klik hier voor de handout

25-6-2014
Welkom in deze
doopdienst
Voorganger:
Ds J. Hoekman
Organist: Gerard Zoer
Welkom &
Mededelingen
Zingen: Lied 445 ELB
Tekst & Muziek: Elly & Rikkert Zuiderveld
Ik zag een kuikentje
Dat bij zijn moeder zat
Onder haar vleugels
In de schaduw van Uw
vleugels
Wil ik schuilen, wil ik schuilen
In de schaduw van uw
vleugels
Wil ik schuilen, o Heer
Waar het veilig zat
Tegen regen, tegen
zonneschijn
Heer, zo wil ik bij U zijn
U bent mijn toevlucht
U bent mijn sterkte
U bent mijn schuilplaats
U o Heer
1
25-6-2014
In de schaduw van Uw
vleugels
Wil ik schuilen, wil ik schuilen
In de schaduw van Uw
vleugels
Wil ik schuilen, o Heer
Stil Gebed
Votum en Groet
Verborgenheên, van ouds
af waardig t' eren.
Mij vloeit een schat van
wijsheid uit den mond,
Gelijk een bron, die
voortspringt uit den grond.
Ik zag een kuikentje
Dat bij zijn moeder zat
Onder haar vleugels
Waar het veilig zat
Zoals dat kuikentje
Klein en teer
Wil ik schuilen, o Heer
Zingen: Psalm 78
1 Neem, o mijn volk, neem
mijne leer ter oren;
Neig oor en hart, om naar
mijn stem te horen;
'k Zal met mijn mond u wijze
spreuken leren,
3 Want God heeft Zijn
getuigenis gegeven
Aan Jakobs huis; een wet,
om naar te leven,
Die Israel zijn nageslacht
moet leren,
2
25-6-2014
Opdat men nooit haar
kennis moog' ontberen;
God vordert, dat de
naneef, eeuwen lang,
Van kind tot kind, dit
onderwijs ontvang'.
Geloofsbelijdenis
Zingen: Gezang 162
1 Ach, blijf met uw genade,
Almacht'ge, ons nabij,
en dek ons voor de schade
van ijd'le hovaardij!
7 Bezegel ons uw trouwe,
o Heer, zo goed als groot,
op wie ons harte bouwe
in alle nood en dood!
2 Licht ons met uwe stralen,
Gij, zon der geesten, voor,
opdat wij niet verdwalen
noch struik'len op ons spoor!
Gebed
3
25-6-2014
Schriftlezing:
Deuteronomium
6:1-9
1 Dit zijn de geboden, de
verordeningen en de
bepalingen die de HEERE,
uw God, geboden heeft u
te leren, om ze te doen in
het land waar u naartoe
trekt om het in bezit te
nemen,
2 opdat u de HEERE, uw
God, vreest door al Zijn
verordeningen en Zijn
geboden, die ik u gebied,
in acht te nemen: u, uw
kind en uw kleinkind, alle
dagen van uw leven;
en opdat uw dagen
verlengd worden. 3 Luister
dan, Israël, en neem ze
nauwlettend in acht! Dan
zal het u goed gaan en zult
u zeer talrijk worden – zoals
de HEERE, de God van uw
vaderen,
tot u gesproken heeft – in
het land dat overvloeit van
melk en honing. 4 Luister,
Israël! De HEERE, onze God,
de HEERE is één! 5 Daarom
zult u de HEERE, uw God,
liefhebben met heel uw
hart,
met heel uw ziel en met
heel uw kracht. 6 Deze
woorden, die ik u heden
gebied, moeten in uw hart
zijn. 7 U moet ze uw
kinderen inprenten en
erover spreken,
4
25-6-2014
als u in uw huis zit en als u
over de weg gaat, als u
neerligt en als u opstaat. 8 U
moet ze als een teken op
uw hand binden en ze
moeten als een
voorhoofdsband tussen uw
ogen zijn.
Zingen: Lied 550 Johannes
de Heer
1 Zijt gij gedoopt in Christus'
dood
en in Zijn graf begraven,
dan zijt gij daardoor
deelgenoot
van Zijne Geestesgaven.
2 Het is des Heilands liefste
wens,
dat, die Zijn naam belijden,
niet leven naar de oude
mens,
maar als door Hem
bevrijden.
9 U moet ze op de
deurposten van uw huis en
op uw poorten schrijven.
Geen zonde heers' meer
over u;
gij toch, gij zijt gestorven:
leef slechts het nieuwe
leven nu,
door Jezus u verworven.
Zo gij met Hem gekruisigd
zijt,
is u ook macht gegeven
om door die doop te allen
tijd,
de nieuwe mens te leven.
5
25-6-2014
Preek
Hij zal leiden 't zacht
gemoed
In het effen recht des
HEEREN.
Wie Hem need’rig valt te
voet,
Zal van Hem zijn wegen
leren.
't Goed, dat nimmermeer
vergaat,
Zal hij ongestoord
verwerven,
En zijn Godgeheiligd zaad
Zal 't gezegend aardrijk
erven.
Zingen: Psalm 25
4 's HEEREN goedheid kent
geen palen.
God is recht, dus zal Hij door
Onderwijzing hen, die
dwalen,
Brengen in het rechte
spoor.
6 Wie heeft lust den HEER' te
vrezen,
't Allerhoogst en eeuwig
goed?
God zal Zelf zijn leidsman
wezen,
Leren, hoe hij wand’len
moet.
Doopformulier
6
25-6-2014
Zingen: Psalm 105
de dopelingen worden binnendragen
Gebed
Tot in het duizendste
geslacht.
't Verbond met Abraham,
Zijn vrind,
Bevestigt Hij van kind tot
kind.
5 God zal Zijn waarheid
nimmer krenken,
Maar eeuwig Zijn verbond
gedenken.
Zijn woord wordt altoos
trouw volbracht,
Doopbelofte
Kinderen zingen: Lied 429 ELB
De kinderen mogen
naar voren komen
1 Een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede in
mijn hart.
7
25-6-2014
Wij zingen mee:
Een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede in
mijn hart.
2 Een fontein vol van
blijdschap
Een fontein vol van
blijdschap
Een fontein vol van
blijdschap in mijn hart.
De kinderen zingen:
Een fontein vol van
blijdschap
Een fontein vol van
blijdschap
Een fontein vol van
blijdschap in mijn hart.
3 Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus in
mijn hart.
Wij zingen mee:
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus in
mijn hart.
4 Een rivier vol van vrede,
een fontein vol van
blijdschap,
ik heb lief als mijn Jezus in
mijn hart.
8
25-6-2014
Een rivier vol van vrede
een fontein vol van
blijdschap,
ik heb lief als mijn Jezus in
mijn hart.
Dopen
Zingen: Psalm 134 : 3 staande
3 Dat 's HEEREN zegen op u
daal';
Zijn gunst uit Sion u bestraal'.
Hij schiep 't heelal, Zijn
Naam ter eer:
Looft, looft dan aller heren
HEER'!
De kinderen gaan terug
naar hun plaats
Ouders toespreken
Inzameling van de
gaven
Dankzeggingsgebed
Zingen: Psalm 40 staande
9
25-6-2014
2 Hij geeft m' opnieuw een
danklied tot Zijn eer,
Een lofzang. Velen zullen 't
zien,
En God eerbiedig hulde
biên;
Hem vrezen, en vertrouwen
op den HEER‘.
5 Uw heilleer wordt door mij
alom verbreid:
'k Bedwing mijn tong en
lippen niet.
Gij weet het, HEER', die alles
ziet
Mijn hart verbergt nooit Uw
gerechtigheid.
Zegen
Wel hem, die 't
Opperwezen
Dus kinderlijk mag vrezen,
Op Hem vertrouwen stelt,
En, in gevaar, geen kracht
Van ijd'le trotsaards wacht,
Van leugen of geweld.
Uw waarheid doe ik horen;
Uw heil, den mens
beschoren,
Vloeit daag’lijks uit mijn
mond.
Uw gunst, Uw trouw, Uw
woord
En Godsgeheimen, hoort
Uw talrijk volk in 't rond.
Allen wel thuis!
10