Een gesprek met Jim Kerr over muziek, reizen en het belang van graffiti Simple Minds Jim Kerr Als het podium je natuurlijke biotoop is, dan is muziek je tweede hartslag. Je staat ermee op en gaat ermee slapen. Bij Jim Kerr, leadzanger van Simple Minds, is dat niet anders. De man zit al meer dan 25 jaar in de muziekbusiness. Het is – en dat zeggen we met respect – een ouwe rot met een verhaal en visie. Voor de gelegenheid nemen wij even de microfoon van hem over om te praten over muziek, inspiratie en hoe het werk van Simple Minds op z’n best klinkt. Zonder blikken of blozen mogen we zeggen dat Simple Minds een begrip zijn in de muziekindustrie. Een kwarteeuw oud en still going strong. Hoe verklaren jullie dat succes bij verschillende generaties? Kerr: Onze muziek bekoort inderdaad een erg breed publiek. Ik kan je eigenlijk niet zeggen waarom wat wij doen, per definitie zou werken. Ik kan je wel zeggen waarom het volgens mij werkt. Pop- of rockmuziek is altijd een combinatie van teksten en melodieën. Als je wil dat een nummer echt scoort, moet je er een sterke vibe aan kunnen toevoegen. En ik denk dat het net die vibe is die Simple Minds zo bijzonder maakt. Als je ons hele oeuvre doorloopt, dan merk je dat we niet vies zijn van variatie. We hebben door de jaren heen heel wat genres “Ik ben niet echt een sofamens” uitgeprobeerd: electro, ambient, pop, rock, folk… De invloeden waren erg talrijk. Af en toe brachten we ook een politieke boodschap – het is letterlijk een muzikale reis. Daarmee bereik je een heleboel mensen. Songs inkleuren Hoe groeit de mix van stijlen eigenlijk? Is het verbonden met wat je beleeft op en naast het podium? Muziek evolueert. Zodra je nummers op een podium brengt, schiet die hele evolutie in gang. Kerr: In de eerste plaats is onze sound de verdienste van de muzikanten in de band: voor hen neem ik mijn petje af. Ze hebben een erg rijke verbeelding en dat helpt om onze songs extra in te kleuren. Hun muzikale talenten maken dat Simple Minds zijn wie ze zijn. En ik mag mezelf natuurlijk ook niet vergeten. (lacht) Als muzikant moet je een brede kijk op de dingen hebben. Alle bandleden kijken geregeld �lms, lezen boeken, hebben aandacht voor wat er in de wereld gebeurt. Daardoor is onze inspiratie nog nooit echt op geraakt – laat ons hopen dat het zo blijft! Artiesten, of ze nu klassiek of hedendaags werk afleveren, herhalen keer op keer dat hun werk nooit echt af is. Na een nieuwe plaat luidt het meteen al: dit hadden we anders kunnen doen, dat passen we aan… Ben je het daarmee eens? Kerr: Ab-so-luut. Ik ben er heilig van overtuigd dat de laatste noot van een nummer nooit het einde van dat nummer is. Als je een song of een heel album bijeen hebt geschreven, dan is die speci�eke opdracht rond. Maar muziek evolueert. Zodra je nummers op een podium brengt, schiet die hele evolutie in gang. Je zingt en denkt: ‘Dit hadden we beter zo op plaat gezet’. Daardoor ga je het de volgende keer ietsje anders vertolken. Het proces stopt nooit. Ik vergelijk een opname of een album altijd fotografie: David Ellis (p 12) - Sven (p 14) tekst: bve 13 met een polaroid, een blauwdruk. Het is een begin van iets wat moet groeien. Of je een song nu met een orkest brengt, zoals tijdens de Night of the Proms, of je gooit het in een akoestische show twintig jaar later: het nummer gaat zijn eigen weg. Denk je daar al aan wanneer je met de opnames bezig bent? Zo moet het live klinken, zo moet het op een hifi-installatie klinken… Kerr: Zeker en vast. In elk geval wil ik dat mensen altijd denken dat we fantastisch klinken. (lacht) Of je nu in de auto zit, gaat joggen met je iPod, troost zoekt of gewoon muziek beluistert: muziek moet je raken. Dat vind ik het leuke aan pop en rock: het is een heel erg subjectief genre. Jij kunt een nummer uit onze nieuwe plaat opvissen en zeggen ‘Hé, da’s een goeie track!’. Of je kunt een ander nummer compleet waardeloos vinden. Waarom? Dat is heel erg subjectief, er bestaan geen regels voor. En toch… wanneer we een nummer opnemen in de studio, weten we het eigenlijk vrij Visie versus ervaring Heb je die visie altijd gehad? Kerr: Neen, zeker niet. In onze begindagen hadden we die typische drang om beroemd te worden. Het was constant azen op succes. Soms hadden we beet, soms grepen we ernaast en dan durfden we al eens morren. We raakten zelfs gefrustreerd. ‘Glittering Prize’ is daar een heel mooi voorbeeld van. Pas sinds kort besef ik hoeveel potentieel het nummer bezit. We waren destijds gewoon te ambitieus; we hadden meer visie dan ervaring. Da’s gelukkig verbeterd. Is Jim Kerr de man die op vrije dagen graag in de sofa gaat zitten muziek beluisteren? Kerr: Sowieso ben ik niet echt een sofamens. (lacht) We zijn natuurlijk heel vaak bezig met opnames, nieuwe dingen en dan luister ik bijna noodgedwongen naar eigen materiaal. En andere muziek, tja… Het nadeel van dit bestaan – hoe graag ik het ook doe – is dat ik afschuwelijk veel moet reizen. Meestal is dat oersaai, maar dan heb ik wel tijd om naar wat dingen te luisteren die ik fijn vind. Hecht je op zo’n moment ook belang aan hoe iets klinkt? Bezwijk je voor de traditionele warmte van vinyl, of mag het digitaal zijn… Kerr: Op dat vlak ben ik een beetje een nerd hé. Heel wat van m’n kameraden kunnen uren doorbomen over de ‘warmte’ van een oude plaat. Ik snap best wat ze bedoelen maar eigenlijk houdt mij dat niet zo bezig. Als we dan toch over kwaliteit van ons eigen materiaal praten, vind ik het essentieel dat er bijvoorbeeld een fijn ontwerp aan een plaat vasthangt: de hoes, de foto’s. Die houden mij zowat het meest bezig. Maar nu je het toch vraagt: gisteren hoorde ik in Italië toevallig een nummer van onze nieuwe plaat Graffiti Soul op de radio! En ik moet zeggen: dat klonk verdorie goed. Straf geproducet en zo. (lacht) Dus ja, in die zin houdt klank me dan wel weer bezig. Wanneer je aan muziek werkt, borrelen er plots dingen op waarvan je niet wist dat ze bestonden. snel: dit zit goed, dit wordt een hit. Dus je volhardt in die ene compositie, blijft eraan timmeren, schaven… tot het de ultieme topsong is die je voor ogen had. Hoeveel procent van wat jullie gemaakt hebben zit in die categorie? Waar ben je het meest trots op? Kerr: (zucht even) Da’s een moeilijke… Ik vind trots sowieso een vreemd gegeven. We hebben gewoon een hele hoop muziek bijeen hebben geschreven. Het ene nummer was een succes, het andere minder. Maar zelfs uit de dingen die niet scoorden, hebben we heel wat opgestoken. Ik zei het al: wat we doen, is één lange reis. Als je op een moment even achterom kijkt, zie je dingen van vroeger die plots inspirerend zijn. Nummers die ooit waardeloos leken, kunnen toch een zekere kwaliteit hebben. Daarom bekijk ik onze carrière niet in termen van ‘successen’ en ‘mislukkingen’.
© Copyright 2024 ExpyDoc