Juryrapport Keetje Hodshon Prijs 2014 Literatuurwetenschappen

Juryrapport Keetje Hodshon Prijs 2014
Literatuurwetenschappen
De jury voor de Keetje Hodshonprijs 2014 op het terrein van de literatuurwetenschappen
draagt unaniem de dissertatie van Dr. B. (Boris) Noordenbos voor als winnaar van de prijs.
De dissertatie heeft als titel Messages from the Black Hole. Post-Soviet Literature in
Search of Russian Identity en werd verdedigd aan de Rijksuniversiteit Groningen op 23
mei 2013. Als promotor trad op Prof. dr. J.J. van Baak, co-promotor was Dr. S. Brouwer.
Aan het proefschrift werd het predicaat ‘cum laude’ toegekend.
Het proefschrift onderzoekt hoe tien Russische auteurs in een periode van sociaal-politieke
en economische crisis na de ondergang van de Sovjet-Unie omgaan met het vraagstuk van
collectieve identiteit. De literaire teksten worden onderzocht met een voor dit corpus
origineel instrumentarium dat teruggrijpt op het Anglo-Amerikaanse concept van
postcolonial studies en theorieën rond ‘cultureel trauma’. Deze keuze maakt het mogelijk, zo
merken de schrijvers van de aanbeveling terecht op, de bevindingen internationaal te
vergelijken. De notie van ‘cultureel trauma’ wordt veelal ingezet bij onderzoek naar teksten
en films over de Shoah, hetgeen Noordenbos’ keuze opvallend en in zekere zin ook moedig
maakt.
De jury is van mening dat het hier gaat om een proefschrift van uitmuntende kwaliteit, dat
opvalt door bijzonder zorgvuldige argumentaties, zowel bij de analyse en interpretatie van
de primaire teksten als bij de keuze van het theoretisch kader. De analyses van de literaire
teksten stoelen niet alleen op de inhoud maar ook op vormaspecten als stijl, plotstructuren
en metaforen. Bij de beschouwing van de constructie van identiteit laat Noordenbos op deze
wijze zien dat de elementen vorm en inhoud op verschillende manieren aan elkaar
complementair zijn.
De resultaten van het helder en precies geformuleerde onderzoek blijken vandaag bij te
dragen aan een beter inzicht in de culturele achtergronden van Ruslands annexatie van de
Krim. Hoewel deze actuele situatie vorig jaar natuurlijk nog niet te voorzien was, toont het
wel de contextuele breedte van deze dissertatie aan - en wellicht eveneens de relevantie van
het medium literatuur. Noordenbos laat namelijk zien hoe schrijvers in de jaren negentig,
door de staatsideologie van de Sovjet-Unie wantrouwend geworden tegenover het als
totalitair ervaren concept van groepsidentiteit en tegenover het gecorrumpeerde medium
literatuur, een uitweg zochten in post-modernistische fragmentatie. In de 21e eeuw
verandert echter de - gewenste - positie van de literatuur en neemt het literaire
zelfbewustzijn toe. Nu zien we hoe auteurs ofwel de weg opgaan van een herleving van het
aloude ‘minderwaardigheidsgevoel’ ten opzichte van het Westen, ofwel de idee van het
Russische ‘imperium’ centraal stellen, dat militant en heftig wordt uitgedragen, terwijl
daarnaast in sommige andere teksten datzelfde fanatisme ironisch wordt ondermijnd.
Absurdistische overdrijving van grootheidsambities kunnen dan door de lezers worden
geïnterpreteerd als kritiek op het machtsvertoon van de Russische regering. De verbinding
tussen de bestudeerde literatuur en de buitentekstuele werkelijkheid wordt echter nergens
eendimensionaal. Bovendien integreert het proefschrift nog twee andere aspecten van de
teksten in het corpus in de analyses: hun reflectie op het medium literatuur zelf en op de
positie van schrijvers alsmede de cultureel dubbelzinnige relatie van Rusland met ‘het
Westen’: het Westen is zowel leverancier van vernieuwing als (juist daardoor) ondermijner
van de ‘Russische identiteit’.
Op grond van deze overwegingen is de jury van mening dat Boris Noordenbos het ten volle
verdient de Keetje Hodshonprijs 2014 te ontvangen.
Prof. dr. W.J. van den Akker
Mevr. Prof. dr. I.J.F. de Jong
Mevr. Prof. dr. A. Visser
De juryvergadering vond plaats op 20 maart 2014 en werd voorgezeten door Mr. C. van Wijk
(bestuurslid KHMW). Naast de drie hierboven genoemde juryleden waren tevens aanwezig
Prof. mr. A. Soeteman (wetenschappelijk secretaris) en Mevr. Drs. S. van Manen (secretaris,
notulen).