Jeugdcriminaliteit.

Jeugdcriminaliteit.
Sectorwerkstuk Jeugdcriminaliteit
Door: Astrid de Vegt, Jolanda van der Werff, Laura
Kiers, Renske Visser & Wianda Jongsma.
Klas: 4A.
Datum:
Begeleiders: Meneer Poeze en Mevrouw Vanca.
1
Inhoudsopgave
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 6
Pagina 9
Pagina 13
Pagina 19
Pagina 21
Pagina 23
Pagina 27
Pagina 30
Pagina 35
Pagina 36
Pagina 37
Voorpagina
Inhoudsopgave
Inleiding
Hoe komen jongeren in de criminaliteit terecht?
Soorten jeugdcriminelen
De straffen
De jeugdgevangenis
De nazorg
Maatregelen tegen jeugdcriminaliteit
Interview bureau Halt
Interview Het Poortje
Enquête
Hoofdvraag wat is jeugdcriminaliteit
Nawoord
Bronnen
2
Inleiding
Wij houden ons werkstuk over jeugdcriminaliteit. Elke dag wordt er wel een jongere
opgepakt, omdat diegene een delict heeft gepleegd. Zoals een snoepje bij de kruitvat
stelen of zelf iemand op straat in elkaar slaan. We hebben het niet altijd door, maar
het gebeurd overal om ons heen. De ouderen hebben er vaker last van dan de
jongeren, want ze voelen zich vaak bedreigd en onveilig als er een groep jongeren
langs de kant staat.
Maar wat is jeugdcriminaliteit precies en wat gebeurd er daarna met de jongeren?
Ons leek het wel een interessant onderwerp er wordt veel over gesproken. Wat er
met deze jongeren gebeurd als ze worden opgepakt en alles wat er vooraf en daarna
met ze gebeurd. Dat gaan we allemaal vertellen we gaan ook interviews houden. We
zijn er nieuwsgierig na want we zitten zelf ook in de leeftijd. Wij dachten dat het meer
in de Randstad voorkomt en door Marokkanen, maar of dat ook echt zo is?
We denken al snel dat het valt allemaal wel mee en we hebben er toch nooit iets mee
te maken, maar je komt er zomaar in terecht. Jongeren doen het vaak, omdat ze er
bij willen horen en om stoer te doen. Maar ze beseffen vaak niet hoe erg het kan zijn
voor anderen. Ze denken alleen maar aan hun zelf, of ze wel stoer genoeg zijn, en
niet aan de anderen bij wie ze het aanrichten.
In dit werkstuk werken we al deze vragen uit. We willen in er in dit werkstuk achter
komen hoe jeugdcriminaliteit in Nederland is, wat er daarna gebeurd etc.
Onze hoofdvraag is: Wat is jeugdcriminaliteit?
Onze deelvragen zijn:
 Hoe komen jongeren in de criminaliteit terecht?
 Soorten criminelen.
 De straffen.
 De jeugdgevangenis.
 Nazorg.
 Maatregelen tegen jeugdcriminaliteit.
3
Hoe komen jongeren in de criminaliteit?
Opvoeding
Eén van de belangrijkste oorzaken van jeugdcriminaliteit ligt bij de opvoeding. Een
kind kan een slechte opvoeding krijgen door bijvoorbeeld onwetendheid van de
ouders, ze weten niet hoe je een kind moet opvoeden, dit komt vaak voor bij jonge
ouders.
Als de opvoeders zelf problemen hebben heeft dit ook gevolgen voor de opvoeding
van een kind, hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld verslavingen of psychische
problemen. Doordat de opvoeders deze problemen hebben neemt de controle over
het kind af, het kind gaat doen waar hij/zij zin in heeft.
Ook kan het komen doordat het kind thuis problemen heeft, voorbeelden van deze
problemen zijn mishandeling, drank- drugsgebruik, gescheiden ouders of te weinig
aandacht door veel kinderen.
Normaal leren de kinderen van huis uit wat normen en waarden zijn en om respect te
tonen voor anderen, als dit dan al niet goed word aangeleerd is de kans groter dat
deze kinderen later in de criminaliteit terecht komen.
Leefomgeving
Het heeft te maken met de leefomstandigheden omdat
Wanneer je in een slechtere buurt leeft hoe meer criminaliteit er plaats vind. In grote
steden bevindt zich vaak veel meer criminaliteit dan buiten de grote steden. Als er
problemen thuis zijn, omdat je ouders vaak ruzie hebben of de relatie tussen het kind
en de ouder niet goed verloopt gaan jongeren vaak naar buiten. Of omdat ze geen
goede opvoeding hebben gehad en weinig toetreden hebben gehad van de ouders.
Hoe kan onderwijs leiden tot criminaliteit?
Als de probleemjongeren op school in aanraking komen met andere
probleemjongeren kan dat tot een ‘gevaarlijke’ groep leiden. Ze nemen de
gewoonten van elkaar over en al snel kunnen ze gaan spijbelen of gewoon
wegblijven van school. Dit leid ertoe dat ze geen diploma krijgen en dan denken dat
ze niks meer kunnen doen in de toekomst. Er zijn ook andere manieren waarom het
onderwijs te maken heeft met jeugdcriminaliteit. Het kan namelijk ook komen doordat
de jongeren zich kansloos voelen in de klas. Het niveau is te hoog gegrepen voor ze
en dan denken ze dat ze niks meer kunnen en de cijfers gaan steeds verder
achteruit. Dit kan leidden tot wegblijven van school en in aanraking komen met
andere jongeren die van school gegaan zijn.
4
Problemen op school
Er zijn veel jongeren met problemen op school. Ze halen slechte cijfers, komen vaak
te laat en soms spijbelen ze zelfs! Een paar keer te laat komen is helemaal niet erg,
maar als je altijd te laat komt is dit tegen de wet in. Ook spijbelen mag niet. Bij 9 keer
spijbelen of bij 12 keer te laat komen kom je terecht bij bureau halt. Eerst word je in
contact gebracht met de leerplichtambtenaar en als die niet kan helpen sturen ze je
verder naar bureau halt.
Als jongeren bij bureau halt terecht komen worden ze geconfronteerd met hun fouten
en krijgen ze de kans het weer recht te zetten. Ook de ouders krijgen een grote rol
om te voorkomen dat hun kind doorgaat met spijbelen en te laat komen. De straf die
ze bij Halt krijgen bestaat uit 3 gesprekken, een leeropdracht en ze moeten hun
excuses aanbieden.
In het eerste gesprek bespreekt de Halt-medewerker samen met de jongere en de
ouders het spijbelen en de mogelijke oorzaken daarvan. De jongere krijgt een
leeropdracht mee die te maken heeft met het spijbelen of te laat komen. In het
tweede gesprek wordt die opdracht beoordeeld en oefenen ze hoe de jongere
zijn/haar excuses aan gaat bieden aan de school. De jongere moet zijn/haar excuses
aanbieden aan de mentor of de conrector van de school. In het laatste gesprek
worden met de jongere en zijn/haar ouders de gesprekken en de opdrachten
besproken en wordt er gekeken of het spijbelen of te laat komen waarschijnlijk niet
meer voorkomt. Als de jongere zich aan alle afspraken heeft gehouden die ze met
halt hadden afgesproken, word dit doorgegeven aan de leerplichtambtenaar en kan
de leerling zonder verdere problemen zijn school afmaken.
5
Soorten jeugdcriminelen
Meelopers
Deze groep laat zich gebruiken door de criminele jeugd, ze moeten bijvoorbeeld
inbraken plegen in opdracht. Hierbij gaat de winst naar de criminele jeugd en krijgt de
meeloper eigenlijk niks. De meelopers voelen zich vereerd omdat ze voor de
criminele jeugd mogen werken. Vaak komen de meelopers in de zware criminaliteit
terecht.
Allochtone jeugdcriminelen
Het blijkt dat allochtonen vaker in contact komen met de politie.
Het begint met de opvoeding, de opvoeding tussen de Nederlanders en allochtonen
is erg verschillend. Dat ligt vooral aan de verschillende culturen. In de Marokkaanse
en Turkse culturen heb je te maken met de islam. De cultuur van de moslims bestaat
uit strenge regels waar de jongeren zich meestal niet aan willen houden maar toch
moet van hun ouders.
Groepsdruk
Wanneer je spreekt van groepsdruk gaat het erom dat je graag met een groep mee
wilt doen en daarom al de dingen doet die de groep ook doet.
Bijvoorbeeld je wilt vrienden worden met een groep en die groep doet dingen die jij
normaal niet zou doen. Dat kan in positieve en in negatieve zin. Het kan te maken
hebben met opvattingen over bepaalde onderwerpen, muziek voorkeur, kleding,
geloof en kijk op het leven. Als die vrienden roken, drinken en blowen ga jij dat ook
doen omdat je er graag bij wilt horen, als je het niet doet hoor je niet bij die groep.
Sommige mensen zijn erg gevoelig voor groepsdruk, ze gaan snel mee in dingen die
de groep doet en zegt. Maar als je alleen bent kan je je heel anders gedragen dan
als je met een groep vrienden bent.
Negatieve groepsdruk:
Bij negatieve groepsdruk word je soms gedwongen om dingen te doen die je eigenlijk
helemaal niet wil doen. Als je bijvoorbeeld streng tegen roken of drugs bent maar je
vrienden gebruiken het en ze dwingen je er toe, ga je het ook gebruiken, omdat je
bang bent om er niet meer bij te horen. Groepsdruk wordt bedoeld om iemand zo te
veranderen dat het bij de groep in het plaatje past.
Positieve groepsdruk
Wanneer je vrienden zich richten op goed gedrag en goede cijfers, ga jij al snel mee
in het goede cijfers halen en goed gedrag. Positieve groepsdruk is gericht op goede
dingen zoals geen verboden dingen doen, niet roken, met mate drinken en tegen
drugs zijn.
6
Groepscriminelen
Jongeren trekken vaak in groepen op. Daarom vind criminaliteit vaak in groepen
plaats. Meestal willen ze zichzelf bewijzen. Ze dagen elkaar vaak uit en plegen
daardoor vaak strafbare feiten. Vooral met gestructureerde groepen. Een
gestructureerde groep houdt in dat er één iemand de leider is, één subleider en de
rest van de groep bestaat uit meelopers. In zo’n groep heeft iedereen zijn eigen
plaats en doordat iedereen zijn eigen plaats heeft komt het wel eens voor dat als een
jongeren tot een groep wil toetreden daarvoor iets moet doen. Zo’n groep gaat dan
meestal veel verder dan wat ze anders doen. Ze durven dan vaak veel meer dan als
ze alleen zijn.
Ongeveer 75% van gepleegde delicten wordt door jongeren gepleegd. Als je in een
groep bent zijn er altijd een paar die alleen toe kijken hoe een ander een bushokje
kapot sloopt. Als een jongere ouder begint te worden gaan ze minder uit halen. Die
gene die wel door gaan doen het in een klein groepje of zelfs alleen.
Er zijn verschillende achtergronden en kenmerken van jeugdcriminaliteit:
- leeftijd: uit onderzoek komt het volgende: als ze rond de 16 zijn bestaat de groep
meestal uit 4 of meer personen. Als ze tussen de 16 – 20 jaar zijn blijkt het dat ze
nog maar uit 2 personen bestaan. Als de leeftijd stijgt gaan jongeren de delicten
alleen uitvoeren.
- Geslacht: het blijkt dat er veel meer jongens dan meisjes betrokken zijn bij een
delict. Als een meisjes een delict plegen doen ze dat meestal met een groep.
Jongens doen het meestal alleen. Als een meisje bij een misdrijf is heeft ze vaak een
relatie met een jongen. Het meisje is vaak ook de jongste van de groep.
- Politiecontacten: Bij jongeren in een groep is de kans groter dat ze opgepakt
worden dan dat ze alleen een misdrijf plegen. Het komt doordat een groep veel
sneller opvalt dan als je alleen bent. Je hebt ook een grote kans dat een iemand van
je groep je verraad.
Iedereen heeft een andere karakter hier noem ik er 3:
* Hinderlijke groepen: deze groepen geven vaak overlast aan de buurt
* Overlastgevenede groepen: ze hebben vaak ernstige delicten begaan een
voorbeeld is een openbaar geweldpleging.
* Criminele groepen: plegen vaak ernstige misdrijven zoals inbraken of drugshandel.
7
Verstandelijke beperking
Veel kinderen in de jeugdgevangenis hebben een gedagsstoornis of een
verstandelijke beperking. Veel jongeren met een licht verstandelijk handicap hebben
niet alleen een best laag IQ (IQ score van 50 tot 85) maar ook vinden ze het vaak erg
moeilijk om zich sociaal aan te passen. Ze hebben geen controle over hun agressie
en ook zijn ze meestal makkelijk te beïnvloeden.
Als mensen met een licht verstandelijk handicap niet opgroeien in de goede
leefomgeving komen ze al snel terecht in ‘foute’ situaties omdat ze zo makkelijk te
beïnvloeden zijn en ze beseffen niet goed waar ze mee bezig zijn. Doordat ze niet
goed nadenken voordat ze iets doen komen ze snel in aanraking met criminaliteit
8
De straffen
Er zijn binnen het jeugdstrafrecht verschillende soorten straffen, dit hangt af van de
ernst van de misdaad en de eerder gepleegde misdaden, ook hangt de straf af van
de leeftijd. Het jeugdstrafrecht kent geen minimum straffen maar wel maximum
straffen.
Half afdoening
Bij veel gevallen wordt bij het eerste politiecontact een half-afdoening voorgesteld.
Een half-afdoening kan je maximaal 2 keer krijgen aangeboden en er moet dan
minimaal een periode van een half jaar tussen zitten. Een half-afdoening is een
taakstraf die buiten de justitie om wordt gedaan. Het voordeel hiervan is dat je geen
strafblad krijgt. Als je terecht komt bij Halt vindt er eerst een gesprek plaats met een
medewerker van Halt. Dit gesprek gaat over wat er is gebeurt en welke straf
vastgesteld wordt. Meestal is excuses aanbieden een deel van de Halt-afdoening.
Hiernaast volgt vaak een werkstraf van 20 uur. De jongeren worden hierbij begeleid
door een medewerker van Halt of een externe begeleider. Bij deze werkstraf staat
het herstellen van de aangerichte schade centraal. Als de jongere deze werkstraf
heeft afgerond volgt er nog een eindgesprek. Halt bied ze dan nog geen leerstraf aan
maar wel leeropdrachten. Deze opdrachten zijn vaak huiswerk en bestaat uit
bijvoorbeeld een verslag maken over het strafbare feit. Ook heeft Halt een project. Dit
project heet ‘stop voor rood’ bij dit project krijgen jongeren die door een rood licht
rijden een Halt-afdoening aangeboden in plaats van een boete.
Overige straffen
-
Het in beslagnemen van eigendommen, bijvoorbeeld scooters en illegale
goederen.
Het betalen van een boete of schadevergoeding.
9
Taakstraf
De meest voorkomende straffen bij jongeren zijn de taakstraffen, de officier van
justitie en de kinderrechter kunnen een taakstraf opleggen. Maar de officier van
justitie kan nu alleen nog maar korte taakstraffen tot 40 uur opleggen. Je ouders
moeten hiermee instemmen, als dit niet het geval is zal de zaak door een rechter
worden behandeld. De raad van de kinderbescherming is verantwoordelijk voor de
ondersteuning en voorbereiding van de taakstraffen, hiermee word bedoeld dat de
Raad de jongere plaatst op een bepaald project en daarop ook toezicht houdt, en na
afloop de taakstraf rapporteert aan het Openbaar Ministerie.
Er zijn twee soorten taakstraffen:
Leerstraf:
Een leerstraf word net als een werkstraf voor een aantal uren opgelegd. Een leerstraf
is een straf dat bestaat uit een cursus of een verplichte training. Het doel daarvan is
dat de jongere leert omgaan met dingen wat hij moeilijk vind. Een aantal leerstraffen
zijn: beter leren omgaan met agressie, geld, alcohol/drugs of seksualiteit. Het soort
leerstraf dat een jongere krijgt, hangt af van wat hij nodig heeft om niet weer de fout
in te gaan.
Werkstraf:
Bij een werkstraf moet de jongere werk doen. Het aantal uren van de straf hangt af
van het gepleegde feit en of de jongere al eerder veroordeeld is. De straf word veelal
gedaan bij bijvoorbeeld gemeentelijke diensten of in een zieken of verzorgingshuis.
Ze krijgen hier niet voor betaald want, het is tenslotte een straf. De jongere word bij je
de straf altijd begeleid door een medewerker van de Raad voor de
Kinderbescherming, hiervoor vind eerst een intake gesprek plaats en er worden
afspraken gemaakt. Houdt de jongere zich niet aan deze afspraken dan krijgt de
jongere een officiële waarschuwing, dit kan maximaal twee keer. Houdt de jongere
zich dan nog niet aan de afspraken dan word de straf terug gelegd bij de
kinderrechter. De kinderrechter beslist dan wat voor straf de jongere dan krijgt. Bij
een mislukte taakstraf kan de straf worden omgezet in jeugddetentie, iedere twee uur
taakstraf staat dan voor een dag detentie.
Stop
Het jeugdstraf valt voor jongeren vanaf 12 jaar. Maar voor jongeren onder de 12 is er
bij bureau Halt een STOP-reactie. Een STOP-reactie is een gesprek met de ouders
en het kind, het kind moet in dat gesprek een vragenlijst beantwoorden. Door deze
vragenlijst word een inschatting gemaakt van de situatie en de ontwikkeling van het
kind. Als de situatie te erg is wordt er besloten om maatregelen te nemen dit kan
doormiddel van excuses, als er schade is dat herstellen en een huiswerkopdracht.
Als dit gedaan is en afgerond is komt er nog een eindgesprek.
10
Sepot
Sepot betekent eigenlijk geseponeerd. Als dit gebeurt betekent dat dat er geen
vervolging komt en geen straf voor de jongere. Wanneer een zaak geseponeerd
wordt is er bijvoorbeeld geen bewijs dat de jongere betrokken was bij de zaak. Een
geseponeerde zaak kan ook voorwaardelijk zijn, dat betekent dat de zaak op een
proeftijd wordt gezet. De proeftijd kan dagen maar ook maanden duren. Als die
jongere een strafbaar feit pleegt in die proeftijd volgt er alsnog een straf, pleegt die
jongere geen strafbaar feit in die proeftijd gaat diegene gewoon vrijuit.
Jeugddetentie
Wanneer je een delict hebt gepleegd wat zo erg is dat het niet met een andere straf
opgelost kan worden, kom je terecht in de jeugddetentie.
Als je in de jeugddetentie komt word je dus eigenlijk in hechtenis genomen. Alleen
door een kinderrechter kan je die straf opgelegd krijgen. Als je 16-17 jaar bent kun je
maar voor 2 jaar in de jeugddetentie komen. als je 12- 15 jaar bent kun je maximaal 1
jaar in de jeugddetentie komen. Je zit dan 24 uur per dag in een cel. Maar het
grootste deel van de dag verblijf je in een leefgroep. In deze groepen zijn de jongens
en meisjes gescheiden van elkaar. De jongeren moeten wel naar school binnen de
inrichting.
In Nederland zijn er 17 justitiële jeugdinrichtingen samen zorgen zij voor 1050
opvangplaatsen en 1276 behandelplaatsen.
Geldboete
Voor allerlei overtredingen kun je een geldboete krijgen, bijvoorbeeld als je geen
licht hebt ’s morgens als je naar school fietst, of als je jezelf niet kan identificeren. Als
je een geldboete hebt gekregen, krijg je een bericht thuis gestuurd. Als je deze boete
niet binnen een bepaalde tijd betaalt, krijg je 2 keer een verhoging van het bedrag.
Wanneer je de geldboete dan als nog niet betaalt, stelt het centraal justitieel
incassobureau een deurwaarder in.
In het strafrecht word er onderscheid gemaakt tussen delicten en overtredingen. In
de meeste gevallen worden er bij overtredingen een geldboete uitgedeeld.
Straffen voor kinderen onder de 12 jaar
Als een kind jonger dan 12 jaar iets crimineels doet mag hij/zij niet strafrechtelijk
worden vervolgd. De politie mag het kind wel verhoren en fouilleren. Als het criminele
gedrag van een kind onder 12 jaar echt uit de hand loopt kan de rechter hulp
inschakelen van de kinderbescherming. De rechter zelf mag en kan geen straffen
geven aan het kind. Als de kinderbescherming komt dan worden er maatregels
getroffen als ondertoezichtstelling of zelfs uithuisplaatsing. Ondertoezichtstelling is
dat er een gezinsvoogd wordt aangewezen die de ouders en het kind helpt
problemen thuis op te lossen. Uithuisplaatsing komt alleen voor als het echt nodig is.
Het kind wordt dan in een tehuis of een pleeggezin geplaatst.
11
Straffen voor kinderen 12 t/m 18
Jongeren vanaf 12 jaar zijn zelf verantwoordelijk wanneer ze iets strafbaars hebben
gepleegd. Dat ze zelf verantwoordelijk zijn betekend dat ze volgens het
jeugdstrafrecht worden berecht. Als ze een wettelijk strafbaar iets hebben gepleegd
kunnen ze worden gestraft bij bijvoorbeeld bureau Halt. Je krijgt dan een Haltafdoening. Als je bij bureau Halt komt kom je niet terecht bij het openbaar ministerie
en is het voordeel dat je geen strafblad krijgt. Een strafblad betekend dat de strafbare
feiten die iemand heeft gepleegd worden geregistreerd bij de politie en justitie. Als
iemand een strafblad heeft kan het zijn dat het moeilijker is om een baan of
stageplek te vinden. Kinderen onder de 18 jaar worden dus nog niet als volwassenen
behandeld maar ze zijn wel zelf verantwoordelijk voor eventuele gevolgen.
Nachtdetentie
Bij nachtdetentie wordt de jongere alleen s’ nachts in een justitiële inrichting
geplaatst. Jongeren die iets strafbaars hebben gepleegd komen in aanmerking met
nachtdetentie als er een voorlopige hechtenis wordt gevorderd voor het strafbaar feit
wat hij/zij heeft gepleegd. Het schijnt dat de schadelijke effecten van een
gevangenisstraf minder erg worden. De jongeren houden een band met de
samenleving, waardoor ze waarschijnlijk in de toekomst minder crimineel gedrag
vertonen.
Bij nachtdetentie zijn wel een paar bepaalde voorwaarden :
Nachtdetentie is alleen voor jongeren tussen 12 en 18 jaar.
De jongere moet een zinvolle, gestructureerde dagindeling hebben. Hij/zij
moet naar school of een stage hebben.
De dagbesteding moet niet te ver weg zijn in verband met vervoer.
De jongere moet zich houden aan de regels die gelden bij nachtdetentie. De
jongere mag niet spijbelen of een andere criminele activiteit plegen anders
worden er direct andere maatregels getrokken en is de kans groot dat hij/zij in
een inrichting komt voor dag en nacht.
De jongere moet een contract tekenen waar in staat dat hij/zij zich aan alle
regels zal houden.
12
De jeugdgevangenis
Hoe is de jeugdgevangenis ontstaan?
Tussen 1795 en 1905. Er kwamen wetten voor zorg van criminele jongeren. Er
werden 10 tallen tehuizen opgericht in de loop van de 19e eeuw. Het tehuis was
bedoeld voor meisjes en jongens. In 1836 waren er nog zo’n 100 plekken en in 1905
al meer dan 800 plekken.
Toen er nog geen tehuizen waren werden jongeren gewoon in gevangenissen
opgesloten. Later toen er tehuizen kwamen richtten ze meer op de opvoeding en niet
op de straffen die ze moesten hebben.
Er waren 2 soorten:
* Veroordeelden: moesten gestraft worden
* Opvoeders: richten zich op de opvoeding
De eerste echte jeugdgevangenis werd geopend in Rotterdam in 1833. De jongens
en meisjes zaten eerst bij elkaar, maar in 1836 werden de meisjes naar Amsterdam
gebracht. Bij de jongens werd in 1857 van elkaar gescheiden. De opvoeders werden
apart genomen en de veroordeelden in een gevangenis gestopt.
In 1886 kwam de gestichtenwet. Eerst moesten de jongeren de straffen helemaal uit
zitten. De gestichtenwet houd in dat dat ze opnieuw worden opgevoed in een
gesticht van de overheid. Het word ook wel de rijksopvoeding genoemd. Jongens en
meisjes werden daarna niet meer in jeugdgevangenissen opgesloten.
In 1901 kwam de kinderwet deze wet houd in dat de kinderen beter werden
behandeld. Er kwamen ook tuchtscholen. Kinderen die korte straffen hadden
kwamen hier terecht.
Jongeren worden nu niet meer gestraft op wat ze gedaan hebben. Ze letten meer op
de opvoeding. Zodat ze geen dingen meer doen in de toekomst
13
Bezoek in een jeugdgevangenis
Ieder kind heeft recht op 1 uur bezoek in de jeugdgevangenis. Niet per dag maar in
een hele week. Je mag niet zomaar een dag uitkiezen, maar er zijn speciale
bezoekerstijden. Als je gewoon een dag langs komt om je kind te willen zien is dat
niet mogelijk. Er zijn een aantal regels als je op bezoek wilt komen die regels zijn:
- Er mogen maximaal 5 personen per keer op bezoek komen
- Personen die minderjarig zijn mogen niet alleen lang komen, maar alleen met
een meerderjarige erbij.
- Huisdieren moeten thuis blijven en mogen niet mee
Er kan ook iemand op bezoek komen wat de jongeren zelf helemaal niet wilt dat die
langs komt hij/zij kan die persoon weigeren, maar niet alleen de jongeren mag dat
ook de gevangenis zelf mag dat bepalen of iemand niet mag langs komen diegene
mag dus ook een persoon weigeren. Dat doen ze alleen als ze iemand niet helemaal
vertrouwen.
Als je je kind wilt komen bezoeken moet je je legitimatie laten zien bij aankomst. Als
je 12 jaar of ouder bent moet je een geldig legitimatie hebben. Dat kan zijn:
1. Geldig rijbewijs
2. Geldig paspoort
3. Identiteitsbewijs
Wat mag je meenemen in de jeugdgevangenis en wat niet?
Je moet eerst overleggen met iemand van de gevangenis of je iets wilt meenemen.
Je mag dus niet zomaar iets meenemen. Je mag geen jas, tassen, drugs of
sigaretten meenemen voor de gevangene. De controle is daar extra streng in.
Je mag wel meenemen:
Een literfles gevuld met frisdrank of vruchtensap
1 pak chips, snoep, koek of chocolade (onaangebroken in de originele verpakking)
En je mag 1 kg fruit meenemen
Overige producten zijn:
Kleding, toiletartikelen, deodorant, aftershave, cd’s, haarproducten en foto’s
14
Jeugdgevangenis in het buitenland
In Londen wordt er teveel geweld gebruikt in een jeugdgevangenis door de
bewakers. Daar hebben ze een onderzoek naar gedaan. Als de jongeren niet
gehoorzamen doen de bewakers ze onnodig pijn. In nog geen twee jaar tijd was er in
een jeugdgevangenis in Engeland 15.000 keer gebruik gemaakt van geweld. Daarbij
raakten veel jongeren gewond. Er worden ook kinderen naakt gefouilleerd.
De jeugdgevangenissen zijn gesloten nadat ze hoorden dat zelfs een 15-jarige
jongen is overleden nadat hij hardhandig werd gestraft.
15
Het Poortje.
Wat is Het Poortje?
Het Poortje is een jeugdinrichting waar kinderen zitten die er door de kinderrechter
zijn geplaatst. De kinderen zitten er omdat ze problemen hebben. Ze hebben
bijvoorbeeld een gedragsstoornis of worden thuis verwaarloosd. Ook komt het voor
dat kinderen seksueel misbruikt zijn, loverboy slachtoffer zijn, drugs en/of alcohol
gebruiken of diefstal of geweld plegen (mishandeling, vernieling). De kinderen die in
Het Poortje zitten zijn tussen de 11 en 18 jaar oud.
In Het Poortje krijgen de kinderen therapie en behandeling om hun te helpen of te
beschermen. De meesten blijven ongeveer 6 maanden in Het Poortje en gaan
daarna bijvoorbeeld terug naar huis, zelfstandig wonen of soms gaan ze naar een
andere inrichting. Het doel van Het Poortje is om de kinderen te leren hoe ze positief
en zelfstandig in onze maatschappij te kunnen leven.
De geschiedenis van Het Poortje
Het Poortje bestaat nu 51 jaar. Het is begonnen aan de Roodeweeshuisstraat achter
de V&D. Eerst was het een weeshuis en ze besloten er een jeugdinrichting van te
maken. Het Poortje heeft zijn naam te danken aan het poortje dat voor het gebouw
stond.
Toen het net nieuw was, was er ook een school binnen Het Poortje, ook was er een
werkplaats. Het aantal kinderen die in Het Poortje terechtkwamen groeide en het
gebouw werd te klein. In 1990 verhuisde Het Poortje daarom naar de rand van
Groningen en zit daar nu nog steeds. In 2000 werd er een nieuw gebouw geopend in
Veenhuizen. In Het Poortje in Veenhuizen zitten kinderen die echt een zwaar delict
hebben gepleegd zoals : inbraak met geweld, steekpartijen of moord.
Dit is het poortje in Groningen.
16
Leefgroepen
Op het Poortje zijn 12 leefgroepen met maximaal 12 kinderen in een leefgroep.
Elke leefgroep heeft een: keuken, zithoek met tv, een eettafel en bijvoorbeeld een
pingpongtafel. Ook is er een buitenplaats waar de kinderen buiten kunnen zijn,
voetballen of basketballen. Er is ook een plek om gesprekken met de kinderen te
voeren.
Dit is een woonkamer in het poortje.
Dagindeling: corvee
Elk kind heeft dagelijks corvee taken, die bestaan uit onder andere:
- Afwassen en afdrogen
- Wc’s schoonmaken
- Vloeren dweilen
- Vuilnisbakken legen
- En koken
De kinderen maken samen met de groepsleiding een menukaart voor 1 hele week.
Elke dag koken er dan 2 kinderen samen met de groepsleiding een gerecht voor de
hele groep.
Dagindeling: algemeen
In Het Poortje is een mediatheek waar de groepen 1 keer per week naar toe mogen
gaan om: muziek te luisteren of boeken te lezen. De kinderen krijgen elke week
zakgeld om daarmee snoep en drinken te kopen in het winkeltje van Het Poortje.
Ranja en fruit krijgen ze onbeperkt op hun groep.
De kinderen mogen 2 keer per week bezoek krijgen van familie en met toestemming
mag er ook een vriend(in) komen.
Elke avond kijken de kinderen naar het journaal, zodat ze goed weten wat er in de
wereld gebeurt.
Fasekaarten
Alle kinderen in Het Poortje hebben een fasekaart. Met een fasekaart kunnen ze
punten scoren. Als ze een bepaalde score halen worden ze beloond. Ze mogen bij
een bepaald aantal punten extra bellen of langer op verlof. De fasekaarten worden
elke dag ingevuld door de groepsleiding en de docenten op basis van hun gedrag.
17
De ISO-kamers
Als de kinderen in Het Poortje erg boos of gewelddadig zijn, dan worden ze even in
een isoleercel gezet om weer rustig te worden. In een isoleercel staat niks dat kapot
gemaakt kan worden, er staat alleen een bed en een wc.
Dit is een isoleercel.
De school
De kinderen in Het Poortje gaan gewoon naar school en ze kunnen daar diploma’s
halen. Ze krijgen lessen zoals Nederlands, Engels, Wiskunde en Aardrijkskunde.
Behalve dat krijgen ze ook praktijkvakken zoals Hout en Metaalbewerking, Kookles,
Schilderen, ICT, Sport en Muziek. De kinderen kunnen ook stage lopen binnen Het
Poortje. Ze kunnen bijvoorbeeld stage lopen in de technische dienst of in de kantine
bijvoorbeeld.
Dit is een klaslokaal in Het Poortje.
Zomerschool
In de zomervakantie mogen de meeste kinderen niet naar huis. Daarvoor wordt
geregeld dat ze 4 weken lang mee kunnen doen aan allerlei activiteiten. Er worden
activiteiten georganiseerd zoals Hiphoppen, sieraden en kleding maken, vissen en
nog veel meer dingen. Op deze manier hoeven ze zich niet te vervelen hebben ze
het toch nog een beetje leuk.
De beveiliging
In Het Poortje is dag en nacht beveiliging. Dit is voor de veiligheid van de kinderen
en ook van de begeleiders en docenten. De beveiliging is er zodat de kinderen in Het
Poortje nooit alleen zijn.
18
De nazorg
Als jongeren uit een jeugdinrichting komen zijn er twee opties. Optie één is dat ze er
niks meer aan doen en het kind gewoon verder gaat in de maatschappij. Het
voordeel is hier dat het geen geld kost. De tweede optie is dat ze het kind goede
nazorg geven. Het nadeel hiervan dat het erg duur is en veel inspanning kost. Het
voordeel is dat de jongeren die een goede nazorg gehad hebben veel minder vaak in
hun oude patroon terug vallen.
Uit cijfers blijkt dat van alle jongeren die uit een jeugdinrichting komen wel 3 van de 4
terug vallen binnen een jaar weer terug in hun oude gedrag, omdat ze geen goede
nazorg gehad hebben. Gemeentes zijn hard bezig om goede nazorg te regelen en ze
hopen dat de overlast van jeugdcriminaliteit verminderd.
De justitie werkt aan een nieuwe wetgeving waarin staat dat nazorg voor jongeren
die langer dan 3 maanden in een jeugdinrichting hebben gezeten nazorg verplicht
wordt. Het is nu nog op vrijwillige basis, maar er zijn eigenlijk te weinig jongeren die
gebruik maken van de nazorg.
Doelgroep
Jongeren van 12 tot 18 jaar, die vanwege een straf in een justitiële jeugdinrichting
(JJI) verblijven, zijn in drie groepen verdeeld:
•
•
•
Kinderen die verdachte zijn van een strafbaar feit en wachten de uitspraak
van de (kinder)rechter af.
Jeugdigen met detentiestraf: zij zitten een vrijheidsstraf uit.
Jeugdigen met een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor
Jeugdigen): zij hebben een geweldsmisdrijf of zedenmisdrijf gepleegd en
hebben een ontwikkelstoornis of een psychische aandoening; de rechter
heeft een ‘plaatsing in een inrichting voor jeugdigen’ opgelegd.
Achtergrond
Elk jaar keren 2500 jongeren uit een jeugdinrichting terug naar hun gemeente van
herkomst. De kans dat zij oud gedrag weer doen, is groot. Die kans is nog groter als
zij geen goede begeleiding krijgen. Verschillende professionals zorgen voor hulp en
kijken wat er nodig is om ze weer op weg te helpen.
Minderjarige jongeren die uit de gevangenis komen, kunnen tot zes maanden na
ontslag uit de inrichting begeleiding krijgen. De Raad van de Kinderbescherming kan
deze periode één keer verlengen met nog eens zes maanden.
In principe krijgen alle jongeren die door een strafbaar misdrijf in een JJI zijn
geplaatst, nazorg in aansluiting op hun verblijf in de JJI. De voorbereiding van de
nazorg gebeurt al tijdens het verblijf in de inrichting. Na afloop van de nazorg kan de
behoefte aan zorg blijven bestaan. Deze moet in dat geval aansluiten op de
nazorgperiode.
19
Verplichte en vrijwillige nazorg
Bij jeugdigen met een strafrestant van drie maanden of meer krijgt de verplichte
nazorg vorm in een STP (scholings- en trainingsprogramma). Jeugdigen met een
langer verblijf in JJI’s moeten verplicht deelnemen aan een scholings- en
trainingsprogramma. Voor jongeren die korter dan drie maanden in een JJI
verblijven, geldt de verplichte nazorg niet.
Deze jongeren (veelal jongeren met een voorlopige gevangenisstraf) verblijven te
kort in een JJI om voor hen een STP voor te bereiden. De verplichte nazorg kan hier
vorm krijgen door bijzondere voorwaarden. De rechter kan besluiten om aan de
veroordeling of aan de schorsing van voorlopige gevangenisstraf bijzondere
voorwaarden te verbinden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het aangaan van intensieve
begeleiding of het volgen van een leerproject.
Bij verplichte nazorg aan jongeren worden vaak interventies ingezet die zich richten
op gedragsverandering. Vrijwillige nazorg richt zich meestal op de dagbesteding van
de jongere. Bij vrijwillige nazorg ontbreekt een strenge begeleiding, waardoor de
jongeren hier niet altijd gebruik van maken.
Nazorgaanbod
Nazorg richt zich vooral op de opleiding, werk, vrijetijdsbesteding en sociaal netwerk.
In een nazorgtraject kunnen verschillende voorzieningen nodig zijn, van begeleiding
richting school en werk, tot schuldhulpverlening. Ook sociale vaardigheidstraining en
trainingen waardoor je minder agressief wordt, worden veel gegeven. Vaak krijgt de
jongere een persoonlijke coach als nazorgbegeleider.
20
Maartregelen tegen jeugdcriminaliteit
PIJ-maatregel
Plaatsing in jeugdinrichting.
Als een jongere een geweldsmisdrijf heeft gepleegd, kan hij een PIJ-maatregel
krijgen. Die maatregel is bedoeld om criminele jongeren met een
ontwikkelingsstoornis of psychische aandoening, te behandelen en te heropvoeden.
Zo’n maatregel duurt drie jaar. De jongere krijgt maximaal twee jaar een behandeling
van justitie en 1 jaar afhankelijk van justitie.
Voordat de jongere de maatregel krijgt, vraagt de rechter altijd aan een
gedragsdeskundige hoe hij/zij daar over denkt. Als de dader last heeft van een
gebrekkige ontwikkeling of een stoornis, dan vraagt hij het aan een psychiater.
De PIJ-maatregel wordt ook wel jeugd-tbs genoemd. Maar het is niet helemaal
hetzelfde. Voor het opleggen van tbs moet de dader een gebrekkige ontwikkeling of
een stoornis van je geestvermogens (wat je hersenen kunnen) hebben.
Ouders betrekken
Als een minderjarig kind bij de rechter moet verschijnen zijn de ouders of verzorgers
verplicht aanwezig te zijn, Zo krijgt de rechter een beter beeld van de gezinssituatie
en van de jongere zelf. Als de ouders niet komen kan de rechter een ‘bevel tot
medebrenging’ afgeven. De ouders worden dan opgehaald door de politie. Zij
moeten dan in een cel van de rechtbank de zitting afwachten.
De ouders worden voor de rechtszitting al betrokken, de Raad voor de
kinderbescherming nodigt de ouders dan uit voor een gesprek. Ook word er contact
opgenomen met de ouders door jeugdclassering als de voorlopige hechtenis van de
jongere word opgeheven.
Herhaling voorkomen
De overheid probeert te voorkomen dat jongeren opnieuw de fout weer ingaan, dit
proberen ze door:
Een gedrag beïnvloedende maatregel op te leggen, de jongere moet dan
bijvoorbeeld therapie volgen om beter te leren omgaan met zijn/haar agressie.
Goede begeleiding en nazorg te geven
21
Nieuw strafrecht voor jongeren
De overheid is van plan om jongeren van 15 tot en met 23 jaar te straffen volgens
een nieuw soort strafrecht, het adolescentenstrafrecht. Dit strafrecht houd rekening
met de ontwikkelingsfase van de jongeren. Er is dan een langere begeleiding en er
zijn strengere straffen. Bijvoorbeeld als een jongere een geweldsmisdaad heeft
gepleegd, krijgt hij niet alleen een taakstraf. Of ze kunnen de duur van het
jeugdgevangenis verhogen van twee naar vier jaar. De nadruk kan ook meer gelegd
worden op de opvoedingskant van een straf. De rechter besluit uiteindelijk welke straf
de jongere krijgt. Voor sommige 16 of 17-jarige die een heel ernstig misdrijf heeft
gepleegd, kan het volwassen strafrecht worden ingevoerd. Voor 19-21 jarigen, die
een wat lichter misdrijf heeft gepleegd, kan een jeugdige straf in te voeren. Dit
strafrecht wil voorkomen dat jongeren nog een misdaad pleegt.
Het Cliënt-volgsysteem jeugdcriminaliteit (CVS-JC)
Het cliënt- volgsysteem jeugdcriminaliteit is geen strafblad maar een manier om de
ontwikkelingen van een jongere te volgen en maatregelen te nemen als het nodig is.
Als de jongeren in aanraking komen met de politie worden ze in dit systeem
geregistreerd. Dit systeem word gebruikt door het Openbaar Ministerie, de politie en
de Raad van de kinderbescherming.
22
Interview HALT
Voor ons sectorwerkstuk hebben Jolanda, Wianda en Renske dhr. A. Wassenaar
geïnterviewd.
Wat is uw functie bij bureau Halt?
‘Dat is heel ingewikkeld, want ik werk al jaren niet meer voor bureau Halt. Ik heb dat
heel lang gedaan, bijna 15 jaar, maar na die tijd heb ik allerlei andere dingen gedaan.
Alleen heten de lessen nog steeds Haltlessen, omdat ik er toen mee begonnen ben.
Ik ben heel lang bezig geweest met jongeren in Friesland en met het Centrum van
Jeugd en Gezin en daar ben ik eigenlijk nog direct mee betrokken. Maar ik blijf de
lessen naast mijn andere werk nog steeds doen, en dat gaat niet alleen maar over
criminaliteit maar vooral ook over andere dingen. Bijvoorbeeld jongeren leren kiezen,
daar af en toe mee helpen, drugs, seksualiteit, alles wat voorbij komt wat jongeren
aangaat probeer ik met jongeren te bespreken. Dat is mijn manier, je kunt ook
zeggen; de taak van een mentor kan daar een belangrijke rol in spelen maar niet
elke mentor is daar geschikt voor. Ik denk dat ik daar wel redelijk geschikt voor ben.
Kijk, ik heb de mazzel, ik geef geen cijfers. Ik ben geen gewone leraar. Ik ben
gewoon iemand van buiten die met de jongeren praat, dus durven jongeren ook wel
dingen tegen mij te zeggen of te vragen. Ik werk dus niet meer voor Halt.’
Hoe bent u bij dit werk terecht gekomen?
‘Ik ben in 1980 begonnen met jongerenwerk, probleemgericht jongerenwerk in
Eindhoven en Helmond. Toen heb ik de overstap gemaakt om naar Oosterwolde te
komen en dat heb ik een aantal jaren gedaan. Veel met jongeren gewerkt, moeilijke
jongeren, drugs gebruikende jongeren met Molukse jongeren en met jongeren die
tegen de politie aanliepen, dat was mijn taak binnen het jongerenwerk. Zodoende
toen dat afliep ben ik doorgestapt naar het Halt Bureau en dat heb ik dus vervolgens
heel lang gedaan. Ik heb mijn opleiding ooit aan de sociale academie gedaan, met
daarna nog wat losse cursussen op het terrein van opvoedkunde, pedagogiek aan de
universiteit.’
23
Wat zijn de voor en nadelen van uw beroep?
‘Een voordeel is dat ik redelijk jong blijf bij mijn werk omdat ik heel veel met jongeren
optrek. Ik begin nu wel te merken dat ik te oud word. Ik ben in het oog van de
jongeren langzamerhand te oud. Hun wereld is niet meer de mijne. Ik Twitter niet, ik
zit niet op Facebook. Als je mij een iPad geeft word ik daar niet gelukkig van. De
nieuwste telefoon hoef ik niet, en jongeren wel want dat is hun wereld. Jullie doen
niet anders, op de fiets, elk moment van de dag zijn jullie er mee bezig contact met
elkaar te hebben en daarvan denk ik, het zal wel, maar ik niet. Als ik merk dat ik echt
het contact met jongeren kwijtraak dan heeft het geen zin om dit soort dingen te
doen. Dat is dan dus moeilijk maar ik vind mensen interessant, dus ook jongeren en
dat maakt het leuk. Af en toe is het ook heel moeilijk en zwaar want ik kom ook een
hele boel ellende tegen. Echt hele nare dingen. Dan voel je je wel eens heel
onmachtig dat je dingen niet kunt veranderen. Ik ken wel situaties van gezinnen die
het al jarenlang moeilijk hebben en ze proberen wel dingen maar vallen dan toch
steeds terug. Of het nu drugsgebruik is of mishandeling en dan moet je hele nare
besluiten gaan nemen, zoals jongeren uit huis gaan plaatsen. Dat zijn geen leuke
dingen. Zulke dingen zit niemand voor z’n plezier te doen. Het vergt ook veel
energie, net als voor de klas staan, het is aan de ene kant hartstikke leuk maar ik heb
nu 3 uur lesgegeven en ben nu redelijk aan het eind van mijn energie.’
Wat is het verschil tussen Justitie en Halt?
‘Halt is eigenlijk het voortraject van Justitie, jongeren die in de fout gaan, die iets
uithalen, iets strafbaars doen, want het moet wel strafbaar zijn, krijgen via het Halt
Bureau de mogelijkheid om uit de handen van Justitie te blijven. Bij Justitie moet je
voorkomen, krijg je strafrechtzitting en dan word je veroordeeld tot een straf. Een
nadeel daarvan is dat dat heel nauwkeurig word opgeschreven. Jongeren doen heel
vaak hele stomme dingen uit impuls, uit erbij willen horen, uit geintjes, dan lopen
dingen niet goed af er gaat wat dingen kapot, en ik ben er van overtuigd dat als je
dan met die jongeren een afspraak maakt van, je hebt iets stoms gedaan, ga je best
maar doen om het te herstellen, het liefst op de plek waar je het gedaan hebt, bied je
excuses aan, maak het weer goed. Dan is daarmee de kous eraf en dan neemt
Justitie geen straffen meer, en gaat je dan niet alsnog oproepen voor een
rechtszitting. Dus door eigen initiatief door moeite te doen voorkom je straf via
Justitie.’
24
Hoe vaak kun je terechtkomen bij Halt?
‘Maximaal 2 keer, en dan moet er ook minstens een jaar tussen zitten dus niet week
op week. Er wordt ook extra gekeken of het zinvol is. Het is niet een automatisme,
van iedereen die voor de tweede keer gepakt word kan nog naar Halt, nee, het hangt
een beetje af van het soort misdrijf want niet alles kan naar Halt. Ik heb zelf zeker in
de beginjaren daar al op aangestuurd dat ik wel ook zwaardere dingen wilde. Nu is
het vooral winkeldiefstal en vernieling wat doorgaat, maar ik vond in het begin ook
kleine vorm van inbraken, zoals inbreken in sportkantines en daar snoep weghalen
werd met een etiketje opgeplakt als inbraak maar het is gewoon jongerengedrag. Het
is vooral spannend, je gaat de kantine binnen en want neem je mee, een mars en
een snicker, ik noem het geen inbraak maar de politie wel. Dit soort dingen heb ik
dus ook in Oosterwolde gedaan, en dat beviel ook best wel.’
Is de straf minder als iemand een verstandelijke beperking heeft?
‘Het basis uitgaanpunt is wel belangrijk, als je bij justitie terecht komt of bij Halt wordt
altijd naar omstandigheden gekeken, de situatie waarin iemand er terecht in is
gekomen, maar ook de persoon, hoe zit jij in elkaar, hoe gaat het op school hoe gaat
het thuis en ook je intellecte vermogens, daar word rekening mee gehouden. Dat
vind ik ook erg belangrijk, geen zaak is hetzelfde. Tegenwoordig oordelen mensen
heel makkelijk over mensen, hij kreeg maar 6 jaar, los van alles wat er gebeurd is.
Het is een moordzaak en hij kreeg maar 6 jaar. Als er een vrouw is die jarenlang is
mishandeld door haar partner en in een vlaag van onmacht hem aan het mes rijgt, ja
het gevolg is heel erg maar zo’n verhaal er achter veranderd wel de straf. De straf
wordt opgelegd door de rechter, de officier die eist de straf, de advocaat verdedigd
de verdachte en uiteindelijk legt de rechter de straf op, in moeilijke zaken zijn er niet
één maar drie rechters. Maar met licht verstandelijke beperkingen en zulke dingen
word altijd zwaar in meegewogen. Naast de straf wordt ook hulp ingezet, zoals bij
elke straf wordt de raad van kinderbescherming ingeschakeld om onderzoek te doen
hoe het thuis gaat, of de omstandigheden wel goed zijn en als het nodig is hulp in te
schakelen.’
Komen er ook meer jongens dan meisjes terecht bij Halt?
‘Ja zeker, maar de meiden maken nu wel een inhaalslag. Voorheen was het hele
criminele wereldje alleen met mannen en jongens, nu zie je dat het aandeel van
vrouwen en meiden veel groter is geworden. En dat vind ik aan de ene kan terecht
want man en vrouw zijn gelijk, alleen mannen hebben wat andere dingen nodig om
zich sterk te voelen en te zijn en doen daar af en toe hele stomme dingen voor, geld
is alles. We zien eigenlijk nu een daling van het aantal optreden in de hele
jeugdcriminaliteit, heel voorzichtig, maar dat heeft ook te maken met dat er minder
jongeren zijn. Hoe minder jongeren er zijn hoe minder dingen er worden uitgehaald.
Wat wel toeneemt, is nog steeds de geweldkant met zowel wapengeweld als echt
slaan en zware mishandeling, ook daar zie je meiden een inhaalslag maken. Ik
verbaas me er af en toe van wat meiden uithalen op straat aan geweld, er word echt
heel zwaar geslagen en ook geschopt.’
25
Is de straf afhankelijk van de waarde van wat je steelt?
‘Het speelt wel een rol, kijk als jij iets van tien euro jat of honderdduizend euro dan
maakt dat wel verschil. Maar toch wordt er gekeken naar de basis, waarom doet
iemand dat, wat gebeurd er precies, wat is de schade voor het slachtoffer, al die
dingen worden meegewogen en dat bepaald uiteindelijk de straf.’
26
Interview Poortje
Voor ons sectorwerkstuk hebben wij Albert van der Ploeg geïnterviewd. Albert van
der Ploeg is school coördinator van jeugdinrichting Het Poortje in Groningen. Het
Poortje in Groningen is een jeugdinrichting voor kinderen met ernstige
gedragsproblemen en kinderen met problemen thuis en in hun omgeving. Bij Het
Poortje komen kinderen vanaf 12 jaar tot maximaal 23 jaar. Ze helpen deze jongeren
door middel van de juiste behandeling, begeleiding, intern onderwijs,
arbeidsbegeleiding en vrijetijdsbesteding, te werken aan een goede en positieve
toekomst.
Wat is precies uw functie bij Het Poortje?
‘Ik ben schoolcoördinator bij Het Poortje. Dat houdt in dat als kinderen niet goed hun
best doen of problemen veroorzaken, ze een gesprek met mij krijgen. De kinderen
kunnen punten verdienen als ze goed in het ritme komen. Als ze hun kamer
opruimen krijgen ze daar punten voor, bij elke les die ze op school komen kunnen ze
punten krijgen. 0 punten betekend dat je bent verwijderd en dan krijg je met mij te
maken, dan kom ik je ophalen voor een gesprek. Bij 1 punt dan heb je het heel
slecht gedaan. Met 2 punten kan het beter. 3 punten is voldoende/goed en 4 punten
is uitmuntend. Die punten tellen we elke dag bij elkaar op en als je een bepaald
aantal punten hebt dan kun je door naar een andere fase. Daarnaast maak ik de
jaarplanning van personeel en ben verantwoordelijk voor het rooster. En daarnaast
vertegenwoordig ik Portalis (Het Poortje) in allerlei werkgroepen binnen de instelling.’
Waarom heeft u dit beroep gekozen?
‘Ik ben officieel onderwijzer en ben bij toeval, via een bekende uit Oosterwolde, hier
23 jaar geleden als invaller aan de slag gegaan. Na de tijd dat ik als invaller werkte
ben ik blijven hangen en ik werk en nu nog steeds.’
Wat vind u het moeilijkste van uw beroep?
‘Soms zijn er dingen waar je heel weinig aan doen kunt. Soms zijn er zulke
psychiatrisch moeilijke gevallen dat er eigenlijk heel weinig vooruitgang is in het
proces van behandeling. Er zijn meisjes die zichzelf snijden, als ze de kans krijgen
wanneer ze bijvoorbeeld glas of een ander scherp voorwerp in de buurt is. Soms
moeten ze dan naar de separeer cel gebracht worden, dat is een lege cel waar je
niks kapot kunt maken. Er is ook een zachte separeer cel, dat houdt in dat de muren
zijn bekleed met hele dikke zachte wanden. Soms moeten ze verplicht in de separeer
cel en moeten ze een scheurpak aan. Een scheurpak is een pak die niet kapot kan
zodat ze het niet zelf uit kunnen trekken en zichzelf niet iets kunnen aandoen met
hun kleding. Als ze dit aan moeten, moeten ze zich eerst ook uitkleden en dit gaat
vaak niet vrijwillig. Het is niet dat dit soort dingen elke dag gebeurt maar als het een
keer gebeurt is dat natuurlijk niet leuk om mee te maken. Voor hun is het niet leuk
maar voor ons is het ook niet leuk. Iedereen bij ons heeft ook een pieper en als het
uit de hand loopt kun je daar op drukken en dan komt er allemaal personeel om te
helpen.’
27
Hoe beschrijft u een normale werkdag?
‘Op een normale werkdag ben ik er rond kwart voor 8 in de ochtend. Het eerste wat
ik doe is mijn mail openen en dan zie ik wat er de vorige avond en nacht gebeurd is
in de inrichting. De late dienst en de beveiliging schrijven op of er nog
bijzonderheden zijn gebeurd in de avond en de nacht en daar proberen we dan wat
aan te doen. Als je bijvoorbeeld hoort dat je een half jaar langer in de inrichting moet
blijven ben je natuurlijk niet blij. Als je dan op school komt en je bent wat vervelend of
je moet huilen dan is het fijn dat wij weten wat er is gebeurd zodat we ze kunnen
helpen.
Na gym bij ons op school is het verplicht om te douchen. Als iemand niet wil douchen
en wij weten dat hij/zij zich de vorige dag heeft gesneden begrijpen wij waarom hij/zij
dat niet wil en dan kunnen we diegene naar een aparte douche brengen. Al dat soort
kleine dingen die gebeuren, zijn belangrijk dat die worden gemeld/gecommuniceerd.
Als ik dat heb doorgenomen is er elke dag om half 9 een vergadering dan komen al
mijn collega’s. Volgens een vast patroon belt elke collega 1 van de 12 groepen en
dan nemen we alle bijzonderheden door. Bijvoorbeeld wat voor afspraken er zijn met
advocaten, als iemand naar een rechtszitting moet, al dat soort dingen nemen we
dan door. Met die informatie kunnen we beginnen met de dag en rekening houden
met de bijzonderheden die er zijn.
Soms is het om 9 uur al dat ik gebeld wordt dat er iets mis is in de klas en dan moet
ik diegene ophalen en dan ga ik met diegene praten, wat is er aan de hand? hoe is
het gebeurd? En dan bepaal ik wat de straf is voor diegene. Soms komt het voor dat
iemand bijvoorbeeld voor 10 dagen in fase teruggetrokken word. Van fase 4 naar
bijvoorbeeld fase 1. Als ze zich dan goed bewijzen dat ze het wel kunnen, dan
worden ze weer teruggeplaatst.
De rest van de dag is altijd anders. Het kan wel 5 dagen heel rustig zijn maar het kan
ook dat er om de 5 minuten wat gebeurd.’
Hoeveel kinderen zitten er ongeveer in een klas bij Het Poortje?
‘In een klas zitten ongeveer 7 personen. Dit is zodat ze extra aandacht krijgen van de
docent en dat er goed op ze wordt gelet.’
Zitten jongens en meisjes bij elkaar in de klas of gescheiden?
‘Alle klassen binnen Het Poortje zijn gemengd. We hebben wel 12 woongroepen en
daarvan bestaat 1 groep uit alleen jongens en 1 groep alleen meisjes. De rest van de
woongroepen is ook gewoon gemengd.’
28
Wat is het raarste/ergste wat u ooit heeft meegemaakt met uw werk?
‘Dit is al een poosje geleden, er was een jongen en hij had zijn buurmeisje van 5
aangerand en daarna vermoord, hij had haar in de kast gestopt en daarna is hij gaan
biljarten in het buurthuis. Bij de ploeg waar ik volleybalde kenden best wel veel
mensen deze jongen en deze jongen kwam dus in mijn klas. Dan weet je teveel, dan
komt het te dicht bij. Anders zei ik altijd : ‘ik beoordeel je hoe je binnen komt. Wat
je ook gedaan hebt, als je het hier goed doet daar beoordeel ik je op.’ Van deze
jongen wist ik teveel. En wat hij gedaan had, was verschrikkelijk en omdat ik moeite
had met hem, kregen we direct strijd. Ik moest de jongen ook nog beschermen omdat
het in de gevangenis meestal zo is, dat andere gevangenen kinderverkrachters en
kindermoordenaars willen pakken of pijn doen. Als ze de kans krijgen en ze kunnen
degene die dat gedaan heeft pakken dan grijpen ze ook hun kans dus we moesten
heel goed op die jongen letten. Daar had ik dus heel veel moeite mee omdat ik wist
wat die jongen gedaan had.’
29
Enquête jeugdcriminaliteit.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………....
Geslacht : Jongen / Meisje
Hoe oud ben je? _____________________________________________________________
Welke klas zit je (+ niveau)? ____________________________________________________
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Eigen ervaring
1. Wat voor afkomst heb je?
0 Beide ouders Nederlands
0 Een van ouders van Allochtone afkomst
0 Beide ouders van Allochtone afkomst
2. Heb je wel eens iets crimineels gedaan? Ja ook een snoepje stelen bij de Kruidvat
hoort hierbij  (heb je hier nee dan kun je t/m 7 overslaan)
Ja / Nee
3. Zo ja, waar heb je toen gedaan?
0 Stelen
0 Overval
0 Drugs handel
0 Spijbelen / te vaak te laat komen
0 Iets anders namelijk : __________________________________________________
0 Niet van toepassing
4. Hoe oud was je toen je dat gedaan hebt? ____________________________________
5. Ben je hiervoor gestraft? (heb je hier nee dan kun je t/m 7 overslaan)
Ja / Nee
6. Zo ja, door wie ben je gestraft?
0 Ouders
0 Bureau halt
0 Politie
0 Anders namelijk : _____________________________________________________
0 Niet van toepassing
7. Wat voor straf heb je gekregen?
0 Boete
0 Taakstraf
0 Alleen een waarschuwing
0 Anders namelijk : _____________________________________________________
0 Niet van toepassing
30
8. Weet je van vrienden/vriendinnen of zij weleens een criminele activiteit hebben
begaan?
Ja / Nee
Zo ja, wat vond je hier van? _______________________________________________
_____________________________________________________________________
……………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat vind jij?
9. Wat is volgens jou crimineel?______________________________________________
_____________________________________________________________________
10. Hoe denk je dat jeugdcriminaliteit ontstaat?
0 Slechte opvoeding
0 Slechte leefomgeving
0 Foute vrienden
0 Iets anders namelijk : _________________________________________________
____________________________________________________________________
11. Denk je dat alcohol en drug een rol speelt bij jeugdcriminaliteit?
Ja / Nee
12. Denk jij dat jeugdcriminaliteit voorkomen kan worden? Zo ja, hoe?
Ja / Nee
____________________________________________________________________
13. Vind jij dat jeugdcriminaliteit harder gestraft moet worden?
Ja / Nee
……………………………………………………………………………………………………………………………………………...
Bedankt voor het invullen van onze enquête (:
De gegevens van deze enquête blijven anoniem.
31
Enquête uitwerking
Voor ons sectorwerkstuk hebben wij een enquête uitgedeeld aan een aantal leerlingen en
leraren, in totaal waren dit er 144. Deze gegevens hebben wij uitgewerkt en hier een aantal
cirkeldiagrammen van gemaakt.
Hier kun je zien dat 61% van de 144 deelnemers wel eens iets crimineels heeft gedaan, dit
lijkt misschien erg veel maar we rekenen het stelen van een snoepje bij de Kruidvat ook als
stelen, want stelen blijft natuurlijk stelen.
32
Bij deze cirkeldiagram geld ook weer dat bij stelen ook het stelen van een snoepje bij de Kruidvat hoort,
daardoor is het percentage stelen erg hoog. Hiernaast is het percentage spijbelen/te vaak te laat komen ook
best wel hoog.
Het is opmerkelijk dat 83% van de deelnemers die wel eens iets crimineels heeft gedaan hier niet voor is
gestraft, maar hierbij zitten ook hele kleine misdaden, dit is dus ook wel begrijpelijk.
33
Het grootste deel van de deelnemers die gestraft zijn hebben een boete gekregen, hiernaast hebben ook veel
deelnemers een taakstraf gekregen. Ook een aantal hebben een waarschuwing of een andere straf gekregen,
bij een andere straf kun je denken aan bijvoorbeeld nablijven of huisarrest.
Van deze gestrafte deelnemers zijn het grootste deel gestraft door de politie en de ouders, maar ook nog een
best groot deel door Bureau Halt. Bij anders kun je denken aan bijvoorbeeld leraren.
34
Hoofdvraag : Wat is jeugdcriminaliteit?
Jeugdcriminaliteit komt redelijk vaak voor in onze maatschappij. Jeugdcriminaliteit is
het criminele gedrag van jongeren tussen de 12 en de 24 jaar oud. Jeugdcriminelen
overtreden de normen en regels van het land en vaak staat daar ook een straf op.
Het jeugdstrafrecht richt zich op jongeren van 12 tot 18 jaar. Wanneer een jongere
onder de leeftijd van 12 jaar een strafbaar feit pleegt wordt er bij aanhouding door de
politie in principe geen schriftelijk verslag van gemaakt. Jeugd boven de 18 jaar
worden strafrechtelijk behandeld als volwassenen.
Er zijn veel verschillende manieren hoe een jongere in de criminaliteit terecht kan
komen. Eén van de belangrijkste oorzaken van jeugdcriminaliteit is opvoeding.
Meestal leren de kinderen van huis uit wat normen en waarden zijn en om respect te
tonen voor anderen, als dit dan al niet goed word aangeleerd is de kans groter dat
deze kinderen later in de criminaliteit terecht komen.
Ook komt het voor dat jeugd in aanraking komt met ‘foute’ vrienden. Dit zijn meestal
groepen met jongeren die elkaar uitdagen. Soms zijn het jongeren die aan de drugs
zitten of alcohol drinken. Vaak in zulk soort is sprake van groepsdruk. Wanneer je
spreekt van groepsdruk gaat het erom dat je graag met een groep mee wilt doen en
daarom al de dingen doet die de groep ook doet.
De meeste soorten jeugdcriminaliteit worden wel gestraft. Dit is niet altijd met een
gevangenisstraf, maar het wordt meestal opgelost met een Halt-afdoening. Er zijn
verschillende soorten straffen. Een aantal voorbeelden van deze straffen zijn een
taakstraf, geldboete, jeugddetentie, nachtdetentie etc. Als een kind een ernstig delict
heeft gepleegd, kan het in de jeugdgevangenis terecht komen. In de
jeugdgevangenis proberen ze de kinderen te ‘heropvoeden’. Ze leren de kinderen
opnieuw de normen en waarden die nodig zijn om goed te functioneren in de
maatschappij. In de jeugdgevangenis hebben de kinderen recht op 1 uur per week
bezoek.
Iets anders dan de jeugdgevangenis is een jeugdinrichting. In ons werkstuk gaat het
over jeugdinrichting Het Poortje. In Het Poortje zitten niet alleen maar jongeren die
crimineel zijn maar de meeste jongeren hebben wel te maken gehad met criminaliteit.
Ze zijn bijvoorbeeld in aanraking gekomen met Loverboys of ze worden soms
mishandeld thuis. Het Poortje leert de kinderen ook om hun leven weer goed op te
pakken en om beter voor zichzelf op te komen.
Voor jeugd die in de jeugdgevangenis hebben gezeten is speciale nazorg. Het blijkt
dat jongeren met een goede nazorg minder vaak terug vallen in hun oude (criminele)
leefpatroon. Eerst was het een keuze voor de kinderen en ouders zelf of ze wel of
niet nazorg wilden hebben maar de laatste tijd komt het steeds vaker voor dat het
verplicht is.
Jeugdcriminaliteit is dus criminaliteit dat voorkomt bij jongeren van een leeftijd tussen
de 12 en 24 jaar. Het komt redelijk vaak voor en ze proberen maatregelen te stellen
om de jeugdcriminaliteit die aanwezig is in Nederland te verminderen.
35
Nawoord
Dit was ons sectorwerkstuk over jeugdcriminaliteit, we vonden dit onderwerp erg
interessant omdat het overal om ons heen voorkomt en het een veelvoorkomend
probleem is. We hebben in dit sectorwerkstuk veel tijd gestoken maar hebben hier
ook erg veel van geleerd. Voor het werkstuk hebben we iemand geïnterviewd die
voorlichting gaf op scholen over jeugdcriminaliteit en iemand die werkte in de
jeugdinrichting ‘Het Poortje’. Wij vonden deze interviews erg leerzaam. De enquête
vonden we ook erg leuk om te doen, we kregen zo een indruk over hoe het met de
jeugdcriminaliteit in en om onze school zat, de aantallen leerlingen die wel eens iets
crimineels hadden gedaan vielen ons erg op, omdat we nooit hadden gedacht dat het
op onze school ook zoveel voorkwam. Sommige deelvragen waren lastig omdat hier
niet veel informatie over te vinden was, maar we hebben uiteindelijk toch overal wat
bij kunnen vinden. Zelf zijn we erg tevreden over ons werkstuk, omdat we er veel tijd
in hebben gestoken en je dit ook kunt zien aan het eindresultaat.
36
Bronnen:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/straffen-enmaatregelen/jeugdstraffen
http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Nieuws/Pages/Raad-voorde-rechtspraak-kritisch-over-wetsvoorsteladolescentenstrafrecht.aspx
http://www.steunpuntforensischezorg.nl/bij-politie-en-justitie/halt/
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit/vraagen-antwoord/wat-is-nachtdetentie-voor-jongeren.html
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit/maatreg
elen-tegen-jeugdcriminaliteit
http://www.jeugdcriminaliteit.com/index_bestanden/Page766.htm
http://wat-doe-je-tegen-jeugdcriminaliteit.webklik.nl/page/wat-zijnde-oorzaken-van-jeugdcriminaliteithttp://www.collegenet.nl/studiemateriaal/frames_verslagen.php?ver
slag_id=4906&site=
http://jeugdcriminaliteit.com/index_bestanden/Page3010.htm
http://dejeugdgevangenisinfo.weebly.com/hoe-is-dejeugdgevangenis-ontstaan.html
http://www.jeugdcriminaliteit.net/
http://mijn-kijk-op.infonu.nl/mens-en-samenleving/77047opvoeders-en-jeugdcriminaliteit.html
http://plazilla.com/jeugdcriminaliteit-en-de-gevolgen
http://www.politie.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit.html#welkeinstanties-zijn-betrokken-bij-het-tegengaan-van-jeugdcriminaliteit
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit?utm_ca
mpaign=sea-t-openbare_orde_en_veiligheid-ajeugdcriminaliteit&utm_term=%2Bjeugdcriminaliteit&gclid=CKWYrd
yL6bkCFY7HtAodOCAAhA
http://www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl/criminele_jongeren
http://www.scholieren.com/werkstuk/30277
http://jeugdgevangenis.webklik.nl/page/wat-wordt-er-van-jeverwacht-in-een-jeugdgevangenis
http://www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl/doc/criminele_jongeren/afsluitende_
uitgave_programma_aanpak_jeugdcriminaliteit.pdf
www.volkskrant.nl/vk/nl/2668/Buitenland/article/detail/811659/2006/02/17/Regim
e-in-Britse-jeugdgevangenis-te-gewelddadig.dhtml
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/straffen-en-maatregelen/jeugdstraffen
http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Nieuws/Pages/Raad-voor-de-rechtspraakkritisch-over-wetsvoorstel-adolescentenstrafrecht.aspx
http://www.steunpuntforensischezorg.nl/bij-politie-en-justitie/halt/
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit/vraag-en-antwoord/wat-isnachtdetentie-voor-jongeren.html
37
38