Vraag antwoorddocument selectieprocedure JvS

Vraag antwoord document definitieve selectieprocedure Jan van Schaffelaarplantsoen
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 1 + 2:
Is de strook grond tussen het beoogde woonblok en de A10 te gebruiken tijdens de realisatie van
het gebouw?
Idem maar dan nadat het gebouw bewoond is voor onderhoud en gevelbewassing. Is het
toegestaan daar bestrating of een steiger te maken?
Antwoord
In de vooroverlegfase van het bestemmingsplan heeft Rijkswaterstaat aangegeven dat er mogelijk
een vergunningplicht geldt in het kader van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr). Daarbij
wordt getoetst op de instandhouding, beheer en onderhoud van de aanwezige infrastructuur op
het bouwplan en bouwwerkzaamheden. Ons advies is om in een vroeg stadium in overleg te
treden met Rijkswaterstaat, de gemeente heeft hier geen rol in.
Vraag 3:
Op welke wijze dient het huisvuil en overig afval te worden verzameld en te worden afgevoerd?
Antwoord:
Huis- en grofvuil wordt verzameld en opgehaald op aangewezen plek(ken) in de openbare ruimte,
conform het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen. De verplichting volgt uit artikel 8 van de Afvalstoffen
verordening 2009 jo. artikel 5 en 6 van het Uitwerkingsbesluit afvalstoffen stadsdeel West 2013
(zie bijlage)
Vraag 4 + 5 + 6:
Er is een hoger grenswaardenbesluit voor de gevel aan de Bos & Lommerweg voor 80 woningen.
De westgevel van het project welke nabij de Bos & Lommerweg zijn gelegen hebben ook
geluidsoverlast van de Bos & Lommerweg. Geld het hogere grenswaardenbesluit ook voor deze
woningen?
Idem voor de woningen in het binnengebied?
We zouden graag het bij het bestemmingsplan behorende rapport/ rekenmodel van Cauberg
Huygen willen ontvangen om de benodigde maatregelen te nemen/ maatregelen de woningen te
kunnen bepalen?
Antwoord:
Het hogere grenswaardenbesluit (zie bijlage) heeft betrekking op 80 woningen in de zuidgevel
voor wat betreft de Bos en Lommerweg en 80 woningen in de noord- en westgevel voor wat
betreft de A10. Op de gevels in het binnengebied wordt de voorkeursgrenswaarde niet
overschreden. Voor deze gevels zijn dus geen hogere grenswaarden vastgesteld.
Het akoestisch onderzoek van Cauberg Huygen is als bijlage bijgevoegd bij het bestemmingsplan
en in te zien via http://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0363.E1205BPSTDVG01/tb_NL.IMRO.0363.E1205BPSTD-VG01_3.pdf
Vraag 7 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 18, derde aandachtspuntje):
“De hoogste EP levert niet automatisch de hoogste score op”. We nemen aan dat bedoeld wordt:
de laagste EP levert niet meteen de hoogste score op.
Kunt u aangeven of de selectiecommissie de financiële en technische toets uitvoert op
correctheid, of op andere criteria, welke?
Antwoord:
In het document wordt EP niet genoemd alleen de afkorting EPC. EPC staat voor Energieprestatie
coëfficiënt, hoe lager de EPC hoe lager het energieverbruik en dus scoort het gebouw op
energieverbruik beter. Een lage EPC is dus beter. Bedoeld wordt dus “de laagste EP levert niet
meteen de hoogste score op”
De selectiecommissie voert de financiële en technische toets uit op correctheid.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 8:
Wij nemen aan dat andere duurzaamheidsmaatregelen, zoals luchtkwaliteit, in de
puntentoekenning op het onderdeel klimaatneutraal bouwen geen rol spelen, klopt dit?
Antwoord:
Ja, dit klopt.
Vraag 9 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 21, vijfde regel):
“Op dit criterium kan max 4 punten worden gescoord”. Wij nemen aan dat dat bedoeld wordt 2
punten. Klopt dit?
Antwoord:
Dit klopt. In tegenstelling tot de tekst op pagina 21, vijfde regel, kan op het criterium “Integratie
duurzaamheidsmaatregelen in het ontwerp” max 2 punten worden gescoord.
Vraag 10:
Op het onderdeel prijs worden de punten verdeeld in volgorde van hoogte van de bedragen. Dat
zou ertoe kunnen leiden dat de indiener van een prijs die 2 euro lager ligt dan een concurrent, 15
of zelfs 30 punten minder krijgt (als er nog een tussenliggende prijs is ingediend). Kunt u
overwegen de punten eerlijker toe te kennen, bijvoorbeeld door het relatieve prijsverschil in de
puntentoekenning mee te rekenen?
Antwoord:
Nee, de verdeling van de punten blijft zoals is aangegeven.
Vraag 11 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 24):
Wanneer de gemeente besluit tot beëindiging van de procedure, wordt dan wel aan alle vier de
kandidaten de toegezegde vergoeding van 10.000 euro toegekend?
Antwoord:
Na bestudering van de definitieve selectiebrochure hebben wij inderdaad moeten constateren dat
er geen vergoedingen worden uitgekeerd aan partijen op het moment dat de gemeente besluit de
procedure voortijdig of tussentijds af te breken. Wij hebben echter begrip voor uw genoemde
zorgpunt dat op dat moment deelnemende partijen wel degelijk onkosten hebben gemaakt. Na
zorgvuldige afweging van dit belang hebben wij dan ook het voornemen dat - indien de procedure
voor definitieve selectie inderdaad door de gemeente wordt afgebroken - deze vergoeding voor de
gemaakte onkosten van € 10.000 alsnog aan de op dat specifieke moment deelnemende partijen
aan de selectieprocedure zal worden toegekend.
Vraag 12:
Wat zijn de aansluitkosten van de stadsverwarming op deze locatie?
Antwoord:
De aansluitkosten zijn opvraagbaar bij leverancier NUON.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 13 (n.a.v. inschrijfbrochure voorselectie, pag. 9, §1.4):
Zijn er reeds voorwaarden bekend waar rekening mee dient te worden gehouden in het kader van
de vergunning WBR?
Antwoord:
Voor vragen omtrent WBR-vergunning verwijzen wij u naar Rijkswaterstaat: Dorrith Dijkzeul,
Adviseur Verkeer en Vervoer, Toekanweg 7, 2035 LC Haarlem, Kamer B3.54, Postbus 3119,
2001 DC Haarlem, T 06-55745204, [email protected]
Vraag 14
Is er inzicht te geven in de parkeernormen? En zo ja, kan deze dan gedeeld worden?
Antwoord:
Zie bijlage 7 van de inschrijfbrochure definitieve selectie: “Parkeernota 2012-2020”; vastgesteld op
5 juni 2012.
Vraag 15:
Is er een tegemoetkoming in de kosten voor de geluidsvoorzieningen vanuit de gemeente
denkbaar?
Antwoord:
Ja, deze staan aangegeven in bijlage 12 “Tabel grondprijzen Jan van Schaffelaarplantsoen, bij de
omschrijving “Geluidsbelasting gevel (korting excl BTW)”. U dient wel in acht te nemen dat het in
mindering brengen van de korting niet mag leiden tot een lagere (minimale) grondprijs van € 177,-.
Vraag 16 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 7, §2.5):
Hoe moeten wij uw e-mail d.d. 7 oktober 2014 met als onderwerp “Borging belang buurt in Plan
Jan van Schaffelaarplantsoen” interpreteren in relatie tot puntentoekenning (4 van het totaal van
225) van het onderdeel inbreng bewoners/ buurt?
Antwoord:
Het klopt dat er maximaal 4 punten kunnen worden toegekend voor dit onderdeel. Echter, er zijn
inmiddels vele creatieve en ondernemende partijen in dit gebied actief. Deze partijen hebben –
volgens de mening van het algemeen bestuur – waardevolle kennis en ideeën over de
ontwikkeling van het Jan van Schaffelaarplantsoen en de omliggende Kolenkitbuurt. Daarom
wilden wij u graag attent maken op deze partijen.
Vraag 17 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 9, §3.2):
Kunt u aangeven aan welke vormvoorschriften de aangegeven garantstelling minimaal moet
voldoen?
Antwoord:
Er worden geen vormvoorschriften gesteld.
Vraag 18 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 10, §3.2):
Moet bij inschrijving Deel 2 als onderdeel van de planning inderdaad opgenomen zijn? En zo ja,
tot welke mate van gedetailleerdheid?
Antwoord:
Ja, bij uw inschrijving dient de door u aan te leveren planning ook Deel 2 te bevatten. Indicatief.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 19 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 13, §3.9):
Kunt u de namen noemen van de drie andere geselecteerde partijen/ kandidaten?
Antwoord:
Nee
Vraag 20 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 15, §4.4.2):
Kunt u aangeven of de volgende interpretatie juist is? Een hoger programmering kan een
positieve invloed hebben op de totale grondprijs die wordt geboden maar zal nooit en te nimmer
leiden tot andere/ hogere specifieke prijzen per eenheid zoals genoemd in bijlage 12 Tabel
Grondprijzen Jan van Schaffelaarplantsoen”.
Antwoord:
De genoemde grondprijzen in de tabel grondprijzen Jan van Schaffelaarplantsoen met prijspeil
2014 (bijlage 12) worden niet aangepast (m.u.v. indexering) en zijn niet onderhandelbaar.
De tekst op pag. 17, §4.3 onderdeel C is leidend: “Op basis van het door de kandidaat beoogde
programma valt een totale grondwaarde voor het Planvoorstel te berekenen. Leidraad hiervoor is
de Tabel ‘Grondprijzen Jan van Schaffelaarplantsoen 2014’ (bijlage 12) waarin per functie en per
vierkante meter een prijs is aangeduid. De hoogte van de totale grondwaarde bepaalt het aantal
punten dat wordt gescoord op dit onderdeel.”
Vraag 21 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 15, §4.4.2):
Kunt u aangeven wat bedoeld wordt met de zinsnede “Indien tot en met beëindigen”? Klopt het
dat een relatie gelegd wordt tussen grondwaarde en de hoeveelheid m2 grond die wordt
afgenomen? Zo ja, wat is hier de achterliggende argumentatie van? Met welke methodiek wordt
een relatie gelegd tussen de hoeveelheid m2 bvo die in het plan worden gerealiseerd en de
hoeveelheid grond die wordt afgenomen?
Antwoord:
Hier wordt bedoeld dat minimaal 40% van het oppervlak van de bouwkavel wordt bebouwd.
Vraag 22 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 16, §4.2.2):
Kunt u aangeven of het zin heeft om het volume te maximeren? Het is onduidelijk of een hogere
grondwaarde effect heeft op de te behalen score op het Planvoorstel. Op pagina 17, paragraaf 4.3
onderdeel C wordt aangegeven dat een hogere grondwaarde wel tot een hogere puntenscore
leidt. Is die tekst leidend?
Antwoord:
Zie inschrijfbrochure definitieve selectie Jan van Schaffelaarplantsoen, blz. 17, onder het kopje:
“C. Prijs (maximaal 50 punten)”.
Vraag 23 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 17, §4.3):
Kunnen bij onderdeel B Uitwerking visie in ontwerp” nu maximaal 30 punten of 25 punten behaald
worden (puntentelling bij 4.4.2 komt namelijk uit op 25)?
Antwoord:
Bij onderdeel B Uitwerking visie in ontwerp” kunnen maximaal 26 punten worden behaald.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 24 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 18, §4.4.1):
Kunt u aangeven en uitleggen op welke wijze de Selectiecommissie de technische en financiële
onderbouwing beoordeelt? Welke criteria hanteert zij hiervoor? Hoe heeft dat invloed op de
punten die worden toegekend op dit onderdeel?
Antwoord:
De Selectiecommissie toetst de technische en financiële onderbouwing op correctheid. Aan de
technische en financiële onderbouwing worden geen punten toegekend. Dus de juistheid van
technische en financiële onderbouwing is meer een harde eis dan een toerekening van punten.
Vraag 25 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 18, §4.4.1):
Toekenning van de punten (3e bullet): met de hoogste EPC-score wordt naar wij aannemen de
beste EPC-score bedoeld, is dit een juiste aanname?
Antwoord:
Inderdaad. Met “de hoogste EPC score” wordt in dit geval de beste EPC score bedoeld.
Vraag 26 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 20, §4.4.2):
Zijn er naast beleggershuurwoningen ook koopwoningen voor individuele kopers toegestaan?
Antwoord:
Koopwoningen zijn toegestaan.
Vraag 27 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 20, §4.4.2):
Totaal aantal max punten bij d klopt niet. Dit moet 3 subcriteria x 2 punten totaal 6 punten zijn. Is
dit juist?
Antwoord:
Dit is juist. Op criterium “Uitwerking diversiteit in programma” kan max 6 punten gescoord worden.
Vraag 28 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 20, §4.4.2):
Totaal aantal max punten bij e klopt niet/ komt niet overeen met de verder op genoemde vier
punten. Wat aan te houden?
Antwoord:
Een terechte constatering. In tegenstelling tot de tekst op pagina 21, vijfde regel, kan op het
criterium “Integratie duurzaamheidsmaatregelen in het ontwerp” max 2 punten worden gescoord.
Vraag 29 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 21, §4.5):
Wie is het bevoegd gezag in het kader van deze selectie, temeer het Dagelijks Bestuur niet meer
bestaat?
Antwoord:
De bevoegdheid ligt bij het college van B&W van de Gemeente Amsterdam. Er is sprake van een
mandaat aan het Algemeen Bestuur van Stadsdeel West. Het Algemeen Bestuur handelt dus
verder in naam van het college van B&W.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 30 (n.a.v. inschrijfbrochure definitieve selectie, pag. 25):
Wanneer vindt de Kennismakingsbijeenkomst plaats en wat is het doel en de inhoud hiervan?
Antwoord:
Donderdag 18 december as. Partijen ontvangen hiervoor nog een aparte uitnodiging van het
stadsdeel waarin staat vermeld waar en op welk tijdstip. Doel van de presentaties is om partijen in
de gelegenheid te stellen om hun inschrijving nader toe te lichten voor de Selectiecommissie. De
Selectiecommissie wordt op haar beurt op deze manier in staat gesteld om vragen te stellen en
onduidelijkheden weg te laten nemen. De beoordeling van de inschrijving vindt plaats op basis
van hetgeen is opgenomen in de inschrijvingsdocumenten. De presentatie behoort daar niet toe,
er worden geen punten toegekend aan de presentatie.
Vraag 31 (n.a.v. Appendix A1, pag. 31):
Volgens ons is er geen 10% optimaliseringsruimte waardoor de tekst passage “Een tot en met
worden” niet relevant is. Klopt dit?
Antwoord:
Niet relevant (niet van toepassing)
Vraag 32 (n.a.v. Appendix A1, pag. 32):
Gelden de genoemde grondwaarden voor afkoop erfpacht voor een periode van 50 jaar? Kunt u
hier uitsluitsel over geven?
Antwoord:
Ja die gelden voor een periode van 50 jaar.
Vraag 33 (n.a.v.Raamovereenkomst, artikel 3.1):
Welke overeenkomsten voorziet de gemeente na het verlenen na de onherroepelijke
omgevingsvergunning, aangezien de geldigheid van de Raamovereenkomst slechts voorzien is tot
tenminste dat moment ?
Antwoord:
In artikel 3.1 van de Raamovereenkomst voor het project aan het Jan van Schaffelaarplantsoen
wordt ook aangegeven dat de locatie aan ontwikkelaar in erfpacht is uitgegeven, Dit geschiedt via
het model erfpachtbevestiging.
Vraag 34 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 3.4(l)):
Wat zijn de ‘minimale randvoorwaarden’ van de gemeente al verwoord in artikel 3.4(l)
Raamovereenkomst?
Antwoord:
Artikel 4.2 uit de Inschrijfbrochure definitieve selectie verwijst naar de minimale randvoorwaarden
die gelden bij deze tender en verwijzen naar het A3-boek waarbij een onderbouwing hieromtrent
geleverd dient te worden. Dat zijn de minimale randvoorwaarden die genoemd staan bij de
projectbeginselen in de Raamovereenkomst (artikel 3.4 l).
Vraag 35 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 4.2(a)):
Het artikel waar naar verwezen wordt bestaat niet, wat is de juiste verwijzing?
Antwoord:
De juiste verwijzing is artikel 3 van de Raamovereenkomst.
-
-
-
-
-
-
-
Vraag 36 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 4.5):
Gaarne aangeven met welke frequentie de gemeente wenst te vergaderen?
Antwoord
Maandelijks
Vraag 37 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 5.9):
Wordt met lagere EPC score een ‘slechtere’ EPC score bedoeld?
Antwoord:
Hier wordt een slechtere EPC-score bedoeld in plaats van een lagere score
Vraag 38 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 5.11):
Wij nemen aan dat het woord ‘ruimte’ in de laatste regel met een hoofdletter dient te beginnen?
Antwoord:
De laatste zin van de eerste alinea van artikel 5.11 moet zijn “In dit geval spreken we niet van
Openbare Ruimte maar van Openbaar Toegankelijke Ruimte”.
Vraag 39 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 6.4):
Welke kosten voorziet de gemeente verbonden aan zin 2 van artikel 6.4 Raamovereenkomst?
Antwoord:
O.a. notariskosten, kadastraal recht, belastingen. Zie model erfpachtbevestiging (bijlage 10 van de
Inschrijfbrochure). Ook wordt verwezen naar de AB 2000. U kunt de Algemene Bepalingen 2000
en de toelichting daarop downloaden via onze site:
http://www.amsterdam.nl/wonenleefomgeving/erfpacht/achtergronden/brochures.
Vraag 40 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 8.1):
In de tweede zin is een verschrijving, het woord ‘uitgegeven’ dient te zijn ‘uitgeven’.
Antwoord:
Klopt. Het moet “uitgeven” zijn.
Vraag 41 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 8.1):
Kan de definitie van ‘Bouwkavel’ worden aangepast zodanig dat de volgende zinsnede ‘Indien en
voor zover het te realiseren programma geen betrekking heeft op gestapelde bouw kan de
Gemeente desgewenst de Bouwkavel in erfpacht uitgegeven.’ is verwerkt in de definitie? Dit ziet
toe met name op de uitgifte van grond dat zal kwalificeren als Openbaar Toegankelijke Ruimte
aangezien dat niet in appartementsrechten kan worden uitgegeven.
Antwoord:
Een verwijzing bij de definitie “Bouwkavel” op blz. 6 van de Raamovereenkomst naar de definitie
”Openbaar Toegankelijk Ruimte” op blz. 8 biedt uitkomst. .
-
-
-
Vraag 42 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 11.3):
Leidt een aanpassing van de planning ingevolge artikel 5.3 Raamovereenkomst tot een
aanpassing van het moment waarop verzuim optreedt ingevolge artikel 11.3?
Antwoord:
Als de gemeente besluit het recht de planning aan te passen ingevolge artikel 5.3 lid b van de
Raamovereenkomst zal in alle redelijkheid bekeken worden of daarmee de termijnen gesteld in
artikel 11.3 ook verschuiven en daarmee dus ook het moment van intreden van het verzuim.
Vraag 43 (n.a.v. Raamovereenkomst, artikel 13.3):
Er is een kennelijke verschrijving na het cijfer 13.1.
Antwoord
Klopt. A4 hoort hier niet te staan, de overige verwijzingen zijn juist.
Tabel “gunningcriteria en maximaal te behalen aantal punten per criterium” (na correctie)
Criterium
Maximum aantal punten
A. Klimaatneutraal Bouwen
150
B. Visie op ontwikkeling
Visie op duurzaamheid
Relatie met de omgeving
Wijze van ontwikkeling
Diversiteit in programma
Integratie duurzaamheidmaatregelen
26
(8)
(4)
(6)
(6)
(2)
C. Prijs
50
TOTAAL A+B+C
226