VIEW INTERVIEW 18 oktober 2014 , pag. 10 T E K S T I N K I D E J O N G E | I L L U S T R AT I E G E R R I T G U L D E N H E M E L 10 ‘IEDEREEN IS EEN LEREND MENS’ Over twee weken is het twee jaar geleden dat ze aantrad als directeur van het Drents Museum. Hoog tijd voor een gesprek met Annabelle Birnie. Over kunst, vrijheid en onverschrokkenheid. H Paspoort Naam Annabelle Birnie (1968) Getrouwd met Mark de Boer Opleiding Kunstbeleid & Management aan Universiteit van Utrecht en Institut d’Etudes Supérieurs des Arts in Parijs Werk Sinds 1 november 2012 directeur Drents Museum Werkte daarvoor bij ING als directeur sponsoring, art management & events, en als taxateur bij veilinghuizen Christie’s en Sotheby’s. Lid van de Raad van Toezicht Haags Gemeentemuseum en Schouwburg De Meerse, Haarlemmermeer. Zit in jury’s en aankoop- en keuringscommissies, waaronder die van Pan Amsterdam, de Sacha Tanja Penning en het Coba de Groot Stipendium. et is maar even. Het is maar een detail. Maar toch. Als Annabelle Birnie door de winkel van het Drents Museum in Assen loopt, stopt ze bij de ansichtkaartjesmolen, bukt zich, en zet snel even een paar kaartjes recht. Ach, zo gedaan immers, het is geen moeite en dat doet ze nou eenmaal. Ze is als directeur iemand van de grote lijnen maar ook van de details. ,,Als ik door het museum loop, raap ik ook wel graag een propje op.’’ Een museumwandeling met Annabelle Birnie lijkt op een ontdekkingstocht met een onvermoeibare, lyrische reisleidster. Bij de door Daniel Lohues samengestelde expositie Hier kom ik Weg wijst ze op de kleine versieringen in het Trechteraardewerk. ,,We denken altijd dat de mensen die 3000 voor Christus leefden primitief waren, maar dat is helemaal niet zo, dat komt alleen omdat we er zo weinig van teruggevonden hebben. Maar kijk.’’ Wijst op een barnstenen ketting. ,,Ook toen wilden mensen dingen mooi maken. Versieren is een intrinsieke behoefte van de mens.’’ Met welbehagen rondkijkend: ,,En moet je kijken hoe prachtig het is uitgelicht. Daar ben ik echt trots op.’’ Het Drents Museum zit haar als gegoten zegt ze in haar werkkamer, waar de koffiekopjes als kleine eilandjes op een grote ellipsvormige tafel staan. ,,Ik ben hier begonnen met wie ik ben en wat ik kan. Ik vertel graag waar het Drents museum voor staat, en ik sta zelf ook graag ergens voor. En dat matcht met het museum.’’ Kun jij in een zin samenvatten waar het Drents Museum nu voor staat? ,,We tonen de wereld een blik op Drenthe en Drenthe een blik op de wereld. Dat klinkt misschien flauw omdat het ook ons motto is, maar alles wat we doen, hangen we daaraan op. Als dat niet in een bepaalde tentoonstelling zit, dan doen we niet waar we voor staan. Die focus is heel belangrijk.’’ Ze kwam uit de Randstad, waar ze de internationale kunstcollectie van ING beheerde, en ging naar Drenthe. Wat moet je daar nou, riepen de vrienden in koor. Maar ze woont nu bijna twee jaar in Zeijen, en Drenthe is ‘we’ geworden. Ze bezigt de eerste persoon meervoud alsof ze het haar hele leven heeft gedaan. ,,We houden in Drenthe van andere culturen, we leven met andere culturen, we komen hier weg voor ons hele leven, we zijn onszelf, we hebben een luchthaven die we Groningen noemen maar die hebben wij, het sprankelt hier, er kan een hoop, het is nog niet zo dichtgeregeld en dichtgetimmerd, er is ruimte voor initiatieven, voor mensen. Koffie?’’ Annabelle Birnie. Wijd en zijd roemen ze haar kennis van kunst, haar vermogen om bruggen te bouwen. Nick Jue, haar vorige baas bij ING Nederland, kenschetst haar als ontwapenend en gezegend met een niet te stuiten enthousiasme. De Asser cultuurwethouder Maurice Hoogeveen noemt haar een rasechte netwerker, die zich al snel thuis voelde in de politieke werkelijkheid. Als er iets is wat Annabelle Birnie drijft, zeggen haar vrienden, is het: de liefde voor de kunst. De liefde voor kunst; het dreef haar naar Drenthe. ,,Ik vind: je moet vooruit. Ik heb het heel erg naar mijn zin gehad, ik had een fantastische baan bij ING, daarvoor heb ik een kunsthandel gehad, ik heb bij galerieën gewerkt, was hoofd moderne kunst bij Sotheby’s, maar ik had nog nooit in een museum gewerkt. En als je twaalfeneenhalf jaar bij ING werkt, werk je twaalfeneenhalf jaar met dezelfde collectie. Die kun je eindeloos op verschillende manieren belichten en uitdiepen en presenteren. Maar ik hou ook van vernieuwing en snelheid. En ik zag er heel erg naar uit om, naast een vaste collectie, met tentoonstellingen te werken die een tijdlang bij je zijn, zo lang dat je er alles van te weten kunt komen, en dat het dan weer weggaat en er weer iets anders komt. En je weer opnieuw met jezelf kunt beginnen als lerende mens.’’ Je bent een lerend mens. ,,Iedereen is een lerend mens.’’ Ze formuleert tastend, haar ogen dwalend door de kamer; Annabelle Birnie praat denkend, en andersom. ,,Ik hou van praten”, zegt ze. ,,Het is mijn eerste natuur. Zoals beeldend kunstenaars praten met hun kwast, of met hun handen, en dat vind ik heel knap. Dat waar ik een heel lang verhaal voor nodig heb, vertellen zij in een beeld.’’ Boven de tafel hangt een schilderij. Er staat een moe kijkende man op, die aan tafel zit, zijn voet in een steunkous gewikkeld, een badmuts op zijn hoofd, bij een luik dat naar buiten open staat. Het is van Barend Blankert. ,,Ik ben dol op Barend Blankert als mens en op zijn werk. Omdat hij een volledig onafhankelijke individu is. Hij trekt zijn eigen plan, maakt zijn eigen dingen, leeft zijn eigen leven onverschrokken. Niet van zijn stuk te brengen, hij heeft zijn eigen stijl, zijn eigen manier van uitdrukken. Hij is de meester van de melancholie. Zijn werk is heel open, het laat heel veel ruimte voor de kijker omdat je gaat interpreteren. Je denkt: waarom heeft die man een badmuts op, waarom zit ’ie daar, waarom heeft hij een steunkous aan, is hij depressief en wat is dat voor waterkan? Waarom staat dat raam open? Springt ‘ie daar uit? Waarom draagt hij een zwembroek, heeft hij net gezwommen? Is hij verslaafd aan alcohol, is hij moe? En als hier mensen komen vullen ze die ruimte in en wat ze vertellen is altijd iets wat ze net hebben meegemaakt, waardoor ze zich even zo gevoeld hebben.’’ ,,Dat vind ik er zo mooi aan. Dat ik hier met een hele hoop mensen zit en dat ze dan zeggen: hij is alcoholist. Of: hij kan zich niet zetten tot wat hij moet doen. Dan vraag ik: waar moet hij zich dan toe zetten? Zeggen ze: ‘Ja, nou, ik moest laatst…’ Die verstilling, dat bevragende en opene, dat heeft Barend ook als mens, en daardoor kan hij ook zo onverstoorbaar zichzelf zijn.’’ Kunst is een goede bekende in haar familie. Haar moeder is beeldhouwster, de neef van haar opa was Carel Birnie, oprichter en zakelijk leider van het Nederlands Danstheater. Ze heeft het zakelijke van haar vader, evenals zijn Indonesische trekken. Als ze zich ontspant, kookt ze graag iets met een kop en een staart, en dat heeft ze dan weer van haar moeder, die in de jaren ’70 al haar eigen pesto maakte. ,,We zijn in mijn jeugd vaak verhuisd. Maar ik maakte overal vrienden en vriendinnen, en met velen van hen heb ik nog steeds contact.’’ De netwerkster pur sang: ze kan de band met het bedrijfsleven verstevigen in tijden van terugtrekkende overheidsbemoeienis, zeggen de mensen die haar kennen. Ze is een samenwerker, maar niet ten koste van alles. Een advies van de Raad van Cultuur dat vorig jaar stelde dat het Drents Museum moest samenwerken met Leiden, werd niet opgevolgd, en ze is blij toe. ,,Samenwerken is nu het hoogste doel in Nederland. Maar. Samenwerken kun je alleen als je gelijkwaardig bent, elkaar dingen gunt en er allebei beter van wordt. En de opgelegde samenwerkingsverbanden zoals die tussen Leiden en Assen: het zou dan zo moeten zijn dat wij in Mexico zijn
© Copyright 2024 ExpyDoc