniek; wat in de ene situatie speelt, hoeft niet in een andere situatie hetzelfde te zijn.
Derhalve zijn de resultaten op gebouwniveau samengevat in Kwaliteit-Verbeter-Kaarten.
Deze kaart toont wat de cliënten, de vertegenwoordigers en de begeleiders zelf van de zorg
vinden. En wat volgens elke groep beter kan of beter moet in die situatie.
De informatie van de Kwaliteit-Verbeter-Kaart zal door de afdelingsmanager worden
besproken in afdelingsbijeenkomsten die vanaf 2014 tweemaal per jaar zullen worden
georganiseerd. Op niveau van het woongebouw kunnen dan prioriteiten worden gesteld en
kan samen met cliënten, vertegenwoordigers en begeleiders worden afgesproken wat (en
hoe) men gaat aanpakken om de kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren.
Uitkomsten Lang Verblijfbreed (alle resultaten van De Cruquiushoeve, Meer en Bosch en
Fonteinkruid bij elkaar opgeteld)
Hoewel er verschillen in de ervaren zorgkwaliteit per woonsituatie zijn, zijn er ook
overeenkomsten. Hieronder worden de ‘sterke punten’ en daarna de ‘verbeterpunten’ kort
samengevat. Het gaat telkens om onderwerpen die opmerkelijk ‘hoog’ of ‘laag’ scoorden of
die Lang Verblijfbreed vaak werden genoemd in de open antwoorden.
Let op dat individueel ervaringen kunnen verschillen; het gaat hier dan ook om markante
lijnen die zichtbaar worden wanneer de antwoorden bij elkaar worden bekeken.
Sterke punten
1. Zorg met betrekking tot epilepsie
Lang Verblijfbreed breed bestaat bij cliënten en vertegenwoordigers duidelijk waardering
voor de kwaliteit van de geboden epilepsiezorg. Dat betreft de behandeling door de
neuroloog, de zorg rond epileptische aanvallen in en buiten de woning. Ook is men tevreden
over de afspraken die zijn gemaakt om de cliënt te beschermen tegen gevaar bij epileptische
aanvallen. Begeleiders zelf vinden naar hun professionele maatstaven eveneens dat de
epilepsiezorg op een goed peil staat.
2. Zorgzaamheid en belangenbehartiging
12
In de open antwoorden geven cliënten en vertegenwoordigers zeer frequent blijk van
waardering voor de inzet, de motivatie en de zorgzaamheid van de begeleiders.
Vertegenwoordigers vinden dat begeleiders goed opkomen voor de rechten en belangen van
de cliënten.
3. Familie wordt op de hoogte gebracht van bijzonderheden
Cliënten en vertegenwoordigers waarderen de wijze waarop vertegenwoordigers op de
hoogte worden gehouden als iets bijzonders gebeurt met de cliënt (bijvoorbeeld wanneer
sprake is van een incident).
4. Veiligheid
Cliënten zelf, hun vertegenwoordigers en de begeleiders geven aan dat cliënten zich veilig
voelen binnen de woning.
En verder…
Cliënten en vertegenwoordigers vinden zelf dat de cliënten passende dagactiviteiten hebben.
Cliënten uiten overwegend tevredenheid met de eigen kamer of appartement; de drie
groeperingen vinden dat er op een goede manier aandacht wordt besteed aan het
emotioneel welzijn van de cliënten.
Verbeterpunten
1. Activiteiten in de avonden en weekends
Zowel bij cliënten als bij vertegenwoordigers en begeleiders wordt aandacht gevraagd voor
activiteiten in de avonden en weekends. Elk van de drie groepen pleit voor meer
mogelijkheden tot activiteiten buiten de instelling (het woonterrein) in de samenleving.
Daarnaast wordt ook aandacht gevraagd voor (meer) sport en spel.
2. Bereiken van de cliëntenraad
Cliënten en vertegenwoordigers geven aan dat zij niet goed weten hoe zij de cliëntenraad
kunnen bereiken. Ook begeleiders signaleren dat dit bij cliënten en hun vertegenwoordigers
inderdaad het geval is.
3. Kwaliteit van maaltijden
Cliënten geven aan dat de kwaliteit van maaltijden een verbeterpunt is. Hoewel een derde
van de vertegenwoordigers op deze vraag geen antwoord gaf, signaleren degenen die wél
antwoordden de maaltijden ook als aandachtspunt. Datzelfde deden ook de begeleiders.
4. Tijd voor de bewoners
Cliënten, vertegenwoordigers én begeleiders zelf vinden dat begeleiders meer tijd zouden
moeten hebben om aandacht te besteden aan de individuele cliënt. Dit kan dan gaan over
‘een praatje maken’ maar ook bijvoorbeeld over regelmatig overleg over de voortgang van
de afspraken in het ondersteuningsplan.
En verder…
13
Onderwerpen die regelmatig als verbeterpunt naar voren kwamen, zijn o.a.: ‘dat de cliënt
zelf beter op de hoogte dient te zijn van wat er in zijn/haar ondersteuningsplan staat’;
wensen rond (verdere) verbetering van de (inrichting van) eigen kamer/appartement;
aandacht voor vervanging van begeleiders zodat de zorg daar niet onder lijdt
(vertegenwoordigers); tijdige informatie over afspraken en consulten met specialisten
(vertegenwoordigers); nachtzorg binnen de woning (vertegenwoordigers); bijscholing op het
gebied van omgaan met gedragsproblematiek (begeleiders); samenwerking tussen de
disciplines (AVG/huisarts, gedragswetenschappers, maatschappelijk werkers) en het team
(begeleiders) in de woonsituatie.
Alhier wordt slechts een beknopte samenvatting gegeven van de belangrijkste trends uit het
onderzoek. Zoals vermeld, zijn de uitkomsten van het kwaliteitsonderzoek, op
gebouwniveau in de Kwaliteit-Verbeter-Kaarten uitgewerkt. Daar ligt een belangrijk
aanknopingspunt voor verbeteringen.
14